29
sep
2020
Eind juni stelden het stadsbestuur en het OCMW Brugge het “Noodfonds armoede” voor. Dat kreeg van de Vlaamse regering 225.223,09 euro toegekend. Met dit fonds worden projecten gesubsidieerd die in de nasleep van de coronacrisis kwetsbare doelgroepen ondersteunen. Een jury koos elf organisaties uit die elk een deel van dat bedrag ontvangen om hun werking te ondersteunen.
De coronacrisis is nog niet achter de rug, en dagelijks worden we geconfronteerd met de zware impact van de pandemie. “De gevolgen slaan diepe kraters op alle vlakken,” zegt burgemeester Dirk De fauw. “In april pakten we met het stadsbestuur al uit met een relanceplan om de nodige impulsen en ondersteuning te bieden. In juni lanceerden we het ‘Stedelijk noodfonds vrije tijd’ en het ‘Noodfonds armoede’. Met dit laatste moeten wij de uitdagingen op het vlak van lokale armoedebestrijding als gevolg van corona kunnen aangaan. De meest kwetsbare mensen in onze stad willen wij maximaal helpen en ondersteunen.”
Het “Noodfonds armoede” is een antwoord op de sociale noden die opduiken als gevolg van de coronacrisis. “Mensen in kansarmoede worden het hardste getroffen,” zegt schepen van Sociale zaken en voorzitter van Mintus Pablo Annys. “Verenigingen en middenveldorganisaties die rond dit thema werken, konden projectvoorstellen indienen om dit acute probleem aan te pakken.”
Een jury koos elf organisaties uit die ieder een deel van de 225.223,09 euro in het Noodfonds armoede ontvangen om hun werking te ondersteunen. Het gaat om: Welzijnsschakel Integraal, CAW, FMDO vzw, Mamastart (vzw BISZ), PZ Onzelievevrouw, vzw Pietje Pek, Welzijnsschakel Kantel, Ûze Plekke, Familiezorg West-Vlaanderen vzw, vzw Oranje en vzw Wieder.
Schepen van Welzijn Martine Matthys: “De jury, waar ik naast onder meer schepen Pablo Annys en de adjunct-algemeendirecteur bevoegd voor de cluster Zorg en welzijn deel van uitmaakte, liet de keuze vallen op elf Brugse organisaties die met bruikbare en inspirerende voorstellen op middellange en lange termijn het verschil zullen maken voor wie het nu moeilijk heeft in Brugge.”