Klimop 2021 - 1

Page 1

Erkenningsnummer P408361 • afgiftekantoor Kortrijk Mail • v.u. Emmanuel Desmet, Warande 9, 8501 Heule

Kwartaaltijdschrift van Natuur.koepel vzw jaargang 31 nummer 1 januari - februari - maart 2021


I N H O U D 5 OPSTAPJES 6 BELEID Klimaatpraat 9 NATUUR.KOEPEL Over het omgevingsloket voor het publiek 10 BELEID Samen voor een mooier en gezonder West-Vlaanderen 12 NATUUR.KOEPEL De verbonden onderwaterwereld staat onder druk 14 MIJN KLEINE STRIJD Over-verpakking 16 WILD VAN NATUUR De klimop 19 UIT DE LITERATUUR Een reis uitgespaard 20 NATUUR.KIDS Wintermode 21 JNM Info rond werking JNM: jeugdwerk tijdens corona-tijd 22 FOTOGRAAF IN BEELD Martine Vantongel 24 BYE BYE GRASS Ontharding basisschool Sint-Paulus Kortrijk 26 OP STAP MET ELS Cohousing project De Klijte in Moen 28 TRAGE WEGEN Wetgeving 33 VOGELWERKGROEP The big buzzard bang 36 INSECTENWERKGROEP Oude Leiearm 38 ZOOGDIERENWERKGROEP Dwergmuizen en muizenmeetnet 41 WERKGROEP NATUURFOTOGRAFIE Focus on 2021 42 STEENUILENWERKGROEP Over ringen en nestkasten 45 WERKGROEP GEOLOGIE EN LANDSCHAP Landschap in beeld 46 UIT DE VERENIGINGEN 46 Natuurpunt Zwevegem 48 Natuurpunt Kortrijk 50 Natuurpunt De Buizerd 52 Natuurpunt Waregem & Gaverstreke 54 Natuurpunt Avelgem 56 Natuurpunt De Vlasbek 57 VELT 58 ACTIVITEITEN 59 COLOFON

EVEN VOORSTELLEN

ANGÉLIQUE VANDEWIELE

lekker koken en sippen van talloze kruideninfusies wakkerden haar interesse aan naar de helende kracht van de natuur. Zo koos ze in 2019 voor de opleiding Herborist aan de Europese academie voor natuurlijke gezondheidszorg.

Zoals je in ons vorige nummer al kon lezen, gaf Mira Feryn als lay-outster van ons tijdschrift de fakkel door aan Angélique Vandewiele. Wij stellen u onze nieuwe aanwinst dan ook graag even voor. Tussen dag en dauw trekt Angélique er samen met haar Mechelse herder Skye elke dag op uit. Zo ontdekten ze samen menig groene wegeltjes en paadjes van “bie oes”. Haar passie voor tuinieren,

2

De combinatie van haar voorliefde voor natuur en creativiteit zullen jullie ongetwijfeld kunnen terugvinden in de vormgeving van de volgende edities van het magazine Klimop.

L U CH T T E KE N A A R S Spreeuwen… Elke winter stromen ze met honderdduizenden toe uit het koude Noorden en kiezen ze massaal een veilig stekje uit om te overnachten. De rietkraag van de Gavers is zo’n slaapplaats waar spreeuwen elk jaar honkvast komen pitten. Tot wel 10 000 dit jaar. Net voor ze landen, maken ze hierbij sierlijke tekeningen in de lucht tot een onzichtbare hand als het ware het stopsel uit de badkuip van het zwerk trekt en ze in een draaikolk naar beneden suizen. En uitgerekend uit die meute, haalde vogelkijker Filip Goussaert na hardnekkig doorzetten op een septemberochtend die ene jonge roze spreeuw, een dwaalgast uit Oost-Europa.

©Tom Linster rietkraag De Gavers

Met haar achtergrond als grafisch ontwerper en productontwikkelaar, vangt haar oog niet alleen de schoonheid van planten en dieren, maar weet ze als geen ander elk concept in een sprekend beeld te vertalen en elke lay-out krachtig vorm te geven. Met haar penselen schildert ze de mooiste taferelen en ook het pottendraaien brengt haar even dichter bij haar creatieve natuur.


E D I TO R I A A L

VOORWOORD KLIMOP Beste Klimoplezer, Ik wens jullie allemaal van ganser harte een gezond en gelukkig 2021 toe. Een jaar waarin we de coronanachtmerrie achter ons kunnen laten. Ik ben alvast optimistisch: het is gewoon fantastisch dat er nu al door een wereldwijde samenwerking vaccins op komst zijn die ons zullen beschermen en ons weer gaan laten genieten van menselijke warmte en contacten. We snakken er allemaal zo erg naar. Na corona staan echter de volgende immense uitdagingen al aan de voordeur: denk maar aan de klimaatverandering en de dalende biodiversiteit. Maar ook hier geloof ik sterk dat er eindelijk na zovele jaren achteruitgang en aarzeling, er eindelijk positieve verandering op komst is. Het besef is te sterk dat we niet op dezelfde manier verder kunnen. Er zijn nu al heel veel hoopgevende signalen en grote plannen zoals o.a. de Green deal in Europa en de Blue Deal in Vlaanderen. Kijk het maar eens na op internet, er zijn massa’s goede intenties en ik kan niet geloven dat er in deze urgente tijden niets zal van terecht komen. Natuurlijk moeten we niet naïef zijn: de weerstand tegen verandering zal groot blijven. Er spelen heel wat kortzichtige en soms meedogenloze machten die alleen uit zijn op kort gewin, en voor wie de toekomst van de komende generaties van geen tel is. En er zijn ook tegengestelde bewegingen. De grote werven die in onze regio op stapel staan langs de Leie en het kanaal Bossuit-Kortrijk, zijn op dit moment vooral een bron van onrust. Er is veel twijfel over de baten, zowel economisch als op gebied van milieu en klimaat. Maar vooral zijn ze bedreigend voor de schaarse natuur die eigenlijk moet versterkt worden. Niet alleen voor de biodiversiteit of het aangename van onze leefomgeving, maar ook omdat het besef groter wordt dat de natuur zelf de beste antwoorden biedt op veel uitdagingen zoals de klimaatverandering. “Nature based solutions”, wordt internationaal meer en meer een leidraad. Het is daarom onaanvaardbaar dat we nog steeds dagelijks moeten knokken voor het behoud van natuurelementen groot en klein. Het is even onaanvaardbaar dat besturen nog vlot vergunningen afleveren voor ingrepen en projecten waarbij natuurwaarden verdwijnen. Dit moet stoppen! Maar los van deze incidenten zien we duidelijk positieve bewegingen sterker worden. In Zuid-West-Vlaanderen hebben de Intercommunale Leiedal en de verschillende gemeentebesturen een regionale energiestrategie uitgetekend en goedgekeurd. Zo is er een plan klaar waarbij er 40% minder CO2-uitstoot kan komen tegen 2030. Dit is een goed begin, maar Europa legt nu al zijn doelstellingen hoger naar 50 of 55% minder CO2uitstoot. Het zal dus ook in onze regio hard moeten gaan! Er zijn voorlopers. Als we de werkingsprogramma’s zien van een aantal besturen zoals o.a. Kortrijk, Zwevegem en Wevelgem, dan zien we daar wel degelijk ambitie in. Maar deze voornemens moeten

uiteraard ook nog allemaal uitgevoerd worden. Met de milieubeweging zijn we ervan overtuigd dat deze ambities haalbaar zijn, maar het wordt heel belangrijk om de burgers hierin te betrekken, al was het maar als aanjager en tegengewicht voor die partijen en organisaties die menen dat het allemaal wat minder en trager mag lopen. Binnen onze eigen 6.000 gezinnen/ leden van Natuurpunt en Velt zijn er zeker mensen die mee stuwende kracht willen zijn. Beste Klimoplezers, wij hebben jullie dus allen hard nodig om te blijven werken voor de natuur en voor een leefbare wereld. Aarzel dus zeker niet om contact op te nemen als je wat méér wil doen, wij helpen je graag verder met kleine of grotere zaken die je wil gerealiseerd zien. Aangezien niets normaal is dit jaar, breken we met enkele tradities. Dit jaar plannen we met Natuur.koepel geen “life” nieuwjaarsreceptie in De Gavers zoals gewoonlijk, maar houden we een “online ontmoeting “. Kijk dus al maar uit naar zondag 31 januari om 11 uur. We maken er een originele receptie van. De link om mee te doen zal je terugvinden op de website van Natuur. koepel. We zijn ook al aan het broeden op een life “zomerse” receptie en Klimopaward uitreiking ergens in een natuurdomein. Het jaar 2021 zal immers zorgen voor een paar mooie verrassingen als het gaat om meer natuur in onze regio, dankzij nieuwe aankopen van Natuurpunt. Maar die surprise sparen we nog even op voor 2021! Warme groeten voor iedereen!

KRISTINA NAEYAERT VOORZITTER NATUUR.KOEPEL VZW

EETBARE EN GIFTIGE PLANTEN I.S.M. NATUURPUNT CVN

WANNEER: Donderdag 11 maart 2021 19.30 tot 22.30 u. De mens is een nieuwsgierig wezen. Op zoek naar voedsel heeft hij al in een ver verleden zowat alle planten op eetbaarheid getest. Dat daarbij slachtoffers gevallen zijn, staat buiten kijf. Aanvankelijk werd de kennis over giftigheid of eetbaarheid bij planten van generatie op generatie mondeling doorgegeven. Sinds de 16de eeuw gebeurt dat ook schriftelijk. Maar omdat wij tegenwoordig gewoon zijn om veilig voedsel in de winkel te kopen, is de kennis over bruikbaarheid van planten in de vergeethoek geraakt. De cursus ‘giftige en eetbare planten’ wil dat verhelpen en leert je wat onze voorvaderen al van kindsbeen af wisten. Naast een aantal algemeenheden besteden we aandacht aan inhoudsstoffen en symptomen (alleen bij vergiftiging).

LESGEVER: Hans

Vermeulen, medewerker bij Natuurpunt CVN

DEELNAME: 7,00 euro voor Natuurpunt leden of 9,00 euro voor nietleden

INSCHRIJVING: via www.

natuurpunt.be/agenda/ cursus-eetbare-en-giftige-plantenkortrijk-44910

CONTACTPERSOON: carine.dendauw@hotmail.com

AFSPRAAK: Bezoekerscentrum Hof te Coucx, Marionetten 12 Kortrijk ; parkeren kan op de parking

van ziekenhuis AZ Groeninge, President Kennedylaan 4 Kortrijk


We helpen bedrijven die in orde willen zijn met de milieuwetgeving. De passie voor natuur vertaalt zich in diverse opdrachten uit de natuursector • natuurinrichtingsplannen • natuurvisienota’s voor landschapsinrichting • passende beoordelingen voor werken met natuurimpact • ontwerp streekeigen groenschermen, natuureducatieve borden en teksten • MER-deskundige fauna & flora Milieuconsulent Jan Feryn bvba Desselgemstraat 75 | 8540 Deerlijk 056/72.46.79 | info@ferynjan.be

W W W.FERYNJAN.BE


ADEM IN DE TUIN ESTELLE DELBART uit Avelgem houdt met al haar zintuigen van de natuur. Met haar gezin vind je ze vaak buiten, in eigen tuin of op wandel

FABIENNE FERFERS uit Harelbeke, Geboeid en bekommerd liefhebber van de natuur in al haar verschijningsvormen, van wilde tuin tot bos, van gevleugeld tot rondlopend en al jarenlange vrijwilliger ‘mooimaker’ en milieu-oog van de Collegewijk in Harelbeke.

EMMA DEKEYSER uit Oostrozebeke, laatstejaarstudente bio-ingenieur bosen natuurbeheer, zot van avontuur. Wekelijks terug te vinden in één van onze mooie Vlaamse bossen voor een stevige looproute en gaat geregeld op meerdaagse trektocht met haar rugzak.

Op slag verliefd was ik. Op ons huis, maar vooral op de bijhorende tuin. Dat het een groene woestijn was, zag ik toen nog niet. Ik zag ruimte, ik zag openheid, ik zag natuurelementen rondom. Het palet groentinten van de Avelgemse Scheldemeersen in de verte. Ik kon ademen in die tuin. Zien dat de natuur onvermurwbaar doet wat het altijd al heeft gedaan, de levenscyclus van de seizoenen doorlopen, is voor mij een enorme baken van rust in de chaotische wereld. Ik heb het nodig om die seizoenen te kunnen zien in mijn tuin. Ik kreeg door dat de groene woestijn onverschillig groen bleef, seizoen in seizoen uit. Tijd om leven in de tuin te brengen! Gelukkig is er de enorme notelaar om mij aan te vergapen terwijl ik plannen smeed voor een biodiverse tuin.

DE ONGELUKSMEREL Het hoeft niet altijd opzienbarend te zijn. Op een doordeweekse morgen, vanaf je keukentafel met zicht op de tuin. Een jonge merel, nog wat bruine veren onder zijn glanzende zwarte mantel, landt op een kale plek in mijn verwilderde graspartij. Met een welgemikte felle uithaal prikt hij in de aarde en haalt behoedzaam, met kleine rukjes, een vette pier naar boven. Wat ogenschijnlijk een vrolijk festijn zou worden wordt amper halfweg wreed verstoord door een aanstormende kraai, eersteklas vechtersbaas. Wegwezen geblazen voor de ongeluksmerel met nog een sliertje worm in zijn snavel. Struggle for life, zo gaat het in de natuur al een eeuwigheid door. Om met de woorden van Siegfried Wolhek af te sluiten: “Ga ergens zitten, laat het je overkomen en geniet er gewoon van. Elke ontmoeting met een vogel vertelt een verhaal. Daar draait het om”.

B RO O D O P E E N S TO K J E Zoals de meeste studenten en thuiswerkers ben ik momenteel verbannen naar mijn bureautje, dus zocht ik al een tijdje ter afwisseling een leuke bezigheid om even compleet offline te zijn. Toevallig kwam ik terecht op de Facebook-groep van Natuurpunt Bushcraft@home. Ik zag er foto’s van gezinnen die houten lepels snijden, pizza’s maken boven een kampvuur, pijl en boog in elkaar knutselen, tenten sjorren met takken, mos en bladeren… Je kan het zo creatief niet bedenken en dat allemaal in hun eigen tuin. Ik kreeg direct zin om het zelf eens te proberen en besloot me verder te verdiepen rond de basis van bushcraft met de aankoop van het ‘Bushcraft handboek’. Het eerste hoofdstuk gaat over het leren van vuur maken met natuurlijke materialen. Ik heb in mijn tuin een vuurplaats geïnstalleerd en wat geëxperimenteerd met verschillende technieken. Al moet ik zeggen dat ik soms al even valsgespeeld heb met een aanmaakblokje en briquet. Onlangs heb ik me gewaagd aan het maken van brood op een stokje die boven het vuur wordt gehouden en zo wordt afgebakken. Heerlijk!


BELEID

KLIMAATPRAAT…

WAT BETEKENEN “KLIMAATADAPTIE” EN “KLIMAATMITIGATIE”? BERNARD DECOCK

De steenkoolcentrale van

Ruien werd gesloten: minder CO2-uitstoot is een mitigatie maatregel

6

De laatste 200 jaar heeft de mens door het gebruik van fossiele brandstoffen (aardolie, gas, ...) de samenstelling van de atmosfeer sterk beïnvloed. Die verstoring laat zich nu al in het algemeen weerbeeld voelen: zachtere winters, hittegolven, lange periodes van droogte, hevigere neerslagbuien en stormen. Hoe langer we wachten, hoe groter de kost om de gevolgen van die verstoring te compenseren. Geen mens met gezond verstand die zo’n hypotheek op de samenleving wil nemen. De aanpak van het probleem is tweeledig: door de toename van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer zo veel mogelijk af te remmen werken we aan de oorzaak en proberen we de klimaatveranderingen te milderen. Dit noemen we klimaatmitigatie. Tegelijk winnen we tijd. De maatregelen om de samenleving aan het klimaat aan te passen zodat de opwarming leefbaar blijft, noemen we klimaatadaptatie.

DE KLEINE IJSTIJD De mensheid heeft zich nog al moeten aanpassen aan gewijzigde klimatologische omstandigheden. Zo staat de afkoelingsperiode na het jaar 1000 bekend als de

Kleine IJstijd. Groenland kreeg van de Vikingen zijn naam omdat het gebied er overwegend groen was en geschikt voor menselijke nederzettingen. Toen het weer kouder werd kreeg het ijs de overhand. In de 15e eeuw werden de Noorse kolonies verlaten. Dit is een voorbeeld van een mislukte klimaatadaptatie. Het laatste kwart van de zestiende eeuw was waarschijnlijk de koudste periode in de afgelopen duizend jaar. De zomers werden beduidend koeler. Het herfstachtig weer in de zomer zorgde voor mislukte oogsten. De bevolking werd gedwongen zich aan te passen aan het gewijzigde klimaat. Zo werd gezocht naar gewassen die beter gedijen in koudere omstandigheden. De noodzakelijke klimaatadaptatie gaf op die manier een aanzet om de landbouw wetenschappelijker en technischer te gaan benaderen. De verworven inzichten ontwikkelden zich echter langzaam, zodat de voedselproductie nog honderden jaren lang onzeker bleef. Het koelere weer en de daarmee gepaard gaande misoogsten en hongersnood zorgden voor migratiegolven. Veel van de moderne kolonisten die Noord-Amerika gingen bevolken waren dus eigenlijk al klimaatvluchtelingen.


BELEID

MITIGATIE EN ADAPTATIE GAAN HAND IN HAND Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties voorspelt 150 miljoen klimaatvluchtelingen in 2050. Die prognose doet het debat over de definitie van een “vluchteling” oplaaien. Volgens het internationaal vluchtelingenverdrag van 1951 worden enkel ras, godsdienst, nationaliteit, sociale groep of politieke overtuiging erkend als rechtsgrond voor een status van vluchteling. NGO’s proberen al jaren extreme weersomstandigheden zoals droogte met waterschaarste of gevolgen van zeespiegelstijging aan de lijst toe te voegen. De meeste landen liggen echter dwars om de status van vluchteling naar het begrip klimaat-vluchteling uit te breiden. Wetenschappers vrezen nochtans dat als de gevolgen van de klimaatopwarming erger worden, aanpassen aan het klimaat in tal van gebieden te kostelijk wordt. Dan rest niets anders meer dan uit het gebied weg te vluchten. De klok tikt verder: de meeste klimaatwetenschappers gaan ervan uit dat zonder aanzienlijke reductie van broeikasgassen (door mitigatie-acties) er in 2100 geen betaalbare opties meer zullen zijn voor klimaatadaptatie.

DE MITIGATIE-DOELSTELLINGEN: GENOEG AMBITIE? In 2019 rolde de Europese Unie zijn Green Deal uit om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken. Het plan wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen (klimaatmitigatie), de vervuiling terugdringen en een gifvrije leefomgeving garanderen. Klimaatneutraal maken betekent in 2050 tot een netto-uitstoot van nul broeikasgassen te komen. Klinkt goed maar op dit moment ziet het er naar uit dat de hoeveelheid broeikasgassen in 2050 nog veel te hoog zal zijn. Eind 2019 werd in alle haast een Belgisch klimaatplan klaargestoomd. Het document start met de stelling dat de gewesten de nodige maatregelen moeten nemen. Slechts als de doelstellingen van de gewesten niet gehaald worden, zal de federale staat extra maatregelen uitwerken. In het Belgische klimaatplan staan echter geen concrete maatregelen. Het Vlaamse klimaatplan hoopt om de uitstoot met 32,6 procent te verminderen. Wallonië gaat voor een reductie van 36,8 procent en Brussel wil de uitstoot met 39,4 procent verminderen. Na het VN-Klimaatakkoord van Parijs in 2016 hadden de EUlidstaten met elkaar afgesproken om in 2030 minimaal 40 procent minder broeikasgassen uit te stoten. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, stelde dat Europa veel ambitieuzere doelstellingen moest hebben om in 2050 een klimaatneutrale regio te worden. De doelstelling van de Europese Commissie werd vervolgens bijgesteld. Tegen 2030 moet de uitstoot van de lidstaten met 55 procent dalen. Europa waarschuwde België al dat ons land met de huidige planning er niet zal in slagen

om tegen 2030 zijn uitstoot voldoende te doen dalen en dat het Belgisch klimaatplan daarom in het geheel niet aan de Europese doelstellingen voldoet. Aangezien de Europese steunfondsen meer en meer zullen afhangen van het halen van die klimaatambities, riskeert ons land veel geld te gaan missen.

AANPASSEN DOOR LOKAAL KLIMAATBELEID Nu al is goed voelbaar hoe de klimaatveranderingen op het dagelijks leven ingrijpen. Hittegolven en de langere droogteperiodes zorgen voor gewassenschade en minder opbrengst, stedelijke hitte-eilanden worden te mijden plaatsen in de stad. De voorbije zomers gaven een duidelijk signaal. Klimaatadaptatie bestaat hier in het vergroenen van de woongebieden (verlanen van straten, klimplanten tegen de muren, groendaken, meer parken en waterpartijen,…). De landbouwsector zal zich moeten aanpassen aan een grotere weervariabiliteit en een langer groeiseizoen. Dit kan onder meer door het gebruik van aangepaste gewassen. De exportgerichte voedselproductie zal zich moeten toespitsen op een meer vegetarische of veganistische keuken via de korte keten. De Vlaamse overheid probeert een aantal oplossingen te bundelen in het zogenaamde burgemeestersconvenant. Naast de hittegolven en droogte zorgen de plotse weersveranderingen voor meer wateroverlast. De extra pieken regenwater moeten geborgen worden in de openbare ruimte. Dat zal in het versteende Vlaanderen met een open ruimteverlies van 7ha/ dag een grote uitdaging worden. Klimaatadaptatie bestaat hier uit een betere infiltratie van het regenwater in de grond (door ontharden van de oppervlakte), vergroten van de opslagcapaciteit voor het regenwater (via wadi’s, infiltratievelden, groene berging, stedelijke infiltratiestrook, bioswales, raingardens,… aan namen geen gebrek!) en plaatselijk vergroten en verbeteren van de afvoercapaciteit. Natte natuurgebieden en riviervalleien spelen ook een belangrijke rol voor het klimaat. Deze "wetlands" slaan veel CO2 op in de bodem en het behoud ervan is dus een mitigerende maatregel. Het extreme weer zorgt voor een snellere slijtage van gebouwen en het wegdek waardoor onderhoudskosten van de infrastructuur zal stijgen. Klimaatadaptatie bestaat hier in een andere keuze van de constructiematerialen of in een betere bescherming van de infrastructuur. Kustplaatsen en poldergebieden dienen af rekenen met de stijging van de Noordzee waterspiegel (30 cm tegen 2050, 1 meter tegen 2100). In zoverre het land nog gevrijwaard van de zee kan blijven, bestaat klimaatadaptatie hier in het verstevigen van dijken en gecontroleerde overstromingsgebieden (Sigmagebieden van de Schelde), zandsuppleties op de stranden, de capaciteit van de pompgemalen ↓

7•


BELEID

opvoeren en de verzilting beheersen. Volgens het Vlaams Energieagentschap (VEA) voldoet vandaag de dag slechts ca. 3,5 procent van de woningen aan de langetermijn renovatie doelstelling 2050 op vlak van energie. Het overgrote deel van de bestaande woningen zal dus herbouwd of gerenoveerd moeten worden. Klimaatmaatregelen zijn dus een kans en kunnen zorgen voor een ontzettende hoeveelheid werkgelegenheid. Aan de andere kant weet niemand hoe die aanpassingen met het huidig economisch model te realiseren vallen.

DE NATUUR PAST ZICHZELF AAN

Wetlands bewaren - voorbeeld

van mitigatie

8

De natuur past zich altijd en overal aan. Migratie van soorten is een element van die klimaatadaptatie, maar ook uitsterven van soorten maakt daar helaas een deel van uit. Als soorten niet tijdig kunnen aanpassen riskeren ze te verdwijnen. Genetische aanpassingen is de meest geschikte adaptatie maar gebeurd op lange tijd. Klimaatadaptatie zit in de natuur zelf ingebouwd. De hamvraag is ook of die aangepaste natuur mensvriendelijker wordt. De

laatste tijd krijgen we te maken met een toename aan teken, zandvliegen en ziektekiemen die voorheen enkel in tropische gebieden voor overlast zorgden.

TOT SLOT Na deze lectuur is het verschil tussen klimaatadaptatie en klimaatmitigatie hopelijk wat duidelijker geworden. De aanleiding van deze tekst waren de interviews voor de aanwerving van een nieuwe coördinator voor Natuur.koepel vzw. Een groot deel van de kandidaten, zelfs van universitair niveau, wist amper te verwoorden wat klimaatadaptatie was. Ook het begrip klimaatmitigatie was bij velen in een wolk van mist blijven hangen. Er is dus nog veel informatie werk aan de winkel.


N AT U U R . KO E P E L

OVER HET OMGEVINGSLOKET VOOR HET PUBLIEK Wil je ook weten of er nog nieuwe bouwwerken, verkavelingen of nieuwe veestallen op komst zijn op je gemeente? Die info kan je nu tegenwoordig gemakkelijk online terugvinden. Best wel boeiend om te zien dat er o.a. van de betonstop niet veel in huis komt, dat er ook veel bomen gekapt worden en dat er nog steeds nieuwe waterwinningen bijkomen, alsof er geen droogteproblemen waren de voorbije jaren. Alles is terug te vinden op https://omgevingsloket.omgeving.vlaanderen. be/publiek/?openbaaronderzoek Voor heel veel zaken moeten burgers, bedrijven maar ook overheden zelf, een omgevingsvergunning aanvragen bij lokale of provinciale besturen. Deze aanvragen worden dan getoetst aan gewestplanbestemming, de goede ruimtelijke ordening, de watertoets, enz.. Voor deze aanvragen wordt dan een openbaar onderzoek georganiseerd. Zo’n openbaar onderzoek duurt dertig dagen. In deze periode zijn alle relevante documenten, adviezen, bouwaanvraag enz.

toegankelijk voor iedereen. Gedurende de periode waarin het openbaar onderzoek loopt, kan iedereen standpunten, opmerkingen en/of bezwaren meedelen aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden. Ook als de deputatie of de Vlaamse Regering bevoegd is om te beslissen over de aanvraag, moeten de bezwaren naar de gemeente gestuurd worden.

HERMAN NACHTERGAELE

Via hetzelfde loket kan men online ook mogelijk een beroep indienen tegen een beslissing. Bij wie je het beroep tegen een vergunningsbeslissing moet indienen, hangt af van wie de beslissing heeft genomen. Ook deze info kan je terugvinden op dit omgevingsloket. We zijn er dus wel op vooruitgegaan wat betreft openbaarheid van bestuur. Hetzelfde kan dikwijls niet gezegd worden van de projecten die men soms wil uitvoeren en helemaal ingaan tegen het voor Vlaanderen zo noodzakelijke veranderingsbeleid.

Een frappant voorbeeld vonden wij bij de gemeente Anzegem: we vinden op het publieksloket een aanvraag voor het aanpassen van een gracht tot provinciale beek, in kader van vermeende wateroverlast op een landbouwbedrijf. In dezelfde aanvraag vroeg men een vergunning aan voor het rooien van 39 knotwilgen in kader van het toekomstig beekonderhoud door de provinciale waterdienst. De aanvraag vermeldt: zieke en afgeleefde bomen. Gealarmeerd door deze aanvraag gaan we ter plaatse kijken en zien we een prachtige rij van 50 oude knotwilgen staan, een pak meer dan in de aanvraag vermeldt. We dienden met Natuur.koepel een gemotiveerd bezwaar in, en na enig ambtelijk overleg trekt de eigenaar deze aanvraag terug in. De knotwilgenrij blijft bewaard en het project zal worden herzien. Moraal van het verhaal: kijk regelmatig naar dit omgevingsloket en wees waakzaam. Ga bij twijfel steeds ter plaatse kijken en reageer als het nodig is. Ons secretariaat is er voor ondersteuning als dat nodig is.

↑Oude knotwilgenrij in Anzegem gered van kapping © Kristina Naeyaert

9•


BELEID

SAMEN VOOR EEN MOOIER EN GEZONDER WESTVLAANDEREN

Natuurstudiedag © Dieter Anseeuw

De West-Vlaamse Milieufederatie (WMF) is de provinciale koepelvereniging van natuur- en milieuverenigingen waar ook Natuur.koepel vzw is bij aangesloten. Voor wie zich vandaag actief inzet voor de beleidswerking in de provincie, is deze vereniging zeker geen onbekende. In West-Vlaanderen zijn zo’n 90-tal natuur- en milieuverenigingen actief. Samen goed voor naar schatting zo’n 30.000 leden en 1000-tal kernvrijwilligers. In onze provincie is er in elke gemeente wel een natuur- en/of milieuvereniging actief, het zijn dikwijls lokale Natuurpunt-, Velt- en JNM-afdelingen, lokale milieugroepen of regionale natuurverenigingen en thematische en gewestelijke verenigingen met een specifieke werking in West-Vlaanderen. Op regelmatige tijdstippen krijgen deze verenigingen door de werking van de West-Vlaamse Milieufederatie de mogelijkheid om samen te komen, informatie uit te wisselen, standpunten te bespreken, vorming te volgen,… Natuur – en milieuverenigingen samenbrengen om de krachten te kunnen bundelen is de missie van de West-Vlaamse Milieufederatie en dit al meer dan 30 jaar. De vereniging ontstond uit spontaan overleg tussen de pioniers en trekkers van de West-Vlaamse natuur- en milieubeweging. Midden jaren ‘80 kwamen zij regelmatig samen op café om bij een pint de natuur- en milieusituatie in de provincie te bespreken. De stickeractie “er zijn teveel varkens onder ons” was één van hun beruchtste wapenfeiten. In 1996 werd beslist om een vzw op te richten. Met rechts-

10

persoonlijkheid kunnen juridische acties worden ondernomen en financiële middelen gezocht. Met de financiële hulp van Bond Beter Leefmilieu kon pas in 2001 een eerste halftijdse medewerker starten bij de vereniging. Dankzij de steun van toenmalig gedeputeerde van milieu Jan Durnez werd een samenwerkingsovereenkomst met de Provincie gesloten dat nu nog altijd loopt. O.a. de jaarlijkse door veel natuurliefhebbers geproefde, West-Vlaamse Natuurstudiedag is een gevolg van deze samenwerking. De West-Vlaamse Milieufederatie werd in 2008 ook door de Vlaamse overheid als milieuvereniging erkend. Momenteel zijn er 2 professionele medewerkers actief, maar net als bij andere natuur- en milieuverenigingen blijft de inzet van geëngageerde vrijwilligers cruciaal voor de werking. Daarom deze oproep: Ben jij geïnteresseerd? Geef een seintje aan katty.de.wilde@westvlaamsemilieufederatie.be. Informeren is natuurlijk vrijblijvend

Heb je kennis of interesse in de inhoudelijke thema’s, of wil je meehelpen de communicatie in vorm te kneden, of heb je ervaring op organisatorisch vlak die kan bijdragen, dan zoeken we jou! Voor elke gemeente hebben we ook vrijwilligers nodig om het omgevingsloket regelmatig te checken. Ben jij geïnteresseerd? Geef een seintje aan katty.de.wilde@westvlaamsemilieufederatie.be. Informeren is natuurlijk vrijblijvend.


BELEID

EN WAAR FOCUST DE WEST-VLAAMSE MILIEUFEDERATIE ZICH DAN OP? “Gezonde ecosystemen als basis van een welvarende rechtvaardige samenleving met focus West-Vlaanderen”: dat is de bestaansreden van de West-Vlaamse Milieufederatie. Met standpunten over typisch West-Vlaamse problematieken, die met de leden worden uitgewerkt, trekt de vereniging naar politiek, ambtenarij en gerelateerde sectoren. Dat is zo voor de voortdurende uitbreidingen van veestallen, bijbehorende mest- en waterproblematiek en de gezondheidsrisico’s voor de omwonenden van de intensieve veeteelt. Ook de intensieve groente- en aardappelteelt volgt ze op. Met Velt, Voedsel Anders, Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt zoekt ze een vruchtbare bodem voor duurzamere alternatieven. West-Vlaanderen is ook zee, strand, duin en polders. Met Natuurpunt, maar ook WWF, Greenpeace, BBL, de Proper Strand Lopers, Horizon Educatief en het Marien Ecologisch Centrum ijvert de WestVlaamse Milieufederatie voor een natuurlijke kustbescherming tegen klimaatverandering. De druk van toerisme en recreatie, maar ook vanuit de landbouw en de bouwsector kaart ze op de juiste beleidsniveau’s aan. En voor de aanlanding van de energie uit de windturbines op zee, brengt ze de betrokken natuurverenigingen samen met Elia, de opdrachthouder van Ventilus.

Voorstelling Bart Vanwildemeersch veestallen © WMF

Nog meer activiteiten kan je vinden op www.westvlaamsemilieufederatie.be Je ziet: de West-Vlaamse Milieufederatie bevindt zich daar, waar het natuur- en milieubeleid zich afspeelt. Steeds nieuwe actievelden komen erbij en de beweging groeit. We kunnen alle handen en hoofden gebruiken om de natuur- en milieubeweging van WestVlaanderen nog sterker te maken. Dit jaar zal de Natuurstudiedag op 6 maart, en uitzonderlijk online doorgaan, met als thema ‘te nat, te droog’: www.westvlaamsemilieufederatie.be/ natuurstudiedag.

West-Vlaanderen is ook de droogste provincie. Dit voelen we al 4 zomers op rij. Niet alleen is er dan weinig wateraanvoer uit rivieren en beken, ook slorpen steeds grotere intensieve vee- en groenteteelt, textielindustrie,… veel van dit water op met grote gevolgen voor fauna en flora. En de inname van open ruimte gaat gestaag verder, dus geraakt het water steeds minder de grond in. Meer ruimte voor natuur en water is hoognodig. Omdat de Provincie beheerder is van alle beken in West-Vlaanderen en dus ook van een groot deel van het watersysteem, klopt de West-Vlaamse Milieufederatie ook regelmatig op de deur van de provinciale dienst waterlopen.

11•


N AT U U R . KO E P E L

DE VERBONDEN ONDERWATERWERELD STAAT ONDER DRUK PIETERJAN VERHELST

Migratie is een van de meest fascinerende fenomenen uit het dierenrijk en wordt teruggevonden bij heel veel verschillende diersoorten. Een bekend voorbeeld is de jaarlijkse vogeltrek tussen overwinterings- en voortplantingsgebieden. Toch is er een wereld waar migratie vaak over het hoofd gezien wordt: de onderwaterwereld. Verborgen voor het blote oog worden indrukwekkende afstanden afgelegd door dieren onder water om hun levenscyclus te voltooien. De noodzaak om te migreren betekent dat dieren een zekere bewegingsvrijheid nodig hebben. Obstakels in het water zijn dan ook nefast en hebben er voor gezorgd dat heel wat migrerende soorten verdwenen of ernstig bedreigd zijn.

WAAROM MIGREREN? →

Hoewel de paling voorkomt

in onze Leie, blijft het de vraag of en hoe efficiënt ze de zee kunnen bereiken voor de voortplanting ©Pieterjan Verhelst

Migratie is ontstaan omdat dieren er een voordeel uit kunnen halen, ondanks de intensieve afstanden die ze ervoor moeten afleggen. Door te migreren hebben dieren een groter bereik tussen habitats die cruciaal zijn om hun levenscyclus te voltooien. Namelijk, voor die soorten hoeft een geschikt voortplantingsgebied niet vlak naast het ideale opgroeigebied te liggen; bij sommige soorten kunnen daar zelfs duizenden kilometers tussen liggen. Bij vogels is het fenomeen van de jaarlijkse trek tussen Europa en Afrika wel bekend, maar ook onderwater verplaatsen vissen zich over indrukwekkende afstanden. De recordhouder in rivieren is de dorado meerval. Om zijn levenscyclus te voltooien, doorkruist de vis de ganse Amazone en daarmee de gehele breedte van het ZuidAmerikaanse continent. Een volledige migratiecyclus is 11,000 km, even lang als de omtrek van de maan! Bij zeevissen worden de grootste afstanden afgelegd door blauwvintonijnen in de Grote Oceaan: ze worden geboren voor de kust van Japan, maar migreren meer dan 8000 km naar de andere kant van de Grote Oceaan om voedsel te zoeken aan de kusten van Californië en Mexico.

TUSSEN ZEE EN RIVIER Er bestaat echter een groep vissen waarvan de migratie nog spectaculairder is dan de eerder aangehaalde voorbeelden: de diadrome vissoorten. Om hun levenscyclus te voltooien, moeten deze vissoorten tussen zeeën en rivieren migreren.

12

De diadrome vissoorten worden opgesplitst in 2 groepen. De ene groep bestaat uit vissoorten die zich voortplanten in rivieren, maar als klein visje naar de zee trekken om daar op te groeien (de anadrome vissoorten). Bekende voorbeelden zijn de zalm en de steur. De andere groep bestaat uit vissoorten die het omgekeerde doen: zij planten zich voort in zee, maar trekken als juveniel de rivieren op (de katadrome soorten). In onze contreien is de paling daar een mooi voorbeeld van. Wanneer we het aantal anadrome en katadrome vissoorten op de wereldkaart plaatsen, valt het op dat anadromie vooral voorkomt in de gematigde streken, terwijl katadromie eerder een tropisch fenomeen is. Vanuit evolutief standpunt houdt dat perfect steek. In gematigde streken zoals bij ons is de zee vaak rijker dan de rivieren. Bijgevolg zijn bepaalde vissoorten naar zee beginnen zwemmen om daar op te groeien. In de tropen is het net omgekeerd: tropische rivieren zoals de Amazone zijn veel voedselrijker dan de aangrenzende zee. Ze worden namelijk direct aangereikt door de voedingsstoffen van de heel productieve tropische regenwouden waar ze door vloeien. Verschillende zeevissen zijn dus de rivieren op gaan trekken om op te groeien.

GROOTSCHALIG BELANG Hoewel de diadrome vissoorten slechts 1% uitmaken van het aantal vissoorten op onze planeet, goed voor zo’n 250 soorten, vervullen ze een essentiële rol in het ecosysteem. Doordat ze tussen zeeën en rivieren migreren, transporteren ze voedingsstoffen tussen beide systemen. Zalmen die opgroeien in de Grote Oceaan verzamelen allerhande nutriënten uit de zee, zoals stikstof en fosfor. Wanneer ze de rivieren van NoordAmerika en Oost-Azië optrekken en sterven na de voortplanting, worden nutriënten door hun karkassen vrijgesteld aan het bos. Ze gaan als het ware het bos bemesten wat uiteindelijk leidt tot een grotere biomassa insecten. Insecten waar kersverse nakomelingen net van afhankelijk zijn tijdens de eerste weken van hun leven om aan te sterken en vervolgens hun reis richting zee in te zetten. Ook voor veel roofdieren vormen ze een belangrijke voedselbron. Migraties gebeuren vaak ‘en masse’ en op een specifiek moment. Het spreekt voor zich dat veel roofdieren daarvan afhankelijk zijn. Denk maar aan de bruine beren in Alaska die zalmen uit het water scheppen tijdens de zogenaamde ‘salmon runs’ of aan haaien en tonijnen die profiteren van de jaarlijkse palingtrek door de zee. Ook voor de mens zijn ze een belangrijke voedselbron. Zo bestond tot eind vorige eeuw 75% van de vangst in Franse rivieren uit diadrome vissoorten.


N AT U U R . KO E P E L heeft een bepaalde lengte om het waterverval van het obstakel te overbruggen. Zo kan er water met mondjesmaat langs het obstakel stromen zonder dat het waterniveau sterk beïnvloed wordt. De kracht van deze waterstroom is vaak te klein voor migrerende vissen om de ingang van de vistrap te vinden. Zeker voor stroomafwaarts migrerende vissen die net de hoofdstroom van de rivier gebruiken om zo efficiënt mogelijk te migreren. Als de hoofdstroom van de rivier dus door een waterkrachtcentrale gaat en niet door de vistrap (wat meestal het geval is), zal een stroomafwaarts migrerende paling vrijwel zeker door de centrale

Een waterpompstation regelt

het waterniveau door water van de ene waterloop naar de andere te pompen. Daarvoor maken ze gebruik van geweldige schroeven die heel wat vissen verwonden en zelfs doden ©David Buysse

ACHTERUITGANG Die visserij is vandaag voor een groot stuk verdwenen door de sterke achteruitgang van de diadrome vissoorten. Alle 24 soorten die tot de noordelijke Atlantische regio behoren (dus Europa en oostkust van Noord-Amerika) zijn met meer dan 90% achteruit gegaan, een historisch dieptepunt. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan obstakels in onze waterlopen. Scheepvaartsluizen, waterpompstations, stuwen, dammen en waterkrachtcentrales zijn maar een paar voorbeelden van structuren die de migratie van diadrome vissoorten belemmeren. Waterpompstations en waterkrachtcentrales verwonden en doden zelfs veel vissen tijdens passage. Beide zijn voorzien van enorme schroeven waarlangs water passeert: waterpompstations pompen het overtollige water van de ene beek naar de andere om overstroming te voorkomen terwijl waterkrachtcentrales elektriciteit opwekken wanneer water langs de schroeven passeert en die doen draaien. Vissen die met het water door de schroeven gaan, hebben een grote kans vermalen te worden. Waterkracht is dus zeker geen vorm van groene energie! In gans Europa staan geschat 1 miljoen obstakels en slechts 23% van de grote rivieren (langer dan 1000 km) in de wereld vloeit nog vrij in zee. Hoewel er Europese wetgeving is die stelt dat obstakels vispasseerbaar gemaakt moeten worden, is dit voor de meeste obstakels nog lang niet het geval. Op bepaalde plaatsen worden wel vistrappen aangelegd, maar die zijn niet altijd effectief. Een vistrap werkt namelijk zelden in stroomafwaartse richting. Het is een soort kunstmatige rivier naast een obstakel en

Palingen die door water-

krachtcentrales en waterpompstations passeren, eindigen heel vaak in stukken ©Frode Kroglund

gaan en mogelijks in stukken eindigen.

HOE MOET HET NU VERDER?

Als we onze rivieren willen herstellen en de daarin horende vissen terugbrengen, is een ambitieuze aanpak nodig in het waterbeheer. Niet alleen moeten we blijven streven naar een betere waterkwaliteit en een nultolerantie hanteren voor vuil-lozingen, ook het verbinden van rivieren en beken met elkaar en de zee verdient meer aandacht. Per slot van rekening zijn rivieren de aders van onze planeet. Als die verstoppen, gaat er heel wat leven dood. Daarom moeten vistrappen niet enkel aangelegd worden, ze moeten ook getest worden. De positieve en negatieve effecten van waterkrachtcentrales worden beter herzien en bepaalde barrières als sluizen kunnen misschien op een kier wanneer vissen migreren. Aan onze kust is dit laatste al in voege: in het voorjaar worden de zeesluizen bij vloed op een kier gezet zodat jonge palingen de rivieren en kanalen kunnen opzwemmen. Toen dit idee werd voorgesteld, werd het onmogelijk geacht, maar door degelijk onderzoek en goede afspraken met verschillende partijen kan het tij gekeerd worden voor onze rivieren en migrerende vissen.

Vistrap: Er werd in het kader

van rivierherstelplan Leie een vistrap aangelegd in Harelbeke. ©Luc Verhenne

ONLINE PALINGSPEL! Wil je spelenderwijs meer leren over de obstakels die migrerende palingen moeten overbruggen op hun tocht naar zee, speel dan zeker het videospel ‘Red de paling’ en help Angie de paling de zee te bereiken. Typ volgende in uw webbrowser en veel speelplezier: bit.ly/savetheeel

13•


MIJN KLEINE STRIJD

OVER-VERPAKKING MIKE VAN ACOLEYEN

Af en toe sta ik in de keuken. Met een recept in de hand en alle ingrediënten, vers uit de supermarkt, mooi voor me uitgestald. Het eerste deel van het recept ken ik al van buiten, het is voor alle recepten hetzelfde en de koks vermelden het daarom al niet meer in hun instructies. Graaf je groenten en je vlees op. Neem je mes en rits alle plastiek folie open, pel de groenten vrij van hun kunststof jas, ontdoe het vlees van alles wat op isomo bordjes lijkt en verwijder alle zakjes, potjes en houders. Plastiekvrij koken, zou dat bestaan? Wellicht wel maar het is zeker niet eenvoudig.

IS VERPAKKING NOODZAKELIJK? De verpakkingsindustrie staat echter heel snel met een tegenargument klaar. Al die plastiekverpakking, dat is nodig om voedselafval tegen te gaan. Verpakking beschermt, voorkomt dat het voedsel verwelkt of rot, en daardoor afval wordt nog voor je het kan kopen. Het is dus een simpele keuze, ofwel verpakkingsafval, dat we trouwens heel goed kunnen recycleren, ofwel een grote berg voedselafval. En zeg nu zelf, wie gooit graag voedsel weg? Het argument doet het goed, het lijkt steek te houden en duikt dan ook overal op waar men afvalbeleid voorbereidt, bij de administraties, in de Vlaamse kabinetten, in de stakeholdermeetings van de Europese Commissie…. Maar klopt het? Is het effectief kiezen tussen verpakkingsafval of voedselverspilling? Het antwoord is uiteraard neen. Stel je een winkel voor waar de boer ’s morgens verse groenten levert – of de distributiesector, we mogen niet in nostalgie vervallen. De winkelier vult de rekken, de klanten komen, kopen de groenten en eten ze op. De volgende dag komen er verse. Geen verpakking nodig, geen voedselafval. Het is geen probleem van verpakking maar van distributie. Het werkt niet op die manier omdat de winkels graag méér in de rekken leggen dan de klanten kunnen opkopen. Het heeft dus een langere leeftijd in het rek nodig, en dus verpakking, en dus plastiek. De winkeliers doen dit omdat de klant elk moment van de dag, dus ook vlak voor sluiting, de volle keus moet hebben tussen het gehele aanbod. Wat een ramp zou het zijn dat op een dag alle bloemkool zou op zijn en de arme consument dan maar een broccoli moet kopen. O ramp, o ramp, dit moeten we vermijden en daarom nemen we de verpakking er graag bij.

14

LAAT DE PRODUCENT VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN De industrie maakt zich er niet te veel zorgen om. Ze ontwerpt flashy verpakking, die ook nog eens kan dienen als marketinginstrument, verkoopt vlotjes en het afval, dat is een zorg voor de consument. Die moet maar zien dat hij er mee weg kan. Arme consument, wat weet hij nu van polyethyleen of polypropyleen, rekfolie of isomo bordjes. Hoe kan hij nu de juiste recyclage bedenken voor gecompliceerde verpakkingen? Gelukkig is er de overheid, en die bedacht ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’. De producent, wie verpakking op de markt zet, is verantwoordelijk voor die verpakking ook als ze afval wordt. Hij moet inzamelpercentages halen en recyclagepercentages, en dat bewijzen aan de overheid. De industrie organiseerde zich en richtte Fost-Plus op. De blauwe zak, weet je wel. Probleem opgelost? De producent moet nu zelf voor zijn verpakking betalen en zal dus wel kiezen voor éénvormig, simpel, goed en dus goedkoop te recycleren materiaal? Ja, zo gaat het er niet aan toe uiteraard. Sinds de oprichting van Fost Plus in 1994 is de organisatie er tot op vandaag niet in geslaagd om bijzonder slecht te recycleren en overbodig materiaal uit de markt te krijgen. De botervlootjes bijvoorbeeld, of die lelijke totaal onrecycleerbare zakjes van Caprisun. Zelfs die excessen blijven bestaan, hoe kan het systeem dan sturen op beter recycleerbare verpakking?

DE GROTE VERBLOEMING Fost-Plus gebruikt daar twee methoden voor. Ten eerste kijkt ze naar de markt als geheel. De recyclagepercentages moeten behaald worden voor de gehele Belgische verpakkingsmarkt, maar niet voor elk bedrijf, elk lid, afzonderlijk. En die doelstellingen haalt Fost-Plus graag met de meest eenvoudige verpakkingen. De bedrijven die het slechter doen dan gemiddeld betalen trouw hun bijdrage en zetten een groene punt op hun verpakking, maar in feite surfen ze gewoon mee met het succes van de beter presterenden. In feite is hun lidmaatschap van Fost-Plus een soort vrijkoopsom van hun milieuzonden. En ik die dacht dat de aflatenhandel iets uit de middeleeuwen was! waterkrachtcentrales worden beter herzien en bepaalde barrières als sluizen kunnen misschien op een kier wanneer vissen migreren. Aan onze kust is dit laatste al in voege: in het voorjaar worden de zeesluizen bij vloed op een kier gezet zodat jonge palingen de rivieren en kanalen kunnen opzwemmen. Toen dit idee werd voorgesteld, werd het onmogelijk geacht, maar door degelijk onderzoek en goede afspraken met verschillende partijen kan het tij gekeerd worden voor onze rivieren en migrerende vissen.


MIJN KLEINE STRIJD

En de tweede truc bestaat erin om de overheden blazen wijs te maken. Zie maar eens hoe goed we recycleren, we zijn zelfs Europees kampioen recycleren. Niet dus. Reeds jaren worden de cijfers gemanipuleerd, alle parlementaire vragen ten spijt. Hoe kan je meten hoe goed je recycleert? Met een eenvoudige breuk. In de teller zet je alle gerecycleerd materiaal en in de noemer zet je alle materiaal op de markt gebracht. Het resultaat; als je 75 ton recycleert van de 100 ton die je op de markt zet haal je een recyclagepercentage van 75%. Maar Fost-Plus gaat hier heel gehaaid mee om. Laat ons de teller zo hoog mogelijk inschatten. Bijvoorbeeld door alle ingezameld materiaal te tellen en te vergeten hoeveel recyclageresidu uitvalt. Of bijvoorbeeld door ook alle metaalschroot uit de assen van de verbrandingsovens te filteren en dit te benoemen als gerecycleerd metaal verpakkingsmateriaal. Studies tonen aan dat ook hier Fost-Plus schromelijk overdrijft. En de noemer maakt de organisatie zo klein mogelijk. Niet alle materiaal dat op de markt is gezet, maar alleen dat van de eigen leden. Vreemd, want de teller kijkt wél naar alle afval ongeacht oorsprong. Het gevolg is dat Fost Plus jaar na jaar ongelooflijke recyclagepercentages publiceert. Je kan dit eenvoudig nakijken, onderaan dit artikel zet ik de bronnen. In ons land wordt méér dan 100% van alle metaalafval, van alle papier en karton en van alle glas gerecycleerd. Er wordt dus méér afval gerecycleerd dan er verpakking op de markt wordt gezet. En dat zeggen ze zonder verpinken. Een blikje, een flesje of een papieren wikkel langs de kant van de weg, dat kan dus gewoon niet. Dat is er niet, de cijfers bewijzen het, zwerfvuil is fake news.

EN WAT ZEGT DE WET? Overal verpakking en overal véél verpakking. En de televerkoop maakt het uiteraard niet beter. Zou dat niet moeten verboden worden? Het straffe is, het is verboden. Al sinds 20 december 1994 staat het verbod in een Europese Richtlijn en sinds 1996 in de Belgische Wet op de Productnormering. Ik citeer even het artikel:

"Art. 11. § 1. Eénieder die verpakte producten op de markt brengt, dient ervoor te zorgen dat de verpakking van deze producten aan de volgende essentiële eisen voldoet : de verpakking moet zodanig worden vervaardigd dat volume en gewicht van de verpakking worden beperkt tot de minimale hoeveelheid die nodig is om het vereiste niveau van veiligheid, hygiëne en aanvaardbaarheid zowel voor het verpakte product als voor de verbruiker te handhaven."

In mensentaal: oververpakking is verboden in Europa en in ons land! Verpakking moet wettelijk steeds tot het minimum worden beperkt. Net genoeg zodat het product veilig en gezond is en door de verbruiker wordt aanvaard. Niet ‘wat de verbruiker maar wil’ want daar verschuilen de verpakkingsproducenten zich graag achter. Maar wel, wat nog net door zo een verbruiker zal aanvaard worden, het minimum.

ACTIE VVSG, de Vereniging van de Steden en Gemeenten, was het beu. De verpakkingsindustrie maar verpakking produceren, Fost-Plus maar verbloemen en de gemeenten maar alle zwerfvuil opruimen. Ze bestelden een studie onder de naam ‘Recover’, legden het misbruik met die recyclageformule bloot en berekenden meer geloofwaardige recyclagecijfers. En ze drongen aan op maatregelen tegen oververpakking. IVC, de Interregionale Verpakkingscommissie, had daar wel oor naar. IVC dat is eigenlijk een heel bijzondere administratie. Ze voeren op Belgisch niveau verpakkingsbeleid terwijl er eigenlijk geen Belgische bevoegde overheid bestaat. Ze zijn dan ook ‘interregionaal’, een club van Vlaamse, Waalse en Brusselse ambtenaren samen die beleid voor het hele grondgebied voeren. Zij geven de vergunning aan Fost-Plus, en die verliep eind 2018. Een elementje werd in de nieuwe vergunning ingeschoven. Fost-Plus moet iets doen aan oververpakking, en wel door een meldpunt op te richten voor burgers die alle oververpakking die ze in de warenhuizen, de winkels, de televerkoop of waar dan ook aantreffen kunnen rapporteren. Fost-Plus moet vervolgens haar verantwoordelijke leden individueel aanzetten hun leven te beteren. De organisatie is er aan begonnen, ze moesten wel, maar met lange tanden. De link naar dat meldpunt staat ergens diep begraven in hun website, maar veel reclame wordt er niet voor gemaakt. En daar begint mijn kleine strijd. De link is: www.fostplus.be/ nl.oververpakking. Laat ons die zo bekend mogelijk maken. De sociale media zijn daar een goed instrument voor. Mijn facebookberichtje terzake is intussen vandaag, 26 oktober, al 1487 keer gedeeld. 1487 mensen die het de moeite vinden om de url op hun eigen pagina te zetten, laat ons hopen ook 1487 mensen die eens in een winkel lopen, een foto maken van oververpakking en er Fost-Plus en haar leden mee overrompelen. Laat de wereld weten dat oververpakking écht moet gestopt worden, en laat ons allen samen druk op de ketel steken.

15•


W I L D VA N N AT U U R

ERIK COOMAN

DE KLIMOP Ons tijdschrift heeft een nieuwe voordeur: de 3 van 30. Die hebben we op nieuwjaardag al achter ons dichtgeslagen. Maar laat ons toch even stilstaan bij de plant achter het boekje: die voor sommigen wat banale en al te enthousiaste wintergroene plant. Herontdek deze krachtige klimmer én kruiper, inspiratiebron voor magiërs en poëten.

EVEN KORT TYPEREN Deze inheemse houtige groenblijver kruipt met zijn hechtwortels gemakkelijk bomen en muren op. Hij voelt zich bijna overal thuis, en al zeker op leembodems, in zowat al onze loofbostypes. De stijgende voedselrijkdom speelt in zijn voordeel. En hij kan oud worden, tot zo’n vierhonderd jaar. Zo de plant, zo het tijdschrift? De glanzende, leerachtige bladeren zijn giftig voor ons. Een ander vrij uniek kenmerk is de bladdimorfie, wat erop neerkomt dat je twee bladvormen hebt: bladeren aan de niet bloeiende takken zijn 3-5 hoekig gelobd tot gespleten en hebben een hartvormige bladvoet, terwijl bladeren aan de bloeiende zijtakken ruitvormig-rond zijn. De mooie bloeischermen zijn dan weer half-bolvormig.

KAN DA GIEN KWAAD? In het Bassegembos in Anzegem wandelen wij bij gidsbeurten langs de rij volwassen Canadapopulieren in de bosrand. De stammen zijn tot aan de kruin met klimop bedekt. Steevast is er de vraag of die klimopplanten de boom geen kwaad doen. Aan de intonatie voel je al dat de vraagsteller er zelf van overtuigd is dat het antwoord “ja” is. Sommige klimopplanten hebben inderdaad vuistdikke lianen, en zien er vervaarlijke wurgers uit. Vroeger werd de klimop actief bestreden in bossen en parken omdat hij schadelijk zou zijn voor de boomgroei. Daar is men van teruggekeerd. Klimop neemt geen voedingsstoffen op uit de planten waar hij zich vast aan hecht. In het slechtste geval is hij wortelconcurrent. En een gezonde boom kan ook dat beetje extra windgevoeligheid wel hebben. Dus dat valt best mee. Als je daarmee kunt leven, krijg je veel in de plaats: klimop biedt schuil- en nestplaats voor vogels (boomkruiper, heggemus, winterkoning), insecten en spinnen. Als hij in het najaar gaat bloeien, is hij een voedselbron voor vlinders, zweefvliegen en bijen. Eén zo’n diertje is de klimop(zijde)bij, een solitair bijtje dat je alleen in de nazomer kunt spotten. De larfjes voeden zich vooral met het stuifmeel van klimop. Meer details op Natuurpunt.be. De zwarte bessen, voor ons ook al giftig, worden de hele winter door vogels gegeten. Citroenvlinder, gehakkelde

16

aurelia en meeldauwlieveheersbeestje overwinteren in het klimopstruweel. Bij huisgevels valt dit ook best mee. Honderd jaar geleden nog kon klimop muren gevoegd met kalkhoudende specie aantasten. Nu is dat probleem van de baan. Meer zelfs, daar staan twee voordelen tegenover: hij houdt de buitenmuren droog door zijn bebladering in dakpansgewijs patroon, en hij zorgt voor wat extra isolatie. Let op: het is een forse groeier; hou hem in de gaten, of liever, hou hem eruit, laat hem niet onder of achter dakpannen en kroonlijsten wegkruipen.

DE WILDE-TAALTUIN Hedera helix: een grijpplant die zich spiraalsgewijs ontwikkelt. In onze taal is de naam “klimop” nog niet zo lang gangbaar. Hiervoor circuleerden namen als veil (aardveil), klemmerkruid, wedewinde, lijkblaren, ieve, iefte. Dat laatste doet zeker wel een belletje rinkelen. Je hebt het misschien nog gehoord uit de mond van oudere mensen in Zwevegem en omgeving. En je kent al zeker het ontmoetingscentrum D’Iefte in Deerlijk. De naamgeving “klimop” vanuit de volkstaal hoeft ons helemaal niet te verbazen; die is vaak gebaseerd op een opvallend kenmerk. Hoe klinkt het in de ons omringende talen? Le lierre (F), der Efeu (D), ivy (E). Ivy is overigens een echt populaire meisjesnaam in het Engels. Denk maar aan Blue Ivy, dochter van het showbizzkoppel Beyoncé en Jay-Z, dat als kindsterretje ondertussen een megacarrière heeft gemaakt.

MEDICINALE – NU JA – TOEPASSINGEN Nog voor de wijnbouw zich had ontwikkeld, kauwden de Oude Grieken godbetert op de bladeren en de bessen van klimop; het zou hallucinaties opgewekt hebben. Tot in de Middeleeuwen werd klimop als inwendig medicijn ingenomen. Gevaarlijk spul. Don’t try this at home! Tegenwoordig zijn er wel nog talrijke toepassingen: middeltjes voor extern gebruik en andere. Laat je toch maar adviseren door een deskundige.


W I L D VA N N AT U U R

GEKROONDE HOOFDEN Zowat iedereen op de Griekse berg Olympus zoals Dionysos liep rond met een klimopkrans op het goddelijke hoofd. Deze plant was ook elders in de wereld gewijd aan natuurgoden zoals de dondergod Thor in de Noordse en Germaanse mythologie en Osiris in het oude Egypte. Wereldse leiders en veroveraars zoals Alexander de Grote wilden niet onderdoen, en paradeerden met een klimopkroon na alweer een zegetocht. De klimop als gewijde plant is nooit ver weg. De vader van Thor is oppergod Odin (Wodan in het Germaans). Een van diens vrouwen heet Rinda, wat, jawel, “klimop” betekent. De hoofdnerven van het klimopblad vormen het runenteken “driespruit”, symbool van regeneratie en herleving. Opvallende overeenkomst was er met de Grieken: die hadden de Dionysische mysteriën. Wie de ritus van dood en herleving had doorgemaakt, was ingewijd en kon zich met klimopbladeren tooien.

HECHTINGSDRANG Een plant als klimop die doorleeft en zich stevig vasthecht, dat moest wel een zinnebeeld worden voor trouw (het aanhechten) en eeuwig leven (immer groen). Meer zelfs, de symboliek van eeuwig leven en onsterfelijkheid, vriendschap en liefde over de dood heen, werd ook door het christendom overgenomen. Je vindt klimopranken tot op de dag van vandaag terug op grafzerken en mausolea en in bloemstukken en kransen. Een bekende quote gelinkt aan klimop is “Je m’attache ou je meurs”, in oorsprong merkwaardig genoeg toegeschreven aan de Duitse dichter Joseph Scheffel (Sämtliche Werke, p. 609, 1855). Letterlijk “Ik hecht me of ik sterf ”, “Trouw totterdood”, of “Tot de dood ons scheidt”. Kies maar. Je vindt die vaak als wapenspreuk, op Art Decovazen, als citaat tout cours. Zo’n honderd jaar geleden gaf je een halsketting met gouden klimopblaadjes ten geschenke aan je geliefde, met die gevleugelde woorden “Je m’attache ou je meurs”. Vinden we dit tegenwoordig behoorlijk klef of juist integendeel über-romantisch? Opvallend veel grote dichters als Martinus Nijhoff

(Het klimop), Emile Verhaeren (Le Lierre) en Charles Dickens (The Ivy green) gingen ermee aan de slag.

Illustratie © Vera Polfliet

Ook in hedendaagse poëzie zoals in “Ivy leaves” van Patricia McCarthy, waarin de dichteres een heikel thema behandelt, met het klimopblad als akelige metafoor.

BLIND DATE, ALTIJD PRIJS In A dictionary of superstitions (Opie & Tatem, 1989) vind je een voorbeeld van de aloude magie van klimop. Een meisje dat stiekem een klimopblaadje in haar boezem steekt, en dat doet terwijl ze een formule uitspreekt, kan er zeker van zijn dat de eerste de beste jongeman die haar aanspreekt haar lief zal worden en met haar zal trouwen. De toverformule luidt: “Ivy, ivy, I love thee. In my bossom I’ll put thee. And the first young man that speaks to me, shall be my love and marry me”. Wie desperate is kan het eens proberen. Misschien is de houdbaarheidsdatum van de formule nog niet verstreken.

17•


Contacteer info@natuurkoepel.be

Sights Of Nature Natuurpunt Optiekshop Vlamingveld 89 8490 Jabbeke 050 31 50 01 www.deputter.be

LYNX HD+

GRENSVERLEGGEND

OFFICIEEL PARTNER

Koop uw instrument met ledenkorting bij Sights Of Nature , officeel partner en steun zo Natuurpunt

VERREKIJKERS | TELESCOPEN | MICROSCOPEN | ACCESSOIRES

www.kite-optics.be


U I T D E L I T E R AT U U R

EEN REIS UITGESPAARD Elke man heeft zijn zwakheden. Zo ook ondergetekende. Ik kan het bijvoorbeeld niet laten om elke twee jaar op vogelreis te trekken ergens in een uithoek van deze mooie wereld. Samen met enkele maten laten we dan vrouw en werk ver achter ons voor een paar topweken vogelen en lachen. Het is de fil rouge door ons leven. Genot ten top. Elk onpaar jaar bereiden we de reis Omer- en chipsgewijs voor. Daar zijn uiteraard meerdere vergaderingen voor nodig, waarbij we telkens weer erg verblijd en voldaan huiswaarts keren. Elk paar jaar is daar de reis zelf, onder begeleiding van een grote valies textiel en een rugzak handbagage waarin worden gestouwd : de telescoop, de verrekijker, het foto-apparaat, het notitieboekje en de obligate vogelboeken. Waar ik mij, bij mijn eerste transcontinentale reis (Bolivia 1984), nog moest behelpen met een schriftje waarin ik vogels natekende in de hoop die ooit wel eens te kunnen determineren, vind je tegenwoordig van elke uithoek op deze aardbol wel ergens een kwaliteitsvol determinatiewerk met alle te verwachten vogelsoorten. Dit jaar bijvoorbeeld stond Ecuador op de planning. De voorbereidende vergaderingen waren met succes en lachkrampen afgerond. De tickets waren besteld. Maar een virus was ons kwaad gezind. De tickets zijn ondertussen (deels) terugbetaald en de vogelreis is geschrapt.

reisverslagen uit te pluizen en op het boek aan te duiden op welk gevogelte ik me ooit stond te vergapen. Voortaan kan ik een overzicht aanschouwen van alles wat ik ooit zag.

YANN FERYN

Ik heb het gevoel een biografie te schrijven. Mijn vogelreizen, de landschappen, de biotopen, de lange wandelingen, de gidsen, de hitte, de terrasjes, de etentjes, de fratsen, alles komt me weer voor ogen. Ik stel vast dat ik 85 eendensoorten spotte, 8 soorten nachtzwaluw en 13 soorten koekoeken. Ik ontdek nieuwe soorten die ik blijk te hebben genoteerd bij een blik Tusker Pils, maar die ik volledig was vergeten. Ik vind soorten die ik als twintiger in mijn schriftje gedetailleerd genoeg beschreef in de Andes, om ze nu pas, 36 jaar later, eindelijk op naam te brengen. Voor het eerst kan ik eens duidelijk zien wat nu precies de verschillen zijn tussen de drie soorten groene duiven die ik ooit determineerde. Ik stel vast dat sommige soorten tegenwoordig opgesplitst zijn, wat vaak weer nieuwe soorten voor mijn checklist oplevert. Kortom, ik doe de ene ontdekking na de andere. Dit boek is een vogelreis uitgespaard. del Hoyo, J. ed. (2020). All the Birds of the World. Lynx Edicions, Barcelona, 970 pp. Het boek is te koop via www.lynxeds.com/product/ all-the-birds-of-the-world en kost standaard 85 €. Met wat geluk en spoed is de lanceringskorting van 20 € nog geldig.

Uitgerekend op zo’n moment publiceert de Spaanse uitgever Lynx Edicions een vijf kilo zware turf van bijna 1.000 bladzijden die luistert naar de naam “All the Birds of the World”. U leest het goed: allemaal dus. For the first time in history! Elke vogel ter wereld krijgt er een plaatsje met de juiste benaming (lijkt nogal wiedes, maar vergelijk eens verschillende vogelboeken die het over eenzelfde soort hebben), een knappe kleurentekening, desnoods van nog wat ondersoorten erbij, een recent verspreidingskaartje, de grootte van de soort, de hoogte van het leefgebied, de status van de soort, een QR-code waaronder je gratis nog een hoop info vindt van de beschreven species en een vakje waar je “gespot” kunt aanvinken. Alles waar wij, Homo sapiens ornithologicus, blij van worden. Alle soorten die ik noteerde tijdens mijn reizen staan er netjes uitgestald, verwante soorten over de continenten heen dicht bij elkaar, de verwantschap visueel voorgesteld door een uitgekiende lay-out. Bij de eerste doorbladering van deze vogelbijbel, maakte ik dadelijk het voornemen om al mijn

19•


Wintermode

JOKE LIBBRECHT

Van sneeuw ben je in België nooit zeker in januari, maar frisjes is het wel. Ook dieren trekken in de winter een warmer frakske aan. Sommigen voelen zich zelfs zo fashionable dat ze wel eens van kleur zouden veranderen. Doen dieren dan ook aan modetrends? Nee hoor, het is enkel om beter gecamoufleerd te zijn in de omgeving, zodat ze niet opvallen voor roofdieren. ’t Is dus een kwestie van niet opge-‘fret’ te worden!

Hermelijn – Huismus – Ree – Vos – Kokmeeuw Poolvos* - Alpensneeuwhoen – Edelhert

Mini memory-spel Hieronder zie je het verschil tussen enkele winter- en zomerjasjes. Geef de dieren hun juiste naam, knip de foto’s uit en speel een mini-memoryspel! Leg de foto’s omgedraaid op tafel en zoek de juiste koppels bij elkaar.

1 …………………………………………………………………………………

2 …………………………………………………………………………………

3 …………………………………………………………………………………

4 …………………………………………………………………………………

5 …………………………………………………………………………………

6 …………………………………………………………………………………

7 …………………………………………………………………………………

8 …………………………………………………………………………………

20

* Komt noordelijker voor dan bij ons, maar is wel leuk om te zien!


JNM

JEUGDWERK TIJDENS CORONA-TIJDEN Hier zijn we weer. Na een aantal jaar te ontbreken in de Klimop zijn we terug. Voor degene die ons niet kennen stellen we onszelf even kort voor. JNM ( Jeugdbond voor Natuur en Milieu) is een Vlaamse vereniging die 37 afdelingen telt, en van die 37 zijn wij er eentje: JNM Kortrijk. We zijn een beetje anders dan andere jeugdbewegingen omdat wij ons inzetten voor de natuur en milieu zoals onze naam al weergeeft. Wij doen net zoals de Chiro, Scouts,… ook activiteiten en kampen. Onze activiteiten hebben geen vast uur of plaats. In en rond Kortrijk zijn er vele natuurpareltjes te ontdekken. Het zou dus wat zijn als we op één plaats zouden blijven. Sinds kort hebben we wel een lokaal, gelegen bij Hoeve te Couckx. We delen deze ruimte met vzw Doerak. Hoeve te Couckx ligt naast het AZ groeninge, vlakbij “Stadsgroen Marionetten”. Dat we ons interesseren en inzetten voor natuur en milieu weerspiegelt zich in onze activiteiten bijvoorbeeld vogelspotten, beheerwerken, paddenstoelentocht, kruien aan de zee,… .

CORONA-TIJDEN Toen België in maart in lockdown ging, werd ook jeugdwerk gestopt en moesten wij dus al onze activiteiten annuleren. Er waren een paar online alternatieven maar dat is niet hetzelfde als samen spelen in de natuur. We waren dan ook enorm blij toen eind mei bevestigd werd dat kampen mochten doorgaan. Zowel voor de leiding als voor de kindjes was dit iets om reikhalzend naar uit te kijken. Al was het wel anders dan anders: handen ontsmetten,

↓ Halloweenactiviteit © Antoon Verkinderen

MICHIEL SOENEN

← Paddenstoelentocht © Antoon Verkinderen mondmaskers dragen op sommige plaatsen, max 50 deelnemers, contactgegevens van externen opschrijven. Maar dit hield ons niet tegen om leuke kampen te hebben. Toen de zomer erop zat, begon ons ‘werkjaar’ terug, dit nog steeds aangepast aan bepaalde regels. Voor het jeugdwerk werd in het begin met kleurencodes gewerkt, zoals in het onderwijs. Al hadden wij wel andere regeltjes dan het onderwijs. We begonnen in “geel”, waarbij alles nog mocht met extra handen wassen/ontsmetten. Onze groepen mochten wel nog steeds uit niet meer dan 50 bestaan. Midden oktober gingen we naar “oranje”, vanaf toen moesten +12-jarigen allemaal en altijd een mondmasker dragen. Activiteiten mochten nog steeds doorgaan, in tegenstelling tot nu, waarbij we alle +12-jarigen activiteiten hebben moeten aflassen. De activiteiten voor de jongsten mogen wel nog doorgaan en dat dit welkom was zagen we al bij onze paddenstoelenactiviteit. Zo eens buiten komen en ravotten in de natuur is een welgekomen uitlaatklep. Laten we hopen dat we na nieuwjaar terug wat meer kunnen doen, want er staan nog heel wat leuke activiteiten te wachten! Hou onze website van

JNM in Kortrijk in het oog en laat jullie kinderen kennis maken met onze bere toffe activiteiten! Lidgeld kost 24€/ jaar.

21•


FOTOGRAAF IN BEELD MARTINE VAN TONGEL

Martine is al sinds haar 25ste met fotografie bezig. Dit beperkte zich vooral tot reisfotografie en portretten. Een paar jaar terug bezocht Martine een fototentoonstelling over natuurfotografie en ze was meteen gebeten door deze hardnekkige microbe! Macrofotografie werd haar ding en een nieuwe wereld ging voor haar open. Martine noemt zichzelf autodidact, maar volgde onlangs een professionele workshop van Tom Linster in het natuurgebied “La Brenne” in Frankrijk. Daar kreeg ze de smaak te pakken om zich verder te verdiepen in vogelfotografie. Martine gaat regelmatig mee op stap met Natuurfotografiewerkgroep Zuid-West-Vlaanderen. Altijd plezant om met mensen met dezelfde passie te vertoeven in onze mooie natuurgebieden!

SCHALKSE RUITER In het Zwin fotografeerde Martine deze mooie steltloper uit het geslacht van de tringa of de ruiters. Een foto die stilte symboliseert. We kunnen ons zo het zachte geluid van het water voorstellen wanneer de tureluur langzaam door het water waadt. Eén en al concentratie om een worm of ander klein grut te verschalken. Een foto die een beetje de sfeer van een stilleven uit de 17de eeuw ademt!

KONING VAN DE EMMER! Niets leukers voor een fotograaf om na de aanschaf van een nieuwe zoomlens te experimenteren in de tuin. We kunnen ons de concentratie op het gelaat van Martine voorstellen op het moment dat ze een roodborstje, zittend op een emmer, in het vizier kreeg. Het mooie vogeltje, altijd vriendelijk gezelschap in de tuin, poseerde gewillig. De oranjerode borst vooruit, zelfzeker van zichzelf, alsof het vogeltje duidelijk wil maken : “Hier ben ik, dit is mijn territorium!”.


KABOUTERJAGER Soms heb je als fotograaf geluk en dit moment moet je dan nemen! Een vliegenzwam, die Martine elke dag fotografeerde om diens evolutie te volgen, werd op een dag bezocht door een wel heel nieuwsgierige poes. Een Lucky shot! Je ziet de poes zo denken: kabouters?

ZWAMMETJES OP EEN BEDJE VAN MOS In provinciedomien Bergelen vindt Martine een uitgelezen gebied om haar hobby ten volle te ontplooien. Bos, planten, vogels en ander moois en in de herfst vooral heel mooie en interessante paddenstoelen. Deze zwammetjes op een bedje van mos fotografeerde Martine met tegenlicht. Tegenlicht zorgt ervoor dat we een foto krijgen met contrast wat zorgt voor een sfeervol, kunstzinnig en sprookjesachtig beeld.


BY E BY E G R A S S

DE KLIMAATSPEELPLAATS – EEN DROOM VAN EEN SPEELPLAATS CEDRIC RYCKAERT

De klimaatspeelplaats

van basisschool SintPaulus © Cedric Ryckaert

24

Sinds 2016 werkt basisschool Sint-Paulus uit Kortrijk aan de heraanleg van de speelplaats. In 2020 werd deze opgeleverd en herdoopt als ‘klimaatspeelplaats’. 450 Kinderen, 40 leerkrachten en vele anderen genieten nu mee van de nieuwe, groene speelplaats die nu ook gedeeld wordt na schooltijd. Zoals bij zoveel scholen in Vlaanderen was de speelplaats bijzonder troosteloos ingericht, met de typische 30x30 betontegels als ondergrond. Natuur, bomen en dieren wilden we naar de school brengen, in plaats van kinderen naar de natuur. We droomden van speelheuvels waar speelgroen gecombineerd wordt met bouwen met natuurlijke materialen. We wilden een speelterrein waar sport en outdoor learning ook een vaste stek hebben. Vanaf het begin was de werktitel: ‘een droom van een speelplaats’.

Het initiatief om tot een vernieuwde speelomgeving te komen, vertrok dan wel vanuit de leerkrachten, maar vanaf het begin werd reeds gezocht naar mogelijkheden om iedereen die op een of ander manier bij de school betrokken is, deel te laten uitmaken van het project. We bezochten diverse scholen met een groene natuurspeelplaats, er kwam een denkdag, we vonden inspiratie in binnenen buitenland en we volgden cursussen rond outdoor learning en duurzaamheid. We zetten ook een stevig participatietraject op poten, met betrokkenheid van tal van leerlingen, ouders en partners. Het hele relaas hielden en houden we bij op een weblog www.klimaatspeelplaats.be. Het speelplaatsproject was één van de 23 geselecteerde projecten voor de Proeftuinen Ontharding van het Vlaams Departement Omgeving.

Middels deze campagne zet de Vlaamse Regering in op zowel klimaatadaptatie als -mitigatie. Zo resulteert ontharding in het tegengaan van hitte-eiland effecten, meer ruimte voor water, betere luchtkwaliteit, grotere biodiversiteit, meer CO2opslag,... Uit ruim driehonderd inzendingen beloonde men ons project met een Vlaamse subsidie van 250.000 euro. Het plan is goed voor 4000 m² ontharding, waardoor 145.000 liter hemelwater opgevangen en hergebruikt wordt. Het overtollige hemelwater infiltreert optimaal in de bodem via een infiltratiebekken van 145 kubieke meter onder de sportvelden. Tegelijk legden we de oude riolering volledig nieuw en gescheiden aan. Het juryrapport loofde de hoge betrokkenheid van leerkrachten, leerlingen en ouders van de school.


BY E BY E G R A S S

Daarnaast apprecieerde men ook de keuze voor kwalitatieve partners zoals Studio Basta, Fris in het landschap en studiebureau ARA. Het ecologische concept, het aanpassen van de hemelwaterinfrastructuur en het verhogen van de speelwaarde voor de kinderen in een nieuw, groen speellandschap krijgen lof. Daarnaast haalden we subsidies op via Pimp je speelplaats, MOEV, de provincie West-Vlaanderen en de stad Kortrijk. Een werkgroep van ouders organiseerde allerhande activiteiten voor fundraising. Naast dit alles investeerde het schoolbestuur ook de nodige middelen zodat de droom werkelijkheid kon worden.

in een beschermde omgeving. Speeltoestellen uit robiniahout en kleine spelaanleidingen zorgen ervoor dat elk kind van de school een speelplek kan vinden. Door het aanplanten van streekeigen plantgoed zullen de kinderen de seizoenen sterker gaan beleven. Grote speelbomen kozen de leerlingen rechtstreeks bij de kweker. Zo neemt de natuur de speelplaats langzaam maar zeker over. Zeker de water- en bouwspeelplaats zal de kinderen prikkelen om met natuurlijke elementen om te gaan. Een natuurrijk speel- en leerlandschap is de plek waar de kinderen van de school nu hun speeltijd doorbrengen.

Originele speelelementen vonden hun plaats in het ontwerp. Het ‘Mollengat’ waarop, onder, langs en rondom gespeeld kan worden. Met in de heuvel een soort buizensysteem dat in contact staat met de nieuwe toren die er bovenop komt te staan. Voor de kleinsten kwam zand, maar ook een klim- en klauterparcours. Daarnaast kreeg outdoor learning een vaste plek. Dit onder andere via een zand-/waterspeelplek waar kinderen experimenteren met water en natuurlijke bouwmaterialen. Ook richtten we over de hele site buitenklassen in. De peuterklassen kregen hun eigen afgesloten buitenspeelruimte waar ze volop kunnen spelen

Sint-Paulus wil een toonaangevende rol spelen in het onthardingsverhaal van schoolspeelplaatsen dat noodzakelijk is. Het inzetten op meer groen en een grotere biodiversiteit kadert in een visie op lange termijn. Meer groen betekent meer speelbeleving, verhoogt het welbevinden en verzacht de sfeer. Het heeft een directe impact op een betere luchtkwaliteit en opent ruimte voor onderzoekend leren. Het is Studio Basta in samenwerking met Fris in het Landschap, gelukt om met zijn ontwerp een rijk gestructureerde, afwisselende, uitdagende en levendige buitenruimte te ontwerpen.

Een perfecte vertaalslag van onderwijskundig concept naar een groene buitenruimte.

De klimaatspeelplaats van basisschool Sint-Paulus © Cedric Ryckaert

In juli 2019 werd begonnen met de aanleg. Zo toverden we in diverse fases beton om in een groene en avontuurlijke speelplaats. In het voorjaar van 2020 vond de voorlopige oplevering plaats. De mooiste momenten waren telkens weer wanneer een stukje speelplaats door de kinderen in gebruik genomen werd. Tijdens de coronacrisis stelden we de nieuwe speelplaats regelmatig open voor gezinnen van de school. We investeerden in een badgesysteem en automatisering van de poorten. Dit zorgt er voor dat jeugdbewegingen, organisaties en buurtbewoners de speelplaats na schooltijd ook kunnen gebruiken. Op die manier wordt de speelplaats voor vele kinderen een groene speeloase, midden in de versteende stad. Een klassieke, betonnen, speelplek is nu, na een fantastisch traject, deel van de publieke ruimte.

Alle info kunt u vinden op www.klimaatspeelplaats.be

25•


O P S TA P M E T E L S

NIEUW LEVEN IN EEN OUDE BOERDERIJ ELS DEPREZ

In een nostalgische bui heb jij ook wel eens gedroomd van een klein boerderijtje op de buiten, maar jouw project is misschien nooit van de grond gekomen. Stel dat je samen met een groep gelijkgestemden zo’n droomplek wil realiseren dan is Samenhuizen De Klijte iets voor jou. Samenhuizen, beter bekend onder de naam cohousing, is een innovatieve woonvorm die stilaan ingang vindt bij het grote publiek. Een multigenerationele groep mensen, singles, koppels, gezinnen, senioren en elke status daartussenin bezitten een naar eigen maat en behoeften ingerichte private woning en maken gedeeld gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen zoals een centrale ontmoetingsruimte, een wasplaats, een werkplaats, een gemeenschappelijke tuin enz. Ze wonen apart, maar huizen samen binnen één gebouwencomplex. Een sociaal netwerk ligt binnen handbereik, kinderen kunnen veilig en vrij samen spelen en deze alternatieve projecten beantwoorden aan de strengste duurzaamheidseisen.

↘ hoeve © Willem Decraene ↓ De Klijte vanaf vijver © Dries Demeulemeester

26

‘Samenhuizen De Klijte’ in een verlaten boerderij in Moen (Zwevegem) is zo’n ambitieus project, maar eentje dat toch enkele troeven meer achter de hand heeft. De hoeve bevindt zich op nummer 12 langs de landelijke weg De Klijte en beslaat een totale oppervlakte van 2,2 ha. De weide paalt aan het populaire Orveyt wandelcircuit. Rondom het met kasseien geplaveide binnenplein staan een eenvoudig klassiek woonhuis en een L-vormige schuur in donkerrode streekeigen

baksteen tegenover de ingangspoort. De treurwilg is er jarenlang onverstoord kunnen blijven treuren en tussen de oude kasseien hebben zich tijdens de leegstand allerhande bloemetjes en plantjes genesteld. De hoeve dateert van het midden van de 19e eeuw. Er was al 10 jaar geen landbouwactiviteit meer en de stallingen stonden leeg. Niemand zag er wat in tot een man met een plan er zijn oog op liet vallen. In 2019 nam Mark Debaillie, Kortrijkzaan, er zijn intrek. Klimop: “Is dit onroerend erfgoed?” Mark: “De bakstenen gebouwen rondom het binnenplein zijn erfgoed. De 2 later gebouwde hangars zullen afgebroken worden. In de plaats hiervan komen een parkeerplaats voor de auto’s van bewoners én voor deelauto’s - ook voor de buurt - en een polyvalente ruimte met de gedeelde voorzieningen, vanzelfsprekend met zoveel mogelijk zonnepanelen en zo weinig mogelijk bodemverharding. Aangezien de nieuwe voorzieningen minder bebouwde oppervlakte in beslag zullen nemen komt er plaats vrij voor meer groen. In het beschermde gedeelte worden 10 à 12 woonunits ondergebracht in 8 verschillende typologieën. Omdat het visuele erfgoed moet behouden blijven, zullen we werken met een box-in-box houtskeletbouw binnen de bestaande muren. Er komt een grote pelletverbrandingscentrale met warmtenet. Tja, het is een uitdaging om duurzaamheid te koppelen aan de erfgoedvereisten.”


O P S TA P M E T E L S

Klimop: “Hoe pak je alles aan?” Mark: “ We zitten nog in de ontwerpfase. Het architectenbureau EA+ tekent het plan uit. Momenteel zijn al 4 units besproken waarvan één die ik zelf ga bewonen. Ik heb Jeroen Gaeremynck - cohousing begeleider met ervaring - onder de arm genomen. Onder zijn deskundige leiding houden we iedere maand een vergadering. Er komen nieuwe geïnteresseerden op af. Het is de bedoeling om zo mensen te leren kennen die samen met de bestaande groep het project willen opbouwen. We doen aan groepsvorming en oefenen gesprekstechnieken. We leren vaardigheden om iedereen op een gelijkwaardige en respectvolle manier te integreren in het samenhuizen project. Iedere bouwheer heeft zijn eigen specifieke inbreng, hetzij op gebied van ideeën, hetzij qua praktische uitvoering van werken, hetzij door te zorgen voor de catering of wat dan ook. Voor iedereen is een evenwaardige rol weggelegd, het is een manier om de kosten te drukken.” Klimop: “Toestellen delen of samen gebruiken zal toch niet altijd even gemakkelijk verlopen?” Jeroen (cohousing begeleider): “Het klopt dat de ene daar al zorgvuldiger mee omspringt dan de andere. We komen maandelijks bijeen en we doen aan ‘communicatiecultuur’. We leren ieders kwaliteiten kennen, of beter gezegd, dat de kwaliteiten van de ene dikwijls de minpunten van anderen zijn. Dit maakt juist de sterkte van de groep uit. Iedereen ontmoet in een andere persoon op een bepaald gebied zijn betere ik. Uiteindelijk zijn de verschillen dus een meerwaarde en verhogen ze de individuele levenskwaliteit. Je moet dit ook bekijken in dit tijdsgewricht. Als we onze planeet willen sparen moeten we rationeler omgaan met de bestaande ruimte. Als meer mensen met minder ruimte en minder gerief meer geluk ervaren dan zijn we goed bezig dacht ik.” Klimop: “Welke plaats heeft natuur in het geheel.” Mark: “Iedere unit heeft een kleine privétuin. Daarnaast komen in de gemeenschappelijke groenzone een boomgaard, eetbaar groen, speelgroen, moestuin, kippen en geiten. De bestaande natuurlijke poel wordt opgewaardeerd, knotwilgen aangeplant en we voorzien ook een wadi. Er gaat speciale aandacht naar de eikelmuis als doelsoort. Om de boomgaard en de tuin zo goed mogelijk te integreren in het landschap krijgen we advies van Stadlandschap Leie en Schelde en van de provincie West-Vlaanderen. Natuurpunt heeft ons plantgoed aangeboden en we staan met z’n allen in voor de aanplantingen. Met extensief beheer hopen we de biodiversiteit te optimaliseren. Hier woont ook een kerkuil. Als de werken beginnen zou hij vluchten maar de uilenwerkgroep van Natuurpunt zal een nestkast plaatsen zodat hij weet dat hij hier welkom blijft.

Evelynn, Dries en hun kinderen Mattijs, Sien en Jasper zijn ingestapt in Samenhuizen De Klijte en zij getuigen met enthousiasme: Evelynn: “Wij wonen hier niet zo heel ver vandaan en onze kinderen kunnen zelfs naar dezelfde school blijven gaan. Mijn ouders zijn ook al mee ingestapt in dit project en ze zien het perfect zitten om voor onze kinderen te zorgen en ons te verwennen met koffie en taart terwijl er hier zeker in de beginfase nog veel werk zal moeten verzet worden. Zo heeft iedereen de kans om zich hier verdienstelijk te maken.”

Startersgroep © Jeroen Gaeremynck

Dries: “Te lande gaan wonen hebben wij altijd fantastisch gevonden maar het is vrij duur en je mist het sociaal contact waarvoor je dan in de stad zou moeten gaan wonen. Dit hier is het beste van twee werelden. Hier is het sociale aspect aanwezig. We komen iedere maand allemaal samen en ervaren zo dat samenhorigheidsgevoel dat ons als groep versterkt. Terzelfdertijd genieten we hier van landelijke rust en natuur. Ik ben hobbyimker en ik zie mij hier ook perfect mijn ding kunnen doen.” Mattijs: “We vonden het hier altijd heel mooi toen we hier kwamen wandelen.” Kleine Sien droomt al van een pony maar Jasper houdt meer van geitjes en konijnen.

↓ Schetsontwerp © Martijn Decostere

Voel je er iets voor om met o.a. deze enthousiaste mensen ook jouw droom waar te maken? Schrijf je dan in voor coronaproof infosessies met individuele afspraak of neem contact op: website: cohousingdeklijte.weebly.com e- mail: cohousingdeklijte@gmail.com facebook: cohousingdeklijte Wil je zelf een cohousingdroom realiseren of zoek je naar andere projecten? Neus dan eens rond op www.gemeengoed.be

27•


T R AG E W E G E N

TRAGE WEGEN ZIJN NU GEMEENTEWEGEN De geweigerde bouwvergunning van een nieuw eurostadion op parking C van de Heizel (gemeente Grimbergen) op grond van het feit dat er nog een buurtweg over de parking liep, toont aan dat dit juridisch niet correct was. Onkunde of vriendendiensten? Ook de landbouw gaat dus verre van vrijuit. Heel wat wegen zijn ingenomen of afgesloten en plaatselijke politici houden de landbouwers al te vaak een hand boven het hoofd.

ATLAS DER BUURTWEGEN ↑ Trage wegen

© Tom Beirlaen

Legende: Twee evenwijdige volle lijnen: de bedding van de weg is eigendom van de gemeente. Twee evenwijdige stippellijnen: de bedding van de weg is particulier bezit met zogenaamd publiekrechtelijke erfdienstbaarheid. Een volle lijn en een stippellijn: de volle lijn geeft de perceelsgrens aan en de stippellijn de ligging van het pad. Een volle lijn met aan beide zijden een stippellijn: de volle lijn is de perceelslijn en beide stippellijnen tonen aan dat de breedte van het pad over beide percelen verdeeld is.

28

‘WAT’ ZIJN TRAGE WEGEN EN ‘WAAROM’ ZIJN DIE ZO BELANGRIJK? Het is druk op de kleine paden in ons landschap. De lockdown heeft ons massaal het belang van de wandelwegen in eigen omgeving doen herontdekken. De mensen leerden de paden rond “hun kot” opnieuw verkennen en waarderen. Wat velen van deze wandelaars echter niet weten is dat de grote meerderheid van onze wandelpaden momenteel voor gebruik niet is opengesteld en niet te velde aangeduid. De beschikbare paden zijn maar een deel van het wettelijk bestaande fijnmazig netwerk en vormen daardoor een te kleinschalig padenaanbod om de sterk gegroeide stroom aan wandelaars te verwerken. Deze staan aan de grens van hun draagkracht. Een overmatig gebruik van die beperkte hoeveelheid aan paden kan leiden tot een oververzadiging wat dan weer een bedreiging met zich mee kan brengen voor de er rond liggende natuur. Overal in Vlaanderen stijgt de druk op de gemeenten om de niet meer zichtbare paden terug toegankelijk te maken. Ze zijn dit door de wetgever ook verplicht.

REGISTRATIE EN VOORTBESTAAN In de loop der jaren zijn spontaan grote en kleine wegen ontstaan. Deze wegen werden niet alleen gedoogd, zij werden ook wettelijk erkend en omstreeks 1840 opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. Die is nog steeds geldig en in 2019 herbevestigd in het nieuwe gemeentewegendecreet. Mettertijd zijn er wegen in onbruik geraakt, officieel afgeschaft, of werden zij onrechtmatig ingenomen door bebouwing of landbouw. Men kan zich de vraag stellen hoe het mogelijk is dat stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd werden voor bebouwing bovenop deze wegen.

Alle paden en wegen zijn oorspronkelijk opgenomen in de buurtwegenwet van 10 april 1841 en zijn beschreven in de Atlas der Buurtwegen. Ze zijn openbaar, voor iedereen toegankelijk en mogen niet worden afgesloten. Je kan de Atlas gemakkelijk terugvinden op het internet. Zie verder hieronder. HOE DE ATLAS INTERPRETEREN? Alle toenmalige wegen werden dus in detail beschreven in de Atlas der buurtwegen en kregen een naam. We vinden C-wegen (chemins) en S-wegen (sentiers). Beide termen worden door elkaar gebruikt en hebben dezelfde juridische waarde. Elke weg wordt benoemd met zo’n C of S met daarachter een nummer. In elke toenmalige gemeente, nu deelgemeentes, werd een eigen nummering gebruikt. Dat maakt bv. dat de S21 twee keer in de fusiegemeente Avelgem voorkomt: een S21 in deelgemeente Kerkhove en een S21 in deelgemeente Avelgem. We merken ook dat nummers plots wijzigen aan de oude gemeentegrenzen.

←Op kaart worden de paden aangeduid met verschillende soorten lijnen of lijncombinaties: www.west-vlaanderen.be/tragewegen


T R AG E W E G E N

Werkwijze: Open giswest ‘Trage wegen’ Vink links ‘wegenregister’ aan Klik op ‘zoek adres’ en vul de gegevens in Wanneer je in ‘toon lagenlijst’ Trage wegen uitvinkt krijg je een vergelijkende topokaart Gans onderaan ‘achtergrond kaarten’ aanvinken en je krijgt de keuze tussen lucht en topo foto’s (succes!) Ook de breedte van de weg staat in de Atlas vermeld. Die staat meestal met rood op het pad genoteerd en is ook te vinden in een overzichtstabel. Andere trage wegen, niet in de Atlas vermeld, zijn later door spontaan gebruik ontstaan en als rechtsregel door gewoonterecht na 30 jaar verworven. Ze staan doorgaans zonder nummering als witte stroken op actuele kadasterkaarten getekend. Openbare wegen, waaronder onze trage wegen, blijven ‘erfdienstbaarheden ’ waarvan de bedding dus private of gemeentelijke eigendom kan zijn. Zowel wegen waarvan de bedding eigendom is van de overheid als deze waarvan de bedding op particuliere gronden liggen moeten steeds toegankelijk zijn als openbare weg. De gemeente moet de doorgang garanderen met als primair rechtsbeginsel het verbod om zelf het recht in eigen handen te nemen. De wetgeving wordt inhoudelijk enkel door de rechterlijke macht beoordeeld en toegepast.

EEN NIEUW GEMEENTEWEGENDECREET Sinds september 2019 is er na jarenlang parlementair werk een nieuw decreet van toepassingen dat de gemeenten meer bevoegdheden geeft. Ze hebben vooral de plicht garant te staan voor een fijnmazig netwerk, met de Atlas der buurtwegen als basis. In de volgende uitgave van de Klimop houden we het gemeentewegendecreet tegen het licht. Elke gemeente en iedereen die ijvert voor het openstellen en -houden van ons trage wegennet moet er immers mee aan de slag. Wie het zelf al wil raadplegen kan dit via één van de links hieronder vermeld. Let vooral op artikels 3 en 4.

BESCHIKBARE SITES EN KAARTMATERIAAL

Met je linkermuisknop krijg je meer uitleg. Voor heel Vlaanderen hebben we www.geopunt.be. Ook hier kunnen we allerlei kaarten en luchtfoto’s met de Atlas der Buurtwegen of andere historische kaarten vergelijken. Hier zijn wijzigingen op de Atlas niet aangeduid. Cartesius kaarten: www.cartesius.be Verder op zoek gaan naar sporen uit het verleden en bewijs van bestaan van oude paden kan met historische luchtfoto’s en kaarten via play.osm.be/historischekaart Met www.pic2map.com kan je foto’s digitaal lokaliseren. Men dient ter plekke wel zijn GPS in het oog te houden. Nieuwe gemeentewegendecreet: bit.ly/3mzocro ↑ Jean-Pierre bij Trage weg in Kluisbergen

AUBETTEPAD TE BELLEGEM GEOPEND Met enige vreugde, bovenop veel gemengde gevoelens, konden we in november vaststellen dat na 10 jaar het Aubettepad opnieuw toegankelijk was. De historische voetweg ligt net buiten de dorpskom van Bellegem. Het pad werd opgenomen in onze nieuwe wandelgids “Op stap”, nl. in wandeling nr. 18 “Op en neer in Bellegem”. Het landbouwersgezin had het pad onwettig afgesloten na problemen met mountainbikers. Het gezin hoopt met de opening dat de wandelaars hun privacy respecteren, gezien de weg door het erf van de boerderij loopt. De dato november is de signalisatie nog niet volledig in orde. De stad Kortrijk heeft beloofd dat de bewegwijzering in orde zal komen. Het hek kan nog dicht staan en ter hoogte van het erf dient de wandelaar zich nog tussen allerhande landbouwvoertuigen te wurmen. Een liefhebber van trage wegen laat zich vanzelfsprekend niet door dergelijke obstakels afschrikken. Op het pad krijg je een mooi panoramisch zicht over de akkers. Een ideale wandeling om tijdens de pandemie de mufheid onder je schedeldak te verdrijven.

↓ Aubettepad © Bernard Decock

Onderstaande sites kunnen interessant zijn voor wie zich in de trage wegen interesseert:

www.west-vlaanderen.be/tragewegen West-Vlaams gedeelte van de Atlas der Buurtwegen, met mogelijkheid voor het vergelijken van verschillende kaart- en luchtfotolagen. De meeste wijzigingen van trage wegen zijn aangeduid met paarse lijnen.

29•


T R AG E W E G E N

TUSSEN KORTRIJK-OOST EN ZWEVEGEM: STAPSTEENTJES, LANDBOUWWEGEN EN EEN PLUK NATUUR OVERZICHT Gegevens: •De wandeling is ongeveer 8,3 km lang •De wandeling is niet geschikt voor rolstoelen (Oudhofpad is een karrenspoor) •Goede wandelschoenen worden aanbevolen •Startpunt: Parking van de KULAK (Etienne Sabbelaan 53, Kortrijk)

© Bernard Decock

Rustige wandeling door linten verkavelingsgroen op ‘t Hoge, langs stapsteentjes en landbouwwegen in de open ruimte van de Keibeek-vallei en een plukje natuur in het parkgebied dat aanleunt bij het natuurreservaatje “De Kleiputten” dat van de verkavelingsgolf op ‘t Hoge gevrijwaard bleef. De wandelaar kan eventueel een kleine omweg (800 meter extra) maken door een lus te maken rond het biologisch waardevolle bufferbekken van de Keibeek. In de Keibeek-vallei kun je genieten van een ruim open panorama. De wandeling langs de verkavelingen leert ons ook hoe arm aan natuur de bijbehorende tuintjes zijn. Zelfs de aanleg van een strook met tuinkruiden is nog nauwelijks ingeburgerd.

WANDELPARCOURS Vind op de parking van de KULAK schuin tegenover het eerste gebouw (Centexbel, Circular Materials Design) een brede betonnen brug over een beek (d.d. november 2020 ligt door werkzaamheden een hoop grind voor de brug). Stap de brug over en sla rechts af op het PietjePaters-pad. Op het pad vind je grote spijkers met de naam Spijkerpad. Dat komt omdat het PietjePaters-pad deel uitmaakt van de wandeling “Spijkerpad” die door buurtbewoners van de Lange Munte uitgestippeld werd. We komen in een gebied dat zich spontaan ontwikkeld heeft. Het struweel en de rietkragen worden door een grote variëteit aan vogels bevolkt (De ijsvogel is er een vaak geziene gast). De stad Kortrijk wil in samenspraak met Natuurpunt Kortrijk het gebied natuurvriendelijk gaan beheren. Het maaibeheer langs de oevers van de beek heeft tot doel de typische planten van een nat grasland een kans geven: echte koekoeksbloem, slanke sleutelbloem, moerasspirea, rietorchis, ... Laat alle zijtakken van het pad links liggen. Negeer op het einde de afbuiging naar rechts en sla links tussen het struweel een aardeweg in. Geniet bovenaan van een mooi zicht op de spontane natuurontwikkeling. Daal naar rechts af, om het Gerstepad langs de Pluimbeek te vinden. Volg het Gerstepad. Steek de Bad Godesberglaan over om het pad verder te blijven volgen. Blijf het pad rechtdoor volgen tot aan de Gerstelaan. Sla rechts af om vervolgens de Gerstelaan naar links mee te

30

volgen. Sla links af op de Beeklaan om na ongeveer 20 meter de straat over te steken. Volg het SintPaulus-pad dat eveneens langs de Pluimbeek loopt. Rechts bemerken we een eenvoudige ontwijde zaalkerk (opgetrokken in 1979), het gebouw doet nu dienst als bibliotheek en polyvalente ruimte (OC de Lange Munte). Hou rechts op de Wielewaallaan en steek na 20 meter de straat over. Sla onmiddellijk net voor een huis (Huis aan de rechterkant van de straat met straatnaambord Dienstweg G. Marconilaan) een stapsteentje in dat langs het huis loopt. Sla juist achter het huis links af om in een groene binnenruimte achter de huizenrij te komen. Volg het stapsteentje tot het op een huis doodloopt. Hou daar rechts, om kort daarna de groenzone naar links over te steken. Voor ons ligt de fel gecontesteerde verkaveling van Laagwater (een voormalig overstromingsgebied). Hou op de ietwat drukke Morinnestraat eerst links om verderop (20 m) de straat over te steken en een breed pad (okergeel) te nemen dat ons langs de verkaveling zal voeren. Volg in het begin het pad om daarna alle verharde paden op de verkaveling te vermijden. Blijf zo hardnekkig op de grasstrook langs de Pluimbeek verder wandelen (een kunstmatige aangelegde poel laten we rechts liggen). Kom uiteindelijk bij een asfaltwegel langs een haag en een rij knotwilgen aan. Sla de smalle asfaltwegel rechts in. De wegel loopt uit op een bredere weg. Hou links aan de tweesprong. We stappen de Winkelstraat van Zwevegem in. Negeer alle afslagen. Hou rechts waar de Winkelstraat naar links afbuigt (Laat het kapelletje links liggen). Stap langs de houten dwarsboom de grindweg op (Kwadepoelstraat). We wandelen op een waterkering die het provinciebestuur liet aanleggen om de woonwijk Te Winckele te beschermen tegen overstromingen van de Keibeek. Op de berm vind je de bordjes van die werken terug. De gemeente bekroonde zichzelf nog met een prijs (zie bordje prijs Arthur Olivier) om haar onoordeelkundig aangesneden woonuitbreidingszone in vol overstromingsgebied in de kijker te plaatsen. Op de berm worden we geconfronteerd met het contrast tussen de oude en de nieuwe windtechnologie. Eerder rechts bemerken we de houten Mortiersmolen terwijl links de moderne, slanke windturbines boven het landschap uitrijzen. Aan de andere kant van de berm kunnen we genieten van een weids panorama over de akkers.


T R AG E W E G E N

Op het einde van de berm slaan we scherp rechts af om een smal betegeld voetpad door de akkers op te stappen (de Bellegemse voetweg). Het pad loopt uit in de Beekstraat. Vind op de kruising van de wegen aan de linkerkant de voormalige herberg “De Drie Kaven” terug. Het opschrift valt nog op de afgeschuinde hoektravee met rondboogportaal te lezen. We stappen rechtdoor via een gebetonneerde karreweg naar een villa op. De weg loopt uit op een veldweg. Sla kort (10 m) na een houten paal met wandelknoopaanduidingen rechts een breed karrenspoor in, het Oudhofpad. Rechts in de verte merken we al de boomopslag rond het wachtbekken op de Keibeek. We stappen de Keibeek over. Optie. Wie het bufferbekken wil bezoeken kan hier een kleine omschrijvende lus rond de plas maken. Het rietveld en de spontane boomopslag zorgen voor een biologisch waardevol gebied. Volg de grasstrook langs de Keibeek om dan verder langs het bekken af te dalen. Ter hoogte van de Beekstraat keer je dan terug naar het Oudhofpad. Bemerk de houtwallen met hakhout. De lus is niet altijd goed begaanbaar (brandnetelopslag en drassigheid). De kleine omweg is ongeveer 800 m lang. Volg het Oudhof verder. We verlaten zo de gemeente Zwevegem om terug in Kortrijk te komen. Het pad mondt uit op de Sint-Denijseweg. Sla rechts af. Opgelet voor “laagvliegers” op de SintDenijseweg. We negeren alle afslagen op die weg.

hooiland en waterpartijen werd een biologisch waardevol gebied geschapen. De levendigheid van het gebied staat in fel contrast met de steriele, natuurarme verkavelingstuinen. Hou bij het bereiken van de eerste grote open ruimte rechts (richting van het afdakje). Daarna wijst het pad zichzelf uit. Op de banken kan men genieten van de rust en de blijvend verrassende ontwikkeling van de natuur. Jammer dat veel mensen blind voor deze rijkdom blijven. Aan het hekken komen we op de toepasselijke Kleiputstraat terecht. Hou rechts. Onderweg kunnen we nog een (figuurlijke) blik werpen op het afgesloten stuk van de Kleiputten. Daal de straat af. Hou bij de Schepen Duckstraat rechts en blijf op het voetpad wandelen tot aan de Sint-Denijseweg. Steek de straat over en wandel vervolgens naar links op de brede stoep van de Sint-Denijseweg. Sla na een kleine 200 meter juist na het smeedijzeren hek van de Vives Campus (vroeger het Vlasmuseum en Hoeve “Goed te Gorghem”) rechts een toegangsweg voor een huizenblok (Akkerwinde Serviceflats) in. De weg leidt naar de Etienne Sabbelaan waar we schuin links het begin van het PietjePaters-pad vinden. Wandel tot aan de eerste brug, sla rechts af en je komt terug bij het beginpunt van de wandeling terecht.

© Bernard Decock

We wandelen voorbij aan Vzw Ubuntu Achtkanter. Hier wordt gezorgd voor een menswaardige, zinvolle tijdsbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking. Op de site huist een boerderij, werkateliers en begeleide woonruimtes. Het begrip Ubuntu vond zijn oorsprong in ZuidAfrika en verwijst naar de idee dat een mens alleen maar gelukkig kan zijn als de andere mensen dat ook zijn. Ubuntu legt de nadruk op de verbondenheid van de mensen met elkaar. De mens is een onderdeel van een groter geheel en zal om zelf tot ontplooiing te komen eerst de anderen moeten helpen zich te ontplooien. Desmond Tutu vatte dat samen in een zin: “Ik ben omdat wij zijn”. We stijgen op naar het rond punt op de Schaapsdreef. Links aan de overkant van de straat merken we het natuureducatie-centrum De Steenoven. We steken de Schaapsdreef over en wandelen het parkgebied van De Kleiputten in. De naam De Steenoven werd gekozen als eerbetoon aan de mensen die op ‘t Hoge zware arbeid leverden bij de ambachtelijke kleiwinning. De Kleiputten zijn eigendom van de stad Kortrijk, maar worden beheerd door Natuurpunt Kortrijk. Het parkgebied werd netjes omzoomd door schermgroen om een zekere geborgenheid te bereiken. Door een goede planning van struweel,

31•



V O G E LW E R KG R O E P

WAANZINNIGE NAJAARSTREK VAN BUIZERDS Als Frans Dejonghe zaliger nog redacteur van klimop was geweest, dan had hij ongetwijfeld een probleem gehad met de titel van dit artikel. Niet alleen haalde hij de neus op voor Engelse titels, maar vooral aan superlatieven had hij een hekel, onze Frans, ”want voor je het weet, gaat dat fenomenaal gewaande record alweer voor de bijl of komt een nog meer spectaculaire vogelsoort zich presenteren. En hoeveel oooohs en aaaahs ga je dan gebruiken?” En ja, je moet erbij geweest zijn en het met je eigen ogen gezien hebben om het te kunnen geloven. Wie ooit voorspeld had dat we dit najaar op één telpost in Zuid-West-Vlaanderen meer dan 300 buizerds zouden zien, die was voor de gehele ledengroep van onze vogelwerkgroep ongetwijfeld met een zotskap in narrenkostuum op een stoeltje gezet en getrakteerd op een stevige portie hoongelach. Dergelijke aantallen komen immers alleen voor in het oosten van Vlaanderen op topdagen. Het absolute dagrecord voor Zuid-WestVlaanderen sinds 1983 stond op 191 ex., geteld op de Geitenberg op 17 oktober 2010. Hoe is het zover kunnen komen?

DE AANVOER: EEN BULK AAN BUIZERDS EN RODE WOUWEN UIT SCANDINAVIË! Tussen 9 en 14 oktober was een aanzienlijke buizerdvloot vanuit Zweden overgestoken naar Denemarken: zo’n 10.000 via de zuidpunt in Falsterbo en minimum 15.000 noordelijker via de zee-engte tussen Helsingborg (Zweden) en Helsingør (Denemarken). De aanvoer was dus aanzienlijk groot, maar niet uitzonderlijk in vergelijking met recordjaren. Buizerds trekken in heel onregelmatige aantallen bij ons door. Het zijn in tegenstelling tot bv. wespendieven en zwarte wouwen korteafstandstrekkers die vooral van knaagdieren en dode dieren leven. Het voedselaanbod in hun broed- en de overwinteringsgebieden is dus de belangrijkste factor voor hun trekgedrag. Terugmeldingen van Buizerds uit Scandinavië leren ons dat gemiddeld slechts een derde van de Buizerds uit Scandinavië voorbij België trekt om te overwinteren in Frankrijk. Een roofvogelsoort die tot 14 oktober wel in uitzonderlijke aantallen was doorgetrokken, was de Rode wouw: bijna 4500 rode wouwen waren Falsterbo gepasseerd, het viervoud van het langjarig gemiddelde! Veel rode wouwen hebben echter Vlaanderen niet nodig om naar hun

overwinteringsgebieden in Frankrijk en Spanje te trekken. Hoewel in de nazomer en vroege herfst een jonge rode wouw een lange tijd bleef pleisteren rond Sint-Denijs, is de soort eerder een zeldzame najaarsdoortrekker.

HET WEER: FELLE NO-WIND EN REGEN BOVEN DUITSLAND

Bel buizerds - Geitenberg 14 oktober 2020 © Emmanuel Desmet

Hoewel het dus met de aanvoer van buizerds en rode wouwen dik in orde was, was het nog maar de vraag wat wij er hier van zouden merken. Trektelvoorspellingen uit het verleden hebben ons geleerd dat naast de aanvoer, het weer de allerbelangrijkste factor is. Tot begin oktober bleven Vlaanderen en Nederland onder de tentakels van storm Axelle, met veel regen en westenwind. Vanaf Duitsland en noordelijker waaide de wind echter uit oostelijke hoek. In het noorden waren de trekcondities dus al stukken beter dan bij ons in de eerste decade van oktober, maar de poort naar het zuiden zat potdicht. Die werd voor het eerst open gebeukt op woensdag 14 oktober door een krachtige NO-wind van Scandinavië tot Midden-Frankrijk. God zij dank niet zoals zo vaak in combinatie met een felblauwe lucht waar geen stip in te vinden is, maar met stevige hoge bewolking waardoor hoge roofvogels met of zonder verrekijker toch te vinden zijn. Bovendien bewoog een zwakke regenzone zich vanuit Duitsland richting Belgische grens, wat ons deed hopen dat de buizerdtrein noodgedwongen naar het westen zou moeten opschuiven.

ALGEMENE MOBILISATIE Onder het motto “Kom achteraf niet vertellen dat je niet gewaarschuwd was!”, werd op dinsdag 13 oktober rood alarm geslagen op de whatsappgroep van vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen en werd de algemene mobilisatie afgekondigd voor de trektelposten. Indien ze nog bestaan had, dan was dit een code 10 geweest op de trektelvoorspelling van Yann Feryn! Ook Koen Leysen die de trektellingen van Natuurpunt over heel Vlaanderen coördineert, stuurde een mail aan alle trektelverantwoordelijken dat er de volgende dagen wel eens meer dan 300 buizerds op een telpost gezien zouden kunnen ↓

33•


V O G E LW E R KG R O E P

worden (bemerk de voorwaardelijke wijs). Omdat we in het verre Zuid-West-Vlaanderen ondanks goeie vooruitzichten, toch vaak tevreden moesten zijn met de kruimels, was het enthousiasme nog niet bijster groot. Een paar diehards hadden het toch al gewaagd om op woensdag 14 oktober congé te nemen om Eddy Scheinpflug te gaan vervoegen op de Geitenberg. In Bavikhove stond vaste waarde Patrick Vlaeminck op de uitkijk en aan de Gavers vatte John Dekyvere post. Het moest maar eens gebeuren…

ALLE RECORDS SNEUVELEN! Maar wat die 14de oktober gebeurde, had niemand van ons durven voorspellen of hopen. Hoewel het er aanvankelijk naar uitzag dat het wel een leuke dag ging worden met mooie aantallen roofvogels, gaf het lange tijd niet de schijn dat er records zouden sneuvelen. Maar het venijn zat hem in het staartje. Wie de telpost voor 16.30 u. verlaten had, heeft niet meer meegemaakt hoe plots de ene na de andere mooie bel buizerds aan de horizon verscheen met als grootste groep 44 ex. op telpost Geitenberg. Eindelijk kon onze regio ook eens meegenieten van bellen buizerds, iets waar we al die jaren alleen maar van konden dromen. Het telpostrecord van 2010 met 191 ex. op de Geitenberg werd van de tabellen geveegd en de magische kaap van 200 buizerds op één telpost op één dag was een feit: de tellers op de Geitenberg klokten die avond af op 260 Buizerds! Alstemblieft! Ook het nationaal dagrecord van de Maatheide ging aan diggelen en kwam op naam van telpost Averbode Bos & Heide met 778 ex. Tel daarbij mooie soorten op de Geitenberg als rode wouw, velduil, kraanvogel en lepelaar en je beseft dat dit een absolute topdag voor onze regio genoemd mag worden. Menig scepticus die wél congé had kunnen nemen, maar dat niet had gedaan, heeft zich die avond wellicht in de haren gekrabd. Maar kijk, de grote buizerdgolf was nog niet voorbij als we de indrukwekkende dagtotalen van trektellen.nl konden geloven. In Nederland werd het telpostrecord buizerd maar liefst op twee plaatsen verbroken met als top of the bill 1273 ex. op telpost Brobbelbies-Noord, een telpost die niet eens in het oosten van Nederland ligt. Bovendien bleef de wind matig tot krachtig uit het NO waaien en noteerde men op telposten in Nederland ten noordoosten van ons mooie aantallen (bv. Kinderdijk 395 ex.). Factoren genoeg om meer volk naar de telposten te lokken op donderdag 15 oktober. Gino Lommens ging zowaar nog eens telpost Heulebos bemannen. Met succes! De kaap van 200 buizerds werd op de Geitenberg

ook de dag erna weer gerond met een dagtotaal van 216 ex. En het was nog niet voorbij: wie alles gemist had, putte moed uit het doortrekpatroon van Buizerds die avond op trektellen.nl, want er kwam zowaar nog een laatste grote golf aan via Nederland. Het prille Nederlandse record kon alweer op de schop toen tellers in Oelemars op 15 oktober in de late namiddag naar eigen zeggen “een muur van buizerds” op zich zagen afkomen en zo hun roodgloeiende teller naar 1793 buizerds draaiden! Vrijdag 16 oktober 2020 zal bij ons dan ook de annalen ingaan als “The Big Buzzard Bang”: niet enkel de magische grens van 200, maar ook die van 300 buizerds werd namelijk overschreden. Het was niet eenvoudig om alles coronaproof georganiseerd te krijgen, maar de tellers van de Geitenberg klokten die dag af op 372 buizerds! De grootste groep van 99 ex. werd eerst gezien boven Vichte door Philippe Debaene en wat later en meer opgesplitst op de Geitenberg. Bij dergelijke aantallen spreken we niet van één bel, maar van verschillende thermiekzuilen waarbij een grote groep al aan het afglijden is naar een volgende thermiekbel terwijl de achterhoede nog in de vorige bel aan het opstijgen is. Waanzinnig! Ook elders in Zuid-West-Vlaanderen konden vogelkijkers zich vergapen aan nooit geziene aantallen buizerds. Telpost Bavikhove klokte die dag af op 199 buizerds en de Gavers op 174. Meer zelfs, nergens op een Vlaamse telpost werden die dag meer buizerds gezien als op de Geitenberg. En dit dus allemaal tijdens de week. Wie zich enkel in het weekend kon vrijmaken, kon op zaterdag nog genieten van het staartje van deze megagolf. Vooral op telpost Bavikhove werd met 136 ex. nog een mooi aantal buizerds genoteerd. In het vorig klimopnummer besteedden we aandacht aan het nieuwe najaarsrecord van buizerds in 2019 met 1761 ex. Ook dat is inmiddels van de tafel geveegd. Het totaal aantal doortrekkende buizerds voor najaar 2020 staat momenteel op 2220 ex.

↑Buizerdtrek over Vlaanderen op 16-10-20

↑↑Dagrecords buizerds Zuid-West-Vlaanderen op 16-10-20 © Emmanuel Desmet

34

↑Buizerd op trek - heulebos 15-10-2020 © Gino Lommens


V O G E LW E R KG R O E P

! Ik wil dat ook eltips! Handige trekt Of we ooit nog zo’n buizerdtrek over onze regio zullen meemaken, dat kan niemand met zekerheid zeggen. Maar om je kans aanzienlijk te vergroten om erbij te zijn als uitzonderlijke trek zich voordoet, dan hebben we wel een aantal tips voor jou.

GEDULD Vogels kijken is een hobby die erg veel geduld vergt. Waar en wanneer vogels precies overvliegen, valt niet te voorspellen. Hou er dus rekening mee dat je heel vaak van een kale reis thuis zult komen en dat je serieus wat ontgoochelingen zult moeten incasseren. Iedereen kan wel eens erg veel geluk hebben, maar de aanhouder heeft ongetwijfeld meer kans om te winnen. Zoveel mogelijk in het veld lopen, vergroot dus je kansen aanzienlijk op bijzondere waarnemingen. Maar tijd is nu helaas iets wat velen van ons ontbreekt. Maar je hebt geluk, je staat er namelijk niet alleen voor!

SOCIALE MEDIA ALS HULPLIJN Sociale media, je kunt ervoor of ertegen zijn, maar als het op vogels kijken aankomt, spelen ze alleen maar in je voordeel. Veel ogen zien immers veel meer dan jouw ogen alleen. Bovendien geven ze je quasi realtime informatie door en zijn ze gratis. Ten eerste zijn er communicatie-apps: op de whatsappgroep van vogelwerkgroep Zuid-WestVlaanderen worden bijzonderheden à la minute gemeld. Zo konden mooie waarnemingen van bv. kraanvogels en zeearend dankzij de alerte reflex van de waarnemer om die meteen door te geven op meerdere plaatsen in onze regio onderschept worden. Maar ook de trektellers hebben een Nederlandse en Vlaamse whatsappgroep. Info die belangrijk is voor onze regio, wordt door onze regiocoördinator (ikzelf dus) onmiddellijk en in de mate van het mogelijke gedeeld. En vice versa. In Kalken zijn ze Bart Augustijns voor eeuwig dankbaar voor het doorsturen van zijn keizerarend en in Breskens danken ze Olivier Dochy op hun knieën voor de steppearend die hij doorgaf. Ten tweede zijn er nu apps die in het veld gebruikt kunnen worden en dus meteen info doorgeven aan andere vogelkijkers. Bij het invoeren en uploaden van een waarneming in ObsMapp weten andere vogelkijkers luttele minuten later waar en wanneer de vogel gezien werd. Ook trektellen.nl heeft nu een handige app waarmee trektellers hun tussenstanden kunnen doorsturen. God zij dank doen veel Nederlandse telposten dit consequent. Als je op het punt staat je telpost te verlaten, kan dergelijke informatie van goudwaarde zijn. Want de volgende zin zul je als vogelkijker al meer dan eens gehoord hebben: “Wat jammer, je was net weg en…”

Wil je toegevoegd worden aan de whatsappgroep van vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen, stuur dan een sms’je naar Emmanuel Desmet (0499 19 89 49).

HOOG SAMMY, KIJK OMHOOG Was jij tussen 14 en 17 oktober wél in het veld, maar heb jij niks gezien van dat buizerdgeweld, dan heb je misschien niet op de juiste manier gekeken. Je kunt natuurlijk geluk hebben dat zo’n bel buizerds prachtig boven je komt zweven, maar je vergroot je kansen om vogels te zien als je actief gaat zoeken. Dit doe je bij trekvogels door de hemel af te scannen met een verrekijker of een telescoop. Vergeet ook niet om af en toe pal in het zenit te kijken, want roofvogels kunnen kilometers hoog opschroeven bij goede thermiek en je ziet ze soms maar als ze pal boven je zitten. Wil je het lang volhouden en meer kans hebben om iets te zien, dan helpt het om niet alleen te gaan staan. Onze regio telt nog twee vaste telposten, nl. die van Bavikhove en de Geitenberg in Kooigem. Daarnaast wordt ook op de Gavers in Harelbeke en aan Heulebos getrekteld, maar de laatste jaren niet systematisch en vanop dezelfde locatie. Wil je veel zien, laat je dan niet vangen aan de verleiding om een gezellig onderonsje te starten met de andere vogelkijkers. Goeie trektellers kunnen tegelijkertijd praten en turen én komen doodmoe thuis. Uren de hemel scannen is immers hard labeur… psychisch en fysiek. Je zult niet de eerste zijn met rug- en nekproblemen, spierpijn, hoofdpijn en tranende ogen na een intensief dagje op de telpost. Een stoeltje, een goed statief en een monopod voor de verrekijker kunnen het je pakken comfortabeler maken.

EMMANUEL DESMET

↓Trektelpost Geitenberg kooigem najaar 2020 © Emmanuel Desmet

35•


I N S E C T E N W E R KG R O E P

INSECTENRIJKDOM IN NATUURGEBIED DE OUDE LEIEARM IN KUURNE LUC VERGAERDE

Het natuurreservaat De Oude Leiearm te Kuurne is een oase van groen op de grens tussen Harelbeke en Kuurne. Het reservaat wordt beheerd door Natuurpunt De Vlasbek. Het waardevolle gebied wordt jammer genoeg bedreigd door de nieuwe Leiewerken. In het 7,4 ha groot natuurgebied hebben heel wat planten en dieren er hun plekje gevonden, niet in het minst een heel scala aan insecten die er een geschikte leefomgeving vinden. De combinatie van moeras, grasland, riet, bos en water zorgt ervoor dat veel insectensoorten er kunnen gedijen. Tijdens verschillende wandelingen in het gebied konden we heel wat interessante soorten ontdekken en bewonderen. Een selectie van onze favorieten :

De Sabelsprinkhanendoder (Sphex funerarius):

De kattenstaartdikpoot (Melitta nigricans): © Luc Vergaerde

In de zomer van 2019 werden er reeds heel wat interessante soorten bijen gedetermineerd in het reservaat (o.a. door bijenspecialist Jens D’Haeseleer): wespbij, groefbij, maskerbij, de vierkleurige koekoekshommel, behangersbij, de vrij zeldzame gouden kegelbij, de kauwende metselbij, luzernebehangersbij, klimopbij, kattenstaartdikpoot. Die laatste soort werd ook deze zomer heel vaak opgemerkt op, jawel, de grote kattenstaart (Lythrum salicaria) die er overvloedig bloeide langs de oever van de Oude Leie. De kattenstaartdikpoot is namelijk heel sterk gebonden aan deze plant voor het verzamelen van pollen. De grote kattenstaart produceert een groenachtig stuifmeel en we zien dan ook vaak bij de vrouwtjes na het bloembezoek groene pollenklompjes aan de achterpoten. Heel kenmerkend voor de soort. Deze kattenstaartdikpoot is een echte zomersoort die vliegt van begin juli tot half september. Het is altijd genieten om langs de waterkant te wandelen en op de mooie roze bloemen van de grote kattenstaart deze prachtige bijen te bewonderen.

36

Tijdens één van mijn wandelingen in het gebied, met het geluid van een cetti’s zanger op de achtergrond, stond ik plots aan de grond genageld. Welke mooie dame zag ik daar paraderen? Een vrouwtje sabelsprinkhanendoder! Wat een wesp! De sabelsprinkhanendoder is een zeldzame soort en behoort tot de familie van de langsteelgraafwespen (Sphecidae). Leuk dat dit mooie insect in het natuurgebied voorkomt! Dit exemplaar is duidelijk een vrouwtje want ze heeft deels rode poten en is ook groter dan het mannetje dat louter zwarte poten heeft. Volwassen dieren zijn vaak op bloemen te vinden waar ze snoepen van de nectar. Zoals de naam aangeeft vangt het vrouwtje sprinkhanen en sprinkhaanlarven die ze verdooft en begraaft samen met een eitje. De larve heeft zo direct na het uitkomen een heerlijk banket op tafel! De doodskopzweefvlieg (Myathropa florea):

In het gebied kon ik heel wat mooie zweefvliegen fotograferen: snorzweefvliegen, menuetzweefvliegen, blinde bijen, gitjes, weidevlekoogjes, maar vooral de mooie


I N S E C T E N W E R KG R O E P

doodskopzweefvlieg viel me telkens op. Het is een grote zweefvlieg (10mm-14mm) waarvan op het borststuk net achter de kop, met wat fantasie, de vlekken lijken op een doodskop. Tijdens wandelingen in het gebied zag ik heel vaak mannetjes van deze zweefvlieg hun territorium verdedigen. Vanuit een bloeiende struik of vanop een boom zie je ze andere insecten verjagen. Heel vaak kreeg ik te maken met doodskopzweefvliegen die ook mij “lastig vielen“, alsof ze wilden aangeven dat ik niet welkom was in hun territorium. Meermaals landden doodskopzweefvliegen op mijn kledij of armen: een mooie gelegenheid om die prachtige vliegen te bekijken! Op de foto is een vrouwtje te zien: de ogen van de vrouwtjes staan namelijk uit elkaar, bij de mannetjes raken de ogen elkaar. Dit is een kenmerk dat de meeste zweefvliegen gemeen hebben. Nog een weetje: de larven leven in water en voeden zich daar met rottend materiaal. De larven van de doodskopzweefvlieg komen heel vaak voor in vervuild water met weinig zuurstof. Ze beschikken over een lange adembuis die lijkt op een telescoop en die uit het water gestoken wordt om te ademen. Die adembuis lijkt een beetje op een rattenstaart. Vandaar de benaming voor de larven van de doodskopzweefvlieg: rattenstaartlarven. De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima):

Tussen al het groen zijn ze moeilijk te zien, maar eenmaal gespot, vergeet je de grote groene sabelsprinkhaan niet meer. Deze mooie grote sprinkhaan is een goede springer en bij gevaar kan het dier na een sprongetje ook vliegen (een paar meters). De grote groene sabelsprinkhaan eet andere kleine insecten en de volwassen dieren kruipen in struiken en bomen om te jagen. De mannetjes maken geluid door hun voorvleugels langs elkaar te wrijven. Ze zitten heel vaak op hoge plaatsen in struiken of bomen waardoor het geluid ver draagt: een typisch knerpend geratel. Misschien wel hét geluid van de nazomer!

De gevlekte smalboktor (Leptura quadrifasciata):

Niets leukers dan als insectenliefhebber op schermbloemigen (bijvoorbeeld duizendblad) deze mooie kever te ontdekken! De gevlekte smalboktor is een kever die behoort tot de familie van de boktorren. Boktorren kun je meestal gemakkelijk herkennen aan hun lange voelsprieten, die over het algemeen langer zijn dan het lichaam. Bij deze gevlekte smalboktor is mimicry (nabootsing) heel duidelijk : het beestje imiteert wespen om aan vijanden te ontkomen. Door de kleur (zwart- geel) en gedragingen (“nerveuze wespenmaniertjes”) wordt de boktor aanzien voor een wesp (= gevaar) en bijgevolg gerust gelaten door vijanden. De roodkopvuurkever (Pyrochroa serraticornis): Ook deze mooie roodbruine kever is een opvallende verschijning. Niet enkel de mooie kleur valt op, maar let vooral op de gezaagde antennes, heel kenmerkend voor deze kever. De roodkopvuurkever leeft als volwassen insect maar een paar weken en het mannetje sterft kort na de paring, het vrouwtje nadat ze de eitjes heeft afgezet. De larven van deze kever leven onder de schors van dode bomen en voeden zich met kleine larven. De larven van de roodkopvuurkever zijn zeer vraatzuchtig en bij gebrek aan voedsel eten ze zelfs elkaar op. Kleine kannibalen dus! Het duurt wel twee tot drie jaar vooraleer de larven verpoppen. Dit verschijnsel, waarbij de larven veel langer leven dan het volwassen dier, komt heel frequent voor bij insecten. De Duitse schorpioenvlieg (Panorpa germanica): Na wat zoeken in het donkere struikgewas vond ik dit prachtig insect: een Duitse schorpioenvlieg. Dit mooi insect vind je meestal op schaduwrijke plekjes. Dit beestje ziet er wat gevaarlijk uit, maar is totaal onschadelijk. De Duitse schorpioenvlieg eet rottend plantaardig materiaal, dode insecten die worden uitgezogen en soms tref je ze aan op bloemen om nectar op te zuigen. De Duitse schorpioenvlieg heeft zijn naam niet gestolen: het achterlijfpunt van het mannetje lijkt heel sterk op het grijporgaan van een schorpioen. Het schorpioenachtig achterlijf gebruikt het mannetje om tijdens de paring het vrouwtje vast te grijpen. Het mannetje is een echte gentleman: het vrouwtje wordt vaak veroverd met een cadeautje: één of ander prooidier of een druppeltje speeksel. Romantiek in het struikgewas!

37•


Z O O G D I E R E N W E R KG R O E P

MUISJE, MUISJE…

BRECHT DEMASIÈRES

Als we over zoogdieren spreken denken we meteen aan grote zoogdieren zoals wolven, reeën, edelherten, vossen, etc. Toch zijn net de kleinere zoogdieren die onderaan staan in de voedselketen de belangrijkste, meer bepaald de muizen en ratten. Vogelaars weten maar al te goed hoeveel vogelsoorten afhankelijk zijn van deze kleine zoogdiertjes. Bij muizen denkt iedereen direct aan een gillende vrouw op een stoel. Fout! Muizen leven normaal buiten in de vrije natuur. Er zit heel veel variatie in: 22 soorten rennen vandaag doorheen Vlaanderen. Ook in Zuid-West-Vlaanderen komen heel wat van die soorten voor en het is nog een immens werk om ze in kaart te brengen.

↘Gevangen huisspitsmuis

tijdens muizenmeetnet ↓Hantavirus proof © David Vansteenkiste

38

Dit najaar vingen we bvb. enkele huisspitsmuizen in ‘t Schrijverke te Marke langs de Leie. Deze “veelvoorkomende” soort werd nog niet waargenomen in het gebied. In de rest van onze streek zie je hier en daar een losse waarneming, terwijl ze toch een grotere verspreiding moeten hebben. Er is dus veel te weinig geweten over het voorkomen van de soorten muizen. Actief tellen en zoeken van soorten doen we met

“trip traps”, waarbij geen diertjes gedood worden. Volgens het onderzoeksprotocol mag dit enkel in oktober en ‘s avonds gebeuren. We zijn daarbij voorzichtig: handschoenen en mondmaskers moeten ons niet enkel tegen corona beschermen. Muizen kunnen ook drager zijn van het hantavirus, dat ondermeer ernstige niercomplicaties kan geven. Passief tellen en soorten opzoeken doen we dan weer door het pluizen van braakballen. Vooral die van uilen zijn optimaal. Uilen slikken een gevangen muis in zijn geheel door en werken wat ze niet kunnen verteren weer naar buiten als een braakbal. Eens deze samengeperste bol een beetje opengewerkt is, komen de botjes tevoorschijn. Aan de hand van de onderkaken en de schedel kunnen we zien welke muizensoort op het menu stond. Niet de meest smakelijke activiteit maar wel een grote bron van informatie. Mijn vriendin vindt het maar niets, maar mijn laatste braakbal bevatte 3 muizensoorten!


Z O O G D I E R E N W E R KG R O E P

DE ALLERKLEINSTEN UITGELICHT

Het kleinste zoogdier van Europa en van ZuidWest- Vlaanderen is ongetwijfeld de dwergspitsmuis. Mario Desloovere voerde in 2017 de laatste twee waarnemingen toe aan de databank. Wij hopen ze met onze vrijwilligers van de vernieuwde zoogdierenwerkgroep nog te vinden. Normaal gezien kan je de dwergspitsmuis op elk moment van de dag waarnemen, maar dan moet je wel goed kijken. Ze zijn amper 4 - 6,5 cm groot en wegen maximum 5.5 gram. Ze struinen hier en daar tussen de gevallen bladeren op zoek naar insecten. Dat is dus nog een goede reden om bladeren te laten liggen in de tuin, niet enkel de egels profiteren hiervan. De op één na kleinste muis in Europa en onze regio is de dwergmuis. In de “Rotersmeers” te Bissegem vonden we heel wat nestjes tijdens een werkdag. Het natuurbeheer werd er prompt voor aangepast. Ook in het Wijmelbroek in Deerlijk vond ik tijdens het werken een nestje en er zijn ook waarnemingen uit de Gavers. Onbekend is onbemind: eens je het nestje herkent, begin je er op te letten en zie je ze vaker. Het is een klein balletje van grassen dat je kan

vinden tussen het hoge gras, een haag, tussen riet, enz.. Onlangs vond ik er eentje tussen de distels gemaakt van zaadpluizen. Natuurfotografen durven hier al eens naar zoeken omdat ze voor leuke plaatjes zorgen. De muisjes klimmen en klauteren naar granen en bloemen voor de nectar en zeker als ze na hun maaltijd in slaap vallen in de bloem, zijn ze een lucky shot voor de fotograaf! Een andere muis die onze werkgroep al goed kent is de gewone bosmuis. Door een beetje pindakaas te smeren voor onze cameravallen krijgen we deze vaak in beeld. Ze klimmen de gladste stam omhoog om toch maar die uitgesmeerde pindakaas te bereiken. De weerschijn van twee uitstulpende zwarte parels als ogen in de nacht, zorgt voor een zekere determinatie tijdens het bekijken van de beelden. Bosmuizen komen voor in heel veel bossen in onze streek. We filmden ook reeds vossen die deze bosmuizen als prooi begraven en dan later weer opgraven.

←Dwergspitsmuis © Rollin Verlinde

↖Gewone bosmuis

op de camera © Brecht Demasières

↙Gewone bosmuis

© Emmanuel Desmet

Meer weten / meedoen ? • Over heel Vlaanderen worden in de maand oktober muizen geteld. Ook in onze regio doen we dit elk jaar, zo kunnen we trends en soorten terugvinden. • We zien ze graag, maar liefst met een belletje: de katten! Stuur ons een detailfoto als uw kat een muis meebrengt naar huis. Zo komen we ook te weten wat er leeft. • Natuurpunt organiseert een cursus “muizenissen” over doen en laten van deze boeiende diersoorten in 2021. Willen jullie ook meedoen met onze zoog dierenwerkgroep in de streek? Contacteer dan Brecht Demasières: Tel 0496 37 92 80

39•


Contacteer info@natuurkoepel.be

GROOT HANDBOEK GENEESKRACHTIGE PLANTEN door Dr. Geert Verhelst

NATUURLIJK WEGWIJS

GROOT HANDBOEK GENEESKRACHTIGE PLANTEN ar! ijgba

r verk ieuw

Opn

Standaardwerk over fytotherapie

Met meer dan 200 uitgebreide monografieën van kruiden en 200 beknopte kruidenfiches van nuttige planten Geïllustreerd met talrijke kleurenfoto’s Met een uitgebreid repertorium

9e DRUK

Dr. Geert Verhelst

• Het Nederlandstalige standaardwerk voor fytotherapie, dat nu aan zijn 9e druk toe is • Met een grondige inleiding over inhoudsstoffen, werking en bereidingswijzen • Bevat, met zijn 719 pagina’s, 203 uitgebreide monografieën van geneeskrachtige kruiden, gebaseerd op recente wetenschappelijke literatuur • Bevat 200 compactere kruidenfiches van minder gekende kruiden, van kruiden die in de vergetelheid zijn geraakt en van “gevaarlijke” kruiden, die met de nodige omzichtigheid moeten gebruikt worden. • Met een zeer uitgebreid repertorium • Geïllustreerd met talrijke kleurenfoto’s VP €145,00 - ISBN: 9789080778467 - Uitgever: BV Mannavita Verkrijgbaar in elke bio- & natuurwinkel of op bestelling bij uw boekhandel


W E R KG R O E P N AT U U R F OTOTG R A F I E

FOCUS ON 2021 Zoals zovelen zouden we kunnen klagen en sakkeren over de geplande activiteiten die noodgedwongen of veiligheidshalve moesten afgelast worden. Maar keep on smiling! Het was niet al kommer en kwel. De beperkte vrijheid stimuleerde het improvisatietalent van onze natuurfotografen, want op de gesloten Facebookgroep “NFW” werden we constant getrakteerd op pareltjes van natuurfoto’s die in de nabije omgeving werden opgenomen. Dank zij het web bleven we ook tijdens een lockdown met elkaar in contact en stuurden we creatieve prikkels uit om er individueel met de portrettentrekker op uit te trekken. Toch positief, niet? Hoe dan ook, de stuurgroep van NFW laat zich niet ontmoedigen en lonkt zelfs heel hoopvol naar 2021. We ontvingen veel lovende feedback op de activiteiten die wel konden doorgaan. En dat voedt de goesting om hoopvol een nieuwe agenda op te maken. De onzekerheid is momenteel nog te groot om met een kant en klaar programma uit te pakken, maar we willen jullie toch al de krijtlijnen en intenties voor 2021 verklappen. Wat werd uitgesteld wordt zo mogelijk opnieuw voorzien. Daarnaast zijn er ook enkele nieuwe initiatieven.

NIEUW! FOTOFORUM ZUIDWEST-VLAANDEREN Het “fotoforum” is een nieuw initiatief dat in vervanging komt van de vroegere “fotobabbels”. Eind april/begin mei worden onze natuurfotoliefhebbers uitgenodigd om 2 foto’s over het thema “bloesem(s)” in te sturen. Alle werken worden naamloos opgenomen in een album op de privé-Facebookgroep “NFW”, waarna de leden a.h.v. “likes” kunnen stemmen voor de mooiste foto. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk opbouwende feedback te geven over elkaars foto’s. Dit forum wordt dus niet alleen een etalage van natuurschoon in eigen streek, maar ook een

DIRK VERGOTE WERKGROEP NATUURFOTOGRAFIE

leerschool om de fotografie kennis en -techniek bij te schaven. Indien hiervoor voldoende belangstelling is volgt in het najaar een 2de foto-opdracht. De foto’s met de meeste “likes” worden nadien gepubliceerd op de website zodat iedereen getuige is van het fotografisch talent dat er in onze Zuid-WestVlaamse contreien huist. Namens de hele stuurgroep, een welgemeende dankjewel aan de grote groep enthousiaste natuurfotoliefhebbers voor de betoonde belangstelling voor de NFW-activiteiten. Er komen er steeds meer groene pixelaars bij. En dat doet ons deugd. ↓Workshop zonsopgang © Dirk Vergote

Voorlopig programma 2021 FEBRUARI - MAART • Workshop vogelfotografie in de Uitkerkse Polder • Begeleide fotowandeling voorjaars bloeiers in Bassegembos & Tiegembos (i.s.m. NP Anzegem) • Een hyacintenwandeling in het natuurdomein van Bassegembos • Een foto toer langs de flora en waterpartijen in Tiegembos.

APRIL - JUNI • Workshop determinatie en fotografie van vlinders (i.s.m. NP Avelgem) • Fotoforum thema “bloesem(‘s)” Bassegembos • Een foto toer langs de flora en waterpartijen in Tiegem bos.

SEPTEMBER - DECEMBER • Rondvaart met fluisterboot en wandeling in natuurdomein De Blankaart alternatief: fotowandeling de bloeiende heide in domein Beisbroek Sint Andries (Brugge) • Dauwtrip en paddenstoelenfotografie in provinciaal domein Bergelen Gullegem o.l.v. Krist Hooghe • Boswandeling en herfstfotografie in provinciaal domein ’t Veld Ardooie • Bezoek aan Lowland fotofestival

41•


S T E E N U I L E N W E RG RO E P

OVER RINGEN EN NESTKASTEN

LUDO BRAECKMAN

Het mag duidelijk zijn dat Covid-19 in werkjaar 2020 een niet onbelangrijke impact heeft gehad op de activiteiten van werkgroepen allerlei. Toch kunnen we gerust stellen dat de inzet en de vindingrijkheid van onze meer dan 40 veldmedewerkers er voor zorgden dat onze uiltjes niet in de kou bleven staan. Nochtans moesten we noodgedwongen hier en daar een steekje laten vallen. Zo bijvoorbeeld op het vlak van de inventarisatie in het kader van het Vlaamse ‘Steenuil-2020-project’. 2020 zou het derde en laatste inventarisatiejaar worden. Helaas was er eerst het slechte weer in februari, en vanaf maart het verbod op nietessentiële verplaatsingen... Toch valt de schade nog best mee! De gedrevenheid van onze secretaris Guido Desmarets en onze nog steeds groeiende groep veldmedewerkers resulteerden in 2018 en 2019 al in het inventariseren van meer dan 80 % van ons werkgebied. Echt veel hadden we dit jaar dus niet meer te doen! De aldus over heel Vlaanderen verzamelde data worden momenteel geanalyseerd en dat zal ongetwijfeld resulteren in een boeiend wetenschappelijk artikel. Voor ons eigen werkgebied (Zuid-West-Vlaanderen) weten we nu alvast met zekerheid dat zowat 600 ‘steenuil-koppeltjes’ er hun territorium hebben en dat overtreft eigenlijk wel onze verwachtingen. Guido wist ook te becijferen dat dit neerkomt op ongeveer 1,5 territoria per vierkante kilometer. Ten behoeve van dit artikel bezorgde hij me ook de interessante grafieken hieronder. Sinds de opstart van onze werkgroep in 2014 is het aantal door ons opgevolgde nestkasten gestaag blijven stijgen. Die stijging zwakt nu wel wat af en het ziet er naar uit dat onze werkgroep niet zo heel veel méér zal aankunnen, willen we het correct opvolgen en onderhouden van alle kasten vlot kunnen blijven verzekeren. In Zuid-West-Vlaanderen vinden onze steenuiltjes voorlopig nog volop natuurlijke nestholtes. Bedreiging daarvan is echter nooit ver weg. Denken we maar aan het (stiekem) kappen van

42

hoogbejaarde knotwilgen bijvoorbeeld... Het is dan ook logisch dat onze nestkasten vooral in trek zijn op die plaatsen waar er minder aanbod is van dergelijke nestgelegenheid. De uiltjes gebruiken ze trouwens niet enkel om zich voort te planten, maar ook als schuil- en slaapplaats. Zeer belangrijk is ook dat we via onze nestkasten echt intiem contact krijgen met de diertjes. Via het opvolgen van de broedresultaten, en het ringen van de uiltjes die we in onze nestkasten aantreffen, komen we steeds meer over hen aan de weet en kunnen we ook meer gericht op hun noden gaan inspelen. Geringde vogels kunnen op verschillende manieren teruggemeld worden. Eén daarvan is het terugvangen en weer vrijlaten van die vogels. Zo krijgen we bij nazicht van nestkasten regelmatig adulte uiltjes in handen en die ringen we dan ook. Sommige daarvan treffen we jaren na elkaar op dezelfde plaats weer terug, maar het gebeurt ook wel dat ze ‘verhuizen’! Het is letterlijk ‘doodjammer’ dat we bij terugmeldingen van geringde vogels zeer dikwijls te maken hebben met dode vogels of krengen. Vind je een geringde dode vogel langs de weg dan kan je de ring doorgeven aan een medewerker-ringer van het KBIN die je kent, of rechtstreeks aan de ringdienst van het KBIN zelf, via hun website. Het neerschrijven van de gegevens op de ring moet je dan wel zeer aandachtig en volledig doen. Zo moest ik niet zo lang geleden een mevrouw teleurstellen die een geringde dode torenvalk had gevonden, gewoon omdat er 1 cijfertje in de ringcode ontbrak... Met het beschikbaar komen van steeds betere camera’s en lenzen lukt het soms om ringgegevens af te lezen van een foto. De nestkast voor kerkuil in mijn stal is zo goed als elk jaar in gebruik. Omdat ik ook graag fotografeer tracht ik daar op in te spelen door de uilen op een geschikte plaats een muis of een rat aan te bieden als ik daar toevallig over beschik.


S T E E N U I L E N W E R KG R O E P

Nachtfotografie is een beetje een aparte discipline waarover ik in dit artikel niet wil uitwijden. Dat zou ons te ver brengen...Maar toch nog dit: de onfortuinlijke bruine rat op de foto werd me door mijn hond aangeboden. De detailfoto van de poot met ring werd in dezelfde nacht gemaakt. Via de tamtam wist ik ‘s anderendaags al dat ‘mijn’ mannetje kerkuil in 2019 geboren werd in Kuurne en er geringd werd als jong op datum X en plaats X. Met tamtam bedoel ik dat er vanzelfsprekend uitstekende contacten zijn tussen

met onze meer dan 300 nestkasten tegenover net iets meer dan 100 bij hen toch minder jonge vogels zien uitvliegen. Een dergelijke vergelijking roept vanzelfsprekend vragen op. Ik meen daarop als volgt te kunnen antwoorden! De Steenuilenwerkgroep Mandelstreke is al jaren langer actief dan die van Zuid-West-Vlaanderen. De werkgroep heeft dus veel meer tijd gehad om zich te concentreren op die nestkasten waar succes geboekt werd. Daarnaast twijfel ik er niet aan dat binnen het werkgebied van onze werkgroep nog veel meer natuurlijke nestgelegenheid beschikbaar is, waardoor de standpopulatie minder snel voor een nestkast kiest. En dat is eigenlijk bijzonder goed nieuws! En toch gaat het soms wel erg snel! Zo kreeg ik

← ←

Kerkuil met rat Close-up ring

© Ludo Braeckman

bericht van Guido dat in een nestkast in Avelgem, geplaatst in februari, al in mei 5 jongen werden geringd.

onze veldmedewerkers en die van de kerkuilenwerkgroep. Sommigen draaien trouwens in beide werkgroepen mee! Daarnaast wordt ook info uitgewisseld met andere steenuilenwerkgroepen, zoals bijvoorbeeld die van Mandelstreke. Bij hen kwam deze lente een bericht binnen van een familie uit Moorsele, die dacht een nestje steenuilen in de tuin te hebben. Omdat Moorsele binnen ons werkgebied ligt stuurde Mandelstreke prompt naar ons door. En dat resulteerde in de ontdekking van een geslaagd broedgeval van ransuil. En nu we het toch hebben over Steenuilenwerkgroep Mandelstreke is het misschien helemaal niet zo verkeerd om eens enkele cijfers te vergelijken. De werkgroep volgt 112 nestkasten op, waarvan er dit jaar 98 effectief werden gecontroleerd. Net zoals bij ons kon dat voor een deel niet wegens Covid-19. In 44 van hun nestkasten werden alles samen 133 jonge steenuilen geringd, of 3,02 per geslaagd broedgeval. In de grafiek van Guido hieronder zien we dat we daar in Zuid-West-Vlaanderen met 2,90 echt wel heel dicht bij zitten. Maar het valt wel op dat wij

Daarnaast is het ook niet uitgesloten dat uiltjes die in een nestkast geboren worden achteraf ook sneller voor een nestkast opteren om zich voort te planten. Hoeveel torenvalken zouden in Vlaanderen nog geboren worden buiten de voor de soort opgehangen nestkasten? Ik denk dan bijvoorbeeld aan oude nesten van kraaien en eksters die vroeger gretig door hen werden ingenomen. Op die vraag ken ik het antwoord niet, maar ik vermoed dat het gaat om een bijzonder laag percentage... Idem dito voor kerkuil, en tal van andere soorten, die het van onze hulp moeten hebben om nog aan hun trekken te komen. Zonder twijfel kan daarover met het grootste gemak een boek worden volgeschreven... Wegens Covid-19 organiseerde onze werkgroep in 2020 geen activiteiten met publiek, maar we duimen ervoor dat dit relatief snel weer mogelijk wordt. Ook onze jaarlijkse werkvergadering van november/ december moest eraan geloven, maar wie weet kunnen we elkaar toch wel treffen volgend voorjaar, bij het begin van een nieuwe lente. Geniet ondertussen volop van de winter en trek de natuur in. Nog steeds perfect mogelijk, ondanks de lockdown!

43•


Klimop 1

7/12/11 13:20

Contacteer info@natuurkoepel.be

Bezoek onze webshop op eurabo.be

Bio-ecologische materialen voor energiezuinige houtbouw en renovatie

Steico flex FSC® Houtwolisolatie

% 0 1 IS OL AT IE KO RT

IN G

Vloer- en muurisolatie

pro clima

Luchtdichting

gratis advies aan zelfbouwers! isolatie opleidingen: eurabo.be/opleidingen

or leden 10% korting vo nt van natuurpu

ROK 52 - Pont West 112 B-9600 Ronse +32(0)55 23 51 40

Bio-ecologische bouwpartner 2014

Wiedauwkaai 87 B-9000 Gent +32(0)9 216 46 40

Wij kiezen voor verantwoord bosbeheer. U ook?

info@eurabo.be www.eurabo.be

VERSIE 29/11/2018

• •

Isokurk


W E R KG R O E P G E O LO G I E E N L A N D S C H A P

LANDSCHAP IN BEELD PLATTEMEERSEN (KERKHOVE) Naarmate de herfst of winter vordert, wordt het des te makkelijker (lees: later) om te gaan jagen op vroegochtendplaatjes. Deze bieden niets dan voordelen. Even voor en na zonsopgang heb je respectievelijk het blauwe en gouden uurtje. Een zeer geliefde tijdspanne bij fotografen: het licht zit in wijdere belichtingsspectra, de sfeer druipt van elk beeld. Je kan effectief iets unieks fotograferen want véél volk kom je nooit tegen die dit gaat bewonderen. Zo bracht dit mij tot de Plattemeers te Kerkhove (Avelgem), de laatste West-Vlaamse Scheldemeers vóór Oost-Vlaanderen. Zoals vaak bracht het vroeg op pad gaan een aantal jokers met zich mee.

WITTE WATTENDEKEN De dunne, laaghangende mistlaag die de meers bedekt springt direct in het oog en is een grote sfeerbepaler. Dit is zogenaamde stralingsmist, die ontstaat door nachtelijke warmte-uitstraling van het grondoppervlak waardoor deze afkoelt en het vocht in de onderste vochtige luchtlagen boven het meersoppervlak condenseert. Voorwaarde voor de mist is ook dat de lucht zich niet verplaatst. Windstil weer en een luchtlaag die gevangen zit in het landschap (komgrond) zijn een must. Dit laatste verklaart het frequente voorkomen van deze mist in onze meersen.

DIRK LIBBRECHT

LANDSCHAP De meers ligt in een klassieke, komvormige depressie die de recente - na de laatste ijstijd gevormde - vallei van de Schelde uitmaken. Het is een nat gebied dat gevoed wordt door opwellend grondwater vanuit de hogere valleigedeelten nabij Kerkhove-centrum. De rand van deze kwelzone wordt gemarkeerd door de rietkraag op de voorgrond van de foto. Het gebied is doorsneden door talrijke perceelgreppels, afgeboord met wilgen. Tijdens natte periodes is er veel verspreid, stagnerend oppervlaktewater tussen nogal wat verspreide bosjes en houtkanten. Op de verre zuidelijke achtergrond worden een aantal contouren van Kluisbergen zichtbaar, zoals een oude fabrieksschoorsteen en in extremis de kamlijn van de Kwaremont annex Paterberg.

ZONNEZUIL ALS AFSLUITER Boven de zonsopgang is een verticale verlichte zuil aanwezig. Dit verschijnsel ontstaat door reflectie van zonlicht in de ijskristallen van de ijle, maar duidelijk zichtbare Cirrus bewolking op meer dan 6 km hoogte. Vrij frequent maar steeds charmant atmosferisch verschijnsel en lid van de brede waaier “halo’s”, “bijzonnen” en nog ander fraais dat zich afspeelt in ijskristallen wolken.

↓Plattemeers Kerkhove © Dirk Libbrecht

45•


UIT DE VERENIGINGEN

MEER BIODIVERSITEIT IN ZWEVEGEM

CHRIS DUTRY

In het kader van de Europese Green Deal stelde de Europese Commissie in mei haar nieuwe biodiversiteitsstrategie voor 2030 voor. In ‘de natuur terug in ons leven brengen’ wordt beloofd om het pesticidengebruik met de helft te verminderen, een kwart van de landbouwproductie biologisch te maken en 30% van het Europese grondgebied en kustwateren als natuurgebied te beschermen. Dat alles komt geen minuut te laat, gezien onze biodiversiteit in een grote crisis verkeert. De gemeente Zwevegem wil alvast haar steentje bijdragen met de ondertekening van een charter voor Biodiversiteit 2020-2025. Op twee generaties tijd stierf er wereldwijd zo’n 60% van alle in het wild voorkomende dieren op onze planeet uit. Door de klimaatverandering versnelt de verdwijning van planten en dieren. Al staat de regio tussen Leie en Schelde niet meteen bekend als een hotspot van biodiversiteit, er is nog veel open landschap en je vindt er zelfs een stuk natuur dat in aanmerking komt voor een speciaal Europees beschermingsstatuut (zie kaderstukje). Wat houdt zo’n biodiversiteitscharter nu in? En wie zijn de betrokkenen?

↓Oude knotwilgen met een KLE-aanplant van 20 jaar geleden © Eddy Loosveldt ↘”Waterhoevebos” in Sint-Denijs

“Hier wordt in januari 2021 een bos van 0,5 ha aangeplant” © Danny Deceukelier

46

In het geval van Zwevegem zijn dat het gemeentebestuur en de lokale Natuurpunt-afdeling Zwevegem. Dit samenwerkingsverband bevat vier concrete aandachtspunten: verzamelen van gegevens rond lokale biodiversiteit, bevorderen van communicatie tussen de partners van het charter en naar het grote publiek, een zo groot mogelijk draagvlak voor natuur nastreven en last but not least concrete acties voor het behoud en herstel van leefgebieden en soorten. De ondertekenaars van dit charter erkennen dat de ecosysteemdiensten die de ruggengraat vormen van de biodiversiteit – aanmaak van vruchtbare bodem, opslag van koolstof en water, zuivering van de lucht, genetisch reservoir, natuurlijke gewasbescherming enzovoort – ook cruciaal zijn voor ons fysiek en psychisch welzijn. Zo biedt een open landschap of bosgebied mogelijkheden tot recreatie of te ontstressen door stilte-ervaring en contact met de natuur. Verder is er ook een samenhang

tussen natuur en cultuurlandschappen die een streekidentiteit mogelijk maakt. Behoud en herstel van lokale biodiversiteit veronderstelt immers dat het landschap als een geheel benaderd wordt. Zo moeten kleine natuurgebieden ingebed worden in een ruimer, kwaliteitsvol landschap om tot een robuuste natuur te komen.

HERSTEL VAN BIOTOPEN De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn, alsook de Vlaamse ‘rode soortenlijsten’ en de Provinciale Prioritaire Soorten, moeten hun vertaling vinden in concrete doelstellingen en bijhorende acties. Daarom adopteert Zwevegem volgende doelsoorten: steenuil, kamsalamander, honingbijen, wilde bijen en hommels, vleermuizen, boeren-, huisen gierzwaluwen. Er zijn acties aan gekoppeld zoals bijvoorbeeld het plaatsen van steenuilennestkasten en het graven van nieuwe poelen voor de kamsalamander. Speciale acties zijn er ook voor de akkervogels met infosessies over geschikte zaadmengsels als voedselbron. Bij de restauratiewerken aan de recreatieve Transfo-site wordt alles gedaan om de bestaande vleermuizenpopulaties – met nota bene zeven soorten – zoveel mogelijk te ontzien. Deze site biedt overigens ook mogelijkheden voor extra nestgelegenheid voor zwaluwen. In het buitengebied wordt maximaal ingezet op dimbare straatverlichting die het foerageren van vleermuizen en uilen minder verstoort. Voor egels komen er doorgangen tussen de tuinen van nieuwe verkavelingen. Waar mogelijk wordt er voorzien in gemeenschappelijke, extensief beheerde tuinen. De bestaande buurttuin Het Tuinspoor wordt verder beheerd volgens ecologische principes. Er zijn ook acties naar het verwijderen van invasieve exoten als Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw en Aziatische hoornaar.

KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN De gemeente engageert zich verder tot het actief aanplanten en beheren van kleine landschapselementen (KLE) met een bijhorend subsidiereglement voor heggen en houtkanten.


UIT DE VERENIGINGEN

MEER BOS VOOR ZWEVEGEM Het huidige Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 bevat heel wat passages die instandhouding en uitbreiding van bos en natuur aanmoedigen. Vlaanderen scoort immers erg slecht binnen Europa met een bos percentage van nauwelijks 11%. Daarom moet er tijdens deze regeerperiode 4.000 ha bos bijkomen, met 10.000 ha extra bos tegen 2030 als streefdoel. Het Vlaams Gewest wil tegelijk het oude coulissenlandschap herstellen. Zo’n gelaagd landschap met hagen, poelen, beekjes en grachten, maar ook open kouters, wordt ook wel als bocagelandschap aangeduid en is de leefomgeving voor tal van soorten. West-Vlaanderen is de slechtste leerling uit de klas met amper 2,3% bebost gebied. Omdat Zwevegem met een bebossingsgraad van ongeveer één procent van zijn grondgebied nog slechter scoort, beschouwt het gemeentebestuur de opmaak van een bosbeleidsplan als prioriteit. Het is overigens ook één van de speerpunten van het gemeentelijk klimaatplan dat in 2019 is opgestart. Concreet wil de gemeente een bosuitbreiding van 20 ha tegen 2025, met een streefdoel van 80 ha tegen 2030. Vandaag telt Zwevegem 99 ha bos en 18 ha bosrijk woongebied. Tegen 2030 zou de gemeente idealiter

↓ De

vaarttaluds in Zwevegem

© Herman Nachtergaele

bijna 200 ha bos moeten bezitten. De gemeente wil ook graag van het natuurkerngebied VaarttaludsBraebos-Orveytbos-Mortagnebos een lokaal stiltegebied maken. Hiertoe wil de gemeente eigenaars van gronden ondersteunen bij de aanplant van nieuw bos via financiële stimuli. Subsidies worden beperkt tot een aantal prioritaire zones. Natuurpunt zal zijn uiterste best doen om mee tot concrete resultaten te komen. Eén ding is zeker: in Zwevegem is er een wil en een strategie om tot meer natuur te komen. Hopelijk een inspiratie voor andere gemeenten van de regio. Meer info te verkrijgen bij de gemeente Zwevegem.

Herstel bloemrijke graslanden op Vaarttaluds Door de grote aantallen en soorten orchideeën, zijn de bloemrijke graslanden op de hellingen langs het kanaal Kortrijk-Bossuit niet alleen een botanische parel, maar ook een Europees beschermd gebied. Zwevegem mag er trots op zijn. Op de westelijke talud was er spontane verbossing opgetreden, waardoor de bloemenrijkdom afnam. Daarom werden dit najaar bomen inclusief hun wortelgestel machinaal weggenomen, waardoor opnieuw ruimte gecreëerd werd voor meer bloemen. Deze herstelwerken werden met de broodnodige steun van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) uitgevoerd voor Natuurpunt Zwevegem die hier beheerder is van het gebied. Ondertussen werd er ook een nieuwe trap aangelegd in het gebied en kan iedereen komen genieten van dit unieke stukje Europees beschermde natuur.

Scholeksters © Luc Clarysse

47•


UIT DE VERENIGINGEN

JONG BLOED BIJ NATUURPUNT KORTRIJK WELKOM!

JAN DESMET

Reeds een jaar ben ik samen met 2 vrienden (Tom Nuyttens en David Vansteenkiste) actief als conservator van het natuurgebied ’t Schrijverke te Marke. We hebben reeds veel leuke momenten beleefd waarbij we onze natuurkennis konden bijschaven en aftoetsen op ons natuurgebied. Zo waren er enkele werkdagen met telkens een mooie opkomst van sympathieke vrijwilligers. Samen met de Zoogdierenwerkgroep werden ’s nachts muizen gedetermineerd en als kers op de taart werd ’t Schrijverke dit jaar een erkend natuurgebied. Het was dus een jaar met tal van up’s maar ook van een serieuze down. In de laatste plannen van de Vlaamse Waterweg voor de Leie, dreigt een groot deel van ons gebied te verdwijnen door de aanpassingswerken. We gaan er alles aan doen om dit tegen te gaan en hopen dat we de Vlaamse Waterweg kunnen overtuigen om de moed te vinden dit gebied te vrijwaren. Hier zal veel tijd en energie naar toe gaan, maar we blijven alvast verder plannen maken zodat iedereen zijn welverdiende rust en ontspanning kan vinden aan de Leiekant te Marke. Robin Bekaert, nieuwe conservator van ’t Schrijverke in Marke.

ZES NIEUWE, JONGE, ENTHOUSIASTE CONSERVATORS HEBBEN ZICH AANGEDIEND OM DE ZORG VOOR ENKELE KORTRIJKSE NATUURGEBIEDEN OP ZICH TE NEMEN.

→Tom, David en Brecht in

in de Rotersmeers © Jan Desmet

↓Tom, Robin en Davis in

‘t Schrijverke © Jan Desmet

De verjonging van Natuurpunt afdeling Kortrijk zet zich door. David Vansteenkiste, Robin Bekaert en Tom Nuyttens zijn al een hele tijd actief in het natuurgebied ’t Schrijverke te Marke. In 2019 hebben ze de job van conservator overgenomen van Bert Van Dierdonck. Bert was jarenlang de onvermoeibare trekker van dit mooie gebied langs de Leie. Het drietal vindt veel voldoening in hun opdracht. Jan Desmet liet dit jaar het beheer van de Rotersmeers in de Leievallei in Bissegem over aan Brecht Demasière, David Vansteenkiste en Tom Nuyttens. Dankzij de steun van de stad, de Provincie West-Vlaanderen, maatwerkbedrijven, vrijwilligersgroepen en Natuurpunters konden we dit gebied bedachtzaam, doelgericht en vrij snel inrichten. Het resultaat is prachtig en wordt erg gewaardeerd.

Ook de Rotersmeers werd onlangs erkend als natuurreservaat. Sinds de vijver werd gegraven, werden tal van boeiende waarnemingen opgetekend. Het ijsvogeltje is er vaak te zien want er zitten stekelbaarsjes in de vijver. Een oude zaadbank kwam door de graafwerken bloot te liggen en enkele merkwaardige planten zoals de grote egelskop en ruwe bies konden er ontkiemen. De nieuwe, ambitieuze conservators hebben, op vraag van Jozef Verplaetse, het natuurgebied dat eigendom is van de stad en langs de Neerbeek ligt, eveneens overgenomen. Jozef heeft hier jarenlang schitterend werk geleverd. Men wil nu de twee natuurgebieden verbinden en het zit er dik in dat onze gedreven vrijwilligers hierin zullen slagen. Ook voor het Stadsgroen Ghellinck en De Kleiputten op ’t Hoge werden 2 nieuwe, zeer gemotiveerde vrijwilligers bereid gevonden om in samenwerking met de stad de zorg van deze

48


UIT DE VERENIGINGEN

gebieden op zich te nemen. Tom Vanden Broucke werd conservator van de Kleiputten en Kenneth Coene werd conservator van het Stadsgroen Ghellinck. We zijn er helemaal gerust in dat beide gebieden in goede handen zijn. Voor de Heulebeek-Warande is er een uitgekiend natuurbeheerplan opgemaakt en we willen dat project samen met de stad verder vorm geven. Natuurpunt Kortrijk heeft momenteel 3 kandidaten voor het natuurgebied Heulebeek-Warande in Heule. Het dynamische Heule, met onder andere de ‘Heerlijkheid van Heule’ waarmee we nauw samenwerken, en ons prachtig natuurgebied bieden bijzonder aantrekkelijke perspectieven voor een nieuwe “trekker”. Voor Natuurtuin Desloovere staat Thierry Meerschman sinds jaar en dag in voor de zorg van dit mooie natuurgebiedje. Hij kan op wijkniveau rekenen op een dynamisch team van vrijwilligers. Het Stadsgroen Venning is een verhaal apart. Het gebied werd aangeduid als compensatie voor de realisatie van de LAR Zuid. Dat bijzonder natuurproject dreigt door de bypass voor het kanaal Bossuit-Kortrijk helemaal vernietigd te

← ← Tom in De Kleiputtenn ← Kenneth in Stadsgroen Ghellinck © Jan Desmet

worden. Deze stand van zaken werkt verlammend om tot een degelijk beheer te komen en dat is er jammer genoeg ook aan te zien. Voor Kortrijk en bij uitbreiding de regio moet elk dossier inzake natuurherstel/compensaties anders aangepakt worden dan in het verleden. Het uitgangspunt moet zijn dat compensatie gelijktijdig of zelfs voorafgaand moet gerealiseerd worden. Net als het Stadsgroen Venning is de Kruiskouter/ Leiemeersen een beloofde compensatie voor het verlies aan open ruimte op de LAR Zuid. Hein Lapauw volgt samen met het actiecomité dat project op. Een schattingsverslag voor de te verwerven gronden is in opmaak. Waarna de onderhandelingen met de betrokken eigenaars en gebruiker eind december of begin 2021 opnieuw verder gezet kunnen worden.

Heb je interesse om onze vrijwilligersgroep te vervoegen? Dan kunnen we best eens afspreken in het natuurgebied. Laat je niet afschrikken door gebrek aan ervaring. Wij begeleiden en ondersteunen onze nieuwe conservators zolang het nodig is en je werkt altijd in teamverband. Geef een seintje aan Jan Desmet Natuurpunt Kortrijk: 0497 62 44 16 jan.desmet1949@telenet.be Wil je een vrijwilligersgroep in een andere gemeente vervoegen ? Neem dan contact met: nele@natuurkoepel.be

49•


UIT DE VERENIGINGEN

GROENE LONG INGELMUNSTER

HENDRIK DEBEUF

↓ Luchtfoto © Hendrik Debeuf

Begin jaren ‘70 waren dit laaggelegen natte mandelmeersen met daar doorheen de kronkelende, zwaar verontreinigde Mandel. Door de verbredingswerken aan het kanaal Roeselare-Leie werden deze meersen en alle bebouwing langs de trakelweg onteigend om zo’n 7 ha te voorzien voor het opspuiten van bagger. In Izegem was dit zelfs 35 ha. Eind jaren 70 was het kanaal verbreed tot 50 m en ondertussen was dit gebied uitgedroogd om maïs te zaaien en heel veel te bemesten (toen was er nog geen mestactieplan). Enkel een klein laaggelegen stukje bleef gespaard en als Natuurpunt De Buizerd vzw konden wij dit in beheer nemen als kikkerpaaiplaats. Het drie meter hoger gelegen opgespoten gedeelte stond soms blank van de “oale” en de gebruiker vond er niet beter op om afvoergrachten te graven (om zijn land maïsklaar te maken): jawel, recht naar de kikkerpaaiplaats toe. Vele malen hebben we bij de maïskweker aangeklopt om dit te stoppen,

maar helaas zonder succes. Ondertussen zijn we enkele decennia verder en maïs wordt er niet meer verbouwd. Heel wat zaken werden ondertussen uitgevoerd, zoals de aanleg van een natuurlijke paaiplaats, de Aquafin-site, het gemeentedepot en de festivalweide van Labadoux. De authentieke mandelmeersen en hun alluviale vlakten zijn verdwenen, maar door een aantal nieuwe maar natuurinclusieve projecten werd dit toch een meerwaarde voor de biodiversiteit in de “Groene Long” van Ingelmunster – Izegem. Kikkerpaaiplaats (2 ha): verschillende amfibierijke poelen werden er aangelegd. Het beheer is er vooral op gericht om zoveel mogelijk poelen waterrijk te houden voor de voortplanting van pad, bruine kikker, kleine watersalamander en alpenwatersalamander. Vispaaiplaats (2 ha): om visuitzettingen (500 kg/ jaar) in het kanaal terug te

schroeven werd in 2010 deze grote paaiplaats aangelegd om het visbestand (tot nu toe 16 soorten, inclusief exoten) op een meer natuurlijke wijze in stand te houden. Deze “kraamkliniek” is verbonden met lokbuizen met het kanaal, waar vissen in en uit kunnen zwemmen. Samen met de brede rietkragen en omliggende weilandjes kwam een nieuwe biotoop tot stand. Heel wat rietvogels zoals kleine karekiet en cetti’s zanger profiteren nu van deze mooie biotoop. Waterzuiveringsstation van Aquafin: dit zuiveringsstation werd opgestart in september 2003 en kreeg een uitbreiding in 2017. Het afvalwater van 58.500 IE (inwoners equivalent) wordt hierin gezuiverd. Aquafin contacteerde Natuurpunt De Buizerd destijds om deze site een groenere inkadering te geven. Het werd tot op vandaag een heel goede samenwerking met het ganse Aquafin team. Niet minder dan 8000 m² bermen werden beplant met streekeigen groen (bv. meidoorn en sleedoorn), er kwam een bloemenweide van 1,2 ha en er werd een takkenwal aangelegd. Ook fruitbomen en diverse nestkasten (voor o.a. eikelmuizen) kregen een plaats. Dit komt allemaal de biodiversiteit ten goede in dit grotendeels verstedelijkt gebied. Het wandelpad langsheen de paaiplaats en de Mandel tot aan de Wantebrug is zeker de moeite waard. Vergeet vooral je verrekijker niet en geniet van deze groene long! Zie ook “OP STAP” uitgegeven door Natuur. koepel vzw i.s.m. trage wegen werkgroep en de Provincie West-Vlaanderen - zie wandeling 6 “ Rondom Beukendreef en kanaal landschap”.

50


UIT DE VERENIGINGEN

EEN WIN-WIN MET DE HULP VAN VDAB Begin november kwam instructeur Bart Cloet van het hoveniersopleidingscentrum van VDAB Wevelgem met vier gemotiveerde cursisten ‘werkplekleren’ aan de Mandelhoek, om de aangeleerde theorie in de praktijk te oefenen. Veel aandacht werd besteed aan veilig en juist werken met heggenscharen en kettingzagen. Onder andere de beukenhaag aan het Schuttershuisje en een achttal knotwilgen aan de Mandelhoek werden met de nodig vakkundigheid gesnoeid en geknot. Voor de cursisten was het onder leiding van Bart een aangename werkervaring en de vrijwilligers van Natuurpunt De Buizerd vzw kregen hiermee flink wat hulp. Alvast bedankt voor de fijne samenwerking!

← Instructeur Bart Cloet en zijn 4 cursisten © Hendrik Debeuf

36 STE ROMMELMARKT 2021 ZATERDAG 20 - ZONDAG 21 FEBRUARI: GEANNULEERD Helaas zal de gezelligste rommelmarkt in de regio in 2021 niet doorgaan omwille van corona. Hopelijk komt deze in 2022 wel terug. Een deel van de winst van deze rommelmarkten komt van mensen die gratis goederen afstaan aan Natuurpunt-afdeling De Buizerd vzw, die deze goederen dan verkoopt op de markt. Dit kan nog altijd, omdat er een opslagplaats beschikbaar is. Wens je goederen gratis te schenken aan Natuurpunt De Buizerd vzw? Graag een mailtje naar info@debuizerd.be of telefonisch via 0475 36 59 55. Net zoals de voorbije 36 jaar gaat de winst volledig naar het aankoopproject ‘5083C Mandelstreke’ om nieuwe natuur aan te kopen binnen het werkingsgebied van Natuurpunt in Ingelmunster en Izegem.

CURSUS: GIDSEN VAN KINDEREN Je bent natuurgids, staat in het onderwijs of heb je gewoonweg interesse, of heb je een prachtig verhaal over de natuur maar je twijfelt of je het aan kinderen kan brengen. Natuurpunt De Buizerd vzw richt speciaal voor jou de cursus ‘Gidsen van Kinderen’ in. Hoe beleven kinderen de natuur? Hoe speel je daar als gids of als begeleider best op in? Je bekijkt de wereld door kinderogen en je leert meer over de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind. Je krijgt tal van didactische tips die je onmiddellijk kan toepassen. De eerste 2 lessen vinden binnen plaats. De laatste les is een praktijkoefening die buiten doorgaat (behalve bij slecht weer). Dan krijg je de kans om de opgedane kennis uit te testen in een praktijkoefening buiten.

DEELNAMEPRIJS €16,20 leden Natuurpunt en €18,00 niet-leden. Online inschrijven en betalen Voor deze activiteit kan je online inschrijven en betalen via creditkaart, bancontact en overschrijving. Vermeld bij een overschrijving altijd het unieke betalingskenmerk (dat je per mail ontvangt) als gestructureerde mededeling bij je betaling.

WAAR NEC Schuttershuisje, Waterstraat 6, 8770 Ingelmunster

WANNEER dinsdag 2 maart 2021 van 19:00 tot 22:00 zaterdag 13 maart 2021 van 14:00 tot 17:00 zaterdag 20 maart 2021 van 14:00 tot 17:00

ORGANISATIE Natuurpunt CVN Contact: anke.desender@cvn.natuurpunt.be 51• of 0492 25 39 96


UIT DE VERENIGINGEN

VOEDERPLEKKEN VOOR DE ZORG PATRICK DE CLERCQ

FREDERIC PIESSCHAERT

↗ NP Gaverstreke

© Frederic Piesschaert

Natuurpunt afdelingen Gaverstreke en Waregem hebben er zich over ontfermd om twee zorginstellingen, WZC Heilige Familie in Deerlijk en WZC De Meers in Waregem, een gratis voederplek voor vogels te kunnen bezorgen. Tijdens de huidige coronacrisis hebben de bewoners en zorgmedewerkers in verpleeg- en verzorgingstehuizen het extra zwaar te verduren. Vivara, specialist in producten voor een diervriendelijke tuin, merkte dat de natuur in deze moeilijke periode aan veel mensen troost en afleiding biedt en wou graag helpen. Het bedrijf schonk daarom via deze Natuurpuntafdelingen de woonzorgcentra in Deerlijk en Waregem een gratis, mooie vogelvoederplaats. Patrick De Clercq, vrijwilliger bij Natuurpunt Gaverstreke “Mensen kijken in deze tijd van sociale distantie meer om zich heen. De natuur - ook in de eigen achtertuin - valt weer meer op en geeft plezier en ontspanning. Dat horen we veelvuldig van onze familie, vrienden en leden. Als natuurvereniging hebben we enorm veel positieve reacties gekregen op de gratis natuureducatie die we aanbieden. Ook de natuurgebieden worden massaal opgezocht de afgelopen maanden. VZW Seniorenzorg Heilige Familie grenst aan het Wijmelbroek, een 3,5 hectare groot natuurgebied beheerd door Natuurpunt Gaverstreke. Vooral bos- en tuinvogels voelen er zich thuis. Met het plaatsen van de voederplek kunnen nu ook minder mobiele gasten genieten van de vogelpracht uit dit gebiedje. We kijken al uit naar de resultaten van de vogeltelling op 30 en 31 januari. Benieuwd hoeveel en welke vogeltjes de bewoners zullen tellen? We houden jullie met plezier op de hoogte via onze facebookpagina: www.facebook. com/npgaverstreke.”

52

Johan Wastijn en Koen Bellers, directeurs in WZC Heilige Familie Deerlijk “Het Coronavirus ontwricht niet alleen ons maatschappelijk en familiaal leven. Ook onze werkrelaties lopen helemaal niet zoals we wensen en onze sociale contacten staan zo goed als onhold. Maar het zijn vooral de kwetsbaren die het meest getroffen worden. Niet alleen de bewoners van de woonzorgcentra en de patiënten in de ziekenhuizen hebben het lastig, maar we mogen niet onderschatten wat het voor de alleenstaande ouderen thuis allemaal betekent. Iedereen die instaat voor de zorg, zowel professionelen als de mantelzorgers, heeft het zwaar te verduren. Er moet niet alleen meer zorg uitgevoerd worden, er zijn ook bijkomende taken op te nemen. Hierbij denk ik vooral aan de psychosociale ondersteuning van alle kwetsbaren die hun familie en vrienden zo missen gedurende al die maanden. Daarom is alle steun en waardering van harte welkom. Hiertoe behoort ook dit initiatief. De voederplanken zijn enerzijds een materiële ondersteuning van onze werking, maar het betekent ook waardering voor iedereen die het nu zo lastig heeft. Onze bewoners zijn van een generatie die vaak dicht bij en met de natuur leefde: eigen tuintje, zelf groenten kweken, dieren houden en verzorgen… Zij genieten nog altijd van een wandeling buiten of van een activiteit in open lucht georganiseerd door onze dienst animatie, ergo of kine. De “Voederplank voor de zorg” zal een extra trekpleister zijn voor onze bewoners van het WZC en zeker ook voor de bewoners van de assistentiewoningen. Ongetwijfeld zal dit ook een aanzet zijn voor gesprekken en sociaal contact. Deze combinatie van buiten zijn, dingen uit de natuur kunnen observeren én gesprekjes onder elkaar, is een ideale mix om het welbevinden van onze bewoners én medewerkers te bevorderen. Dank aan de milde schenkers.”


UIT DE VERENIGINGEN

Frederic Piesschaert, vrijwilliger bij Natuurpunt Waregem “We beseffen maar al te goed dat veel sectoren momenteel enorm hard geraakt worden. We willen graag iets terugdoen voor de maatschappij, waarbij we ook onze missie – het helpen en beschermen van de natuur – niet uit het oog verliezen. Zo is het idee ontstaan om Woonzorgcentrum De Meers dit najaar een hart onder de riem te steken en ze een stukje natuurbeleving aan huis te bieden. NP Waregem heeft een paar jaar geleden, samen met een aantal bewoners van het WZC en leerlingen van het VTI van Waregem, nestkasten gebouwd en opgehangen op het binnenplein. De nieuwe voederplaats is een mooie voortzetting van die samenwerking. De bewoners en hun bezoekers kunnen nu het jaar rond genieten van de vogels in de tuin. Van zodra de corona-situatie het toelaat, zullen we ook een infomomentje voorzien, zodat iedereen weet welke luchtacrobaten er nu precies aan de bollen hangen”.  Ann Herpels, directeur WZC De Meers “Wij zijn trots te horen dat wij uitverkoren zijn uit 160 zorgvoorzieningen om een voederplaats van Vivara te mogen ontvangen. Schitterend nieuws! Familieleden van gebruikers van ons dagverzorgingscentrum hadden de voorbije jaren al eigenhandig kastjes geplaatst en wekelijks voeding aangevuld. Door de heraanleg van de tuin en het terras waren de voederplaatsen echter verdwenen. Onze gebruikers en bewoners kijken ernaar uit om onze kleine gevleugelde vrienden terug aan en af te zien vliegen. Zeker in de huidige tijden waarin

de contacten beperkt worden is het volgen en herkennen van vogeltjes een aangenaam tijdverdrijf. Onze hartelijke dank!” Jan Thomassen, directeur van Vivara “Bij beide zorginstellingen wordt een complete vogelvoederplek geplaatst, voorzien van een voederpaal, reuze voedersilo, voederhuisjes, voer en een nestkast. De winter is een prachtig seizoen om de vogels van dichtbij te aanschouwen, ze zijn veelvuldig te bewonderen in de tuin en zijn druk in de weer om iets lekkers te bemachtigen waardoor ze weer bestand zijn tegen de weersinvloeden van het seizoen. Met een vogelvoederplaats laten de vogels zich nog meer zien. Ik hoop dat zowel bewoners als personeel daardoor af en toe hun zorgen een momentje opzij kunnen zetten om te genieten van al het leven om het huis.”

OVER VIVARA Vivara is dagelijks bezig met het ontwikkelen, produceren en verbeteren van producten voor een diervriendelijke tuin. De behoeften van tuindieren en een hoge kwaliteit staan voorop. Vivara België werkt hierbij exclusief samen met verschillende natuurbeschermingsorganisaties, waaronder Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen. De producten worden verkocht via de eigen webshop Vivara.be, partnershops, in tuincentra en dierenspeciaalzaken. Een deel van de opbrengst wordt afgedragen aan de natuurbeschermingsorganisaties.

↙ De Meers

© Frederic Piesschaert

53•


UIT DE VERENIGINGEN

NATUURBEHEER IN LE VIVIER NATUURPARELTJE KRISTOF SCHELDEMAN

ELS PAUWELS

In het voorjaar van 2017 kocht Natuurpunt 4 ha natte hooilanden in een laaggelegen meersengebied te Escanaffles, een dorpje gelegen in Wallonië net over de taalgrens, en richtte er het natuurreservaat ‘Le Vivier’ op. Kort daarna gebeurde een nieuwe aankoop van een blok van 3 ha moeras in een voormalige populierenaanplant. Deze belangrijke tweede aankoop gaf een boost aan het pas opgestarte reservatenproject. Gezien het reservaat net over de taalgrens ligt, werd samenwerking gezocht met de Waalse natuurorganisaties Ardenne & Gaume (A&G) en Cercles des Naturalistes Belges (CNB) om het reservaat samen te beheren.

NATUURBEHEER Ondertussen heeft het reservaat reeds een oppervlakte van 9 ha. Het natuurbeheer wordt uitgevoerd met de steun van zowel Vlaamse als Waalse vrijwilligers, professionele krachten van de verschillende natuurorganisaties en lokale landbouwers. Via dit artikel willen we eens stilstaan bij het verloop van de uitgevoerde beheerwerken afgelopen jaren.

Le Vivier © Els Pauwels

54

Het natuurbeheer op de natte hooilanden is eenvoudig te organiseren. Het betreft een verderzetting van het vroegere landbouwbeheer waarbij de graslandpercelen 2 maal per jaar worden gemaaid. Belangrijk verschil evenwel is dat bemesting en gebruik van herbiciden niet worden toegestaan en dat late maaidata (ten vroegste vanaf 15 juni) worden gehanteerd zodat de talrijk

aanwezige plantensoorten rustig kunnen bloeien en zaad vormen. Het maaien van natte hooilanden vergt echter enige voorzichtigheid, zeker in Le Vivier waar de hydrologische condities uiterst nat zijn. Je moet als maaier een weerdeskundige zijn die in ons ‘wisselvallig’ België correct een maaiperiode kan vastleggen tijdens een lange droge periode. Maai je te vlug na een neerslagrijk voorjaar, riskeer je diepe sporen te rijden in de nog zompige bodem. Voor deze delicate opdracht werken we samen met drie lokale landbouwers die de hooilanden en zijn vochtige kleibodem door en door kennen. De vastgelegde natuurdoelen in de natte hooilanden zijn vooral botanisch van aard. Een aantal van de aanwezige planten, zoals pijptorkruid, wilde bertram en zeegroene muur zijn behoorlijk zeldzaam in de streek en vallen in Le Vivier op door de grote bedekking die ze halen. Wilde bertram kleurt de hooilanden volledig wit in de zomerperiode en dat is heel bijzonder voor onze streek. Dat recent eveneens enkele exemplaren van de beschermde rietorchis werden aangetroffen geeft ons alleen maar meer enthousiasme om het natuurbeheer verder te zetten. Naast de bloemenpracht zijn de hooilanden eveneens belangrijk voor de populatie moerassprinkhaan die ze herbergen. De nog intacte slotenstructuur die het hooilandgebied doorkruist is ondertussen sterk verland met riet- en zeggenvegetatie en dient in de toekomst geruimd te worden, zodat de sloten opnieuw jaarrond waterhoudend zijn. De aangekochte zone waar tot een aantal jaar terug nog een populierenaanplant stond, vergt veel meer omvormingsbeheer en bezorgt de beheerders af en toe kopzorgen. Het houthakkersbedrijf die


UIT DE VERENIGINGEN

← Vrijwilligers tijdens beheerwerken ↓Moerassprinkhaan © Benoît Gauquie ↓↓Wilde Bertram © Kristof Scheldeman ↙Rietorchis

© Kristof Scheldeman

↙↙ Le Vivier

© Els Pauwels

de populierenkap uitvoerde, pakte het slordig aan en was bij de opkuis enkel geïnteresseerd in de stammen met financiële waarde. Het overige hout, het kruinhout en de kromme stammen, bleven ter plaatse liggen. Op sommige plekken kon je spreken van een achtergebleven reuzenmikado. Kwam er nog bij dat veel van de resterende takken opnieuw begonnen uit te schieten tot nieuwe populierenscheuten. Deze beginsituatie was heel nefast om er het vooropgesteld natuurdoel, de ontwikkeling van een open moeraslandschap met rietland, bloemrijke moerasspirearuigtes en hier een daar wat pockets van vochtig wilgenstruweel, te kunnen realiseren. Om deze situatie recht te zetten en een degelijk maaibeheer te kunnen opstarten in dit gebied, diende heel wat werk verzet te worden. Het achtergebleven populierenhout moest afgevoerd worden, de ondertussen massaal opschietende opslag van populier en schietwilg moest bestreden worden en als het kon, dienden de nog aanwezige populierenstompen weggefreesd te worden. Een ganse opdracht die dankzij de hulp van tientallen Vlaamse en Waalse vrijwilligers en de professionele terreinploeg van Natuurpunt en Ardenne & Gaume tot een goed einde werd gebracht. Anno december 2020 zie je dat de zone ‘gekapt populierenbos’ ontdaan is van zijn ‘houtproductieverleden’ en zich opnieuw kan ontwikkelen tot een natuurlijk moerasbiotoop. Dat het natuurbeheer ook in dit deelgebied met veel enthousiasme wordt uitgevoerd, getuigen de eerste maaiactiviteiten die in 2020 al uitgevoerd werden. De moeraszone zal niet zo intensief gemaaid worden als de hooilanden en zal vooral

gebeuren om verbossing en verruiging tegen te gaan. Blauwborst en rietzanger hebben het nieuw gecreëerde moerasbiotoop ondertussen met meerdere broedkoppels ontdekt en wie weet kunnen we er in de komende jaren een broedende bruine kiekendief verwachten? Het natuurbeheer van Le Vivier zit op de sporen en ook initiatieven om het reservaat verder uit te breiden gaan verder. Zo zijn er momenteel onderhandelingen om het laatste ontbrekende puzzelstukje, een perceel van bijna een hectare groot, aan te kopen zodat le Vivier een aaneengesloten moerasbiotoop van 10 ha groot kan worden. Deze aankoop kan enkel gebeuren met jullie financiële steun. In tijden van Corona hebben we meer dan ooit gevoeld hoe belangrijk natuur is om de batterijen op te laden. Denken jullie erover na om de natuurparel Le Vivier een duurzame toekomst te geven en financieel te ondersteunen? Veel dank daarvoor!

Wij zoeken nog €17.000 voor deze laatste aankoop van dit schitterende gebied. Stort je bijdrage op BE56 293021207588 van Natuurpunt vzw Mechelen met vermelding van projectnummer 5590.

55•


UIT DE VERENIGINGEN

EEN JONGE SNAAK IN DE VLINDERTUIN KURT MEERSCHAERT

↑ Tijl, leerkracht Bregwin

en Kas © Annelies Vandenbussche

De Vlindertuin is een project waar Natuurpunt De Vlasbek al vele jaren mee bezig is. Het is gelegen naast de bibliotheek van Kuurne. Stilaan krijgt het zijn definitieve vorm. Zopas nog in november gebeurde de aanplant van de belevingstuin. En het voorbije voorjaar werd een eerste stap gezet naar de ontwikkeling van een moestuin. Tot de pioniers behoorde Tijl Prinzie. Een interview met deze jonge snaak boordevol enthousiasme kon niet uitblijven …

Stel jezelf even voor. Ik ben Tijl Prinzie, 12 jaar. Ik woon in Kuurne samen met mijn zus Floor, moeder Annelies Vandenbussche en vader Tom Prinzie. Ik ben leerling in het Provinciaal Technisch Instituut te Kortrijk. Wat zijn je hobby’s en interesses?  Ik volg les aan de Codefever Coding Academy. In deze cursus leren we programmeren. Op dit moment is dit al mijn zesde cursus. Daarnaast ben ik een echte klusser. En natuurlijk ben ik ook graag bezig in de natuur. Ik zit in de JNM en tuinieren doe ik heel graag. Wat vind je dan zo leuk aan tuinieren?  Je ziet het resultaat! Het is tof om je zelf aangeplante planten of bloemen te zien groeien. Bovendien kan je het ook samen doen met vrienden zoals in de Vlindertuin.

→ Tijl aan het werk →→ Tijl

© Annelies Vandenbussche

56

Vertel eens wat meer over hoe dat tuinieren in de Vlindertuin begon … Onze meester Bregwin Veys deed een oproep naar wie wou mee helpen tuinieren in een moestuin binnen de Vlindertuin. Deze ligt namelijk net naast de Centrumschool, een basisschool in Kuurne. Ik was thuis al bezig met een eigen moestuin en omdat we tijdens corona niets om handen hadden, zag ik dit helemaal zitten. Het was wel zwaar werk omdat we eerst 2 velden volledig hebben omgespit. En de grond was erg droog! Samen met mijn vriend Kas Vandoorne hebben we heel wat aangeplant. Zo hebben we onder andere radijsjes, paprika en Oost-indische kers gezet. Maar ook sla (deze was superlekker!) en courgette en komkommer. Dat laatste is supergoed gelukt want we kweekten een gigantisch exemplaar van 1 meter lang! Je hebt zelf ook een website gebouwd over die moestuin… Ik wilde vooral oefenen op programmeren (JavaScript, HTML, CSS). En toen dacht ik ja, ik ga dat linken met onze moestuin. Dus heb ik wat uitleg geplaatst over wat we allemaal gekweekt hebben met een paar foto’s en enkele interessante video’s. Wie eens wil kijken kan dit op: www. moestuinieren-for-dummies.tijlprinzie.repl. co/ Tot slot: Heb jij tips voor mensen die goed voor de natuur willen zorgen?  Kijk eens goed rond als je gaat wandelen en raap eens wat zwerfvuil op. En draag zorg voor je planten. Als je een moestuin wil onderhouden, kijk dan eerst en vooral eens op het internet en zoek een zaaikalender. Geef je planten regelmatig water, enz. Noot van de interviewer: Dat zorgt er alvast voor dat jonge plantjes tot prachtige volwassen exemplaren kunnen uitgroeien!


Rodebietenpindasoep De rodebietenpindasoep is één van mijn klassiekers. Veel van mijn vrienden zullen nu bevestigend knikken. De soep is ontstaan op een avond dat de pot pindakaas zich als bij wonder in mijn gezichtsveld bevond tijdens het koken. Een voltreffer, zo bleek. En ik hoop dus ook voor jullie! (uit Kook het seizoen) - Leentje Speybroeck

Ingrediënten voor 4 personen • 500 g rode biet • 150g ui • 1 teen geperste look • 1 el geraspte gember (of 1 el gemberpoeder) • 1 tl chilipoeder • 1 tl currypoeder • 1 tl komijnpoeder • 1 tl korianderpoeder • sap van 1/2 citroen • peper en zout • 1,5 l groentebouillon • 4 el pindakaas • 1 el balsamicoazijn • arachideolie • busseltje verse koriander 1. Versnipper de ui. 2. Schil de rode biet en snijd hem in blokjes. 3. Fruit de ui in arachideolie tot hij glazig wordt. 4. Voeg de rode biet, gember, look en kruiden toe. 5. Roerbak 3 minuten. 6. Blus met balsamicoazijn. 7. Voeg de bouillon toe en laat koken tot de bieten botergaar zijn. 8. Voeg de pindakaas toe, mix de soep glad en breng op smaak met peper en zout. 9. Serveer met verse koriander en getoast sesambrood.

57•


AC T I V I T E I T E N K A L E N D E R Omwille van de maatregelen rond het coronavirus dien je voor activiteiten meestal in te schrijven. Bekijk daarom goed de informatie op de websites: www.natuurkoepel.be - www.natuurpunt.be - www.velt.be of neem contact op met de contactpersoon.

JANUARI 2021 24.01 GEZINSBUBBEL WANDELING: THEMA ROOFVOGELS - NPZ WAAR: B&B De

Deugdzonde, Priesterstraat 2, 8554 Sint-Denijs WANNEER: 13.00 u. - 16.30 u. INFO: eddy.loosveldt@gmail.com of 0477955021

24.01 WINTERWANDELING IN GEZINSBUBBEL – NPDV WAAR: Parking

Sint Pieterszaal , Brugsesteenweg , 8520 Kuurne WANNEER: 14.45 u. – 17.00 u. INFO: di.verhaeghe@telenet.be of 0476/865909

24.01 NATUUR TE KIJK MANDELHOEK - NPDB WAAR: Natuurreservaat

Mandelhoek "schuttershuisje", Waterstraat 6, 8770 Ingelmunster WANNEER: 13.30 u. - 17.00 u. INFO: hendrik.debeuf@debuizerd.be of +32475365955

31.01 VOGELS KIJKEN OP 200 METER VAN DE KERKTOREN - NPGS WAAR: Wijmelbroek, Pontstraat 59, 8540 Deerlijk WANNEER: 9.00 u. - 12.00 u. INFO: info@fotografiepatrick.be of 0475865666

31.01 VOGELS VOEREN EN BELOEREN - NPK WAAR: nec De

Steenoven, Schaapsdreef 29, Kortrijk WANNEER: 8.30 u. - 11.30 u. INFO: natuurpuntkortrijk@telenet.be

FEBRUARI 2021 06.02 BEHEERWERKEN IN DE GAVERS – VILLAPLASJES/ RESERVAAT - NPGS WAAR: Aan de

villaplasjes of het reservaat – zie website en fb WANNEER: 9.00 u. - 12.00 u. INFO: bart.lemey@gmail.com of 0474/516765

06.02 WILGEN KNOTTEN IN HET & 20.02 KADER VAN “BEWILG HET LANDSCHAP” - NPDB WAAR: Particulier,

Bruggestraat 195, 8770 Ingelmunster WANNEER: 8.30 u. - 11.30 u. INFO: hendrik.debeuf@debuizerd.be of +32475365955

07.02 OVERWINTEREN AAN DE GAVERS - NPGS EN PRNC DE GAVERS WAAR: PRNC

De Gavers, Eikenstraat 131, 8530 Harelbeke WANNEER: 9.00 u. - 11.00 u. INFO: felixrodenbach@hotmail.com of 0473/773234

14.02 VOGELKIJKNAMIDDAG IJZERMONDING NIEUWPOORT - NPDV

20.03 BEHEERWERKEN IN HET KANAALBOS - NPGS

WAAR: Parking

Vlaskouter, Vlaskouter, 8520 Kuurne WANNEER: 13.00 u. - 18.30 u. INFO: di.verhaeghe@telenet.be of 0476/865909

14.02 LANDSCHAPS WANDELING - NPK

03.03 BASISCURSUS PLANTEN & 10.03 VOOR BEGINNERS & 20.03 NPGS WAAR: Buurthuis

De Statie, Sint-Jozefsweg 15, 8540 Deerlijk WANNEER: Op woensdag 19.30 u.-22.30 u. en op zaterdag 9.30 u.-12.00 u. INFO: info@fotografiepatrick.be of 0475 86 56 66

06.03 GIDSTOCHT: OP HET LAND EN IN HET WATER NPK I.S.M. DOERAK VZW Kortrijk

07.03 NATUUR WONDER WANDELING – NPGS EN PRNC DE GAVERS WAAR: PRNC

De Gavers, Eikenstraat 131, 8530 Harelbeke WANNEER: 9.00 u. - 11.00 u. INFO: felixrodenbach@hotmail.com of 0473/773234

14.03 LANSCHAPSWANDELING TIELT - NPDV WAAR: Parking

Vlaskouter, Vlaskouter, 8520 Kuurne WANNEER: 13.30 u. - 17.00 u. INFO: di.verhaeghe@telenet.be of 0476/865909

14.03 GELEIDE WANDELING NATUURDOMEIN MANDELHOEK - NPDB Mandelhoek "schuttershuisje", Waterstraat 6, 8770 Ingelmunster WANNEER: 9.30 u. - 11.30 u. INFO: hendrik.debeuf@debuizerd.be of +32475365955

19.03 AVOND NATUUR FOTOGRAFIE - NPDV WAAR: Parking

Sint Pieterszaal Kuurne, Brugsesteenweg, Kuurne WANNEER: 19.30 u. - 22.30 u. INFO: di.verhaeghe@telenet.be of 0476/865909

20.03 BEHEERWERKEN IN HET BRAEBOS - NPGS Natuurpunt Zwevegem (Sint- Pietersbrugske), Kraaibosstraat, 8550 Zwevegem WANNEER: 8.00 u. - 12.00 u. INFO: danny.deceukelier@telenet.be of 056/75 61 39

MAART 2021

WAAR: Natuurreservaat

Kanaalbos, Bosdreef 46, 8530 Harelbeke WANNEER: 9.00 u. - 12.00 u. INFO: dirknaert@telenet.be of 0489 23 30 76

WAAR: Loods

WAAR: Start aan Kooigemplaats Kortrijk WANNEER: 14.00 u. INFO: natuurpuntkortrijk@telenet.be

WAAR: Hof te Coucx, Cannaertstraat 30, WANNEER: 14.30 u. - 16.30 u. INFO: natuurpuntkortrijk@telenet.be

WAAR: Ingang

27.03 UILEN HERKENNEN EN UILEN ZIEN TIJDENS EARTH HOUR - NPZ WAAR: De Freezebeeze,

Sint-Denijsstraat 23, 8550 Zwevegem WANNEER: 19.00 u. - 21.00 u. INFO: lieven.vuylsteke@telenet.be of 0475 952783

APRIL 2021 04.04 NATUURWANDELING AAN BERGELEN THEMA: LANDSCHAPS LEZEN - NPWE WAAR: NEC De Rand, Rijksweg 1, 8560 Gullegem WANNEER: 15.00 u. - 17.00 u. INFO: kristina@natuurkoepel.be of 0479514317

04.04 WANDELING: AMFIBIEËN – NPGS EN PRNC DE GAVERS WAAR: PRNC

De Gavers, Eikenstraat 131, 8530 Harelbeke WANNEER: 9.00 u. - 11.00 u. INFO: felixrodenbach@hotmail.com of 0473/773234

11.04 GELEIDE WANDELING MANDELHOEK - NPDB WAAR: Natuurdomein

Mandelhoek "schuttershuisje", Waterstraat 6, 8770 Ingelmunster WANNEER: 9.30 u. - 11.30 u. INFO: hendrik.debeuf@debuizerd.be of +32475365955

15.04 GELEIDE WANDELING I.S.M. UZIEN - NPGS WAAR: Uzien, De Cassinastraat 10, 8540 Deerlijk WANNEER: 19.00 u. - 20.30 u. INFO: chris.benoit@telenet.be of 0485148655

Omwille van de huidige covid-19 maatregelen kunnen er voorlopig geen wandelingen noch microscopiesessies van Mycologia Zuid-West-Vlaanderen doorgaan. Als de situatie verbetert, en er mogen terug activiteiten doorgaan, zal dit meegedeeld worden via onze website www.Mycologia.eu, waar alle nuttige informatie beschikbaar is.”


NK Natuur.koepel vzw NPA Natuurpunt Avelgem NPDB Natuurpunt De Buizerd vzw NPDV Natuurpunt De Vlasbek vzw NPDL Natuurpunt De Leiemeersen NPGS Natuurpunt Gaverstreke NPK Natuurpunt Kortrijk NPKA Natuurpunt Krekel Anzegem NPW Natuurpunt Waregem NPWE Natuurpunt Wevelgem NPZ Natuurpunt Zwevegem VELTH Velt Harelbeke-Kuurne-Waregem VELTK Velt Team Eetbaar Kortrijk VELTW Velt Wevelgem-Menen VELTZ Velt Zwevegem-Kortrijk HYLA Amfibieën- en reptielenwerkgroep IWG Insectenwerkgroep GEO Werkgroep Geologie en Landschap MYC Werkgroep Mycologia SWG Steenuilenwerkgroep PWG Plantenwerkgroep VWG Vogelwerkgroep ZWG Zoogdierenwerkgroep WGTW Werkgroep Trage Wegen BWG Bijenwerkgroep SOL Sol Suffit WNF Werkgroep Natuurfotografie

L ID WORD E N / S T E U N E N administratie. NATUUR.KOEPEL VZW Wie lid is van Natuurpunt is automatisch Freddy Deckers, Jan Breydellaan 94, Kortrijk, 0477/50 82 02 lid van Natuur.koepel en ontvangt Klimop. Andere lidverenigingen voorzien leden@natuurkoepel.be een combiformule. STEUNEN NATUURPUNT Steun aankopen in de regio met een gift Natuurpunt is de vereniging voor natuur aan het Natuurfonds ‘Natuur van bie oes’ en landschap in Vlaanderen. op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt vzw met vermelding: LID WORDEN VAN Fonds Zuid-West-Vlaanderen - F-04015. NATUURPUNT Vanaf 40 euro krijg je een fiscaal attest Stort 30 euro op BE17 2300 0442 toegestuurd. 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Info op www.natuurpunt.be/lidworden LID WORDEN VAN VELT Info op www.velt.nu LID WORDEN VAN JNM Info op www.jnm.be VERHUISD? Neem contact op met de leden-

GROND VERKOPEN? Heb je een stukje grond liggen dat je graag zou verkopen aan Natuurpunt? Neem contact op met Eddy Loosveldt (0477 95 50 21 of eddy.loosveldt@ gmail.com).

L I DVERE N IG IN G E N NATUURPUNT AVELGEM Pol Wannyn, Nieuwstraat 10/D, Avelgem 0497/45 52 99 polwannyn@ skynet.be NATUURPUNT DE BUIZERD VZW Hendrik Debeuf, Bruggestraat 195, Ingelmunster 0475/36 59 55 - hendrik.debeuf@ telenet.be NATUURPUNT DE LEIEMEERSEN Jozef Bousse, Moeskroenstraat 368, Menen 0476/47 78 31 - voorzitter@natuurpuntdeleiemeersen.be NATUURPUNT DE VLASBEK VZW Jan Vanaverbeke, Kouterstraat 38, Kuurne 0494/35 90 94 - jvanaverbeke@ naturalsciences.be NATUURPUNT GAVERSTREKE Yann Feryn, Desselgemstraat 75, Deerlijk 0495/21 57 72 - yann@ferynjan.be NATUURPUNT KORTRIJK Trees De Prest, Maandagveld 5, Kortrijk 0485/95 87 60 - cats@telenet.be NATUURPUNT KREKEL ANZEGEM Griet Couvreur, Blaarhoekstraat 29, Anzegem 0484/02 93 70 - griet.couvreur@ scarlet.be NATUURPUNT WAREGEM Peter Depodt, Aststraat 35, Waregem

0472/33 31 24 - depodt@scarlet.be NATUURPUNT WEVELGEM Patrick Gheysens, Tombroekstraat 40, Gullegem 056/41 77 22 - gheysens. foulon@skynet.be NATUURPUNT ZWEVEGEM Bavo De Clercq, Kortrijkstraat 56, 8550 Zwevegem, 0476 664 678, bavo.de.clercq@telenet.be VELT HARELBEKE-KUURNE-WAREGEM Robert Schouttetens, Wijdhagestraat 128, Harelbeke, 056/71 86 12 robert.schouttetens@telenet.be VELT KORTRIJK-ZWEVEGEM Martin Raepsaet, Oude Bellegemstraat 89, Zwevegem, 0477/40 91 17 martin.raepsaet@gmail.com VELT WEVELGEM-MENEN Wilfried Samaey, Neuvillestraat 34, Rekkem, 056/41 23 55 wsamaey@edpnet.be JNM KORTRIJK Julie Detavernier, Hoogstraat 26, Sint-Denijs, 0499/43 36 15 julke268554@hotmail.com JNM LEIEVALLEI Klara Bolckmans, Torenpark 3, Petegemaan-de-Leie, 0479/02 74 40 klara.bolckmans@gmail.com JNM ROESELARE Robbe Cool, Pieter Pruimstraat 27, Izegem, 0470/48 14 33 robbecool10@hotmail.com

T H EMAT I SCH E REGI OWERKGRO EP EN AMFIBIEËNWERKGROEP ‘HYLA’ Mario Manhaeve Wijdhagestraat 125, Harelbeke 0475/36 87 20 - hyla@natuurkoepel.be BIJENWERKGROEP Secretariaat Natuur.koepel vzw Warande 9, Heule 056/36 28 04 bijenwerkgroep@natuurkoepel.be INSECTENWERKGROEP Roeland Libeer Kleine Bissegemstraat 6, Wevelgem 0476/69 59 99 roeland.libeer@telenet.be WERKGROEP NATUURFOTOGRAFIE Secretariaat Natuur.koepel vzw Warande 9, Heule, 056/36 28 04 werkgroepnatuurfotografie@natuurkoepel.be PADDENSTOELENWERKGROEP ‘MYCOLOGIA’ Christine Hanssens Jan Breydellaan 94, Kortrijk 0477/50 82 02 christine.hanssens@gmail.com PLANTENWERKGROEP Piet Missiaen Wielewaallaan 23, Kortrijk 056/20 51 77 piet.missiaen@pandora.be SOLSUFFIT VZW Kristina Naeyaert Normandiëstraat 178, Wevelgem 0479/51 43 17 - info@solsuffit.be STEENUILENWERKGROEP Ludo Braeckman Stedemansakker 1, Roeselare 0475/38 78 04 steenuilenwerkgroep@natuurkoepel.be VOGELWERKGROEP Wouter Verwee, Hinnestraat 22 B, Zwevegem 0474/04 07 86 - vwg@natuurkoepel.be WERKGROEP GEOLOGIE EN LANDSCHAP Erwin Decoene G. Gezellestraat 15, Wevelgem 0495/24 88 79 - erwin.d@telenet.be WERKGROEP TRAGE WEGEN Secretariaat Natuur.koepel vzw Warande 9, Heule 056/36 28 04 tragewegen@natuurkoepel.be ZOOGDIERENWERKGROEP Brecht Demasières Kanonstraat 46, Kortrijk 0496/37 92 80 zoogdierenwerkgroep@natuurkoepel.be

ME T D E S T E U N VA N

Natuur.koepel vzw is de overkoepelende organisatie van natuur- en milieuverenigingen in Zuid-WestVlaanderen. Natuur.koepel overkoepelt 16 vrijwilligersorganisaties in Zuid-West-Vlaanderen. Vrijwilligers uit deze aangesloten lidverenigingen vormen daarnaast 11 thematische regiowerkgroepen. Natuur.koepel vzw wil van Zuid-West-Vlaanderen een groene en duurzame leefomgeving maken.

CO NTACT EER ONS SECRETARIAAT Warande 9, 8501 Heule contact Nele Devriendt, Beleids- en verenigingsmedewerker e-mail nele@natuurkoepel.be tel 056/36 28 04 gsm 0487/64 45 85 open Van maandag t.e.m donderdag van 9u-12u en van 13u-16u. Vrijdag bereikbaar via gsm. web www.natuurkoepel.be klimop.flits Voor up-to-date informatie uit de regio: abonneer je op de digitale nieuwsbrief Klimop.flits. Stuur een mail naar flits@natuurkoepel.be. facebook www.facebook.com/natuurkoepel twitter www.twitter.com/natuurkoepel issuu www.issuu.com/natuurkoepel instagram www.instagram.com/natuur.koepel/ rekeningnr. BE45 7755 7540 1189 MAATSCHAPPELIJKE ZETEL Normandiëstraat 178, 8560 Wevelgem contact Kristina Naeyaert, voorzitter e-mail kristina@natuurkoepel.be tel 056/40 19 79 gsm 0479/51 43 17

CO LO FO N KLIMOP Kwartaal tijdschrift van Natuur.koepel vzw 31ste jaargang nr 1, januari - februari - maart 2021 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Emmanuel Desmet, Warande 9, 8501 Heule, 0499/19 89 49 emmanuel@natuurkoepel.be REDACTIE klimop@natuurkoepel.be Claudine Decocker, Virginie De Coene, Thijs Calu, Els Deprez, Emmanuel Desmet, Angélique Vandewiele, Yann Feryn, Dirk Libbrecht, Kristina Naeyaert, Joke Libbrecht, Maarten Tavernier, Nele Devriendt, Luc Vergaerde ARTIKELS De auteurs dragen de volle verantwoordelijkheid voor de inhoud van hun teksten. De redactie heeft het recht de artikels in te korten. Overname van teksten en illustraties mag mits toelating van de redactie en bronvermelding ‘Klimop - Natuur.koepel vzw’. DEADLINE Artikels voor de volgende klimop moeten uiterlijk op de redactie zijn op 18 februari 2021. Het volgende nummer verschijnt begin april 2021. Inzendingen kunnen mogelijk ook een plaats krijgen in de nieuwsbrief. PUBLICITEITSVERANTWOORDELIJKE Nele Devriendt - nele@natuurkoepel.be OPLAGE 6250 exemplaren EINDREDACTIE EN VORMGEVING Emmanuel Desmet - emmanuel@natuurkoepel.be Angélique Vandewiele - info@intruxx.be DRUK Drukta NV, Walle 109, 8500 Kortrijk 056/23 45 67 - info@drukta.be DRUKPROCES Het drukken van Klimop verloopt 100% isopropylalcoholvrij, met biologische inkten en chemievrije drukvormvervaardiging op FSC gecertificeerd papier. Klimop enkele digitaal ontvangen? Stuur een mail naar nele@natuurkoepel.be



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.