Voorganger steelt de show in Minnertsga
Minnertsga is een dorpje in het noordwesten van Friesland, tien kilometer ten noorden van Franeker, niet ver van de Waddenzee. Vanouds was Minnertsga overwegend protestants met vier variaties hervormd en gereformeerd. In Minnertsga woonden ook enkele tientallen vrij-evangelischen, een blijmoedig orthodox gezelschap dat op zondag bij de Vrije Evangelische Gemeente in Franeker ter kerke ging.
In 1964 besloten de vrije evangelischen van Minnertsga een eigen gemeente te stichten. Zij werden daarin gesteund door Hans Veenendaal, naar eigen zeggen een leerling van een bekende evangelist uit Emmeloord. Veenendaal was vlot, charmant en welbespraakt. Algauw leidde hij de samenkomsten van de vrij-evangelischen in Minnertsga in het woonhuis van ouderling Nagel. Hoewel Veenendaal nog niet was afgestudeerd als predikant, maakten zijn preken indruk. Gekleed in een toga leek Veenendaal een volwaardig predikant.
Het was daarom een zware tegenslag toen de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, waarbij de jonge gemeente was aangesloten, Veenendaal het preken verbood. Was het omdat hij nog niet was afgestudeerd? Of was het waar, zoals werd beweerd, dat Veenendaal in de gevangenis gezeten had?
In elk geval trokken de vrij-evangelischen van Minnertsga zich er niets van aan. Ze scheidden zich af en vormden een zelfstandige gemeente. Onder leiding van Hans Veenendaal bouwden ze een kerkje aan de Kerkstraat, dat in juli 1965 in gebruik genomen werd. Veenendaal liet een mooie preekstoel timmeren en kocht een orgel, avondmaalszilver en een Citroën, type snoek, om de verspreid wonende gemeenteleden vaak en snel te kunnen bezoeken. Over de kosten moest de gemeente zich geen zorgen maken, zei Veenendaal. Hij organiseerde vele collectes, waarover hij indringend de zegen afsmeekte. Een pastorie had Veenendaal niet nodig, want hij was in de kost bij een bejaarde dame, zuster Douma. Haar huis noemde hij zijn pastorie.
De gemeente geloofde hem graag, ook nadat garagehouder Wiersma de Citroën in beslag genomen had, omdat de auto niet betaald werd. Zuster Douma, de hospita, kreeg argwaan, omdat ze voortdurend werd gebeld door de schuldeisers van haar kostganger: hij had vooral veel bloemen en benzine op krediet gekocht. Maar de gemeente geloofde zuster Douma niet.
In september 1965 stond de gemeente inmiddels voor meer dan 35.000 gulden in de schuld. Dat was niet het enige. Hans Veenendaal liet zich nauwelijks meer zien. Alleen op zondagochtend hield hij een vlammende preek, waarna hij weer verdween.
In oktober werd Veenendaal gearresteerd. Hij werd verdacht van fraude en oplichting. Het geld dat hij met leningen en collectes had vergaard, had hij verpatst in Amsterdam, waar hij een bekende verschijning was in het uitgaansleven.
Veenendaal werd veroordeeld, maar veel gemeenteleden geloofden in zijn onschuld en bleven hem trouw. De gemeente werd in 1967 failliet verklaard en opgeheven. ?
wat
een parkeerterrein nabij een kerk
waar
in Minnertsga, in het noordwesten van Friesland
waarom
hier stond in 1965 het houten kerkje van de vrij-evangelischen en vooral hun ‘voorganger’ Hans Veenendaal