‘Opgegroeid in Tongeren’

© Photo: Tom Palmaers

Geen profrenner in het Ronde van Limburg-peloton zal zondag zo vertrouwd zijn met de wegen in en om Tongeren als Amaury Capiot. ‘Ik weet hier elk putje liggen’, bekent de 21-jarige neoprof. ‘Vandaar dat ik mik op de top tien, al hoop ik stiekem op meer.’

Rob RODIERS

Het peloton passeert zondag tweemaal Amaury’s voormalige ouderlijke huis in Rijkhoven. De zoon van oud-prof Johan gidst ons door het glooiende Haspengouw. Volgens Capiot is het vooral opletten geblazen op volgende cruciale punten.

Alden Biesen (nog 155 km)

Dat Amaury Capiot de goede vorm te pakken heeft, blijkt wanneer de nummer vier van de jongste Velothon Berlijn (categorie 1.1) met gemak de stenen temt van de Maastrichterallee die dwars over het domein van landcommanderij Alden Biesen naar het Apostelhuis klimt.

‘Een doortocht die uitnodigt om een eerste bommetje te droppen na één uur koers’, meent Amaury. ‘De eerste 300 meter zijn nog relatief vlak. De laatste drie hectometers lopen tot zes procent omhoog. Ik zal goed gepositioneerd moeten opdraaien, zodat ik kan zien wie hier het hazenpad kiest.’

Thier Bégot (nog 125 km)

Een nieuwe klim, net over de taalgrens. ‘Deze beklimming langs de E313 richting Elst is een bekende testklim van mij’, verklapt Amaury. ‘Ik ben niet voor niets King of the Mountain (KOM) van de Thier Bégot op Strava.’ (Strava is een applicatie waarmee fietsers hun prestaties met elkaar kunnen vergelijken over bepaalde trajecten, nvdr) ‘Op deze klim test ik graag hoe het met mijn conditie gesteld is.’

Keiberg (nog 84 km)

Na een glooiende passage door het Jekerdal en de beklimming van de Slingerberg in Kanne keert de karavaan terug richting Bilzen, waar de tweede doortocht over het drieluik Letenberg-Maastrichterallee-Keiberg wacht.

‘Indien het peloton vroeg in de koers drie à zeven renners wat ruimte gunt, dan zal er bij de tweede doortocht weinig spectaculairs gebeuren. Draaien we hier met een compact peloton binnen, dan kan de Keiberg als springplank dienen voor renners die zich willen afscheuren.’ ‘Op zich is deze klim niet zo lastig. Als je vijftien keer stevig doortrapt, ben je boven, ondanks een steil stuk van 12 procent net voor de top.’

Kasseien van Horpmaal (nog 50 km)

Nooit eerder lagen de stenen van Heks en Horpmaal zo dicht bij de finish als dit jaar. ‘Hier breekt de wedstrijd elk jaar weer open’, weet Amaury, ‘zeker als de wind hier gunstig staat om een waaier te trekken en je nadien met rugwind richting Kolmontberg kunt vlammen.’ ‘De strook van Horpmaal is zo lastig omdat die 1,5 kilometer vals plat omhoog loopt. Naarmate je het plateau nadert, krijg je het gevoel dat je benen op ontploffen staan. Het plaveisel mag dan wel uit kinderkopjes bestaan, ze bollen voor geen meter.’ ‘Als je een verkeerd spoor kiest, rij je van put naar put. Wie hier lek rijdt, kan het al helemaal schudden. Na Horpmaal valt de koers nooit meer stil.’

Aankomst op ‘Broekberg’

Tien kilometer na de kasseistroken draaien de renners het plaatselijke parcours rond Tongeren op. ‘Een licht lopende omloop. Zowel de Kolmontberg als de slotklim, Broekberg, kan je met de grote plateau naar boven sprinten.’ Wie in de slotronde de slotklim niet in de eerste tien aanvat, heeft volgens Capiot een serieus probleem. ‘Omdat je dan niet kan mee schuiven met de golf renners die sowieso nog van achteruit komt. Wie te ver zit, raakt ingesloten.’ ‘De slotsprint verloopt in twee fasen. Eerst is er de rush naar de laatste bocht – een positie bij de eerste vijf is een must – waarna je een tand groter moet schakelen voor de laatste 180 meter. Alleen wie in die laatste hectometer nog kan accelereren, heeft winstkansen.’

‘Mijn debuutseizoen bij de profs verloopt tot dusver boven verwachting, vandaar dat ik mik op de top tien, al hoop ik stiekem op meer. Het feit dat ik elke put weet liggen, speelt in mijn voordeel.’

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus