Staatsblad Moniteur - FaillissementsDossier.nl

MONITEUR 

BELGE 

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la 

loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les 

articles 4à8delaloiportant des dispositions diverses du 

20 juillet 2005. 

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : 

www.moniteur.be 

Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 

1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme 

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 

179e ANNEE N. 2 

179e JAARGANG 

LUNDI 5 JANVIER 2009 

SOMMAIRE 

Lois, décrets, ordonnances et règlements 

Cour constitutionnelle 

Extrait de l’arrêt n° 180/2008 du 11 décembre 2008, p. 116. 

Verfassungsgerichtshof 

Auszug aus dem Urteil Nr. 180/2008 vom 11. Dezember 2008, S. 119. 

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 

18 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention 

collective de travail du 11 juin 2008, conclue au sein de la 

Commission paritaire des pompes funèbres, modifiant la convention 

collective de travail du 24 septembre 2007 concernant les conditions de 

rémunération et de travail, p. 124. 


collective de travail du 24 septembre 2007, conclue au sein de la 

Commission paritaire des pompes funèbres, concernant les conditions 

de travail et de rémunération, p. 126. 

Gouvernements de Communauté et de Région 

Communauté française 

Ministère de la Communauté française 

6 NOVEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté 

française portant approbation du règlement d’ordre intérieur des 

commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, 

artistique et de promotion sociale officiels subventionnés, p. 139. 

BELGISCH 

STAATSBLAD 

INHOUD 

MAANDAG 5 JANUARI 2009 

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen 

Grondwettelijk Hof 

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de 

programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de 

artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse 

bepalingen van 20 juli 2005. 

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : 

www.staatsblad.be 

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 

1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme 

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 

Uittreksel uit arrest nr. 180/2008 van 11 december 2008, bl. 112. 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 

18 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 

wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 

11 juni 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, 

tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

24 september 2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, bl. 124. 

19 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 

wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 

2007, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, 

betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden, bl. 126. 

Gemeenschaps- en Gewestregeringen 

Franse Gemeenschap 

Ministerie van de Franse Gemeenschap 

6 NOVEMBER 2008. — Besluit van de Regering van de Franse 

Gemeenschap houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement 

van de zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen in het 

gewoon en gespecialiseerd officieel gesubsidieerd secundair onderwijs, 

officieel gesubsidieerd kunstsecundair onderwijs met volledig leerplan, 

officieel gesubsidieerd kunstonderwijs en officieel gesubsidieerd onderwijs 

voor sociale promotie, bl. 141. 

96 pages/bladzijden

110 MONITEUR BELGE − 05.01.2009 − BELGISCH STAATSBLAD 


française portant approbation du règlement d’ordre interieur des 

commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 


artistique et de promotion sociale libres subventionnés, de caractère 

confessionnel, p. 141. 


française portant approbation du règlement d’ordre intérieur des 

commissions zonales de gestion des emplois pour l’enseignement 

préscolaire et primaire officiel subventionné, ordinaire et specialisé, 

p. 143. 


française portant approbation du règlement d’ordre intérieur de la 

commission zonale de gestion des emplois pour l’enseignement 

préscolaire et primaire libre subventionné, ordinaire et spécialisé de 

caractère non confessionnel, p. 145. 


française portant approbation du règlement d’ordre intérieur de la 

commission zonale de gestion des emplois pour les enseignements 


artistique et de promotion sociale libres subventionnés, de caractère 

non confessionnel, p. 147. 

Autres arrêtés 

Service public fédéral Mobilité et Transports 

Personnel. Nomination, p. 150. — Personnel. Nomination, p. 150. 

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement 

19 DECEMBRE 2008. — Arrêté ministériel allouant une subvention à 

l’ASBL Alfa à l’appui d’un projet concernant « CAMELEON »édition 

d’un conte pour enfants de parents toxicomanes et formation des 

professionnels et famille à son utilisation, p. 150. 


l’ASBL VAD à l’appui d’un projet concernant l’amélioration de la 

qualité de l’aide aux toxicomanes, p. 152. 


l’ASBL Infor-Drogues à l’appui d’un projet concernant un outil de 

prévention pour les enfants (10-12 ans) consacré au thème des 

assuétudes, p. 153. 


l’ASBL IDA à l’appui d’un projet concernant le développement de 

lignes directives pour la détection précoce et de petits conseils en 

relation avec les risques liés à la consommation d’alcool pendant la 

conception, la grossesse et l’allaitement, p. 155. 


l’ASBL « De Sleutel »àl’appui d’un projet concernant le renfort de la 

quantité et de la qualité dans la prévention, la détection précoce et la 

prise en charge, p. 157. 


l’ASBL Centre Autrement à l’appui d’un projet concernant familles et 

assuétude : prise en charge et sensibilisation, p. 158. 

Service public fédéral Justice 

Ordre judiciaire, p. 160. — Ordre judiciaire. Ordres nationaux, 

p. 161. 




gewoon en gespecialiseerd confessioneel vrij gesubsidieerd secundair 

onderwijs, confessioneel vrij gesubsidieerd kunstsecundair onderwijs 

met beperkt leerplan, confessioneel vrij gesubsidieerd kunstonderwijs 

en vrij gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie, bl. 143. 




gewoon en gespecialiseerd officieel gesubsidieerd voorschools en lager 

onderwijs, bl. 145. 



van de zonale commissie voor het beheer van de betrekkingen in het 

gewoon en gespecialiseerd niet confessioneel vrij gesubsidieerd voorschools 

en lager onderwijs, bl. 147. 



van de zonale commissie voor het beheer van de betrekkingen in het 

gewoon en gespecialiseerd niet confessioneel vrij gesubsidieerd secundair 

onderwijs, niet confessioneel vrij gesubsidieerd kunstsecundair 

onderwijs met beperkt leerplan, niet confessioneel vrij gesubsidieerd 

kunstonderwijs en niet confessioneel vrij gesubsidieerd onderwijs voor 

sociale promotie, bl. 149. 

Andere besluiten 

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 

Personeel. Benoeming — Personeel. Benoeming, bl. 150. 

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu 

19 DECEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot toekenning van een 

subsidie aan de VZW Alfa inzake een project met betrekking tot 

« CAMELEON » uitgave van een verhaal voor kinderen van verslaafde 

ouders en opleiding van de professionelen en familie met betrekking tot 

het gebruik ervan, bl. 150. 


subsidie aan de VZW VAD inzake een project met betrekking tot de 

kwaliteitsbevordering in de verslavingszorg, bl. 152. 


subsidie aan de VZW Infor-Drogues inzake een project met betrekking 

tot een preventietool voor kinderen (10-12 jaar) over het thema 

verslavingen, bl. 153. 


subsidie aan de VZW IDA inzake een project met betrekking tot de 

ontwikkeling van richtlijnen voor vroegdetectie en kort advies betreffende 

de risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en 

borstvoeding, bl. 155. 


subsidie aan de VZW De Sleutel inzake een project met betrekking tot 

het versterken van kwantiteit en kwaliteit in de preventie, vroegdetectie 

en hulpverlening, bl. 157. 


subsidie aan de VZW « Centre Autrement » inzake een project met 

betrekking tot gezinnen en verslaving : behandeling en sensibilisatie, 

bl. 158. 

Federale Overheidsdienst Justitie 

Rechterlijke Orde, bl. 160. — Rechterlijke Orde. Nationale Orden, 

bl. 161.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

9 DECEMBRE 2008. — Arrêté ministériel nommant un membre 

suppléant du Conseil d’Etablissement, p. 161. 

Personnel et Organisation. Mise à la retraite, p. 161. 

Gouvernements de Communauté et de Région 

Région wallonne 

Service public de Wallonie 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles 

et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à 

l’enregistrement de la « NV Renovius », en qualité de collecteur et de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 162. — Direction 

générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. 

Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de 

la « BVBA sg. Pallets », en qualité de collecteur et de transporteur de 

déchets autres que dangereux, p. 163. — Direction générale opérationnelle 

Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office 

wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « gcv tpt 

De Boeck », en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres 

que dangereux, p. 165. — Direction générale opérationnelle Agriculture, 

Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des 

déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SARL Sattam vert, en 

qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 166. — 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et 

Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement 

de la SA « Safety Kleen Belgium », en qualité de transporteur 

de déchets autres que dangereux, p. 168. 

Avis officiels 

Cour constitutionnelle 

Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, p. 169. 

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 

9 DECEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot benoeming van een 

plaatsvervangende lid van de Vestigingsraad, bl. 161. 

Personeel en Organisatie. Pensionering, bl. 161. 

Officiële berichten 

Grondwettelijk Hof 

Verfassungsgerichtshof 

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, S. 170. 

Pouvoir judiciaire 

Tribunal de commerce de Bruxelles, p. 170. — Tribunal de commerce 

de Malines, p. 170. 

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce 

sommaire mais figurent aux pages 172 à 204. 

MONITEUR BELGE − 05.01.2009 − BELGISCH STAATSBLAD 

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 

6 januari 1989, bl. 170. 

Rechterlijke Macht 

111 

Rechtbank van koophandel te Brussel, bl. 170. — Rechtbank van 

koophandel te Mechelen, bl. 170. 

Gemeenschaps- en Gewestregeringen 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Vlaamse 

Gewest 

Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk 

De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (parlementaire 

vergadering van de Brusselse Vlamingen) organiseert een vergelijkend 

wervingsexamen voor indiensttreding op korte termijn en met het oog 

op de samenstelling van een tweejarige wervingsreserve voor volgende 

functie : 1 keuken- en zaalmedewerker (m/v) (in de graad van 

aangestelde — niveau C), bl. 171. 

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden 

niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van 

bl. 172 tot bl. 204.

112 MONITEUR BELGE — 05.01.2009 — BELGISCH STAATSBLAD 

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 

N. 2009 — 3 

GRONDWETTELIJK HOF 

Uittreksel uit arrest nr. 180/2008 van 11 december 2008 

[2008/204635] 

Rolnummer 4386 

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 16, 17, 21, 26 en 39 van de wet van 15 mei 2007 op de Algemene 

Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten, 

ingesteld door Alex Bruyninckx. 

Het Grondwettelijk Hof, 

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, 

J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter 

M. Bossuyt, 

wijst na beraad het volgende arrest : 

I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging 

Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 15 december 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie 

is ingekomen op 17 december 2007, heeft Alex Bruyninckx, wonende te 1740 Ternat, Neerveldlaan 54, beroep tot 

vernietiging ingesteld van de artikelen 16, 17, 21, 26 en 39 van de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en 

houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten (bekendgemaakt 

in het Belgisch Staatsblad van 15 juni 2007, derde editie). 

(...) 

II. In rechte 

(...) 

Ten aanzien van de bestreden bepalingen 

B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 16, 17, 21, 26 en 39 van de wet van 15 mei 2007 

op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de 

politiediensten (hierna : Wet op de Algemene Inspectie). Die artikelen bepalen : 

« Art. 16. De bevordering door verhoging in graad kan ook geschieden door de benoeming in een vacante 

betrekking van hoger officier bij de Algemene Inspectie ». 

« Art. 17. Voor de bevordering door verhoging in graad binnen de Algemene Inspectie, wordt het lid van de 

Algemene Inspectie, benoemd in de graad van commissaris van politie, dat na vijf jaar dienst bij de Algemene Inspectie, 

een laatste evaluatie met de vermelding ’ goed ’ in het kader van dit artikel heeft verkregen vanwege een commissie 

door de Inspecteur-generaal met dit opzicht ingesteld binnen de Algemene Inspectie, vrijgesteld van de voorwaarde 

bedoeld in artikel 32, 3 o , van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de 

personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten. 

Na tien jaar dienst bij de Algemene Inspectie is huidig artikel eveneens van toepassing voor de bevordering door 

verhoging in graad in de schoot van de politiediensten. Het betrokken personeelslid geniet gedurende twee jaar de 

selectietoelage zoals voorzien in het statuut van het personeel van de politiediensten. 

De commissie waarvan sprake in dit artikel wordt georganiseerd door de Koning. » 

« Art. 21. Het personeelslid dat kandidaat is voor een binnen het Rijk uit te oefenen betrekking in de politiediensten 

en hiervoor geschikt is bevonden, heeft met uitzondering van de mandaatfuncties voorrang op alle andere kandidaten 

voor die betrekking zelfs indien deze andere kandidaten een voorrang hebben, toegekend krachtens andere 

beschikkingen. 

Deze voorrang, die één jaar geldig is, gaat in vanaf de eerste dag van het zesde jaar na de dag van de eedaflegging 

ingesteld door de Koning overeenkomstig artikel 11, § 2. 

De voorrang bedoeld in dit artikel wordt gedurende een termijn van twee jaar toegekend vanaf het ingaan van het 

elfde jaar na de dag van de eedaflegging ingesteld door de Koning overeenkomstig artikel 11, § 2. » 

« Art. 26. Met uitzondering van de personeelsleden die voor een bij mandaat te begeven ambt bij de Algemene 

Inspectie worden aangewezen, verkrijgen de personeelsleden die effectief een functie uitoefenen binnen de Algemene 

Inspectie vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de dag van de aanwerving, een toelage waarvan de 

toekenningsvoorwaarden en het bedrag door de Koning worden bepaald. » 

« Art. 39. De politiepersoneelsleden die op datum van het in voege treden van deze wet deel uitmaken van de 

Algemene Inspectie of van de Dienst Enquêtes van het Vast Comité P, worden gelijkgesteld met de titularissen van het 

brevet van onderzoeker dat bekomen wordt na de functionele opleiding in gerechtelijke politie zoals bedoeld in de 

punten 1.1., 1.1.1., 1.1.2. en 1.1.3. van de bijlage aan het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de 

functionele opleidingen van de personeelsleden van de politiediensten. » 

Ten aanzien van het belang 

B.2.1. De Ministerraad voert aan dat de verzoekende partij niet doet blijken van het rechtens vereiste belang in 

zoverre, enerzijds, de bestreden bepalingen niet op haar van toepassing zijn en, anderzijds, die partij zich in 

werkelijkheid beklaagt over een verschil in behandeling dat zijn oorsprong vindt in het ontbreken van een wettelijke 

regeling. 

B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon 

die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de 

personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. 

B.2.3. Vermits de verzoekende partij niet aanvoert dat zij een bevordering zou ambiëren binnen de dienst 

Algemene Inspectie, wordt zij niet rechtstreeks en ongunstig geraakt door de bestreden artikelen 16 en 17, eerste lid, 

die de voorwaarden tot bevordering door verhoging in graad binnen de Algemene Inspectie regelen. 

In zoverre de verzoekende partij aanvoert dat zij voor een bevordering door verhoging in graad binnen de 

politiediensten in concurrentie zou komen met personeelsleden van de Algemene Inspectie die zonder het bestreden 

artikel 17, tweede lid, niet in aanmerking zouden komen voor een dergelijke bevordering, doet zij daarentegen wel 

blijken van het rechtens vereiste belang bij de vernietiging van die bepaling.

MONITEUR BELGE — 05.01.2009 — BELGISCH STAATSBLAD 

Hetzelfde geldt voor de voorrang die de personeelsleden van de Algemene Inspectie genieten die kandidaat zijn 

voor een binnen het Rijk uit te oefenen betrekking in de politiediensten (het bestreden artikel 21). 

B.2.4. Wat de bestreden artikelen 26 en 39 betreft, voert de verzoekende partij in wezen aan dat zij niet in dezelfde 

mate een voordeel geniet dat aan anderen wordt verleend. 

Wanneer wetsbepalingen de situatie van een categorie van personen regelen, kunnen degenen die ten aanzien van 

die categorie van het voordeel van die bepalingen verstoken blijven, daarin een belang vinden dat voldoende 

rechtstreeks is om de bepalingen aan te vechten. Opdat de verzoekende partij van het vereiste belang doet blijken, 

is overigens niet vereist dat een eventuele vernietiging haar een onmiddellijk voordeel zou opleveren. De 

omstandigheid dat de verzoekende partij, als gevolg van de vernietiging van de bestreden bepalingen, opnieuw een 

kans zou krijgen dat haar situatie in gunstigere zin wordt geregeld, volstaat om haar belang bij het bestrijden van die 

bepalingen te verantwoorden. 

B.2.5. In zoverre het beroep tot vernietiging is gericht tegen de bestreden artikelen 16 en 17, eerste lid, is het niet 

ontvankelijk. Voor het overige wordt de exceptie van de Ministerraad verworpen. 

Ten gronde 

B.3. In een enig middel voert de verzoekende partij de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 

doordat de bestreden bepalingen twee categorieën van personen verschillend behandelen zonder dat hiervoor een 

objectieve en redelijke verantwoording bestaat : enerzijds, de politiecommissarissen die als auditors werkzaam zijn bij 

de Algemene Inspectie of bij de Dienst Enquêtes van het Comité P en, anderzijds, de politiecommissarissen die als 

auditor werkzaam zijn bij de federale politie. 

B.4.1. Volgens de Ministerraad zijn de leden van de Algemene Inspectie en van de Dienst Enquêtes van het 

Comité P, enerzijds, en de leden van de federale en de lokale politie, anderzijds, te dezen niet voldoende vergelijkbaar, 

vermits de Algemene Inspectie en het Comité P geen politiediensten zouden zijn, maar aan de politiediensten externe 

controleorganen. 

B.4.2. Artikel 14, eerste lid, van de Wet op de Algemene Inspectie bepaalt : 

« Behoudens de bepalingen voorzien in dit hoofdstuk, blijven de statutaire personeelsleden zoals bedoeld in 

artikel 4, § 3, 1 o en 2 o , onderworpen aan de bepalingen die het statuut of de rechtspositie vaststellen van de leden van 

het operationeel kader of het administratief en logistiek kader van de federale politie en van de lokale politie. » 

B.4.3. De leden van de Dienst Enquêtes van het Comité P die worden gedetacheerd uit een politiedienst behouden 

in de dienst waaruit zij zijn gedetacheerd hun rechten op bevordering en weddeverhoging (artikel 20, vierde lid, 

van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan 

voor de dreigingsanalyse). 

B.4.4. Hieruit blijkt dat de personeelsleden van de Algemene Inspectie en van de Dienst Enquêtes van het Comité P 

en de leden van de federale en de lokale politie voldoende vergelijkbaar zijn. 

B.5. De verzoekende partij voert in essentie aan dat de door de wetgever aangevoerde argumenten ter 

verantwoording van de in de bestreden bepalingen vervatte regels voor de personeelsleden van de Algemene Inspectie 

en voor de leden van de Dienst Enquêtes van het Comité P, evenzeer gelden voor een commissaris van politie die als 

lid van een controledienst binnen de federale of lokale politie een audit verricht. 

Wat het bestreden artikel 17, tweede lid, betreft 

B.6.1. Artikel 17 van de Wet op de Algemene Inspectie bepaalt dat leden van de Algemene Inspectie die in de graad 

van commissaris van politie zijn benoemd en die positief worden geëvalueerd door een door de inspecteur-generaal 

ingestelde commissie, kunnen worden bevorderd door verhoging in graad, hetzij binnen de Algemene Inspectie 

(na vijf jaar dienst), hetzij binnen de politiediensten (na tien jaar dienst). Zij worden hiertoe vrijgesteld van het behalen 

van het directiebrevet vermeld in artikel 32, 3 o , van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het 

statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de 

politiediensten. 

B.6.2. Die bepaling maakt deel uit van een reeks van artikelen die beogen, enerzijds, « de onafhankelijkheid van 

de Algemene Inspectie te garanderen » en, anderzijds, « [te vermijden] dat er discrepanties zouden optreden in de 

teksten die de onafhankelijkheid van de diverse controleorganen verzekeren » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, 

DOC 51-2947/002, p. 29). 

B.6.3. Wat inzonderheid de bepaling betreft die artikel 17 van de Wet op de Algemene Inspectie is geworden, 

wordt in de parlementaire voorbereiding het volgende overwogen : 

« Overigens dient vermeden te worden dat de onafhankelijkheid van de inspectie in het gedrang zou komen 

doordat sommige van haar leden, met het oog op een verhoging in graad, zouden moeten verschijnen voor 

selectiecommissies, samengesteld uit leden van de lokale en/of van de federale politie. Dit geldt des te meer voor de 

Algemene Inspectie waarbinnen zich beroepsinstanties bevinden die al aanbevelingen uitvaardigden t.a.v. personen of 

selectiecommissies die mogelijk betrokken kunnen worden bij de aanwerving of de bevordering van leden van de 

inspectie. Er zou in hoofde van die personen of diensten een probleem van onpartijdigheid en onafhankelijkheid 

ontstaan t.a.v. de leden van de inspectie over wie ze zouden moeten oordelen. 

Na 5 jaar wordt het lid van de inspectie, politiecommissaris, dat positief geëvalueerd werd door een commissie die 

specifiek in het kader van dit artikel in het leven geroepen werd, vrijgesteld van de selectieproeven en het volgen van 

een vorming, of, naargelang het geval, van het behalen van een directiebrevet. Hij zal eventueel een bevordering tot een 

hogere graad bekomen nadat een commissie hem selecteerde voor een nieuwe overeenkomstige betrekking en in 

overeenstemming met de nieuwe graad. Deze bevordering geldt enkel binnen de inspectie. 

Na 10 jaar geldt deze bevordering eveneens buiten de inspectie voor zover dat belanghebbende een betrekking 

bekomt die overeenkomt met zijn nieuwe graad. 

Na 10 jaar kan het wenselijk blijken dat men zich in andere diensten gaat herbronnen. 

Het toekennen van de selectietoelage vloeit voort uit de toepassing van het statuut. 

De desbetreffende maatregelen hebben enerzijds tot doel de functies binnen de algemene inspectie te valoriseren 

en moeten anderzijds voorkomen dat leden die de inspectie verlaten het voorwerp zouden uitmaken van represailles » 

(Parl. St., Kamer 2006-07, DOC 51-2947/002, pp. 29-30). 

B.7.1. Luidens artikel 5, eerste lid, van de Wet op de Algemene Inspectie is de Algemene Inspectie een « van de 

politiediensten onafhankelijk controleorgaan dat ressorteert onder de uitvoerende macht » en dat « waakt over het 

optimaliseren van het functioneren van de federale politie en de lokale politie evenals van hun componenten, en dit met 

respect voor de democratie en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden ». 

113


B.7.2. Teneinde de onafhankelijkheid van de Algemene Inspectie ten aanzien van de diensten van de lokale politie 

en de federale politie te waarborgen, vermocht de wetgever redelijkerwijs aan te nemen dat de evaluatie van een lid 

van de Algemene Inspectie die in de graad van commissaris van politie is benoemd en die kandidaat is voor een 

bevordering door verhoging in graad, dient te geschieden door een binnen de Algemene Inspectie opgerichte 

commissie. Aldus wordt immers vermeden dat een lid van de politiediensten die het voorwerp heeft uitgemaakt van 

een onderzoek van de Algemene Inspectie zich in de evaluatiecommissie bevindt van het lid van de Algemene 

Inspectie. 

B.7.3. Die doelstelling verantwoordt tevens dat een lid van de Algemene Inspectie dat in de graad van commissaris 

van politie is benoemd en dat kandidaat is voor een bevordering door verhoging in graad, wordt vrijgesteld van het 

behalen van het directiebrevet vermeld in artikel 32, 3 o , van de wet van 26 april 2002. Het behalen van dat brevet 

veronderstelt immers dat een kandidaat slaagt voor de promotieopleiding bepaald in het koninklijk besluit 

van 12 oktober 2006 tot bepaling van het directiebrevet dat vereist is voor de bevordering tot de graad van 

hoofdcommissaris van politie. Luidens artikel 7 van dat koninklijk besluit is de jury die beslist over de toelating tot die 

opleiding en over het al dan niet slagen voor die opleiding, samengesteld uit leden van de federale politie en van de 

lokale politie. 

B.7.4. Aangezien het personeel van de Algemene Inspectie is samengesteld uit personeel afkomstig uit de 

politiediensten (artikel 4, § 3, van de Wet op de Algemene Inspectie) en de maatregel enkel geldt voor personeelsleden 

met meer dan tien jaar ervaring in een dienst die de politiediensten controleert, hebben de betrokken kandidaten 

normaliter een staat van dienst die het hun moet mogelijk maken met voldoende kennis van zaken de beoogde functies 

uit te oefenen. Nu de kandidaten van de Algemene Inspectie enkel van het directiebrevet worden vrijgesteld om de 

in B.7.2 en B.7.3 vermelde redenen, en onder het voorbehoud dat de vermelding « goed » door de binnen de Algemene 

Inspectie georganiseerde commissie, als vervanging van het directiebrevet, enkel wordt verleend na een evaluatie die 

borg staat voor het goede niveau van de kandidaten van de Algemene Inspectie, is de maatregel niet onevenredig. 

B.8.1. Vermits artikel 17 van de Wet op de Algemene Inspectie beoogt de onafhankelijkheid van de Algemene 

Inspectie jegens de federale en lokale politie te waarborgen, is het tevens niet kennelijk onredelijk dat de evaluatie door 

een binnen de Algemene Inspectie opgerichte commissie en de vrijstelling van het directiebrevet waarin die bepaling 

voorziet, niet gelden voor een commissaris van politie die geen lid is van de Algemene Inspectie, maar van de federale 

of de lokale politie. 

B.8.2. Dat is ook het geval ten aanzien van een commissaris van politie die een audit verricht als lid van een 

controledienst binnen de federale of lokale politie. De Algemene Inspectie heeft immers een specifieke opdracht, 

bepaald in de artikelen 5 tot 7 van de Wet op de Algemene Inspectie, die die dienst onderscheidt van controlediensten 

die binnen de federale of lokale politie actief zijn. 

B.9. In zoverre het enige middel is gericht tegen het bestreden artikel 17, tweede lid, is het niet gegrond. 

Wat het bestreden artikel 21 betreft 

B.10. Luidens het bestreden artikel 21 heeft een personeelslid van de Algemene Inspectie dat kandidaat is voor een 

betrekking in de politiediensten en hiervoor geschikt is bevonden, voorrang op alle andere kandidaten voor die 

betrekking. Dat voorrangsrecht geldt evenwel niet voor een buiten het Rijk uit te oefenen betrekking, noch voor een 

mandaatfunctie. 

B.11.1. Die bepaling werd als volgt verantwoord : 

« Dit artikel wil de onafhankelijkheid versterken van de Algemene Inspectie t.o.v. de diensten die ze controleert. 

Een aantal statutaire bepalingen hebben tot doel om een vorm van voorrang te verlenen aan bepaalde personeelsleden. 

Dit bestaat ondermeer voor wat betreft zones met personeel op overtal en houders van het brevet van onderzoeker. De 

onafhankelijkheid van de inspectie dient ondubbelzinnig gegarandeerd te worden. 

Anderzijds voeren binnen de Algemene Inspectie personeelsleden, behorend tot het Calogkader, soms dezelfde 

taken uit als het operationele politiepersoneel. Hierdoor moeten ze genieten van de zelfde maatregelen die in dit artikel 

voorzien worden. 

Dit voordeel moet evenwel beperkt worden in de tijd en tot de functies die, conform de aanwervingsregels van de 

Algemene Inspectie, worden opengesteld en heeft geen betrekking op de mandaathouders die een specifieke procedure 

kennen, noch hebben ze betrekking op de personen die een functie buiten het grondgebied van het Rijk uitoefenen - 

die ook het voorwerp uitmaken van een specifieke regeling (bedoeld worden ondermeer de verbindingsofficieren in het 

buitenland, bepaalde functies bij Europol, Interpol, e.d.). 

Zodoende zal de uitgeoefende controlefunctie geen ’ rem ’ betekenen op de mogelijkheid tot terugkeer naar de 


Bij samenloop van kandidaten met eenzelfde voorrang dient de meest geschikte kandidaat te worden 

aangeworven » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 30). 

B.11.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de Wet op de Algemene Inspectie blijkt tevens dat de wetgever 

begaan was met het lot van de personeelsleden van de Algemene Inspectie die de dienst verlaten (Parl. St., 

Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, pp. 30 en 31). 

B.11.3. Beide doelstellingen verantwoorden dat een personeelslid van de Algemene Inspectie dat kandidaat is voor 

een betrekking in de politiediensten, voorrang heeft op alle andere kandidaten voor die betrekking. Aldus wordt 

immers vermeden dat de betrokkene voor de beslissing over zijn kandidatuur al te zeer zou afhangen van personen 

met wie hij in de uitoefening van zijn taken te maken heeft gehad, of dat zijn kandidatuur vanwege die taken ongunstig 

zou worden onthaald. 

B.11.4. Gelet op het in B.8.2 vermelde verschil in opdracht dat de Algemene Inspectie onderscheidt van 

controlediensten die binnen de federale of lokale politie actief zijn, is het tevens verantwoord dat het voorrangsrecht 

niet geldt voor een commissaris van politie die als lid van een dergelijke controledienst een audit verricht. 

B.12.1. Het voorrangsrecht dat een personeelslid van de Algemene Inspectie dat kandidaat is voor een betrekking 

in de politiediensten geniet, is overigens niet absoluut. Het geldt enkel voor zover de betrokkene geschikt is bevonden 

voor de uit te oefenen betrekking. 

B.12.2. Bovendien is dat recht beperkt in de tijd : het geldt enkel gedurende een termijn van één of twee jaar te 

rekenen vanaf respectievelijk het zesde of het elfde jaar na de dag van de eedaflegging (het bestreden artikel 21, tweede 

en derde lid). 

B.13.1. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat het bestreden verschil in behandeling niet kennelijk onredelijk is. 

B.13.2. In zoverre het enige middel is gericht tegen het bestreden artikel 21, is het niet gegrond. 


B.14. Het bestreden artikel 26 voorziet in een toelage voor de personeelsleden die effectief een functie uitoefenen 

bij de Algemene Inspectie, met uitzondering van de personeelsleden die voor een bij mandaat te begeven ambt bij de 

Algemene Inspectie worden aangewezen.


B.15.1. De toelage waarin die bepaling voorziet werd voor het eerst ingevoerd door het koninklijk besluit 

van 23 oktober 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel 

van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. Het bij artikel 1 van het koninklijk besluit 

van 23 oktober 2003 ingevoegde artikel 79ter van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 bepaalt : 

« Met uitzondering van de personeelsleden die voor een bij mandaat te begeven ambt in de Algemene Inspectie 

worden aangewezen, verkrijgen de politieambtenaren bedoeld in artikel 39, 1 o , een toelage waarvan het jaarlijks bedrag 

op 2.500 EUR wordt vastgelegd ». 

Die toelage werd verantwoord door « de gevraagde bijzondere vaardigheden en de toevertrouwde opdrachten » 

(verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2003, Belgisch Staatsblad, 17 november 2003, p. 55309). 

B.15.2. De bestreden bepaling is het resultaat van een in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend 

amendement (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002). Uit de verantwoording ervan blijkt dat die bepaling een 

dubbel doel nastreeft. 

Enerzijds, beoogde de wetgever tegemoet te komen aan opmerkingen van de afdeling wetgeving van de Raad van 

State, die met betrekking tot het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de 

algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie erop had gewezen dat luidens artikel 184 van de 

Grondwet de organisatie van de Algemene Inspectie van de geïntegreerde politie, met inbegrip van het statuut van het 

personeel, bij wet moet worden geregeld (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 22). 

Anderzijds, beoogde de bestreden bepaling de toelage die de personeelsleden van het operationeel kader van de 

Algemene Inspectie genoten, eveneens toe te kennen aan de personeelsleden van het administratief en logistiek kader 

van de Algemene Inspectie. Die uitbreiding werd als volgt verantwoord : 

« Vanuit rechtvaardigheid- en billijkheidsoverwegingen en vanuit het zelfde oogpunt als wat geldt voor artikel 29 

van deze wet, is het logisch dat aan de personeelsleden van het Calogkader dezelfde premie toegekend wordt. 

Inderdaad, is het een feit dat zij dezelfde taken en dezelfde verantwoordelijkheden op zich kunnen nemen als het 

operationele personeel » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 31). 

B.16. Vermits de toelage waarin de bestreden bepaling voorziet als compensatie dient voor de specifieke taken die 

de personeelsleden van de Algemene Inspectie uitoefenen, en de verantwoordelijkheden die ze daarbij hebben, 

is het niet onredelijk die toelage voor te behouden aan personeelsleden van die dienst. De toelage wordt immers 

verantwoord door de specificiteit van de aan de Algemene Inspectie toevertrouwde opdrachten. 

B.17. In zoverre het enige middel is gericht tegen het bestreden artikel 26, is het niet gegrond. 


B.18. Luidens het bestreden artikel 39 worden de politiepersoneelsleden die op de datum van inwerkingtreding 

van de Wet op de Algemene Inspectie, zijnde op 15 juni 2007, deel uitmaken van de Algemene Inspectie of van de 

Dienst Enquêtes van het Comité P, gelijkgesteld met de houders van het brevet van onderzoeker dat wordt verkregen 

na de functionele opleiding in gerechtelijke politie zoals bedoeld in de punten 1.1., 1.1.1., 1.1.2. en 1.1.3. van de bijlage 

bij het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de functionele opleidingen van de personeelsleden van de 


B.19.1. In de parlementaire voorbereiding werd omtrent die bepaling overwogen dat « is vereist dat de toekomstige 

personeelsleden op termijn houder moeten zijn van het recherchebrevet bedoeld in het Koninklijk Besluit van 

3 december 2005 betreffende de functionele opleidingen van de personeelsleden van de politiediensten » (Parl. St., 

Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 35). Die vereiste werd als volgt verantwoord : 

« Deze vereiste komt tegemoet aan de nood aan polyvalentie en kwaliteit. De nood doet zich eveneens voelen door 

het feit dat een aantal politiemensen die door de Algemene Inspectie en het Comité P gehoord worden, titularis zijn van 

ditzelfde brevet. De polyvalentie vereist uiteindelijk dat de diverse opdrachten van de Algemene Inspectie en het 

Comité P, indien nodig, kunnen uitgevoerd worden door eender welk lid van het politiepersoneel van de Algemene 

Inspectie en de leden van de dienst enquêtes P » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 35). 

B.19.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever wou vermijden dat personeelsleden van de 

Algemene Inspectie een onderzoek zouden moeten verrichten naar leden van de federale of lokale politie zonder over 

een gelijkwaardige graad te beschikken als die personen (zie Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 29). 

In zoverre het bestreden artikel 39 beoogt te vermijden dat personeelsleden van de Algemene Inspectie personen horen 

die houder zijn van het brevet van onderzoeker, zonder zelf over dat brevet te beschikken, is het ingegeven door 

dezelfde bezorgdheid. 

B.20. Vermits de bestreden bepaling enkel geldt voor de politiepersoneelsleden die op de datum van 

inwerkingtreding van de Wet op de Algemene Inspectie deel uitmaken van de Algemene Inspectie of van de Dienst 

Enquêtes van het Comité P, gaat het om een overgangsbepaling. Personeelsleden die na de inwerkingtreding van de 

wet lid worden van die diensten genieten niet de gelijkstelling waarin de bestreden bepaling voorziet en dienen, 

om het brevet van onderzoeker te behalen, te slagen in de functionele opleiding in gerechtelijke politie zoals bedoeld 

in de punten 1.1., 1.1.1., 1.1.2. en 1.1.3. van de bijlage bij het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de 

functionele opleidingen van de personeelsleden van de politiediensten. 

B.21. Het is niet onredelijk dat personeelsleden die reeds in dienst waren bij de Algemene Inspectie of bij de 

Dienst Enquêtes van het Comité P op het ogenblik dat de Wet op de Algemene Inspectie in werking is getreden, worden 

gelijkgesteld met houders van het brevet van onderzoeker, zonder dat ze daartoe dienen te slagen in de voormelde 

functionele opleiding in gerechtelijke politie. Er anders over oordelen zou immers ertoe leiden dat, gelet op de duur van 

die opleiding, het lange tijd zou vergen vooraleer de wetgever de in B.19 vermelde doelstellingen zou realiseren. 

B.22. In zoverre het enige middel is gericht tegen het bestreden artikel 39, is het niet gegrond. 

Om die redenen, 

het Hof 

verwerpt het beroep. 

Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet 

van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 11 december 2008. 

De griffier, De voorzitter, 

P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt. 

115


F. 2009 — 3 

COUR CONSTITUTIONNELLE 

Extrait de l’arrêt n° 180/2008 du 11 décembre 2008 

[2008/204635] 

Numéro du rôle : 4386 

En cause : le recours en annulation des articles 16, 17, 21, 26 et 39 de la loi du 15 mai 2007 sur l’Inspection générale 

et portant des dispositions diverses relatives au statut de certains membres des services de police, introduit par 

Alex Bruyninckx. 

La Cour constitutionnelle, 

composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, 

J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, 

après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : 

I. Objet du recours et procédure 

Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 15 décembre 2007 et parvenue au greffe 

le 17 décembre 2007, Alex Bruyninckx, demeurant à 1740 Ternat, Neerveldlaan 54, a introduit un recours en annulation 

des articles 16, 17, 21, 26 et 39 de la loi du 15 mai 2007 sur l’Inspection générale et portant des dispositions 

diverses relatives au statut de certains membres des services de police (publiée auMoniteur belge du 15 juin 2007, 

troisième édition). 

(...) 

II. En droit 

(...) 

Quant aux dispositions attaquées 

B.1. La partie requérante demande l’annulation des articles 16, 17, 21, 26 et 39 de la loi du 15 mai 2007 sur 

l’Inspection générale et portant des dispositions diverses relatives au statut de certains membres des services de police 

(ci-après : loi sur l’Inspection générale). Ces articles disposent : 

« Art. 16. La promotion par accession au grade supérieur peut également avoir lieu par la nomination à un emploi 

vacant d’officier supérieur à l’Inspection générale ». 

« Art. 17. Pour la promotion par accession au grade supérieur au sein de l’Inspection générale, le membre de 

l’Inspection générale nommé au grade de commissaire de police qui, après cinq ans de service au sein de l’Inspection 

générale, a obtenu, dans le cadre du présent article, une dernière évaluation avec la mention ’ bon ’émise par une 

commission instituée à cet effet au sein de l’Inspection générale par l’Inspecteur général, est dispensé de la condition 

visée à l’article 32, 3 o , de la loi du 26 avril 2002 portant les éléments essentiels du statut des membres du personnel des 

services de police et portant diverses autres dispositions relatives aux services de police. 

Après dix ans de service au sein de l’Inspection générale, le présent article est également d’application pour la 

promotion par accession au grade supérieur au sein des services de police. Le membre du personnel concerné bénéficie 

pendant deux ans de l’allocation de sélection prévue dans le statut du personnel des services de police. 

La commission dont il est question au présent article est organisée par le Roi. » 

« Art. 21. A l’exception des fonctions à mandat, le membre du personnel candidat à une fonction à exercer dans le 

Royaume au sein des services de police et reconnu apte pour celle-ci, bénéficie de la priorité sur tous les autres 

candidats à cette fonction même si les autres candidats disposent d’une priorité accordée en vertu d’autres dispositions. 

Cette priorité,d’une duréed’un an, prend cours le premier jour de la sixième année suivant le jour de la prestation 

de serment organisée par le Roi en vertu de l’article 11, § 2. 

Une période de priorité de deux années est accordée pour bénéficier des conditions visées au présent article à partir 

du début de la onzième année suivant le jour de la prestation de serment organisée par le Roi en vertu de l’article 11, 

§ 2. » 

« Art. 26. A l’exception des membres du personnel désignés à l’Inspection générale pour une fonction à attribuer 

par mandat, les membres du personnel qui exercent effectivement une fonction au sein de l’Inspection générale 

bénéficient, à partir du premier jour du mois qui suit leur engagement, d’une allocation dont les conditions d’octroi et 

le montant sont déterminés par le Roi. » 

« Art. 39. Les membres policiers en fonction à l’Inspection générale ou au sein du Service d’enquêtes du Comité 

permanent P à la date de la mise en vigueur de la présente loi sont assimilés aux titulaires du brevet d’enquêteur délivré 

à l’issue de la formation fonctionnelle en police judiciaire visé aux points 1.1., 1.1.1., 1.1.2. et 1.1.3. de l’annexe de l’arrêté 

royal du 3 décembre 2005 relatif aux formations fonctionnelles des membres du personnel des services de police. » 

Quant à l’intérêt 

B.2.1. Le Conseil des ministres fait valoir que la partie requérante ne justifie pas de l’intérêt requis en ce que, d’une 

part, les dispositions attaquées ne lui sont pas applicables et, d’autre part, cette partie dénonce en réalité une différence 

de traitement trouvant son origine dans l’absence d’une réglementation légale. 

B.2.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 imposent à toute personne physique ou morale qui 

introduit un recours en annulation de justifier d’un intérêt. Ne justifient de l’intérêt requis que les personnes dont la 

situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme entreprise. 

B.2.3. La partie requérante ne faisant pas valoir qu’elle briguerait une promotion au sein du service de l’Inspection 

générale, elle n’est pas directement et défavorablement affectée par les articles 16 et 17, alinéa 1 er , attaqués, qui règlent 

les conditions de promotion par accession au grade supérieur au sein de l’Inspection générale. 

Dans la mesure où la partie requérante fait valoir que pour une promotion par accession au grade supérieur au sein 

des services de police, elle entrerait en concurrence avec des membres du personnel de l’Inspection générale qui, sans 

l’article 17, alinéa 2, attaqué, n’entreraient pas en ligne de compte pour une telle promotion, elle justifie, par contre, 

de l’intérêt requis à l’annulation de cette disposition. 

Il en va de même en ce qui concerne la priorité dont bénéficient les membres du personnel de l’Inspection générale 

qui sont candidats à une fonction à exercer dans le Royaume au sein des services de police (l’article 21 attaqué). 

B.2.4. En ce qui concerne les articles 26 et 39 attaqués, la partie requérante fait valoir en substance qu’elle ne 

bénéficie pas dans la même mesure d’un avantage qui est accordé àd’autres. 

Lorsque des dispositions législatives règlent la situation d’une catégorie de personnes, les personnes qui, 

par rapport à cette catégorie, demeurent privées du bénéfice de ces dispositions peuvent avoir un intérêt suffisamment 

direct à les attaquer. Pour que la partie requérante justifie del’intérêt requis, il n’est en outre pas nécessaire qu’une 

éventuelle annulation lui procure un avantage direct. La circonstance que la partie requérante obtienne à nouveau une 

chance que sa situation soit réglée plus favorablement, à la suite de l’annulation des dispositions attaquées, suffit à 

justifier son intérêt à attaquer ces dispositions.


B.2.5. Dans la mesure où le recours en annulation est dirigé contre les articles 16 et 17, alinéa 1 er , attaqués, 

il est irrecevable. Pour le surplus, l’exception du Conseil des ministres est rejetée. 

Quant au fond 

B.3. Dans un moyen unique, la partie requérante dénonce la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en 

ce que les dispositions attaquées traitent différemment deux catégories de personnes, sans qu’existe pour ce faire une 

justification objective et raisonnable : d’une part, les commissaires de police qui travaillent comme auditeur à 

l’Inspection générale ou auprès du Service d’enquêtes du Comité P et, d’autre part, les commissaires de police qui 

travaillent en qualité d’auditeur à la police fédérale. 

B.4.1. Selon le Conseil des ministres, les membres de l’Inspection générale et du Service d’enquêtes du Comité P, 

d’une part, et les membres de la police fédérale et de la police locale, d’autre part, ne sont pas suffisamment 

comparables en l’espèce, puisque l’Inspection générale et le Comité P ne seraient pas des services de police mais des 

organes de contrôle externes aux services de police. 

B.4.2. L’article 14, alinéa 1 er , de la loi sur l’Inspection générale dispose : 

« Sous réserve des dispositions du présent chapitre, les membres du personnel statutaires visés à l’article 4, § 3, 1 o 

et 2 o , restent soumis aux dispositions qui fixent le statut ou la position juridique des membres du cadre opérationnel 

ou du cadre administratif et logistique de la police fédérale et de la police locale. » 

B.4.3. Les membres du Service d’enquêtes du Comité P qui sont détachés d’un service de police conservent, dans 

le service dont ils sont détachés, leurs droits à la promotion et à l’avancement de traitement (article 20, alinéa 4, 

de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignement et de l’Organe de 

coordination pour l’analyse de la menace). 

B.4.4. Il ressort de ce qui précède que les membres du personnel de l’Inspection générale et du Service d’enquêtes 

du Comité P et les membres de la police fédérale et de la police locale sont suffisamment comparables. 

B.5. La partie requérante fait valoir en substance que les arguments invoqués par le législateur pour justifier les 

règles prévues par les dispositions attaquées en faveur des membres du personnel de l’Inspection générale et des 

membres du Service d’enquêtes du Comité P valent tout autant pour un commissaire de police qui effectue un audit 

au sein de la police fédérale ou de la police locale en qualité de membre d’un service de contrôle. 

En ce qui concerne l’article 17, alinéa 2, attaqué 

B.6.1. L’article 17 de la loi sur l’Inspection générale dispose que les membres de l’Inspection générale qui sont 

nommés au grade de commissaire de police et qui sont évalués positivement par une commission instituée par 

l’inspecteur général peuvent être promus par accession au grade supérieur, soit à l’Inspection générale (après cinq ans 

de service), soit au sein des services de police (après dix ans de service). Ils sont dispensés, à cette fin, de l’obtention 

du brevet de direction mentionné àl’article 32, 3 o , de la loi du 26 avril 2002 relative aux éléments essentiels du statut 

des membres du personnel des services de police et portant diverses autres dispositions relatives aux services de police. 

B.6.2. Cette disposition fait partie d’une série d’articles visant, d’une part, «à garantir l’indépendance de 

l’Inspection générale » et, d’autre part, « [à] éviter que des disparités n’apparaissent dans les textes légaux qui assurent 

l’indépendance des différents services de contrôle » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 29). 

B.6.3. En ce qui concerne en particulier la disposition qui est devenue l’article 17 de la loi sur l’Inspection générale, 

les travaux préparatoires mentionnent : 

« Il faut par ailleurs éviter que l’indépendance de l’Inspection ne puisse être mise en péril par le fait que certains 

de ses membres doivent, pour leur promotion en grade, se présenter devant des commissions de sélection composées 

de membres de la police locale et/ou de la police fédérale. L’argument est d’autant plus valable pour l’Inspection 

générale, que se trouvent en son sein des instances d’appel qui ont déjà été amenées à formuler des recommandations 

envers des personnes ou commissions de sélection susceptibles d’intervenir dans le recrutement ou l’avancement de 

membres de l’inspection. Un problème d’impartialité et d’indépendance se poserait donc pour ces personnes ou 

services, à l’égard des membres de l’Inspection, vis-à-vis desquels ils devraient se prononcer. 

Après 5 ans, le membre de l’inspection, commissaire de police, qui a obtenu une évaluation positive devant une 

commission installée spécifiquement dans le cadre de cet article, est dispensé de la condition de passer les épreuves de 

sélection et de suivre une formation ou, selon le cas, d’être titulaire d’un brevet de direction. Il obtiendra 

éventuellement sa promotion au grade supérieur après désignation par une commission de sélection pour l’emploi à 

attribuer et correspondant à son nouveau grade. Cette promotion n’est valable qu’au sein de l’inspection. 

Après 10 ans, cette promotion est également d’application à l’extérieur de l’inspection pour autant que l’intéressé 

obtienne un emploi qui corresponde à son nouveau grade. 

Après 10 ans, il peut s’avérer souhaitable que des gens aillent se ressourcer dans d’autres services. 

L’octroi de l’allocation de sélection à l’issue des 10 ans résulte d’une application du statut. 

Les mesures en question visent d’une part à revaloriser les fonctions au sein de l’inspection générale et d’autre part, 

àéviter que les membres qui quittent l’inspection ne fassent l’objet de représailles » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, 

DOC 51-2947/002, pp. 29-30). 

B.7.1. Aux termes de l’article 5, alinéa 1 er , de la loi sur l’Inspection générale, celle-ci est un « organe de contrôle 

indépendant des services de police relevant du pouvoir exécutif » qui « veille [...] à optimiser le fonctionnement de la 

police fédérale et de la police locale, ainsi que de leurs composantes, dans le respect de la démocratie et de la protection 

des libertés et des droits fondamentaux ». 

B.7.2. Afin de garantir l’indépendance de l’Inspection générale à l’égard des services de la police locale et de la 

police fédérale, le législateur a pu raisonnablement considérer que l’évaluation d’un membre de l’Inspection générale 

qui est nommé au grade de commissaire de police et qui est candidat à une promotion par accession au grade supérieur 

doit se faire par une commission créée au sein de l’Inspection générale. En effet, on évite ainsi qu’un membre des 

services de police qui a fait l’objet d’une enquête de l’Inspection générale se trouve dans la commission d’évaluation 

du membre de l’Inspection générale. 

B.7.3. Cet objectif justifie également qu’un membre de l’Inspection générale qui est nommé au grade de 

commissaire de police et qui est candidat à une promotion par accession au grade supérieur soit dispensé d’obtenir le 

brevet de direction mentionné àl’article 32, 3 o , de la loi du 26 avril 2002. En effet, l’obtention de ce brevet suppose que 

le candidat réussisse la formation de promotion prévue par l’arrêté royal du 12 octobre 2006 déterminant le brevet de 

direction requis pour la promotion au grade de commissaire divisionnaire de police. En vertu de l’article 7 de cet arrêté 

royal, le jury qui décide de l’admission à cette formation et de la réussite de celle-ci est composé de membres de la 

police fédérale et de la police locale. 

B.7.4. Le personnel de l’Inspection générale étant composé de personnes provenant des services de police (article 4, 

§ 3, de la loi sur l’Inspection générale) et la mesure s’appliquant aux seuls membres du personnel comptant plus 

de dix ans d’expérience dans un service contrôlant les services de police, les candidats concernés ont normalement des 

états de service devant leur permettre d’exercer les fonctions visées en connaissance de cause. Dès lors que les candidats 

117


de l’Inspection générale ne sont dispensés que du brevet de direction pour les motifs mentionnés en B.7.2 et en B.7.3 

et sous réserve que la mention « bon » ne soit accordée par la commission organisée au sein de l’Inspection générale, 

en remplacement du brevet de direction, qu’à l’issue d’une évaluation garantissant le bon niveau des candidats de 

l’Inspection générale, la mesure n’est pas disproportionnée. 

B.8.1. L’article 17 de la loi sur l’Inspection générale visant à garantir l’indépendance de l’Inspection générale 

vis-à-vis de la police fédérale et de la police locale, il n’est pas non plus manifestement déraisonnable que l’évaluation 

par une commission créée au sein de l’Inspection générale et la dispense du brevet de direction prévue par cette 

disposition ne s’appliquent pas à un commissaire de police qui n’est pas membre de l’Inspection générale mais de la 

police fédérale ou de la police locale. 

B.8.2. C’est également le cas en ce qui concerne un commissaire de police qui effectue un audit en qualité de 

membre d’un service de contrôle interne de la police fédérale ou de la police locale. En effet, l’Inspection générale a une 

mission spécifique, fixée dans les articles 5 à 7 de la loi sur l’Inspection générale, qui distingue ce service des services 

de contrôle actifs au sein de la police fédérale ou de la police locale. 

B.9. Dans la mesure où le moyen unique est dirigé contre l’article 17, alinéa 2,iln’est pas fondé. 

En ce qui concerne l’article 21 attaqué 

B.10. Aux termes de l’article 21 attaqué, un membre du personnel de l’Inspection générale qui est candidat à une 

fonction dans les services de police et est reconnu apte pour celle-ci bénéficie de la priorité sur tous les autres candidats 

à cette fonction. Ce droit de priorité ne s’applique toutefois pas à une fonction exercée en dehors du Royaume ni à une 

fonction attribuée par mandat. 

B.11.1. Cette disposition a été justifiée comme suit : 

« Cet article a pour but de renforcer l’indépendance de l’Inspection générale vis-à-vis des services qu’elle contrôle. 

Certaines dispositions statutaires visent en effet à accorder une forme de priorité àcertains membres du personnel. 

Ainsi en est-il pour les zones avec un personnel excédentaire et pour les détenteurs du brevet d’enquêteur. 

L’indépendance de l’Inspection doit indubitablement être garantie. 

D’autre part, des membres du personnel Calog assument parfois au sein de l’Inspection générale les mêmes tâches 

que le personnel policier opérationnel. De ce fait ils, doivent bénéficier des mesures prévues à cet article. 

Cet avantage doit cependant être limité dans le temps et pour les fonctions qui sont ouvertes conformément aux 

règles de recrutement de l’Inspection générale et ne vise pas les fonctions à mandat qui connaissent une procédure 

spécifique, ni ne s’adresse aux personnes qui exercent une fonction en dehors du territoire national - qui font également 

l’objet d’une réglementation spécifique (sont ici notamment concernés les officiers de liaison à l’étranger, certaines 

fonctions à Europol, Interpol etc.). 

En agissant de la sorte, la fonction de contrôle exercée ne pourra constituer un ’ frein ’àla possibilité de retour 

parmi les services de police. 

En cas de concurrence entre candidats qui bénéficient d’une priorité identique, il y a lieu d’engager le candidat le 

plus apte » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 30). 

B.11.2. Il ressort également des travaux préparatoires de la loi sur l’Inspection générale que le législateur 

était préoccupé du sort des membres du personnel de l’Inspection générale qui quittent le service (Doc. parl., 

Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, pp. 30-31). 

B.11.3. Ces deux objectifs justifient qu’un membre du personnel de l’Inspection générale qui est candidat à un 

emploi dans les services de police ait la priorité sur tous les autres candidats à cet emploi. En effet, on évite ainsi que 

pour la décision portant sur sa candidature, l’intéressé dépende trop de personnes auxquelles il a été confronté dans 

l’exercice de ses tâches ou que sa candidature soit défavorablement accueillie en raison de ces tâches. 

B.11.4. Eu égard à la différence de mission mentionnée en B.8.2, qui distingue l’Inspection générale des services de 

contrôle actifs au sein de la police fédérale et de la police locale, il se justifie également que la priorité ne s’applique pas 

à un commissaire de police qui effectue un audit en qualité de membre d’un tel service de contrôle. 

B.12.1. Le droit de priorité dont bénéficie un membre du personnel de l’Inspection générale candidat à un emploi 

dans les services de police n’est du reste pas absolu. Il s’applique pour autant que l’intéressé soit reconnu apte pour 

l’emploi à exercer. 

B.12.2. En outre, ce droit est limité dans le temps : il s’applique uniquement pendant un délai d’un ou de deux ans 

à compter respectivement de la sixième ou de la onzième année suivant le jour de la prestation de serment (article 21, 

alinéas 2 et 3, attaqué). 

B.13.1. Il découle de ce qui précède que la différence de traitement attaquéen’est pas manifestement déraisonnable. 

B.13.2. Dans la mesure où le moyen unique est dirigé contre l’article 21 attaqué, iln’est pas fondé. 


B.14. L’article 26 attaqué prévoit une allocation pour les membres du personnel qui exercent effectivement une 

fonction au sein de l’Inspection générale, à l’exception des membres du personnel désignés à une fonction à l’Inspection 

générale à attribuer par mandat. 

B.15.1. L’allocation prévue par la disposition litigieuse a été instaurée pour la première fois par l’arrêté royal du 

23 octobre 2003 modifiant l’arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif au fonctionnement et au personnel de l’Inspection 

générale de la police fédérale et de la police locale. L’article 79ter de l’arrêté royal du 20 juillet 2001, inséré par 

l’article 1 er de l’arrêté royal du 23 octobre 2003, dispose : 

« Al’exception des membres du personnel désignés à l’Inspection générale pour une fonction à attribuer par 

mandat, les fonctionnaires de police visés à l’article 39, 1 o ,reçoivent une allocation dont le montant annuel est fixé à 

2.500 EUR ». 

Cette allocation a été justifiée par « les aptitudes particulières requises [...] et la nature des fonctions exercées » 

(rapport au Roi précédant l’arrêté royal du 23 octobre 2003, Moniteur belge, 17 novembre 2003, p. 55309). 

B.15.2. La disposition attaquée est le résultat d’un amendement déposé àla Chambre des représentants (Doc. parl., 

Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002). Il ressort de sa justification que cette disposition poursuit un double but. 

D’une part, le législateur voulait tenir compte des remarques de la section de législation du Conseil d’Etat, 

qui avait souligné, au sujet de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif au fonctionnement et au personnel de l’inspection 

générale de la police fédérale et de la police locale, que l’article 184 de la Constitution réserve à la loi l’organisation de 

l’Inspection générale de la police intégrée, en ce compris le statut de son personnel (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, 

DOC 51-2947/002, p. 22).

D’autre part, la disposition attaquée visait à accorder également l’allocation dont bénéficiaient les membres du 

personnel du cadre opérationnel de l’Inspection générale aux membres du personnel du cadre administratif et 

logistique de l’Inspection générale. Cette extension a été justifiée comme suit : 

« Par souci d’équité, et dans le même ordre d’idée que ce qui a été dit pour l’article 29 de cette loi, il convient 

d’accorder aux membres Calog l’avantage de cette même allocation. En effet, ces derniers peuvent exercer les mêmes 

tâches et assumer les mêmes responsabilités que le personnel opérationnel » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, 

DOC 51-2947/002, p. 31). 

B.16. Dès lors que l’allocation prévue par la disposition attaquée sert de compensation pour les tâches spécifiques 

qu’exercent les membres du personnel de l’Inspection générale et pour les responsabilités qu’ils ont à cet égard, il n’est 

pas déraisonnable de réserver cette allocation aux membres du personnel de ce service. En effet, l’allocation est justifiée 

par la spécificité des missions confiées à l’Inspection générale. 

B.17. Dans la mesure où le moyen unique est dirigé contre l’article 26, il n’est pas fondé. 


B.18. Aux termes de l’article 39 attaqué, les membres policiers en fonction à l’Inspection générale ou au sein du 

Service d’enquêtes du Comité P à la date de l’entrée en vigueur de la loi sur l’Inspection générale, soit le 15 juin 2007, 

sont assimilés aux titulaires du brevet d’enquêteur délivré àl’issue de la formation fonctionnelle en police judiciaire 

visé aux points 1.1., 1.1.1., 1.1.2. et 1.1.3. de l’annexe de l’arrêté royal du 3 décembre 2005 relatif aux formations 

fonctionnelles des membres du personnel des services de police. 

B.19.1. Dans les travaux préparatoires, il a été affirmé au sujet de cette disposition qu’« il importe d’exiger que les 

futurs membres du personnel soient à terme titulaires du brevet d’enquêteur prévu par l’arrêté royal du 3 décembre 

2005 relatif aux formations fonctionnelles des membres du personnel des services de police » (Doc. parl., 

Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 35). Cette exigence a été justifiée comme suit : 

« Cette exigence rencontre le besoin de polyvalence et de qualité. Lanécessité se manifeste également par le fait 

que bon nombre de policiers entendus par l’Inspection générale et le Comité P sont eux-mêmes titulaires dudit brevet. 

La polyvalence exige enfin que les différentes missions de l’Inspection générale et le Comité P puissent être remplies, 

si nécessaire, par n’importe quel membre du personnel policier de l’Inspection générale et les membres du Service 

d’enquêtes » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 35). 

B.19.2. Il ressort des travaux préparatoires que le législateur voulait éviter que des membres du personnel de 

l’Inspection générale doivent effectuer une enquête au sujet de membres de la police fédérale ou de la police locale sans 

disposer d’un grade équivalent à celui de ces personnes (voy. Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2947/002, p. 29). 

L’article 39 attaqué, qui vise àéviter que des membres du personnel de l’Inspection générale entendent des personnes 

titulaires d’un brevet d’enquêteur sans disposer eux-mêmes de ce brevet, est dicté par la même préoccupation. 

B.20. La disposition litigieuse s’appliquant aux seuls membres du personnel qui font partie de l’Inspection générale 

ou du Service d’enquêtes du Comité P à la date de l’entrée en vigueur de la loi sur l’Inspection générale, il s’agit d’une 

disposition transitoire. Les membres du personnel qui deviennent membres de ces services après l’entrée en vigueur 

de la loi ne bénéficient pas de l’assimilation prévue par la disposition attaquée et doivent, pour obtenir le brevet 

d’enquêteur, réussir la formation fonctionnelle en police judiciaire visée aux points 1.1, 1.1.1, 1.1.2 et 1.1.3 de l’annexe 

de l’arrêté royal du 3 décembre 2005 relatif aux formations fonctionnelles des membres du personnel des services de 

police. 

B.21. Il n’est pas déraisonnable que des membres du personnel qui étaient déjà en service à l’Inspection générale 

ou au Service d’enquêtes du Comité P au moment de l’entrée en vigueur de la loi sur l’Inspection générale soient 

assimilés aux titulaires du brevet d’enquêteur, sans devoir réussir à cette fin la formation fonctionnelle en police 

judiciaire précitée. En effet, en juger autrement aurait pour conséquence, eu égard à la durée de cette formation, 

qu’il faudrait attendre longtemps avant que le législateur réalise les objectifs mentionnées en B.19. 

B.22. Dans la mesure où le moyen unique est dirigé contre l’article 39, il n’est pas fondé. 

Par ces motifs, 

la Cour 

rejette le recours. 

Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l’article 65 

de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l’audience publique du 11 décembre 2008. 

Le greffier, Le président, 


D. 2009 — 3 


VERFASSUNGSGERICHTSHOF 

Auszug aus dem Urteil Nr. 180/2008 vom 11. Dezember 2008 

[2008/204635] 

Geschäftsverzeichnisnummer 4386 

In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 16, 17, 21, 26 und 39 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 über die 

Generalinspektion und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen über die Rechtsstellung bestimmter Mitglieder 

der Polizeidienste, erhoben von Alex Bruyninckx. 

Der Verfassungsgerichtshof, 

zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Bossuyt und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, 

L. Lavrysen, J.-P. Moerman und E. Derycke, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des 

Vorsitzenden M. Bossuyt, 

verkündet nach Beratung folgendes Urteil: 

I. Gegenstand der Klage und Verfahren 

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 15. Dezember 2007 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief 

zugesandt wurde und am 17. Dezember 2007 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob Alex Bruyninckx, wohnhaft in 

1740 Ternat, Neerveldlaan 54, Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 16, 17, 21, 26 und 39 des Gesetzes vom 

15. Mai 2007 über die Generalinspektion und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen über die Rechtsstellung 

bestimmter Mitglieder der Polizeidienste (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 15. Juni 2007, dritte Ausgäbe). 

(...) 

119


II. In rechtlicher Beziehung 

(...) 

In Bezug auf die angefochtenen Bestimmungen 

B.1. Die klagende Partei beantragt die Nichtigerklärung der Artikel 16, 17, 21, 26 und 39 des Gesetzes vom 

15. Mai 2007 über die Generalinspektion und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen über die Rechtsstellung 

bestimmter Mitglieder der Polizeidienste (weiter unten: Gesetz über die Generalinspektion). Diese Artikel bestimmen: 

«Art. 16. Die Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad kann auch durch Ernennung in eine 

vakante Stelle als höherer Offizier bei der Generalinspektion erfolgen». 

«Art. 17. Für die Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad innerhalb der Generalinspektion wird 

das in den Dienstgrad eines Polizeikommissars ernannte Mitglied der Generalinspektion, das nach fünf Jahren Dienst 

bei der Generalinspektion im Rahmen des vorliegenden Artikels bei der letzten Bewertung die Endnote ’ gut ’ von einer 

zu diesem Zweck vom Generalinspektor innerhalb der Generalinspektion eingerichteten Kommission erhalten hat, von 

der in Artikel 32 Nr. 3 des Gesetzes vom 26. April 2002 über die wesentlichen Elemente des Statuts der 

Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen über die Polizeidienste 

erwähnten Bedingung befreit. 

Nach zehn Jahren Dienst bei der Generalinspektion findet vorliegender Artikel ebenfalls Anwendung auf die 

Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad innerhalb der Polizeidienste. Das betreffende Personalmitglied 

bezieht während zwei Jahren die im Statut des Personals der Polizeidienste vorgesehene Auswahlzulage. 

Die im vorliegenden Artikel erwähnte Kommission wird vom König organisiert». 

«Art. 21. Das Personalmitglied, das sich um eine im Königreich auszuführende Funktion in den Polizeidiensten 

bewirbt und für geeignet befunden worden ist, hat außer bei Mandatsfunktionen Vorrang vor allen anderen Bewerbern 

um diese Funktion, sogar wenn diese Bewerber einen durch andere Bestimmungen gewährten Vorrang haben. 

Dieser Vorrang ist ein Jahr gültig und beginnt am ersten Tag des sechsten Jahres nach dem Tag der vom König 

gemäß Artikel 11 § 2 organisierten Eidesleistung. 

Der im vorliegenden Artikel erwähnte Vorrang wird ab Beginn des elften Jahres nach dem Tag der vom König 

gemäß Artikel 11 § 2 organisierten Eidesleistung für eine Dauer von zwei Jahren zuerkannt». 

«Art. 26. Mit Ausnahme der Personalmitglieder, die in eine durch Mandat zu vergebende Funktion bei der 

Generalinspektion bestellt werden, erhalten die Personalmitglieder, die tatsächlich eine Funktion bei der Generalinspektion 

ausüben, ab dem ersten Tag des Monats nach dem Tag ihrer Einstellung eine Zulage, deren Gewährungsbedingungen 

und Höhe vom König bestimmt werden». 

«Art. 39. Die Personalmitglieder der Polizei, die am Tag des Inkrafttretens des vorliegenden Gesetzes zur 

Generalinspektion oder zum Enquetendienst des Ständigen Ausschusses P gehören, werden gleichgestellt mit den 

Inhabern des Brevets eines Ermittlers, das nach der funktionellen gerichtspolizeilichen Ausbildung, wie in den 

Punkten 1.1, 1.1.1, 1.1.2. und 1.1.3 der Anlage zum Königlichen Erlass vom 3. Dezember 2005 über die funktionellen 

Ausbildungen der Personalmitglieder der Polizeidienste erwähnt, ausgestellt wird». 

In Bezug auf das Interesse 

B.2.1. Der Ministerrat bringt vor, dass die klagende Partei nicht das rechtlich erforderliche Interesse aufweise, 

insofern einerseits die angefochtenen Bestimmungen nicht auf sie Anwendung fänden und andererseits diese Partei 

sich in Wirklichkeit über einen Behandlungsunterschied beschwere, der seinen Ursprung im Nichtvorhandensein einer 

gesetzlichen Regelung finde. 

B.2.2. Die Verfassung und das Sondergesetz vom 6. Januar 1989 erfordern, dass jede natürliche oder juristische 

Person, die eine Nichtigkeitsklage erhebt, ein Interesse nachweist. Das erforderliche Interesse liegt nur bei jenen 

Personen vor, deren Situation durch die angefochtene Rechtsnorm unmittelbar und ungünstig beeinflusst werden 

könnte. 

B.2.3. Da die klagende Partei nicht anführt, dass sie eine Beförderung innerhalb der Generalinspektion erstreben 

würde, ist sie nicht unmittelbar und in ungünstigem Sinne von den angefochtenen Artikeln 16 und 17 Absatz 1 

betroffen, die die Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad innerhalb der Generalinspektion regeln. 

Insofern die klagende Partei anführt, dass sie zur Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad 

innerhalb der Polizeidienste mit Personalmitgliedern der Generalinspektion in Konkurrenz treten würde, die ohne den 

angefochtenen Artikel 17 Absatz 2 nicht für eine solche Beförderung in Betracht kämen, weist sie hingegen wohl das 

rechtlich erforderliche Interesse an der Nichtigerklärung dieser Bestimmung auf. 

Das Gleiche gilt für den Vorrang, den die Personalmitglieder der Generalinspektion genießen, die sich um eine im 

Königreich auszuführende Funktion in den Polizeidiensten bewerben (angefochtener Artikel 21). 

B.2.4. Was die angefochtenen Artikel 26 und 39 betrifft, bringt die klagende Partei im Wesentlichen vor, dass sie 

nicht im gleichen Maße eine Vorteil genieße, der anderen gewährt werde. 

Wenn Gesetzesbestimmungen die Situation einer Kategorie von Personen regeln, können diejenigen, die im 

Gegensatz zu dieser Kategorie nicht in den Genuss dieser Bestimmungen gelangen, ein ausreichend direktes Interesse 

daran haben, die Bestimmungen anzufechten. Damit die klagende Partei das erforderliche Interesse aufweist, ist es 

übrigens nicht erforderlich, dass eine etwaige Nichtigerklärung ihr einen unmittelbaren Vorteil bietet. Der Umstand, 

dass die klagende Partei infolge der Nichtigerklärung der angefochtenen Bestimmungen erneut eine Möglichkeit 

erhalten würde, dass ihre Lage vorteilhafter geregelt würde, reicht aus, um ihr Interesse an der Anfechtung dieser 

Bestimmungen zu rechtfertigen. 

B.2.5. Insofern die Nichtigkeitsklage gegen die angefochtenen Artikel 16 und 17 Absatz 1 gerichtet ist, ist sie 

unzulässig. Im Übrigen wird die Einrede des Ministerrates abgewiesen. 

Zur Hauptsache 

B.3. In einem einzigen Klagegrund macht die klagende Partei einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der 

Verfassung mit der Begründung geltend, dass die angefochtenen Bestimmungen zwei Kategorien von Personen 

unterschiedlich behandeln würden, ohne dass es hierfür eine objektive und vernünftige Rechtfertigung gebe, und zwar 

einerseits die Polizeikommissare, die als Auditoren bei der Generalinspektion oder beim Enquetendienst des 

Ausschusses P tätig seien, und andererseits die Polizeikommissare, die als Auditoren bei der föderalen Polizei tätig 

seien.


B.4.1. Der Ministerrat macht geltend, die Mitglieder der Generalinspektion und des Enquetendienstes des 

Ausschusses P einerseits und die Mitglieder der föderalen und der lokalen Polizei andererseits seien im vorliegenden 

Fall nicht ausreichend vergleichbar, weil es sich bei der Generalinspektion und dem Ausschuss P nicht um einen 

Polizeidienst handele, sondern um von den Polizeidiensten unabhängige Kontrollorgane. 

B.4.2. Artikel 14 Absatz 1 des Gesetzes über die Generalinspektion bestimmt: 

«Unter Vorbehalt der im vorliegenden Kapitel vorgesehenen Bestimmungen unterliegen die in Artikel 4 § 3Nr.1 

und 2 erwähnten statutarischen Personalmitglieder weiterhin den Bestimmungen zur Festlegung des Statuts 

beziehungsweise der Rechtsstellung der Mitglieder des Einsatzkaders oder des Verwaltungs- und Logistikkaders der 

föderalen Polizei und der lokalen Polizei». 

B.4.3. Die aus einem Polizeidienst entsandten Mitglieder des Enquetendienstes des Ausschusses P behalten in dem 

Dienst, aus dem sie entsandt worden sind, ihre Rechte auf Beförderung und Gehaltserhöhung bei (Artikel 20 Absatz 4 

des Gesetzes vom 18. Juli 1991 zur Regelung der Kontrolle über die Polizei- und Nachrichtendienste und über das 

Koordinierungsorgan für die Bedrohungsanalyse). 

B.4.4. Daraus ergibt sich, dass die Personalmitglieder der Generalinspektion und des Enquetendienstes des 

Ausschusses P und die Mitglieder der föderalen und der lokalen Polizei ausreichend vergleichbar sind. 

B.5. Die klagende Partei bringt im Wesentlichen vor, dass die vom Gesetzgeber angeführten Argumente zur 

Rechtfertigung der in den angefochtenen Bestimmungen vorgesehenen Regeln für die Personalmitglieder der 

Generalinspektion und für die Mitglieder des Enquetendienstes des Ausschusses P ebenso sehr für einen 

Polizeikommissar gälten, der als Mitglied eines Kontrolldienstes innerhalb der föderalen oder lokalen Polizei ein Audit 

durchführe. 

Hinsichtlich des angefochtenen Artikels 17 Absatz 2 

B.6.1. Artikel 17 des Gesetzes über die Generalinspektion bestimmt, dass Mitglieder der Generalinspektion, 

die in den Dienstgrad eines Polizeikommissars ernannt worden sind und eine positive Bewertung durch eine vom 

Generalinspektor eingesetzte Kommission erhalten, für eine Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren 

Dienstgrad in Frage kommen, und zwar entweder innerhalb der Generalinspektion (nach fünf Jahren Dienst), 

oder innerhalb der Polizeidienste (nach zehn Jahren Dienst). Dazu werden sie befreit vom Direktionsbrevet im Sinne 

von Artikel 32 Nr. 3 des Gesetzes vom 26. April 2002 über die wesentlichen Elemente des Statuts der Personalmitglieder 

der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen über die Polizeidienste. 

B.6.2. Diese Bestimmung ist Bestandteil einer Reihe von Artikeln, die einerseits bezwecken, «die Unabhängigkeit 

der Generalinspektion zu gewährleisten» und andererseits «zu vermeiden, dass Diskrepanzen in den Texten auftreten 

könnten, die die Unabhängigkeit der verschiedenen Kontrollorgane gewährleisten» (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, 

DOC 51-2947/002, S. 29). 

B.6.3. Was insbesondere die Bestimmung betrifft, aus der Artikel 17 des Gesetzes über die Generalinspektion 

entstanden ist, wurde während der Vorarbeiten Folgendes erwogen: 

«Im Übrigen ist zu vermeiden, dass die Unabhängigkeit der Inspektion gefährdet werden könnte, indem einige 

ihrer Mitglieder im Hinblick auf eine Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad vor Auswahlkommissionen 

erscheinen müssen, die sich aus Mitglieder der lokalen und/oder der föderalen Polizei zusammensetzen. 

Dies gilt umso mehr für die Generalinspektion, in der es Berufungsinstanzen gibt, die bereits Empfehlungen abgeben 

in Bezug auf Personen oder Auswahlkommissionen, die möglicherweise an der Anwerbung oder der Beförderung von 

Mitgliedern der Inspektion beteiligt sein können. Auf Seiten dieser Personen oder Dienste würde ein Problem bezüglich 

der Unparteilichkeit und Unabhängigkeit gegenüber den Mitgliedern der Inspektion, über die sie würden urteilen 

müssen, entstehen. 

Nach fünf Jahren wird ein Mitglied der Inspektion als Polizeikommissar, das eine positive Bewertung durch eine 

Kommission erhalten hat, die spezifisch im Rahmen dieses Artikels geschaffen worden ist, von den Auswahlprüfungen 

und den Folgen einer Ausbildung oder, je nach Fall, vom Erwerb eines Direktionsbrevets befreit. Es wird 

gegebenenfalls eine Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad erhalten, nachdem es durch eine 

Kommission für eine neue entsprechende Stelle und gemäß dem neuen Dienstgrad ausgewählt worden ist. Diese 

Beförderung gilt nur innerhalb der Inspektion. 

Nach zehn Jahren gilt diese Beförderung ebenfalls außerhalb der Inspektion, sofern die betroffene Person eine 

Stelle erhält, die ihrem neuen Dienstgrad entspricht. 

Nach zehn Jahren kann es sich als wünschenswert erweisen, Personen aus anderen Diensten anzuwerben. 

Die Gewährung der Auswahlzulage ergibt sich aus der Anwendung des Statuts. 

Die diesbezüglichen Maßnahmen bezwecken einerseits, die Funktionen innerhalb der Generalinspektion 

aufzuwerten, und sollen andererseits vermeiden, dass Mitglieder, die die Inspektion verlassen, Opfer von Repressalien 

werden» (Parl. Dok., Kammer 2006-2007, DOC 51-2947/002, SS. 29-30). 

B.7.1. Laut Artikel 5 Absatz 1 des Gesetzes über die Generalinspektion ist die Generalinspektion ein «von den 

Polizeidiensten unabhängiges Kontrollorgan, das der ausführenden Gewalt unterliegt» und sorgt sie «dafür, dass die 

föderale Polizei und die lokale Polizei sowie ihre Komponenten optimal funktionieren unter Beachtung der Demokratie 

und des Schutzes der Grundrechte und Grundfreiheiten». 

B.7.2. Um die Unabhängigkeit der Generalinspektion von den Diensten der lokalen Polizei und der föderalen 

Polizei zu gewährleisten, konnte der Gesetzgeber vernünftigerweise annehmen, dass die Beurteilung eines Mitglieds 

der Generalinspektion, das in den Dienstgrad eines Polizeikommissars ernannt worden ist und sich bewirbt um eine 

Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad, durch eine innerhalb der Generalinspektion eingesetzte 

Kommission erfolgen muss. Somit wird nämlich vermieden, dass ein Mitglied der Polizeidienste, das Gegenstand einer 

Untersuchung durch die Generalinspektion gewesen ist, sich in der Bewertungskommission des Mitglieds der 

Generalinspektion befindet. 

B.7.3. Diese Zielsetzung rechtfertigt es ebenfalls, dass ein Mitglied der Generalinspektion, das in den Dienstgrad 

eines Polizeikommissars ernannt worden ist und sich um eine Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren 

Dienstgrad bewirbt, vom Erwerb des Direktionsbrevets im Sinne von Artikel 32 Nr. 3 des Gesetzes vom 26. April 2002 

befreit wird. Der Erwerb dieses Brevets setzt nämlich voraus, dass ein Bewerber die Beförderungsausbildung besteht, 

die im königlichen Erlass vom 12. Oktober 2006 zur Festlegung des für die Beförderung in den Dienstgrad eines 

Polizeihauptkommissars erforderlichen Direktionsbrevets festgelegt ist. Gemäß Artikel 7 dieses königlichen Erlasses 

setzt sich der Prüfungsausschuss, der über die Zulassung zu dieser Ausbildung und über deren Bestehen entscheidet, 

aus Mitgliedern der föderalen Polizei und der lokalen Polizei zusammen. 

B.7.4. Da das Personal der Generalinspektion aus Personal besteht, das aus den Polizeidiensten stammt (Artikel 4 

§ 3 des Gesetzes über die Generalinspektion), und die Maßnahme nur für Personalmitglieder mit mehr als zehn Jahren 

Erfahrung in einem Dienst, der die Polizeidienste kontrolliert, gilt, weisen die betroffenen Bewerber normalerweise eine 

dienstliche Situation auf, die es ermöglichen müsste, mit ausreichender Sachkenntnis die betreffenden Funktionen 

121


auszuüben. Da die Bewerber der Generalinspektion nur vom Direktionsbrevet befreit werden aus den in B.7.2 und B.7.3 

angeführten Gründen, und unter dem Vorbehalt, dass die Endnote «gut» durch die innerhalb der Generalinspektion 

organisierte Kommission an Stelle des Direktionsbrevets nur verliehen wird nach einer Bewertung, die eine Garantie 

darstellt für das hohe Niveau der Bewerber der Generalinspektion, ist die Maßnahme nicht unverhältnismäßig. 

B.8.1. Da Artikel 17 des Gesetzes über die Generalinspektion die Unabhängigkeit der Generalinspektion gegenüber 

der föderalen und der lokalen Polizei zu gewährleisten bezweckt, ist es ebenfalls nicht offensichtlich unvernünftig, 

dass die Bewertung durch eine innerhalb der Generalinspektion eingerichtete Kommission und die in dieser 

Bestimmung vorgesehene Befreiung vom Direktionsbrevet nicht für einen Polizeikommissar gelten, der kein Mitglied 

der Generalinspektion, sondern der föderalen oder der lokalen Polizei ist. 

B.8.2. Dies ist auch der Fall bei einem Polizeikommissar, der ein Audit vornimmt als Mitglied eines 

Kontrolldienstes innerhalb der föderalen oder lokalen Polizei. Die Generalinspektion hat nämlich einen spezifischen 

Auftrag, der in den Artikeln 5 bis 7 des Gesetzes über die Generalinspektion festgelegt ist und durch den sich dieser 

Dienst von den innerhalb der föderalen oder der lokalen Polizei tätigen Kontrolldiensten unterscheidet. 

B.9. Insofern, als der einzige Klagegrund gegen den angefochtenen Artikel 17 Absatz 2 gerichtet ist, ist er 

unbegründet. 

Hinsichtlich des angefochtenen Artikels 21 

B.10. Laut des angefochtenen Artikels 21 hat ein Personalmitglied der Generalinspektion, das sich um eine 

Funktion in den Polizeidiensten bewirbt und für geeignet befunden worden ist, Vorrang vor allen anderen Bewerbern 

um diese Funktion. Dieses Vorrangsrecht gilt jedoch weder für eine außerhalb des Königreichs auszuführende Funktion 

noch für eine Mandatsfunktion. 

B.11.1. Dieses Bestimmung wurde wie folgt gerechtfertigt: 

«Dieser Artikel soll die Unabhängigkeit der Generalinspektion gegenüber den von ihr kontrollierten Diensten 

stärken. Mehrere statutarische Bestimmungen haben zum Zweck, bestimmten Personalmitgliedern einen gewissen 

Vorrang zu verleihen. Dies gilt unter anderem für Zonen mit überzähligem Personal und für Inhaber des Brevets eines 

Ermittlers. Die Unabhängigkeit der Inspektion ist eindeutig zu gewährleisten. 

Andererseits erfüllen innerhalb der Generalinspektion Personalmitglieder, die zum Calog-Kader gehören, 

bisweilen die gleichen Aufgaben wie die Personalmitglieder des Einsatzkaders. Deshalb sollen sie die gleichen 

Maßnahmen genießen, wie sie in diesem Artikel vorgesehen sind. 

Dieser Vorteil ist jedoch zeitlich zu begrenzen, sowie auf jene Funktionen, die gemäß den Anwerbungsregeln der 

Generalinspektion eröffnet werden, und bezieht sich weder auf die Inhaber von Mandatsfunktionen, für die ein 

spezifisches Verfahren gilt, noch auf Personen, die eine Funktion außerhalb des Staatsgebietes ausüben und für die 

ebenfalls eine spezifische Regelung gilt (dabei handelt es sich unter anderem um die Verbindungsbeamten im Ausland, 

bestimmte Funktionen bei Europol, Interpol und dergleichen). 

Somit wird die ausgeübte Kontrollfunktion die Möglichkeit der Rückkehr zu den Polizeidiensten nicht 

beeinträchtigen. 

Wenn es mehrere Bewerber mit dem gleichen Vorrang gibt, soll der am besten geeignete Bewerber eingestellt 

werden» (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, S. 30). 

B.11.2. Aus den Vorarbeiten zum Gesetz über die Generalinspektion geht ebenfalls hervor, dass der Gesetzgeber 

sich des Schicksals der Personalmitglieder der Generalinspektion, die den Dienst verlassen, angenommen hat 

(Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, SS. 30 und 31). 

B.11.3. Die beiden Zielsetzungen rechtfertigen es, dass ein Personalmitglied der Generalinspektion, das sich um 

eine Funktion in den Polizeidiensten bewirbt, Vorrang vor allen anderen Bewerbern um diese Funktion hat. Somit wird 

nämlich vermieden, dass der Betreffende bei der Entscheidung über seine Bewerbung allzu sehr von Personen 

abhängen würde, mit denen er es bei der Ausführung seiner Aufgaben zu tun gehabt hat, oder dass seine Bewerbung 

wegen dieser Aufgaben ungünstig bewertet werden würde. 

B.11.4. In Anbetracht des in B.8.2 angeführten unterschiedlichen Auftrags, durch den sich die Generalinspektion 

von den innerhalb der föderalen oder lokalen Polizei tätigen Kontrolldiensten unterscheidet, ist es ebenfalls 

gerechtfertigt, dass das Vorrangsrecht nicht für einen Polizeikommissar gilt, der als Mitglied eines solchen 

Kontrolldienstes ein Audit vornimmt. 

B.12.1. Das Vorrangsrecht, das ein um eine Funktion in den Polizeidiensten sich bewerbendes Personalmitglied der 

Generalinspektion genießt, ist übrigens nicht absolut. Es gilt nur insofern, als der Betreffende für die auszuführende 

Funktion für geeignet befunden worden ist. 

B.12.2. Außerdem ist dieses Recht zeitlich begrenzt, denn es gilt nur während einer Frist von einem oder 

zwei Jahren ab dem sechsten beziehungsweise elften Jahr nach dem Tag der Eidesleistung (angefochtener Artikel 21 

Absätze 2 und 3). 

B.13.1. Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass der beanstandete Behandlungsunterschied nicht offensichtlich 

unvernünftig ist. 

B.13.2. Insofern der einzige Klagegrund gegen den angefochtenen Artikel 21 gerichtet ist, ist er unbegründet. 


B.14. Der angefochtene Artikel 26 sieht eine Zulage für die Personalmitglieder, die tatsächlich eine Funktion bei der 

Generalinspektion ausüben, vor, mit Ausnahme jener Personalmitglieder, die in eine durch Mandat zu vergebende 

Funktion bei der Generalinspektion bestellt werden.


B.15.1. Die in dieser Bestimmung vorgesehene Zulage wurde zum ersten Mal durch den königlichen Erlass vom 

23. Oktober 2003 zur Abänderung des königlichen Erlasses vom 20. Juli 2001 über die Arbeitsweise und das Personal 

der Generalinspektion der föderalen Polizei und der lokalen Polizei eingeführt. Der durch Artikel 1 des königlichen 

Erlasses vom 23. Oktober 2003 eingefügte Artikel 79ter des königlichen Erlasses vom 20. Juli 2001 bestimmt: 

«Mit Ausnahme der Personalmitglieder, die in eine durch Mandat zu vergebende Funktion bei der Generalinspektion 

bestellt werden, erhalten die in Artikel 39 Nr. 1 erwähnten Polizeibeamten eine Zulage, deren Jahresbetrag auf 

2 500 EUR festgesetzt wird». 

Gerechtfertigt wurde diese Zulage durch «die besonderen Fähigkeiten, die verlangt werden, sowie die zugeteilten 

Aufgaben» (Bericht an den König zum königlichen Erlass vom 23. Oktober 2003, Belgisches Staatsblatt, 17. November 

2003, S. 55309). 

B.15.2. Die angefochtene Bestimmung ergibt sich aus einem in der Abgeordnetenkammer eingereichten 

Abänderungsantrag (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002). Aus dessen Begründung geht hervor, 

dass diese Bestimmung eine zweifache Zielsetzung verfolgt. 

Einerseits wollte der Gesetzgeber den Bemerkungen der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates entgegenkommen, 

die in Bezug auf den königlichen Erlass vom 20. Juli 2001 über die Arbeitsweise und das Personal der 

Generalinspektion der föderalen Polizei und der lokalen Polizei darauf hingewiesen hatte, dass laut Artikel 184 der 

Verfassung die Organisation der Generalinspektion der integrierten Polizei einschließlich des Personalstatuts durch 

Gesetz geregelt werden muss (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, S. 22). 

Andererseits bezweckte die angefochtene Bestimmung, die den Personalmitgliedern des Einsatzkaders der 

Generalinspektion gewährte Zulage ebenfalls den Personalmitgliedern des Verwaltungs- und Logistikkaders der 

Generalinspektion zu gewähren. Diese Erweiterung wurde folgendermaßen begründet: 

«Aus Gerechtigkeits- und Billigkeitserwägungen und ähnlich wie bei Artikel 29 dieses Gesetzes ist es logisch, dass 

den Personalmitgliedern des Calog-Kaders die gleiche Prämie gewährt wird. Es ist tatsächlich so, dass sie die gleichen 

Aufgaben und die gleiche Verantwortung übernehmen können wie das Personal des Einsatzkaders» (Parl. Dok., 

Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, S. 31). 

B.16. Da die in der angefochtenen Bestimmung vorgesehene Zulage als Entschädigung für die spezifischen 

Aufgaben, die die Personalmitglieder der Generalinspektion erfüllen, und für die Verantwortung, die sie dabei 

übernehmen, zu betrachten ist, ist es nicht unvernünftig, diese Zulage den Personalmitgliedern dieses Dienstes 

vorzubehalten. Die Zulage wird nämlich durch die spezifische Beschaffenheit der Aufträge, mit denen die 

Generalinspektion betraut ist, gerechtfertigt. 

B.17. Insofern der einzige Klagegrund gegen den angefochtenen Artikel 26 gerichtet ist, ist er unbegründet. 


B.18. Laut des angefochtenen Artikels 39 werden die Personalmitglieder der Polizei, die am Tag des Inkrafttretens 

des Gesetzes über die Generalinspektion, d.h. am 15. Juni 2007, zur Generalinspektion oder zum Enquetendienst des 

Ständigen Ausschusses P gehören, gleichgestellt mit den Inhabern des Brevets eines Ermittlers, das nach der 

funktionellen gerichtspolizeilichen Ausbildung, wie in den Punkten 1.1, 1.1.1, 1.1.2. und 1.1.3 der Anlage zum 

königlichen Erlass vom 3. Dezember 2005 über die funktionellen Ausbildungen der Personalmitglieder der 

Polizeidienste erwähnt, ausgestellt wird. 

B.19.1. In den Vorarbeiten wurde hinsichtlich dieser Bestimmung erwogen, dass «es erforderlich ist, dass die 

zukünftigen Personalmitglieder mit der Zeit Inhaber des Brevets eines Ermittlers im Sinne des königlichen Erlasses 

vom 3. Dezember 2005 über die funktionellen Ausbildungen der Personalmitglieder der Polizeidienste sein müssen» 

(Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, S. 35). Dieses Erfordernis wurde wie folgt gerechtfertigt: 

«Dieses Erfordernis entspricht dem Bedürfnis nach Polyvalenz und Qualität. Dies ist auch deshalb notwendig, 

weil mehrere Polizeibeamte, die von der Generalinspektion und vom Ausschuss P angehört werden, Inhaber desselben 

Brevets sind. Die Polyvalenz setzt schließlich voraus, dass die verschiedenen Aufgaben der Generalinspektion und des 

Ausschusses P nötigenfalls durch gleich welches Mitglied des Polizeipersonals der Generalinspektion und die 

Mitglieder des Enquetendienstes P ausgeführt werden können» (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, 

S. 35). 

B.19.2. Aus den Vorarbeiten wird ersichtlich, dass der Gesetzgeber vermeiden wollte, dass Personalmitglieder der 

Generalinspektion gegen Mitglieder der föderalen oder lokalen Polizei ermitteln müssten, ohne über einen 

gleichwertigen Dienstgrad wie diese Personen zu verfügen (siehe Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, 

S. 29). Insofern der angefochtene Artikel 39 darauf abzielt zu vermeiden, dass Personalmitglieder der Generalinspektion 

Personen anhören, die Inhaber des Brevets eines Ermittlers sind, ohne dass sie selbst über dieses Brevet verfügen, 

beruht er auf demselben Bemühen. 

B.20. Da die angefochtene Bestimmung nur für jene Mitglieder der Polizeidienste gilt, die am Tag des Inkrafttretens 

des Gesetzes über die Generalinspektion der Generalinspektion oder dem Enquetendienst des Ausschusses P 

angehören, handelt es sich dabei um eine Übergangsbestimmung. Personalmitglieder, die nach dem Inkrafttreten des 

Gesetzes diesen Diensten beitreten, genießen nicht die in der angefochtenen Bestimmung vorgesehene Gleichstellung 

und müssen, um das Brevet eines Ermittlers zu erhalten, die funktionelle gerichtspolizeiliche Ausbildung, wie in den 

Punkten 1.1, 1.1.1, 1.1.2. und 1.1.3 der Anlage zum königlichen Erlass vom 3. Dezember 2005 über die funktionellen 

Ausbildungen der Personalmitglieder der Polizeidienste erwähnt, bestehen. 

B.21. Es ist nicht unvernünftig, dass die Personalmitglieder, die bereits zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des 

Gesetzes über die Generalinspektion bei der Generalinspektion oder beim Enquetendienst des Ausschusses P im Dienst 

waren, mit den Inhabern des Brevets eines Ermittlers gleichgestellt werden, ohne dass sie dazu die vorerwähnte 

funktionelle gerichtspolizeiliche Ausbildung bestehen müssen. Eine anderslautende Entscheidung würde nämlich 

dazu führen, dass es in Anbetracht der Dauer dieser Ausbildung viel Zeit in Anspruch nehmen würde, ehe der 

Gesetzgeber die in B.19 erwähnten Zielsetzungen verwirklichen würde. 

B.22. Insofern der einzige Klagegrund gegen den angefochtenen Artikel 39 gerichtet ist, ist er unbegründet. 

Aus diesen Gründen: 

Der Hof 

weist die Klage zurück. 

Verkündet in niederländischer, französischer und deutscher Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes 

vom 6. Januar 1989, in der öffentlichen Sitzung vom 11. Dezember 2008. 

Der Kanzler, Der Vorsitzende, 


123


SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, 

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 

F. 2009 — 4 

[C − 2008/13332] 


collective de travail du 11 juin 2008, conclue au sein de la 

Commission paritaire des pompes funèbres, modifiant la convention 

collective de travail du 24 septembre 2007 concernant les 

conditions de rémunération et de travail (1) 

ALBERT II, Roi des Belges, 

A tous, présents et à venir, Salut. 

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail 

et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Commission paritaire des pompes funèbres; 

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, 

Nous avons arrêté et arrêtons : 

Article 1 er . Est rendue obligatoire la convention collective de travail 

du 11 juin 2008, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire des pompes funèbres, modifiant la convention collective de 

travail du 24 septembre 2007 concernant les conditions de rémunération 

et de travail. 

Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée 

de l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 18 septembre 2008. 

ALBERT 

Par le Roi : 

La Vice-Première Ministre 

et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, 

Mme J. MILQUET 

Note 

(1) Référence au Moniteur belge : 

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. 

Annexe 

Commission paritaire des pompes funèbres 

Convention collective de travail du 11 juin 2008 

Modification de la convention collective de travail du 24 septembre 

2007 concernant les conditions de rémunération et de travail 

(Convention enregistrée le 7 juillet 2008 sous le numéro 88687/CO/320) 

CHAPITRE I er . — Champ d’application 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la 

Commission paritaire des pompes funèbres. 

Pour l’application de la présente convention collective de travail, on 

entend par ″travailleurs″ : les employés et les employées, les ouvriers et 

les ouvrières. 

Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue dans le 

cadre de l’accord 2007-2008 du 26 juin 2007. 

CHAPITRE II. — Classification professionnelle 

Art. 3. Le § 8del’article 4 de la convention collective de travail du 

24 septembre 2007 concernant les conditions de rémunération et de 

travail est abrogé. 

CHAPITRE III. — Appointements 

A. Barèmes employé(e)s 

Art. 4. L’article 5, § 3 de la convention collective de travail du 

24 septembre 2007 concernant les conditions de rémunération et de 

travail est remplacé par les dispositions suivantes : 

«§3. A partir du 1 er septembre 2007 les salaires minima barémiques 

et les salaires réels applicables à cette date sont augmentés de 2 p.c.. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, 

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 

N. 2009 — 4 

[C − 2008/13332] 

18 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen 

verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 11 juni 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, 

tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 24 september 2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden 

(1) 

ALBERT II, Koning der Belgen, 

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op 

artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen; 

Op de voordracht van de Minister van Werk, 

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage 

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2008, gesloten 

in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot 

wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 

2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden. 

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering 

van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 18 september 2008. 

ALBERT 

Van Koningswege : 

De Vice-Eerste Minister 

en Minister van Werk en Gelijke Kansen, 

Mevr. J. MILQUET 

Nota 

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. 

Bijlage 

Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2008 

Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 

2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst 

geregistreerd op 7 juli 2008 onder het nummer 88687/CO/320) 

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op 

de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren 

onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. 

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt 

onder ″werknemers″ verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke 

bedienden, de werklieden en de werksters. 

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader 

van het akkoord 2007-2008 van 26 juni 2007. 

HOOFDSTUK II. — Beroepsindeling 

Art. 3. De § 8 van artikel 4 van de collestieve arbeidsovereenkomst 

van 24 september 2007 betreffende de loon-en arbeidsvoorwaarden 

wordt opgeheven. 

HOOFDSTUK III. — Lonen 

A. Loonschalen bedienden 

Art. 4. Artikel 5, § 3,van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

24 september 2007 betreffende de loon-en arbeidsvoorwaarden wordt 

vervangen door de volgende bepalingen : 

«§3 Vanaf 1 september 2007 worden de minimum baremiek lonen en 

de reële lonen die op die datum van toepassing zijn met 2 pct. 

verhoogd.

§ 4. Les parties signataires ont pris connaissance de la lettre du 

16 février 2007 adressée par le Ministre de l’Emploi aux présidents des 

commissions paritaires. 

Dans cette lettre, le Ministre de l’Emploi invite les partenaires sociaux 

à réexaminer les systèmes de rémunération actuels comportant des 

barèmes liés à l’âge et à les transformer en utilisant d’autres critères de 

distinction que l’âge, tout en respectant une neutralité budgétaire et 

sociale, et ceci conformément à l’accord interprofessionnel 2007-2008 du 

26 juin 2007 et en se référant à la Directive européenne 2000/78 du 

27 novembre 2000 portant création d’un cadre général en faveur de 

l’égalité de traitement en matière d’emploi et de travail, et à la 

réglementation et à la jurisprudence qui en découlent. 

Les parties signataires constatent que les barèmes applicables dans la 

Commission paritaire des pompes funèbres prévoient une distinction 

sur la base de l’âge. Ce système de rémunération lié à l’âge est 

l’expression d’un consensus datant de plusieurs années visant à utiliser 

un système de rémunération qui soit stable, équitable et non discriminatoire. 

Les parties signataires constatent que la Directive européenne 

2000/87/CE et la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre 

certaines formes de discrimination, qui en découle, sont susceptibles de 

poser un certain nombre d’exigences nouvelles en matière de nondiscrimination, 

notamment en regard de la jurisprudence de la Cour de 

justice des Communautés européennes. 

Elles conviennent dès lors de transformer dans les plus brefs délais le 

système salarial actuel lié àl’âge en un système qui est adapté aux 

exigences de la Directive européenne susmentionnée etdelaloidu 

10 mai 2007 qui en découle. 

Vu la longue tradition du système sectoriel actuel de formation des 

salaires liée à l’âge, la complexité et la diversité du secteur, la nécessité 

d’aboutir d’une manière sereine et avec circonspection à un nouveau 

système de formation des salaires et dont il faut éviter qu’il contienne 

d’autres références dites discriminatoires, les parties signataires estiment 

que, dans l’attente de cette transformation, le maintien temporaire 

du système actuel cadre avec un objectif légitime et n’est clairement pas 

disproportionné par rapport aux objectifs visés par la réglementation 

européenne et nationale. 

§ 5. En exécution de ce qui précède, les parties signataires conviennent 

de constituer un groupe de travail paritaire afin de transformer les 

barèmes actuels liés à l’âge, tels que fixés à l’article 5, § 1 er de la 

convention collective de travail du 24 septembre 2007 relative aux 

conditions de rémunération et de travail, en un système adapté aux 

exigences de la Directive européenne susmentionnée et à la loi du 

10 mai 2007 susmentionnée. 

Le nouveau système entrera en vigueur le 1 er janvier 2009. » 

CHAPITRE IV. — Dispositions finales 

Art. 5. La présente convention collective de travail entre en vigueur 

le 1 er septembre 2007. Elle est conclue pour une durée indéterminée. 

Chacune des parties peut la denoncer, moyennant un préavis de trois 

mois à notifier par lettre recommandée à la poste adressée auprésident 

de la Commission paritaire des pompes funèbres. 

Vu pour être annexé àl’arrêté royal du 18 septembre 2008. 





§ 4. De ondertekenende partijen hebben kennis genomen van de brief 

van 16 februari 2007 van de Minister van Werk, aan de voorzitters van 

de paritair comités. 

In hogervermelde brief verzoekt de minister van Werk de sociale 

partners om de huidige leeftijdsgebonden verloningssystemen te 

herzien en ze om te vormen op basis van andere onderscheidingscriteria 

dan de leeftijd met inachtneming van de budgettaire en 

sociale neutraliteit en dit overeenkomstig het interprofessioneel 

akkoord 2007-2008 van 26 juni 2007 en met verwijziging naar de 

Europese Richtlijn 2000/78 van 27 november 2000 tot instelling van een 

algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en de 

daaruit voortvloeiende regelgeving en rechtspraak. 

De ondertekenende partijen stellen vast dat de in het Aanvullend 

Nationaal Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen geldende 

weddeschalen voorzien in een onderscheid op basis van leeftijd. Dit 

leeftijdsgebonden loonsysteem is de uitdrukking van een jarenlange 

consensus om een stabiel, billijk en niet-discriminerend loonsysteem te 

hanteren. 

De ondertekenende partijen stellen vast dat de Europese 

Richtlijn 2000/87/EG en de daaruit voortvloeiende wet van 10 mei 2007 

ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie aanleiding 

kunnen geven tot een aantal nieuwe vereisten inzake niet-discriminatie, 

en in dit in het bijzonder in het licht van de uitspraken van het Hof van 

Justitie van de Europese Gemeenschappen. 

Vandaar dat ze overeenkomen om het geldende leeftijdsgebonden 

loonsysteem zo spoedig mogelijk om te vormen tot een systeem dat 

aangepast is aan de vereisten van de bovengenoemde Europese 

Richtlijn en de daaruit voortvloeiende wet van 10 mei 2007. 

Gezien de lange traditie van het bestaande sectorale leeftijdsgebonden 

loonvormingsysteem, de complexiteit en diversiteit van de sector, 

de noodzaak om op een serene en omzichtige wijze te kunnen werken 

naar een nieuw stabiel loonvormingsysteem en waarbij moet worden 

voorkomen dat deze andere zogenaamde discriminatoire voorwaarden 

zou bevatten, zijn de ondertekenende partijen van oordeel dat in 

afwachting van deze omvorming de tijdelijke handhaving van het 

huidige systeem kadert in een legitiem doel en duidelijk niet disproportioneel 

is aan de doelstellingen van de Europese en nationale 

regelgeving. 

§ 5. In uitvoering van hetgeen voorafgaat komen de ondertekende 

partijen overeen een paritaire werkgroep op te richten om de huidigeleeftijdsgebonden 

loonschalen zoals bepaald in artikel 5, § 1 van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de 

loon- en arbeidsvoorwaarden, om te vormen tot een systeem dat 

aangepast is aan de vereisten van bovenvermelde Europese Richtlijn en 

aan de bovenvermelde wet van 10 mei 2007. 

Het nieuwe systeem zal in werking treden op 1 januari 2009. » 

HOOFDSTUK IV. — Slotbepalingen 

Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met 

ingang van 1 september 2007. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd. 

Elk van de partijen kan ze opzeggen met een opzegtermijn van drie 

maanden te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan 

de voorzitter van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. 

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 

18 september 2008. 




125


SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, 

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 

F. 2009 — 5 

[C − 2008/13360] 


collective de travail du 24 septembre 2007, conclue au sein de 

la Commission paritaire des pompes funèbres, concernant les 

conditions de travail et de rémunération (1) 

ALBERT II, Roi des Belges, 

A tous, présents et à venir, Salut. 

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail 

et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Commission paritaire des pompes funèbres; 

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, 

Nous avons arrêté et arrêtons : 

Article 1 er . Est rendue obligatoire la convention collective de travail 

du 24 septembre 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la 

Commission paritaire des pompes funèbres, concernant les conditions 

de travail et de rémunération. 

Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée 

de l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 19 septembre 2008. 

ALBERT 

Par le Roi : 




Note 

(1) Référence au Moniteur belge : 

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. 

Annexe 

Commission paritaire des pompes funèbres 

Convention collective de travail du 24 septembre 2007 

Conditions de travail et de rémunération 

(Convention enregistrée le 8 novembre 2007 

sous le numéro 85583/CO/320) 

CHAPITRE I er . — Champ d’application 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la 

Commission paritaire des pompes funèbres. 

Pour l’application de la présente convention collective de travail, on 

entend par ″travailleurs″ : les employés et les employées, les ouvriers et 

les ouvrières. 

Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue dans le 

cadre de l’accord 2007-2008 du 26 juin 2007. 

CHAPITRE II. — Classification professionnelle 

Art. 3. Les fonctions des travailleurs sont classées en quatre 

catégories que définissent les critères généraux ci-dessous : 

Première catégorie. 

Age de départ normal : 21 ans. 

Définition. 

A. Employé(e)s dont la fonction est caractérisée par : 

a) l’assimilation de connaissances correspondant au programme de 

l’enseignement primaire, et suffisantes pour exercer les fonctions du 

niveau le moins élevé parmi celles reconnues par la loi ou la 

jurisprudence comme étant d’ordre intellectuel; 

b) l’exécution correcte d’un travail simple d’ordre secondaire. 

Il ne s’agit donc pas de fonctions faisant appel à l’initiative 

personnelle mais elles doivent être exercées conformément à des règles 

fixées préalablement. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, 

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 

N. 2009 — 5 

[C − 2008/13360] 

19 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen 

verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 24 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de 

begrafenisondernemingen, betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden 

(1) 

ALBERT II, Koning der Belgen, 

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op 

artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen; 

Op de voordracht van de Minister van Werk, 

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage 

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 

2007, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, 

betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden. 

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering 

van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 19 september 2008. 

ALBERT 

Van Koningswege : 




Nota 

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. 

Bijlage 

Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 

Loon -en arbeidsvoorwaarden 

(Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 

onder het nummer 85583/CO/320) 

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de 

werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren 

onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. 

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt 

onder ″werknemers″ verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke 

bedienden, de werklieden en de werksters. 

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader 

van het akkoord 2007-2008 van 26 juni 2007. 

HOOFDSTUK II. — Beroepsindeling 

Art. 3. De functies van de werknemers worden in vier klassen 

ingedeeld die door de hieronder vermelde algemene maatstaven 

worden bepaald : 

Eerste klasse. 

Normale aanvangsleeftijd : 21 jaar. 

Bepaling. 

A. Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 

a) kennis hebben opgedaan welke overeenstemt met het programma 

van het lager onderwijs en voldoende is om functies te kunnen 

uitoefenen van het minst verheven niveau, welke door de wet of de 

rechtbank worden erkend als zijnde van intellectuele aard; 

b) de juiste uitvoering van een eenvoudig bijkomstig werk. 

Het gaat hier dus om functies die geen persoonlijk initiatief vergen, 

doch worden uitgevoerd volgens duidelijk vooraf vastgelegde regels.

B. Ouvriers(ières) dont la fonction ne nécessite pas de formation 

spéciale, c’est-à-dire l’ouvrier non-qualifié 

I. Employé(e)s. 

- Concierge; 

- Huissier; 

- Employé au courrier (ouverture, tri élémentaire, mise sous pli, etc.); 

- Employé aux machines à adresser (estampage et impression de 

plaques adresses), à photocopier et/ou à polycopier; 

- Employé non expérimenté débutant aux diverses machines de 

bureau ou ordinateur; 

- Employé aide-magasinier ou employé aide-réceptionnaire (travaux 

administratifs auxiliaires); 

- Employé aux écritures exécutant en ordre principal des travaux 

simples d’écriture, de chiffrage, d’enregistrement de relevés, d’établissement 

d’états ou autres travaux élémentaires du même niveau sans 

interprétation; 

- Employé chargé du classement de documents; 

- Employé chargé de la préparation du travail à l’ordinateur : aide les 

opérateurs dans la recherche des documents comptables à traiter et à 

classer. 

II. Ouvriers(ières). 

- Manœuvre; 

- Ouvrier chargé d’activités de nettoyage; 

- Commissionnaire. 

Deuxième catégorie. 


Définition. 


a) l’assimilation, soit par l’enseignement soit par la pratique, de 

connaissances équivalentes à celles de l’enseignement moyen inférieur; 

b) l’exécution correcte de travaux simples peu diversifiés dont la 

responsabilité est limitée par un contrôle direct; 

c) un temps limité d’assimilation permettant d’acquérir de la 

dextérité dans un travail déterminé. 

B. Ouvriers(ières) dont la fonction est caractérisée par une formation 

et/ou un exercice pratique de travailleur qualifié 


- Classeur devant faire preuve de jugement et de discernement; 

- Employé magasinier; 

- Employé réceptionnaire; 

- Employé aux stocks (magasins, entrepôts, réserves), travaux 

administratifs des magasins d’approvisionnement ou de produits finis 

sans imputation comptable; 

- Dactylographe expérimenté pouvant dactylographier 40 mots à la 

minute sur clavier, ayant une orthographe correcte et sachant bien 

présenter son travail; 

- Employé chargé de travaux simples de rédaction, de calcul, 

d’enregistrement de relevés, d’établissement d’états ou autres travaux 

secondaires d’un même niveau nécessitant un certain jugement et 

effectués sous contrôle direct; 

- Employé auxiliaire aux salaires (sous contrôle); 

- Employé de comptabilité (enregistrement d’éléments comptables 

sans détermination d’imputation); 

- Opérateur sur ordinateur pour la rédaction d’une partie de la 

comptabilité (exemple : comptes courants des clients, fournisseurs, 

stocks, etc.) sans responsabilité. Cette fonction contient une limitation 

soit dans la sorte de documents, soit dans le traitement (exemple : soit 

débit, soit crédit) ou pour une partie de la comptabilité (exemple : 

exclusivement les comptes clients ou uniquement les fournisseurs, etc.); 

-Téléphoniste de centrale; 

- Employé chargé du contrôle des présences ou de l’établissement 

des statistiques; 

- Employé tenant une caisse auxiliaire. 


127 

B. Arbeiders(sters) waarvan de functie geen bij-zondere vorming 

vereist namelijk de ongeschoolde arbeiders 

I. Bedienden. 

- Huisbewaarder; 

- Deurwaarder; 

- Bediende voor de post : (openmaken, oppervlakkig sorteren, onder 

omslag steken, enz.); 

- Bediende aan adresseermachines (stempelen en drukken van 

adresplaatjes), fotokopieermachines en/of polykopieermachines; 

- Bediende zonder ervaring die begint te werken op kantoormachines 

of computer; 

- Bediende hulpmagazijnier of hulpbediende bij de goederenreceptie 

(bijkomstig administratief werk); 

- Schrijver die hoofdzakelijk eenvoudig schrijf- en cijferwerk verricht, 

opsommingen registreert, staten opmaakt of elementair werk van gelijk 

niveau, uitvoert, zonder interpretatie; 

- Bediende belast met het klassement van documenten; 

- Bediende bij de voorbereiding van het werk op de computer : helpt 

de operators met het opzoeken van de te behandelen boekhoudingsstukken 

en hun klassering. 

II. Arbeiders(sters). 

- Handlanger; 

- Arbeider belast met reinigingsactiviteiten; 

- Boodschapper. 

Tweede klasse. 


Bepaling. 


a) kennis hebben opgedaan door onderwijs of praktijk welke kan 

opwegen tegen de kennis van het lager middelbaar onderwijs; 

b) het correct uitvoeren van eenvoudig en weinig afwisselend werk 

dat, wegens een rechtstreeks toezicht, slechts beperkte verantwoordelijkheid 

meebrengt; 

c) een korte leertijd, voldoende om de vereiste vaardigheid in een 

bepaald werk te verwerven. 

B. Arbeiders(sters) waarvan de functie wordt gekenmerkt door een 

vorming en/of een praktische uitoefening van geschoold arbeider 

I. Bedienden. 

- Klasseerder, die blijk moet geven van enig oordeel en inzicht; 

- Magazijnbediende; 

- Bediende bij de goederenreceptie; 

- Stockbediende (magazijnen, opslagplaatsen, voorraden), administratief 

werk van de magazijnen waar voorraden of afgewerkte 

producten zijn opgeslagen, zonder boekhoudkundige toewijzing; 

- Ervaren typist die 40 woorden per minuut kan typen op klavier, een 

correcte spelling heeft en het werk goed weet te schikken; 

- Bediende belast met eenvoudig schrijf- of rekenwerk, het registreren 

van opsommingen, het opmaken van staten of ander bijkomstig werk 

van gelijk niveau dat enig oordeel vereist en onder rechtstreekse 

controle wordt uitgevoerd; 

- Hulpbediende voor de lonen (onder controle); 

- Boekhoudingsbediende (registreren van boekhoudkundige gegevens 

zonder de toewijzing te bepalen); 

- Operateur op computer voor het opstellen van een gedeelte van de 

boekhouding (voorbeeld : lopende rekeningen cliënten, leveranciers, 

stocks, enz.) zonder verantwoordelijkheid. Deze functie houdt een 

beperking in ofwel in het soort documenten ofwel in de behandeling 

(voorbeeld : steeds debet of steeds krediet) ofwel in het gedeelte van de 

boekhouding (voorbeeld : alleen klantenrekeningen of alleen leveranciers, 

enz.); 

- Telefonist van een centrale; 

- Bediende belast met het nazicht van de aanwezigheden of het 

opmaken van statistieken; 

- Bediende die een hulpkas houdt.



- Porteur; 

- Chauffeur; 

- Ouvrier chargé de l’entretien de matériel roulant; 

- Placeur de chapelle ardente; 

- Menuisier; 

- Ouvrier chargé de la toilette mortuaire. 

Troisième catégorie. 


Définition. 


a) une formation pratique équivalente à celle de l’enseignement 

moyen supérieur, soit les études de l’enseignement moyen inférieur 

complétées par des études professionnelles spécialisées ou l’acquisition 

d’une formation professionnelle par des stages ou l’exercice d’autres 

emplois identiques ou similaires; 

b) un travail d’exécution autonome, diversifié, exigeant habituellement 

de l’initiative, du raisonnement de la part de celui qui l’exécute et 

comportant la responsabilité de son exécution. 

B. Ouvriers(ières) dont la fonction est caractérisée par un niveau plus 

élevé d’initiative et/ou de responsabilité 


- Employé qui maîtrise l’ordinateur en ce qui concerne la comptabilité 

(générale ou analytique) et qui tient judicieusement les journaux 

auxiliaires et qui les centralise périodiquement; 

- Employé chargé également d’une tâche de secrétariat; 

- Employé chargé du calcul des rémunérations et de l’application 

courante des lois sociales qui s’y rattachent; il effectue également le 

paiement des salaires, le relevé des heures de travail en vue de 

l’établissement des prix de revient et effectue occasionnellement des 

calculs pour l’application de la législation sociale; 

- Employé responsable de magasin, de réserves et d’entrepôts avec 

imputation comptable; 

- Aide-comptable (comptabilité générale ou analytique) chargé 

d’établir au moyen de documents comptables de départ, une partie de 

la comptabilité ou des écritures courantes représentant néanmoins un 

ensemble homogène, préalable à la centralisation, comme par exemple 

les comptes courants clients, fournisseurs, comptes partiels; 

- Employé chargé de la rédaction de lettres de caractère non répétitif. 


- Contremaître ou surveillant; 

- Responsable de l’atelier; 

-Maîtredecérémonie lors des funérailles. 

Quatrième catégorie. 


Définition. 

Employé(e)s dont la fonction est caractérisée par : 

a) une formation équivalente à celle que donnent au minimum les 

études de l’enseignement moyen supérieur et des études professionnelles 

spécialisées, ou encore l’acquisition d’une formation pratique par 

des stages ou par l’exercice d’emplois identiques ou similaires; 

b) un temps limité d’assimilation; 

c) un travail autonome, plus diversifié, demandant de la part de celui 

qui l’exécute une valeur professionnelle au-dessus de la moyenne, de 

l’initiative, le sens des responsabilités; 

d) la possibilité : 

d’exécuter tous les travaux inférieurs de sa spécialité; 

de rassembler tous les éléments des travaux qui lui sont confiés, aidé 

éventuellement par les employés des échelons précédents. 

- Comptable : c’est-à-dire employé chargé de traduire en comptabilité 

toutes opérations, de les assembler et composer pour en établir 

préalablement le budget, le bilan et le compte de résultats; 


- Drager; 

- Autobestuurder; 

- Arbeider belast met het onderhoud van rollend materieel; 

- Plaatser rouwkapel; 

- Schrijnwerker; 

- Verzorger van de opschik van de overledene. 

Derde klasse. 


Bepaling. 


a) een praktische opleiding die opweegt tegen de bekwaamheid 

verkregen door het hoger middelbaar onderwijs of door het lager 

middelbaar onderwijs aangevuld hetzij door gespecialiseerde vakstudies, 

hetzij door een vakbekwaamheid door middel van stages of het 

uitoefenen van gelijke of gelijkwaardige betrekkingen; 

b) het zelfstandig uitvoeren van afwisselend werk, dat doorgaans 

initiatief en redenering vereist en bovendien de verantwoordelijkheid 

voor de uitvoering vergt. 

B. Arbeiders(sters) waarvan de functie wordt gekenmerkt door een 

hogere vorm van initiatief en/of veranwoordelijkheid 

I. Bedienden. 

- Bediende die de computer beheerst en op het gebied van 

boekhouding (algemene of analytische boekhouding) oordeelkundig 

hulpdagboeken houdt en deze per periode centraliseert; 

- Bediende eveneens belast met een secretariaatstaak; 

- Bediende voor de berekening van de lonen en de courante 

toepassing van de ermee verbonden sociale wetten, die ook de 

uitbetaling der lonen doet, de opgave van de arbeidsuren met het oog 

op de vaststelling van de kostprijzen en gebeurlijke berekeningen 

uitvoert voor de toepassing van de sociale wetgeving; 

- Bediende die de verantwoording draagt voor magazijn, voorraden 

en opslagplaatsen met boekhoudkundige toewijzing; 

- Hulpboekhouder (algemene of analytische boekhouding), die met 

behulp van boekhoudkundige bescheiden een gedeelte van de boekhouding 

samenstelt of van de gewone inschrijvingen die niettemin een 

homogeen geheel uitmaken tot voorbereiding van de centralisatie, 

zoals bijvoorbeeld lopende rekeningen klanten, leveranciers, deelrekeningen; 

- Bediende belast met het opstellen van niet stereotype brieven. 


- Meestergast of opzichter; 

- Verantwoordelijke voor het werkhuis; 

- Ceremoniemeester bij de begrafenis. 

Vierde klasse. 


Bepaling. 

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 

a) een opleiding die tenminste opweegt tegen de bekwaamheid 

verworven door hogere middelbare studies en gespecialiseerde vakstudies 

of ook een praktische opleiding door middel van stages of door het 

uitoefenen van gelijke of gelijkwaardige betrekkingen; 

b) een korte tijd om zich in te werken; 

c) meer afwisselend zelfstandig werk waarvoor meer dan gemiddelde 

vakbekwaamheid en bovendien initiatief en verantwoordelijkheidsbesef 

vereist zijn; 

d) bekwaamheid om : 

al het mindere werk van de eigen specialiteit uit te voeren; 

al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen, 

gebeurlijk geholpen door bedienden van de voorgaande rangen. 

- Boekhouder, dit is de bediende die tot taak heeft alle verrichtingen 

boekhoudkundig vast te leggen, samen te brengen en te ordenen om 

voorafgaandelijk de begroting, de balans en de resultaatrekeningen op 

te maken;

- Employé chargé de porter en comptabilité toutes les opérations de 

l’entreprise, les composer et les rassembler afin de pouvoir calculer le 

prix de revient; 

- Employé qui suit, dans le cadre de directives générales, certaines 

questions requérant de l’initiative et de la méthode et qui, selon le cas, 

rédige lui-même la correspondance; 

- Secrétaire assurant un secrétariat à un échelon de direction; 

- Employé ayant la responsabilité d’appréciation de tous les éléments 

d’une réception qualitative en concordance avec les exigences des bons 

de commande et cahiers des charges; 

- Employé responsable de la mise en application de toute disposition 

d’ordre salarial et social; 

- Caissier principal. 

Remarques générales 

Art. 4. § 1 er . Les fonctions ou activités citées dans chaque catégorie 

le sont à titre exemplatif. Les fonctions ou activités non énumérées sont 

classées par analogie aux exemples cités. 

§ 2. Cette classification a pour but de faciliter aux entreprises 

l’application des minima de rémunérations définis dans la présente 

convention collective de travail. 

C’est pourquoi cette classification est basée sur la nature des tâches, 

la complexité de celles-ci, le degré d’initiative, le mode de contrôle, 

les responsabilités imposées, etc. 

§ 3. a) La notion des études accomplies n’intervient que comme 

élément d’appréciation au début de la carrière et en l’absence des autres 

facteurs composant le critère général de chacune des catégories. 

Lorsqu’un travailleur possède des capacités requises pour exercer 

une fonction supérieure, cela n’implique pas qu’il doit être rangé dans 

la catégorie d’appointements correspondante. Il ne peut en être 

question que s’il exerce cette fonction. 

b) Pour les différentes catégories de fonction, les âges normaux de 

départ suivants sont prévus : 

- catégories 1 et 2:21ans; 

- catégorie 3:23ans; 

- catégorie 4:25ans. 

§ 4. Lorsqu’un travailleur exerce simultanément et d’une façon 

permanente plusieurs fonctions classées dans différentes catégories, 

il convient d’en tenir compte pour la fixation de sa rémunération. 

§ 5. L’actualisation de cette classification ne peut entraîner une 

révision des classifications convenues au niveau de l’entreprise et 

élaborées selon d’autres critères. 

§ 6. Les minimums du barème doivent être considérés comme 

correspondant à l’emploi d’une seule langue. L’exigence de la connaissance 

ou de l’emploi, dans l’exercice d’une fonction, de plus d’une 

langue, ne justifie pas le glissement dans une catégorie supérieure 

lorsque la nature de la fonction elle-même n’en est pas modifiée, mais 

il convient d’en tenir compte dans la fixation de la rémunération. 

§ 7. Les employeurs communiquent aux travailleurs la catégorie dans 

laquelle ils sont classés. Cette communication se fait à l’engagement ou 

au moment d’une modification de la classification ou lors de la remise 

du décompte annuel des appointements. En tout état de cause, la 

classification est communiquée à la demande du travailleur. 

§ 8. Les travailleurs âgés de moins de 16 ans bénéficient d’une 

rémunération égale à 80 p.c. du montant prévu au chapitre III pour 

ceux âgés de 16 ans de la 1 re catégorie. 


- Bediende belast met het overbrengen in de boekhouding van alle 

verrichtingen van de zaak, deze samen te stellen en bijeen te brengen 

om er de kostprijs uit te berekenen; 

- Bediende die binnen het raam van de algemene richtlijnen zekere 

kwesties volgt die initiatief en overleg vergen en die, volgens het geval, 

zelf de briefwisseling opstelt; 

- Secretaris die het secretariaat op directieniveau waarneemt; 

- Bediende die verantwoordelijk is voor de beoordeling van alle 

elementen van een kwalitatieve ontvangst in overeenstemming met de 

eisen van de bestelbons en bestekken; 

- Bediende die de verantwoording draagt voor het toepassen van alle 

regelingen op gebied van lonen en sociale wetten; 

- Hoofdkassier. 

Algemene opmerkingen 

Art. 4. § 1. De functies of werkzaamheden welke in elke klasse zijn 

aangegeven moeten gelden als voorbeelden. De niet-genoemde functies 

of werkzaamheden worden naar analogie met de aangehaalde voorbeelden 

ingedeeld. 

§ 2. Deze indeling in klassen heeft ten doel aan de bedrijven een 

richtlijn te geven om de toepassing te vergemakkelijken van de in deze 

collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde beloningsminima. 

Daarom steunt deze indeling in klassen zich op de aard der taken, de 

complexiteit ervan, de mate waarin initiatief is vereist, de wijze van 

controle, de opgelegde verantwoordelijkheden, enz. 

§ 3. a) Het begrip ″genoten onderwijs″ komt als beoordelingsfactor 

slechts in aanmerking bij de aanvang van de loopbaan en bij 

ontstentenis van de andere factoren welke voor elke klasse afzonderlijk 

als algemene criteria gelden. 

Wanneer een werknemer de bekwaamheid bezit om een hogere 

functie uit te oefenen, houdt dit niet in dat hij in de overeenstemmende 

weddecategorie wordt geplaatst. Dit kan enkel gebeuren indien de 

betreffende functie wordt uitgeoefend. 

b) Voor de verschillende functieklassen zijn volgende normale 

aanvangsleeftijden voorzien : 

- klassen 1 en 2:21jaar; 

- klasse 3:23jaar; 

- klasse 4:25jaar. 

129 

§ 4. Wanneer een werknemer gelijktijdig en bestendig meerdere 

functies van diverse klassen vervuld, dient hiermede rekening gehouden 

bij de vaststelling van zijn loon. 

§ 5. De verwezenlijking van deze indeling in klassen mag geen 

aanleiding geven tot een herziening van de indeling in klassen die op 

ondernemingsvlak zijn overeengekomen en opgesteld volgens andere 

normen. 

§ 6. De minimumloonschalen moeten worden aangezien als geldend 

voor het gebruik van één enkele taal. Wanneer voor het uitoefenen van 

een functie de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt 

vereist, dan is dit op zichzelf geen reden om naar een hogere klasse op 

te schuiven wanneer de aard van de functie er niet door verandert, wel 

past het er rekening mee te houden bij het vaststellen van het loon. 

§ 7. De werkgevers delen aan de werknemers op wie de weddeschalen 

van toepassing zijn, de categorie mee waarin zij ingedeeld zijn. 

Deze mededeling gebeurt bij de indienstneming of op het tijdstip dat de 

indeling in klassen een wijziging ondergaat of bij het overhandigen van 

de jaarlijkse afrekening der lonen. In ieder geval wordt de indeling in 

klassen op vraag van de werknemer medegedeeld. 

§ 8. De minder dan 16-jarige werknemers genieten een loon ten 

belope van 80 pct. van het bij hoofdstuk III voorziene bedrag van 

16-jarigen van de 1ste categorie.


CHAPITRE III. — Appointements 

A. Barèmes employé(e)s 

Art. 5. § 1 er . Les rémunérations mensuelles minima par catégorie du 

personnel sont fixées comme suit au 1 er septembre 2007 : 

Catégorie I 

— 

Categorie I 

Catégorie II 

— 

Categorie II 

HOOFDSTUK III. — Lonen 

A. Loonschalen bedienden 

Art. 5. § 1. De minimummaandlonen per categorie van het personeel 

worden, per 1 september 2007, als volgt vastgesteld : 

Catégorie III 

— 

Categorie III 

Catégorie IV 

— 

Categorie IV 

16 ans/jaar 858,45 897,12 0 0 

17 ans/jaar 985,32 1 029,59 0 0 

18 ans/jaar 1 112,49 1 162,35 1 270,42 1 406,05 

19 ans/jaar 1 213,47 1 268,54 1 386,78 1 502,54 

20 ans/jaar 1 264,25 1 321,57 1 445,03 1 559,78 

21 ans/jaar 1 302,33 1 361,57 1 477,69 1 602,89 

22 ans/jaar 1 314,61 1 387,71 1 477,69 1 614,06 

23 ans/jaar 1 327,00 1 413,50 1 483,79 1 625,37 

24 ans/jaar 1 339,42 1 439,40 1 514,80 1 636,75 

25 ans/jaar 1 351,72 1 465,40 1 545,75 1 647,88 

26 ans/jaar 1 364,11 1 477,69 1 576,79 1 686,41 

27 ans/jaar 1 376,40 1 486,91 1 607,60 1 724,81 

28 ans/jaar 1 388,19 1 510,01 1 638,72 1 763,27 

29 ans/jaar 1 401,22 1 533,07 1 669,63 1 801,64 

30 ans/jaar 1 413,50 1 556,22 1 700,69 1 840,05 

31 ans/jaar 1 425,81 1 579,39 1 731,67 1 878,42 

32 ans/jaar 1 436,38 1 598,76 1 762,65 1 916,83 

33 ans/jaar 1 446,60 1 618,19 1 793,58 1 955,21 

34 ans/jaar 1 457,17 1 637,75 1 818,06 1 993,73 

35 ans/jaar 1 467,43 1 656,97 1 842,33 2 032,02 

36 ans/jaar 1 477,69 1 676,44 1 866,74 2 064,42 

37 ans/jaar 1 477,69 1 682,77 1 891,22 2 096,62 

38 ans/jaar 1 477,69 1 689,03 1 915,64 2 128,87 

39 ans/jaar 1 477,69 1 695,44 1 922,69 2 161,16 

40 ans/jaar 1 477,69 1 701,85 1 929,73 2 193,53 

41 ans/jaar 1 477,69 1 701,85 1 936,68 2 204,95 

42 ans/jaar 1 477,69 1 714,50 1 943,79 2 216,46 

43 ans/jaar 1 477,69 1 714,50 1 943,79 2 227,94 

44 ans/jaar 1 477,69 1 726,99 1 957,66 2 239,35 

45 ans/jaar 1 477,69 1 726,99 1 957,66 2 239,35 

§ 2. Ce barème est mis en regard de l’indice-pivot 103,55 - tranche 

de stabilisation à 101,52 à 105,62. 

§ 3. A partir du 1 er septembre 2007 les salaires minima barémiques 

et les salaires réels applicables à cette date sont augmentés de 2 p.c. 

Pour le 30 juin 2008, un groupe de travail paritaire transformera le 

barème d’âge en barème d’ancienneté en application de la directive 

européenne ce concernant. 

§ 2. Deze weddeschaal is gekoppeld aan de spilindex 103,55 - 

stabilisatieschijf 101,52 tot 105,62. 

§ 3. Vanaf 1 september 2007 worden de minimum baremiek lonen en 

de reëele lonen die op die datum van toepassing zijn met 2 pct. 

verhoogd. 

Voor 30 juni 2008 zal een paritaire werkgroep het leeftijdsbarema 

omzetten in een anciënniteitsbarema dit in toepassing van de Europese 

richtlijn terzake.

B. Salaires des travailleurs(euses) manuels(elles) 

Art. 6. Les salaires des travailleurs(euses) manuels(elles) sont définis 

par heure et son traités comme tels pour toute la législation sociale 

et pour toute autre application des dispositions conventionnelles. 

Ils correspondant aux montants définis à l’article 5, multipliés par 

trois et divisés par 13 fois la durée hebdomadaire du travail en vigueur 

selon l’article 15 de la présente convention. 

C. Travailleurs qui entrent en fonction après l’âge de départ normal 

Art. 7. § 1 er . Par dérogation aux articles 5 et 6, la rémunération des 

travailleurs embauchés après l’âge de départ normal de leur catégorie 

peut être égale, lors de leur entrée en service, à la rémunération 

minimum prévue pour l’âge de départ normal de cette catégorie. 

Toutefois, la rémunération minimum correspondant à l’âge du 

travailleur et à sa catégorie doit être atteinte progressivement et au plus 

tard un an après l’entrée en service. 

A cet effet la rémunération à l’embauchage est majorée, après 

six mois de service, de 50 p.c. de la différence entre cette rémunération 

et celle correspondant à l’âge et à la catégorie de l’intéressé. 

§ 2. De même, la rémunération des travailleurs ayant atteint l’âge 

de 50 ans au moment de leur recrutement peut être fixée à la 

rémunération minimum correspondant à l’âge de départ normal de 

la catégorie. 

Elle doit atteindre progressivement au moins les taux les plus élevés 

fixés, selon les catégories, dans la présente convention collective de 

travail et cela au plus tard 4 ans après l’entrée en service. 

A cet effet, la rémunération de l’embauchage est majorée chaque 

année de 25 p.c. de la différence entre cette rémunération et la 

rémunération minimum la plus élevée delacatégorie. 

D. Gérant(e)s ou représentant(e)s de commerce 

Art. 8. Les dispositions suivantes s’appliquent aux gérant(e)s et 

aux représentant(e)s de commerce. 

Deux cas peuvent se présenter : 

a) leur rémunération est fixe; 

b) leur rémunération comporte des commissions établies d’après 

le montant des affaires traitées ou d’après d’autres critères. 

Dans les deux cas, lorsqu’ils ont atteint l’âge de 21 ans et pour autant 

qu’ils soient occupés à temps plein, leur rémunération est au moins 

égale à celle qui est prévue pour l’âge de départ normal de la troisième 

catégorie. 

Toutefois, au cours de la période d’essai, le minimum mensuel 

garanti en vertu des alinéas précédents est au moins égal à la 

rémunération prévue pour l’âge de départ normal de la première 

catégorie. 

Cette rémunération minimum est payée mensuellement à titre 

d’avance sur les commissions et le compte définitif est établi annuellement 

sur la base des appointements calculés sur une moyenne de 

douze mois. 

E. Paiement d’une prime 

Art. 9. Pour autant que les conditions énoncées ci-après soient 

remplies : 

- une prime égale à l’appointement mensuel est payée aux employé(e)s 

pour l’exercice social de l’année. 

Pour les gérant(e)s et/ou représentant(e)s de commerce dont la 

rémunération est en tout ou en partie variable, la prime est calculée sur 

la moyenne mensuelle de la partie fixe et variable de la rémunération 

des douze derniers mois. Cette moyenne mensuelle est toutefois limitée 

au montant le plus élevé de la 4ème catégorie du barème. 

Pour les travailleurs(euses) manuels(elles) la prime correspond au 

salaire horaire normal multiplié par la durée hebdomadaire normale 

du travail, multiplié par 52 et divisé par 12. 

Les conditions à remplir sont les suivantes : 

- être sous contrat d’emploi au moment du paiement de la prime; 

- avoir une ancienneté de six mois au moins au moment du paiement 

de la prime; 


131 

B. Lonen van de handarbeiders(sters) 

Art. 6. De lonen van de handarbeiders(sters) zijn bepaald per uur en 

worden als dusdanig behandeld voor de ganse sociale wetgeving en 

voor de verdere toepassing van alle conventionele schikkingen. 

Zij stemmen overeen met de bedragen bepaald bij artikel 5, 

vermenigvuldigd met drie en gedeeld door 13 maal de bij artikel 15 van 

de huidige overeenkomst van kracht zijnde wekelijkse arbeidstijd. 

C. Werknemers die na de normale aanvangsleeftijd in dienst treden 

Art. 7. § 1. In afwijking van de artikelen 5 en 6, mag het loon van de 

werknemers, die na de normale aanvangsleeftijd van hun klasse 

worden aangeworven, bij hun indiensttreding gelijk zijn aan het 

minimumloon vastgesteld voor de normale aanvangsleeftijd van die 

klasse. 

Evenwel moet het minimumloon, dat overeenstemt met de leeftijd 

van de werknemer en met zijn klasse, progressief worden bereikt, ten 

laatste één jaar na de indiensttreding. 

Te dien einde wordt het loon, dat zij bij hun aanwerving genieten, na 

zes maanden dienst verhoogd, met 50 pct. van het verschil tussen dit 

loon en dat welke overeenkomt met de leeftijd en de klasse van de 

betrokkene. 

§ 2. Evenzo mag het loon der werknemers die de 50-jarige leeftijd 

reeds hebben bereikt op het ogenblik van hun indienstneming, worden 

vastgesteld op het minimumloon dat is vastgesteld voor de normale 

aanvangsleeftijd van de klasse. 

Het moet geleidelijk minstens de hoogste bedragen bereiken welke 

volgens de klassen, in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn 

vastgesteld, en dit ten laatste 4 jaar na de indiensttreding. 

Te dien einde wordt het aanvangsloon ieder jaar verhoogd met 

25 pct. van het verschil tussen dit loon en het hoogste minimumloon 

van de klasse. 

D. Geranten of handelsvertegenwoordigers(sters) 

Art. 8. De volgende bepalingen zijn van toepassing op de geranten en 

de handelsvertegenwoordigers(sters). 

Twee gevallen kunnen zich voordoen : 

a) zij genieten een vast loon; 

b) hun loon omvat commissielonen welke zijn vastgesteld overeenkomstig 

het bedrag van de handelsomzet of volgens andere maatstaven. 

In beide gevallen, wanneer deze bedienden de leeftijd van 21 jaar 

hebben bereikt, en voorzover zij full-time werkzaam zijn, moet hun 

loon ten minste gelijk zijn aan het loon vastgesteld voor de normale 

aanvangsleeftijd van de derde klasse. 

Gedurende de proeftijd echter is het maandelijks minimumloon 

ingevolge voorgaande leden, ten minste gelijk aan het loon vastgesteld 

voor de normale aanvangsleeftijd van de eerste klasse. 

Dit minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het commissieloon 

betaald en de eindrekening wordt jaarlijks vastgesteld op basis 

van de lonen berekend op een gemiddelde van twaalf maanden. 

E. Betaling van een premie 

Art. 9. Voorzover voldaan wordt aan de hierna vermelde voorwaarden 

: 

- wordt een premie gelijk aan het maandloon betaald aan de 

bedienden per dienstjaar. 

Voor de geranten en/of handelsvertegenwoordigers(sters) waarvan 

de wedde geheel of gedeeltelijk veranderlijk is, wordt de premie 

berekend op het maandgemiddelde van het vast en veranderlijk 

gedeelte van het loon der laatste twaalf maanden. Dit maandgemiddelde 

is evenwel begrensd op het hoogste bedrag van de 4de categorie 

van de schaal. 

Voor de handarbeiders(sters) stemt de premie overeen met het 

normale uurloon vermenigvuldigd met de normale wekelijkse arbeidsduur, 

vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12. 

De te vervullen voorwaarden zijn de volgende : 

- verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, op het ogenblik van 

de betaling van de premie; 

- een anciënniteit hebben van ten minste zes maanden op het 

ogenblik van de betaling van de premie;


- être entrés au service de l’entreprise au plus tard le premier jour de 

l’exercice social considéré; pour les travailleurs entrés au service de 

l’entreprise après le premier jour de l’exercice social et ayant une 

présence effective d’au moins six mois à l’entreprise, la prime est 

proportionnelle au nombre de mois de prestations effectives. 

Le montant de la prime peut être réduit au prorata des absences qui 

se sont produites au cours de l’année, autres que celles résultant de 

l’application des dispositions légales, réglementaires et conventionnelles 

en matière de vacances annuelles, de jours fériés légaux, de petits 

chômages, de maladie professionnelle, d’accident de travail et des 

30 premiers jours de maladie, d’accident ou de repos d’accouchement. 

Sauf autres dispositions prises au niveau de l’entreprise, la prime est 

payée au plus tard, respectivement à la reddition des comptes sociaux 

de l’année, soit à la fin de l’année civile, c’est-à-dire au mois de 

décembre. 

Ont droit à la prime, calculée au prorata des prestations de l’exercice 

en cours, lorsqu’ils quittent l’entreprise avant la date de paiement de 

la prime et pour autant qu’ils aient une ancienneté de six mois au 

moment du départ : 

a) les pensionnés (en application de la convention collective de 

travail numéro 17 instituant un régime d’indemnité complémentaire 

en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, conclue 

le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail, rendue 

obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, complétée par la 

convention collective de travail numéro 17bis conclue le 29 janvier 1976 

et rendue obligatoire par arrêté royal du 10 mai 1976); 

b) les prépensionnés (prépension légale). 

Les dispositions ci-dessus du présent article ne s’applique pas : 

- aux entreprises accordant dans le courant de l’année un avantage 

au moins équivalent, quelle que soit sa dénomination, soit sous forme 

de prime conventionnelle, soit à titre de libéralité; 

- aux entreprises réglant à leur niveau par convention les rémunérations 

et autres conditions de travail, pour autant que les avantages 

consentis par cette convention soient globalement au moins équivalents 

aux avantages prévus par la présente convention collective de travail. 

c) les travailleurs qui quittent l’entreprise ou qui ont été licenciés au 

cours de l’année. 

Toutefois, cette disposition n’est pas valable pour les stagiaires 

ONEm, embauchés dans le cadre de l’arrêté royal n° 230 du 21 décembre 

1983. 

CHAPITRE IV. — Liaison des appointements 

à l’indice des prix à la consommation 

Art. 10. Les barèmes des appointements minima fixés aux articles 5 

et 6, ainsi que les appointements effectivement payés aux travailleurs 

couverts par la présente convention collective de travail, sont rattachés 

à l’indice des prix à la consommation établi mensuellement par le 

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

publié au Moniteur belge. 

Pour ce qui concerne les cas particuliers des employé(e)s rémunéré(e)s 

partiellement par prestation, par exemple par des commissions, 

primes ou pourcentages, seule la partie fixe de la rémunération, quel 

qu’en soit le montant, est liée aux variations de l’indice des prix à la 

consommation. 

Art. 11. Les rémunérations fixées aux articles 5 et 6 correspondent à 

la tranche d’indice 101,52 - 103,55 - 105,62 et restent inchangées aussi 

longtemps que l’indice de référence se situe dans ladite tranche. 

Par indice tel que fixé aux articles 10 jusque 14 inclus, on entend 

l’indice-santé quadrimestriel. 

- in de onderneming in dienst zijn getreden ten laatste de eerste dag 

van het beschouwde dienstjaar; voor de werknemers die in de 

onderneming in dienst zijn getreden na de eerste dag van het 

beschouwde dienstjaar en die een effectieve aanwezigheid hebben van 

tenminste zes maanden, verhoudt de premie zich tot het aantal 

maanden effectieve prestatie. 

Het bedrag van de premie mag worden herleid naar rato van de 

afwezigheden in de loop van het jaar, die niet voortspruiten uit de 

toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen, 

inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, kort verzuim, 

beroepsziekte, arbeidsongeval en van de eerste 30 dagen ziekte, 

ongeval of bevallingsrust. 

Behoudens andere bepalingen overeengekomen op ondernemingsvlak, 

wordt deze premie uiterlijk betaald hetzij bij het indienen van de 

maatschappelijke rekeningen voor het jaar, hetzij op het einde van het 

burgerlijk jaar, dit wil zeggen in de maand december. 

Hebben recht op de premie berekend naar rato van de prestaties van 

het lopende werkjaar, wanneer zij de onderneming verlaten voor de 

datum van betaling van de premie en voorzover zij een anciënniteit 

hebben van zes maanden op het ogenblik van hun vertrek : 

a) de gepensioneerden (in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nummer 17 tot invoering van een regeling van aanvullende 

vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij 

worden ontslagen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 

1974, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 

16 januari 1975, aangevuld bij de collectieve arbeidsovereenkomst 

nummer 17bis gesloten op 29 januari 1976 en algemeen verbindend 

verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1976); 

b) deze die brugpensioen hebben bekomen (wettelijk brugpensioen). 

Voornoemde bepalingen van het huidige artikel zijn niet van 

toepassing op : 

- de ondernemingen welke in de loop van het jaar een evenwaardig 

voordeel toekennen, welke ook haar benaming weze, hetzij onder vorm 

van een conventionele premie, hetzij ten titel van gift; 

- op de ondernemingen welke op hun niveau bij overeenkomst de 

lonen en andere arbeidsvoorwaarden regelen, voorzover de in deze 

overeenkomst, toegekende voordelen samengenomen ten minste gelijk 

zijn aan de voordelen voorzien door deze collectieve arbeidsovereenkomst. 

c) de werknemers die de onderneming verlaten of ontslagen werden 

in de loop van het jaar. 

Deze bepaling geldt echter niet voor de RVA-stagiairs, aangeworven 

in het raam van koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983. 

HOOFSTUK IV. — Koppeling van de lonen 

aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 

Art. 10. De schaal van de minimumlonen bepaald bij de artikelen 5 

en 6, alsook de effectief uitbetaalde lonen aan de werknemers die onder 

toepassing vallen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden 

gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks 

vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., 

Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgische Staatsblad. 

Wat de bijzondere gevallen betreft van de bedienden die gedeeltelijk 

per prestatie worden bezoldigd, bijvoorbeeld door commissieloon, 

premies of percentages, wordt enkel het vast gedeelte van het loon, 

welk ook het bedrag ervan weze, gekoppeld aan de schommelingen 

van het indexcijfer van de consumptieprijzen. 

Art. 11. De lonen vastgesteld in artikel 5 en 6 stemmen overeen met 

de indexschijf 101,52 - 103,55 - 105,62 en blijven ongewijzigd zolang het 

referte-indexcijfer binnen deze schijf valt. 

Met het indexcijfer, zoals bepaald in de artikelen 10 tot en met 14, 

wordt bedoeld het viermaandelijks gezondheidsindexcijfer.

Art. 12. Sans préjudice des dispositions légales existant actuellement 

en matière d’indexation des salaires, les barèmes minima et les 

appointements effectivement payés des travailleurs, tels que défini 

l’article 10 varient à raison de 2 p.c. selon les tranches de stabilisation 

indiquées ci-après lorsque la moyenne arithmétique des indices des 

deux derniers mois dépasse ces tranches. 

Limite inférieure 

— 

Laagste grens 

Pivot 

— 

Spil 

Tranches de stabilisation 

— 

Stabilisatieschijven 

Art.12. Onverminderd de thans vigerende wettelijke beschikkingen 

op het stuk van loonindexatie schommelen de miniumloonschalen en 

de effectief uitbetaalde lonen van de werknemers zoals bepaald in 

artikel 10 met 2 pct. volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven 

wanneer het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers de laatste 

twee maanden deze schijven overschrijdt. 

Limite supérieure 

— 

Hoogste grens 

Salaires à 

— 

Lonen aan 

101,52 103,55 105,62 100,00 ans/jaar 

103,55 105,62 107,73 102,00 ans/jaar 

105,62 107,73 109,88 104,04 ans/jaar 

107,73 109,88 112,08 106,12 ans/jaar 

109,88 112,08 114,32 108,24 ans/jaar 

112,08 114,32 116,61 110,41 ans/jaar 

114,32 116,61 118,94 112,62 ans/jaar 

116,61 118,94 121,32 114,87 ans/jaar 

118,94 121,32 123,75 117,17 ans/jaar 

Ce tableau n’est pas limitatif. Les tranches sont calculées à raison 

de 2 p.c. cumulés à partir du point d’index de référence 105,62. 

Art. 13. Les majorations et diminutions dues aux fluctuations de 

l’indice des prix à la consommation entrent en vigueur le premier du 

mois qui suit ceux auxquels se rapporte la moyenne des indices 

provoquant la majoration ou la diminution du barème et des appointements. 

Art. 14. Les arrondis de la moyenne arithmétique, des limites des 

tranches d’index, ainsi que des salaires horaires des travailleurs(euses) 

manuels(elles) se font à deux décimales conformément aux règles 

suivantes : 

- la deuxième décimale reste inchangée, si la troisième décimale est 

égale ou inférieure à 4; 

- la deuxième décimale est arrondie à l’unité supérieure, si la 

troisième décimale est égale ou supérieure à 5. 

Les rémunérations des employé(e)s sont arrondies en EUR selon 

les mêmes règles. 

CHAPITRE V. — Durée du travail 

Art. 15. La durée normale du travail est fixée à 38 heures en moyenne 

par semaine. Elle peut être répartie sur 7 jours de la semaine. 

L’horaire de travail est fixé au niveau des entreprises, de commun 

accord entre les travailleurs et les employeurs. 

Ainsi la durée hebdomadaire du travail effective peut être supérieure 

à 38 heures et compensée par des jours de vacances, étant entendu que 

la préférence est donnée aux jours de congé pour ″faire des ponts″. 

Un service de garde peut être instauré dans les entreprises après 

les heures normales ou pendant les dimanches et jours fériés sans 

rémunération ni sursalaire. Ce service de garde est établi de commun 

accord entre l’employeur et le travailleur. 

Par service de garde il y a lieu de comprendre la situation dans 

laquelle le travailleur se place pour pouvoir être rapidement atteint 

par son employeur et ainsi répondre immédiatement à tout appel de 

fournir les prestations urgentes inhérentes au métier. 

Cette garde ne donne pas lieu à une quelconque rémunération ni 

sursalaire. 


Deze tabel is niet limitatief. Deze schijven zijn berekend naar rato van 

2 pct. gecumuleerd vanuit het referte-indexpunt 105,62. 

Art. 13. De verhogingen en verlagingen ingevolge de schommelingen 

van het indexcijfer van de consumptieprijzen, hebben uitwerking met 

ingang van de eerste dag der maand volgend op deze waarop het 

gemiddelde van de indexcijfers, dat de verhoging of de verlaging van 

de lonen en loonschalen veroorzaakt, betrekking heeft. 

Art. 14. De afrondingen van het rekenkundig gemiddelde, de 

grenzen van de indexschijven, alsook de uurlonen van de handarbeiders(sters), 

worden afgerond tot op twee decimalen, met inachtneming 

van navolgende regels : 

- het tweede decimaal blijft ongewijzigd, wanneer het derde decimaal 

gelijk is aan of lager is dan 4; 

- het tweede decimaal wordt afgerond naar de naasthogere eenheid, 

wanneer het derde decimaal gelijk is aan of hoger is dan 5. 

De lonen van de bedienden worden afgerond in EUR volgens 

dezelfde regels. 

HOOFDSTUK V. — Arbeidsduur 

133 

Art. 15. De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt gemiddeld 

38 uur. Hij kan gespreid worden over de 7 dagen van de week. 

De arbeidstijdregeling wordt bepaald op het vlak van de ondernemingen 

in gemeen overleg tussen de werknemers en de werkgevers. 

De werkelijke wekelijkse arbeidsduur kan derhalve 38 uur overschrijden 

en worden gecompenseerd met verlofdagen, met dien verstande 

dat de voorkeur wordt gegeven aan de verlofdagen ten einde 

″schakeldagen″ te scheppen. 

Wachtdienst na de normale uren of tijdens zondagen of feestdagen 

kan worden ingericht in het bedrijf, zonder enige bezoldiging noch 

toeslag. Deze wachtdienst wordt in gemeen overleg tussen de werkgever 

en de werknemer bepaald. 

Onder wachtdienst dient te worden verstaan de toestand waarin de 

werknemer zich plaatst om snel te kunnen worden bereikt door de 

werkgever, en om alzo ogenblikkelijk gevolg te kunnen geven aan 

iedere oproep tot het leveren van dringende prestaties inherent aan het 

beroep. 

Deze wacht geeft geen aanleiding tot enige bezoldiging noch toeslag.


En cas de prestations effectives durant cette période de garde, la 

durée de celles-ci doit être effectivement accordée endéans les deux 

semaines suivant ces prestations à titre de congé compensatoire 

normalement rémunéré. 

Art. 16. § 1 er . Par application de l’article 182 de la loi-programme du 

22 décembre 1989, la durée hebdomadaire de travail de l’ouvrier à 

temps partiel convenue dans son contrat de travail peut être inférieure 

à un tiers de la durée hebdomadaire de travail des travailleurs à temps 

plein de la même catégorie dans l’entreprise. 

Adéfaut de travailleurs à temps plein de la même catégorie dans 

l’entreprise, il faut se référer à la durée du travail applicable dans le 

même secteur. La rémunération est due sur base de la durée hebdomadaire 

de travail prévue dans le contrat. 

§ 2. Par application de l’article 189 de la loi-programme du 22 décembre 

1989 dans les entreprises, la durée de chaque période de travail peut 

être inférieure à trois heures sans être moins que d’une heure. 

§ 3. La durée moyenne de travail des contrats visés par le présent 

article est fixée dans l’entreprise selon ses besoins et ce sur base 

annuelle, un travail de 25 heures sur base annuelle étant garanti. 

In geval van effectieve prestaties gedurende deze wachtdienst, dient 

de duur van deze prestaties in de loop van de eerstvolgende twee 

weken effectief te worden toegekend als normaal bezoldigd compensatieverlof. 

Art. 16. § 1. Bij toepassing van artikel 182 van de programmawet van 

22 december 1989, mag de wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds 

tewerkgestelde werkman die in de arbeidsovereenkomst gesloten voor 

deeltijdse arbeid is overeengekomen, lager liggen dan een derde van de 

wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers die 

in de onderneming tot dezelfde categorie behoren. 

Bij ontstentenis van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de 

onderneming tot dezelfde categorie behoren, moet men zich houden 

aan de arbeidsduur die in dezelfde bedrijfssector van toepassing is. Het 

loon is verschuldigd op basis van de in de overeenkomst vastgelegde 

wekelijkse arbeidsduur. 

§ 2. Bij toepassing van artikel 189 van de programmawet van 

22 december 1989, mag in de ondernemingen de duur van elke 

werkperiode korter zijn dan drie uren, zonder minder dan een uur te 

bedragen. 

§ 3. De gemiddelde arbeidsduur voor de in het huidige artikel 

genoemde contracten wordt vastgesteld op jaarbasis en zulks per 

bedrijf naargelang de behoeften, een arbeidsduur van 25 uren op 

jaarbasis zijnde gewaarborgd. 

HOOFDSTUK VI. — Anciënniteitsverlof 

Art. 17. Een dag betaald verlof wordt aan de werknemers toegekend 

per schijf van vijf jaar anciënniteit in de onderneming met een 

maximum van vier dagen vanaf 20 jaar anciënniteit. 

Deze dag(en) word(t)en genomen in overleg met de werkgever en 

rekening houdend met de arbeidsorganisatie in de onderneming. 

HOOFDSTUK VII. — Kort verzuim 

Art. 18. De werknemer heeft het recht, met behoud van zijn normaal 

loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling 

van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten 

welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor 

een als volgt bepaalde duur : 

Motif de l’absence Durée del’absence Reden van de afwezigheid Duur van de afwezigheid 

1. Mariage du travailleur : Trois jours à choisir par le travailleur 

dans la semaine où se situe 

l’événement ou dans la semaine 

suivante. 

2. Mariage d’un enfant du travailleur 

ou de son conjoint, d’un 

frère, d’une sœur, d’un beaufrère, 

d’une belle-sœur,dupère, 

de la mère, du beau-père, du 

second mari de la mère, de la 

belle-mère, de la seconde femme 

du père, d’un petit enfant du 

travailleur : 

CHAPITRE VI. — Congé d’ancienneté 

Art. 17. Il est accordé aux travailleurs un jour de congé payé par 

tranche de cinq années d’ancienneté dans l’entreprise, avec un maximum 

de quatre jours à partir de 20 ans d’ancienneté. 

Ce(s) jour(s) est(sont) pris d’un commun accord avec l’employeur 

et compte tenu de l’organisation du travail dans l’entreprise. 

CHAPITRE VII. — Petits chômages 

Art. 18. Le travailleur a le droit de s’absenter, avec maintien de sa 

rémunération normale, à l’occasion d’événements familiaux et en vue 

de l’accomplissement d’obligations civiques ou de missions civiles 

énumérées ci-après, pour une durée fixée comme suit : 

Le jour du mariage. 2. Huwelijk van een kind van de 

werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), 

van een broer, zuster, 

schoonbroer, schoonzuster, van de 

vader, moeder, schoonvader, stiefvader, 

schoonmoeder, stiefmoeder, 

van een kleinkind van de 

werknemer : 

1. Huwelijk van de werknemer : Drie dagen door de werknemer te 

kiezen tijdens de week waarin de 

gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens 

de daarop volgende week. 

De dag van het huwelijk. 

3. Ordination ou entrée au cou- Le jour de la cérémonie. 3. Priesterwijding of intrede in het De dag van de plechtigheid.


4. Naissance d’un enfant du travailleur 

si la filiation de cet enfant 

est établie à l’égard de son père : 

5. Décès du conjoint, d’un enfant 

du travailleur ou de son conjoint, 

du père,delamère, du beau-père, 

du second mari de la mère,dela 

belle-mère ou de la seconde femme 

du père du travailleur : 

6. Décès d’un frère, d’une sœur, 

d’un beau-frère, d’une belle-sœur, 

du grand-père, de la grand-mère, 

d’un petit-enfant, d’un arrièregrand-père, 

d’une arrière-grandmère, 

d’un arrière-petit-enfant, 

d’un gendre ou d’une bru habitant 

chez le travailleur : 

7. Décès d’un frère, d’une sœur, 

d’un beau-frère, d’une belle-sœur, 

du grand-père, de la grand-mère, 

d’un petit-enfant, d’un arrièregrand-père, 

d’une arrière-grandmère, 

d’un arrière-petit-enfant, 

d’un gendre ou d’une bru 

n’habitant pas chez le travailleur : 

8. Communion solennelle d’un 

enfant du travailleur ou de son 

conjoint : 

9. Participation d’un enfant du 

travailleur ou de son conjoint à la 

fête laïque là ou elle est organisée 

: 

10. Séjour du travailleur milicien 

dans un centre de recrutement et 

de sélection ou dans un hôpital 

militaire à la suite de son passage 

dans un centre de recrutement et 

de sélection : 

10bis. Séjour du travailleur objecteur 

de conscience au Service de 

santé administratif ou dans un 

des établissements hospitaliers 

désignés par le Roi, conformément 

à la législation portant le 

statut des objecteurs de conscience 

: 


Maximum 10 jours à choisir par 

le travailleur dans les 30 jours à 

dater du jour de l’accouchement 

(3 jours payés par l’employeur, 

7 jours payés par l’assurance maladie). 

Trois jours à choisir par le travailleur 

dans la période commençant 

le jour du décèsetfinissant le jour 

des funérailles. 

Deux jours à choisir par le travailleur 

dans la période commençant 

le jour du décèsetfinissant le jour 

des funérailles. 

4. Geboorte van een kind van de 

werknemer zo de afstamming van 

dit kind langs vaders- zijde vaststaat 

: 

5. Overlijden van de echtgeno(o)t(e), 

van een kind van de 

werknemer of van zijn echtegeno(o)t(e), 

van de vader, moeder, 

schoonvader, stiefvader, schoonmoeder 

of stiefmoeder van de 

werknemer : 

6. Overlijden van een broer, zuster, 

schoonbroer, schoonzuster, van 

de grootvader, de grootmoeder, 

van een kleinkind, van een overgrootvader, 

een overgrootmoeder, 

van een achterkleinkind, van een 

schoonzoon of schoondochter die 

bij de werknemer inwoont : 

Le jour des funérailles. 7. Overlijden van een broer, zuster, 

schoonbroer, schoonzuster, van 

de grootvader, de grootmoeder, 

van een kleinkind, van een overgrootvader, 

een overgrootmoeder, 

van een achterkleinkind, van een 

schoonzoon of schoondochter die 

niet bij de werknemer inwoont : 

Le jour de la cérémonie. (Lorsque 

la communion solennelle coïncide 

avec un dimanche, un jour férié 

ou un jour habituel d’inactivité, le 

travailleur peut s’absenter le jour 

habituel d’activité qui précède ou 

suit immédiatement l’événement). 

Le jour de la fête. (Lorsque la fête 

de la jeunesse laïque coïncide avec 

un dimanche, un jour férié ou un 

jour habituel d’inactivité, le travailleur 

peut s’absenter le jour 

habituel d’activité qui précède ou 

suit immédiatement l’événement). 

Le temps nécessaire avec un maximum 

de trois jours. 


de trois jours. 

8. Plechtige communie van een 

kind van de werknemer of van 

zijn echtgeno(o)t(e) : 

9. Deelneming van een kind van 

de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) 

aan het feest van de 

vrijzinnige jeugd daar waar dit 

feest plaats heeft : 

10. Verblijf van de dienstplichtige 

werknemer in een recruteringsen 

selectiecentrum of in een militair 

hospitaal ten gevolge van zijn 

verblijf in een recruteringsen 

selectiecentrum : 

10bis. Verblijf van de 

werknemergewe-tensbezwaarde 

op de Administratieve Gezondheidsdienst 

of in één van de verplegingsinrichtingen, 

die overeenkomstig 

de wetgeving houdende 

het statuut van de gewetensbezwaarden 

door de Koning zijn 

aangewezen : 

Maximum 10 dagen naar keuze, 

binnen de 30 dagen na de bevalling 

(3 betaald door de werkgever, 

7 betaald door de ziekteverzekering). 

Drie dagen door de werknemer te 

kiezen tijdens de periode welke 

begint met de dag van het overlijden 

en eindigt met de dag van de 

begrafenis. 

Twee dagen door de werknemer 

te kiezen in de periode welke 

begint met de dag van het overlijden 

en eindigt met de dag van de 

begrafenis. 

De dag van de begrafenis. 

135 

De dag van de plechtigheid. (Wanneer 

de plechtige communie 

samenvalt met een zondag, een 

feestdag of geen gewone inactiviteitsdag, 

dan mag de werknemer 

afwezig zijn op de gewone activiteitsdag 

die de gebeurtenis onmiddellijk 

voorafgaat of volgt). 

De dag van het feest. (Wanneer 

het feest van de ″vrijzinnige jeugd″ 

samenvalt met een zondag, een 

feestdag of een gewone inactiviteitsdag, 

dan mag de werknemer 

afwezig zijn op de gewone activitietsdag 

die de gebeurtenis onmiddellijk 

voorafgaat of volgt). 

De nodige tijd met een maximum 

van drie dagen. 


van drie dagen.



11. Participation à une réunion 

d’un conseil de famille convoqué 

par le juge de paix : 

12. Participation à un jury, convocation 

comme témoin devant les 

tribunaux ou comparution personnelle 

ordonnée par la juridiction 

du travail : 

12bis. Exercice des fonctions 

d’assesseur d’un bureau principal 

ou d’un bureau unique de vote 

lors des élections législatives, provinciales 

et communales : 

12ter. Exercice des fonctions 

d’assesseur d’un des bureaux principaux 

lors de l’élection du Parlement 

européen : 

13. Exercice des fonctions 

d’assesseur d’un bureau principal 

de dépouillement, lors des élections 

législatives, provinciales et 

communales : 

14. Accueil d’un enfant dans la 

famille du travailleur dans le cadre 

d’une adoption : 


d’un jour. 


de cinq jours. 

11. Bijwonen van een bijeenkomst 

van een familieraad, bijeengeroepen 

door de vrederechter : 

12. Deelneming aan een jury, of 

oproeping als getuige voor de 

rechtbank of persoonlijke verschijning 

op aanmaning van de 

arbeidsrechtbank : 

Le temps nécessaire. 12bis. Uitoefening van het ambt 

van bijzitter of in een hoofdstembureau 

of enig stembureau bij de 

parlements-, provincieraads- en 

gemeenteraadsverkiezingen : 





Trois jours à choisir par le travailleur 

dans le mois qui suit 

l’inscription de l’enfant dans le 

registre de la population ou dans 

le registre des étrangers de sa 

commune de résidence comme 

faisant partie de son ménage. 

Les travailleurs à temps partiel ont le droit de s’absenter du travail, 

avec maintien de leur rémunération normale, pendant les jours et 

périodes visées à l’alinéa 1 er qui coïncident avec les jours et périodes 

où ils auraient normalement travaillé. 

Ils peuvent choisir les jours d’absence dans les mêmes limites que 

celles prévues par l’article 18. 

Art. 19. L’enfant adoptif ou naturel reconnu est assimilé àl’enfant 

légitime ou légitimé pour l’application de l’article 18 n os 2, 3, 5, 8 et 9. 

Art. 20. Le beau-frère, la belle-sœur, le grand-père, la grand-mère, 

l’arrière-grand-père, l’arrière-grand-mère du conjoint du travailleur 

sont assimilés au beau-frère, à la belle-sœur, au grand-père, à la 

grand-mère, à l’arrière-grand-père, à l’arrière-grand-mère du travailleur 

pour l’application de l’article 18 n os 6et7. 

Art. 21. Pour l’application de l’article 18, la personne avec laquelle le 

travailleur cohabite légalement, comme régi par les articles 1475 et 

suivants du Code civil, est assimilée au conjoint du travailleur. 

CHAPITRE VIII. — Absences justifiées pour raisons familiales 

Art. 22. Les travailleurs peuvent s’absenter du travail pour des 

raisons familiales impérieuses. Ces absences n’ouvrent toutefois pas le 

droit à la rémunération. 

Afin d’atténuer les effets de désorganisation que pareilles absences 

peuvent entraîner, les travailleurs concernés doivent prendre toutes 

dispositions utiles pour que la direction des entreprises soit avertie en 

temps opportun et que, le cas échéant, les justifications puissent être 

produites. 

CHAPITRE IX. — Habillement 

Art. 23. L’employeur est tenu de fournir le vêtement approprié au 

personnel participant aux cérémonies. L’employeur en assure également 

l’entretien. 

CHAPITRE X. — Intervention de l’employeur 

dans les frais de transport des travailleurs 

A. Transport par chemin de fer 

Art. 24. En ce qui concerne le transport organisé par la Société 

nationale des chemins de fer belges, l’intervention des employeurs dans 

le prix du titre de transport utilisé est égale au barème figurant en 

annexe de l’arrêté royal pris en exécution de la loi du 27 juillet 1962, 

publiéeauMoniteur belge du 31 juillet 1962, établissant une intervention 

12ter. Uitoefening van het ambt 

van bijzitter in één van de hoofdbureaus 

bij de verkiezing van het 

Europese Parlement : 

13. Uitoefening van het ambt van 

bijzitter in een hoofdbureau voor 

stemopneming bij de parlements-, 

provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen 

: 

14. Onthaal van een kind in het 

gezin van de werknemer in het 

raam van een adoptie : 


van één dag. 


van vijf dagen. 

De nodige tijd. 





Drie dagen naar keuze van de 

werknemer in de maand volgend 

op de inschrijving van het kind 

(in het bevolkingsregister of in het 

vreemdelingenregister van de 

gemeente waar de werknemer zijn 

verblijfplaats heeft als deel uitmakend 

van zijn gezin. 

De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun 

normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en 

periode bedoeld in het eerste lid die samenvallen met de dagen en 

perioden waarop zij normaal zouden hebben gewerkt. 

Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als 

deze bedoeld in artikel 18. 

Art. 19. Voor de toepassing van artikel 18 nummers 2, 3, 5, 8 en 9, 

wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het 

wettig of gewettigd kind. 

Art. 20. Voor de toepassing van artikel 18 nummers 6 en 7, worden de 

schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de 

overgrootvader, de overgrootmoeder, van de echtgeno(o)t(e) van de 

werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de 

grootvader en de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, 

van de werknemer. 

Art. 21. Voor de toepassing van artikel 18 wordt de persoon met wie 

de werknemer samenwoont, zoals geregeld door artikelen 1475 en van 

het Burgerlijk Wetboek gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e). 

HOOFDSTUK VIII. — Gerechtvaardigde afwezigheid om familiale redenen 

Art. 22. De werknemers mogen het werk verlaten om dwingende 

familiale redenen. Deze afwezigheid geeft geen recht op loon. 

Om de verstoring van de werkorganisatie die het gevolg kan zijn van 

die afwezigheid te beperken, moeten de betrokken werknemers al de 

nodige schikkingen treffen om de directie van de ondernemingen tijdig 

op de hoogte te stellen en, desgevallend, rechtvaardigingen te verstrekken. 

HOOFDSTUK IX. — Kledij 

Art. 23. De werkgever is verplicht de gepaste kledij te verschaffen aan 

het personeel dat aan de plechtigheden deelneemt. De werkgever zorgt 

eveneens voor het onderhoud ervan. 

HOOFDSTUK X. — Bijdrage van de werkgever 

in de vervoerskosten van de werknemers 

A. Vervoer per spoor 

Art. 24. Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische 

Spoorwegen georganiseerd vervoer betreft, is de bijdrage van de 

werkgevers in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs gelijk aan de 

schaal opgenomen in bijlage aan het koninklijk besluit dat getroffen 

wordt in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een

des employeurs dans la perte subie par le Société nationale des 

Chemins de fer belges par l’émission d’abonnements pour ouvriers et 

employés. 

B. Transport par chemins de fer vicinaux 

Art. 25. En ce qui concerne le transport organisé par la Société 

nationale des chemins de fer vicinaux, pour les déplacements dépassant 

4 km (ou 5 sections selon le cas) depuis la halte de départ, l’intervention 

des employeurs dans le prix des abonnements à la semaine et des 

abonnements ordinaires est égale à 50 p.c. du prix du transport, sans 

toutefois excéder 50 p.c. du prix de l’abonnement social de la Société 

nationale des chemins de fer belges en 2 e classe, pour le nombre de 

kilomètres (ou de sections) correspondant. 

La mention du nombre de kilomètres (ou de sections) figure sur les 

titres de transport délivrés par la Société nationale des chemins de fer 

vicinaux. 

C. Transport public en commun urbain et/ou suburbain 

Art. 26. En ce qui concerne le transport public en commun urbain 

et/ou suburbain, organisé soit par les sociétés membres de l’Union 

belge des transports en commun urbains″, soit par la Société nationale 

des chemins de fer vicinaux, les modalitésd’intervention des employeurs 

en faveur des travailleurs utilisant ce type de transport sur une distance 

égale ou supérieure à 4 km, sont fixées comme suit : 

1. a) les travailleurs en cause présentent aux employeurs une 

déclaration signée certifiant qu’ils utilisent régulièrement, sur une 

distance égale ou supérieure à 4 km, un moyen de transport en 

commun urbain et/ou suburbain pour se déplacer de leur domicile à 

leur lieu de travail; ils signalent dans les plus brefs délais toute 

modification de cette situation; 

b) les employeurs peuvent à tout moment contrôler cette déclaration; 

2. a) lorsque le prix du transport est proportionnel à la distance, 

l’intervention des employeurs est égale à 50 p.c. du prix du transport, 

sans toutefois excéder 50 p.c. du prix de l’abonnement social de la 

Société nationale des chemins de fer belges, en 2 e classe, pour une 

distance correspondante; 

b) lorsque le prix est unique quelle que soit la distance, l’intervention 

des employeurs est fixée de manière forfaitaire, et atteint 50 p.c. du prix 

effectivement payé par le travailleur sans toutefois excéder 50 p.c. du 

prix de l’abonnement social de la Société nationale des chemins de fer 

belges, en 2 e classe, pour une distance évaluée à 7 km. 

D. Autres moyens de transport 

Art. 27. Pour les travailleurs qui utilisent leurs propres moyens de 

transport pour se déplacer sur une distance égale ou supérieure à 5 km, 

les modalités d’intervention des employeurs sont fixées comme suit : 

1. a) les travailleurs en cause présentent aux employeurs une 

déclaration signée certifiant qu’ils utilisent régulièrement, sur une 

distance égale ou supérieure à 4 km, un moyen de transport autre que 

public en commun pour se déplacer de leur domicile à leur lieu de 

travail; ils signalent dans les plus brefs délais toute modification de 

cette situation; 

b) les employeurs peuvent à tout moment contrôler la réalité de 

cette déclaration; 

2. l’intervention des employeurs est égale à 50 p.c. du prix de la 

l’abonnement social de la Société nationale des chemins de fer belges 

en 2 e classe pour le nombre de kilomètres correspondant mentionné 

sur la déclaration dont question au 1., a). 

Art. 28. Les travailleurs qui font usage de la bicyclette pour les 

déplacements du domicile au lieu de travail et retour ont droit à une 

intervention de 0,15 EUR à partir d’1 km parcouru. 

Art. 29. Le nombre de kilomètres à prendre en considération est 

déterminé de commun accord au niveau de l’entreprise. 

En cas de litige, il y a lieu de se référer au ″Livre des distances 

légales″, approuvé par l’arrêté royal du 15 octobre 1969, fixant les 

distances légales, publié au Moniteur belge du 10 juillet 1970. 


137 

werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij 

der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen 

voor werklieden en bedienden, bekendgemaakt in het Belgische 

Staatsblad van 31 juli 1962. 

B. Vervoer per buurtspoorwegen 

Art. 25. Wat het door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen 

georganiseerd vervoer betreft, is de bijdrage van de werkgevers 

in de prijs van de weekabonnementen en van de gewone abonnementen, 

voor de verplaatsingen die 4 km overschrijden (of 5 secties 

naargelang het geval), berekend vanaf de vertrekhalte, gelijk aan 50 pct. 

van de vervoerprijs, zonder evenwel 50 pct. van de prijs van het sociaal 

abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen 

in 2e klas, voor het overeenstemmende aantal kilometers (of secties) te 

overschrijden. 

De aanduiding van het aantal kilometers (en/of secties) staat op de 

door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen afgeleverde 

vervoerbewijzen. 

C. Stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer 

Art. 26. Wat het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk 

vervoer betreft, dat georganiseerd wordt hetzij door de maatschappijen 

die lid zijn van de ″Belgische Verenging der Stedelijke 

Gemeenschappelijke Vervoerondernemingen″, hetzij door de Nationale 

Maatschappij van Buurtspoorwegen, worden de modaliteiten van de 

bijdrage van de werkgevers ten gunste van de werknemers die dit type 

van vervoer over een afstand gelijk aan of groter dan 4 km benutten als 

volgt bepaald : 

1. a) bedoelde werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende 

verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over 

een afstand gelijk aan of groter dan 4 km een stedelijk en/of 

voorstedelijk gemeenschappelijk vervoermiddel benutten om zich van 

hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; zij 

delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd 

mede; 

b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring 

met de werkelijkheid strookt; 

2. a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand 

staat, is de bijdrage van de werkgevers gelijk aan 50 pct. van de 

vervoerprijs, zonder evenwel 50 pct. van de prijs van het sociaal 

abonnement 2e klas van de Nationale Maatschappij der Belgische 

Spoorwegen voor een overeenstemmende afstand te overschrijden; 

b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt 

de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 

50 pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder 

evenwel 50 pct. van de prijs van het sociaal abonnement 2e klas van de 

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor een afstand 

geschat op 7 km te overschrijden. 

D. Andere vervoermiddelen 

Art. 27. Voor de werknemers die hun eigen vervoermiddel gebruiken 

om zich te verplaatsen over een afstand gelijk aan of groter dan 5 km, 

zijn de modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers als volgt 

bepaald : 

1. a) bedoelde werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende 

verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over 

een afstand gelijk aan of groter dan 4 km een ander dan gemeenschappelijk 

openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats 

naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; zij delen iedere 

wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede; 

b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring 

met de werkelijkheid strookt; 

2. de bijdrage van de werkgevers is gelijk aan 50 pct. van de prijs van 

het sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische 

Spoorwegen in 2de klas voor het overeenstemmend aantal kilometers 

vermeld in de verklaring waarvan sprake in 1., a). 

Art. 28. De werknemers die gebruik maken van de fiets voor de 

verplaatsingen tussen woon en werkplaats, en omgekeerd, hebben 

recht op een tussenkomst van 0,15 EUR vanaf de eerste afgelegde 

kilometer. 

Art. 29. Het in aanmerking te nemen aantal kilometers wordt in 

gemeenschappelijk akkoord op ondernemingsvlak vastgesteld. 

In geval van betwisting, wordt verwezen naar het ″Boek der 

wettelijke afstanden″ goedgekeurd bij koninklijk besluit van 15 oktober 

1969 tot vaststelling der wettelijke afstanden, bekendgemaakt in het 

Belgisch Staatsblad van 10 juli 1970.


E. Utilisation de plusieurs moyens de transport 

Art. 30. Au cas où le travailleur utilise plusieurs moyens de transport, 

dont la distance effectuée par un moyen de transport public en 

commun urbain et/ou suburbain ne peut être vérifiée, il y a lieu de fixer 

l’intervention pour la distance parcourue par ce moyen de transport 

public en commun urbain et/ou suburbain forfaitairement comme 

prévu à l’article 25, 2., b). 

Art. 31. Au cas où le travailleur utilise plusieurs moyens de transport, 

dont la distance parcourue par ces différents moyens de transport peut 

être vérifiée, l’intervention des employeurs est égale à 50 p.c. du prix de 

l’abonnement social de la Société nationale des chemins de fer belges 

en 2 e classe pour le nombre de kilomètres correspondant au total des 

kilomètres (et/ou sections) mentionné sur les divers titres de transport 

délivrés et, pour la distance parcourue par un moyen de transport 

individuel, le nombre de kilomètres calculé selon les modalités fixées 

à l’article 27. 

F. Transport organisé par les entreprises avec la participation 

financière des travailleurs ou organisé par les entreprises à leur charge 

exclusive pour une partie du trajet 

Art. 32. Dans les entreprises prévoyant déjà des interventions dans 

le transport des travailleurs outre celles fixées par l’arrêté royal dans 

le prix des abonnements sociaux de la Société nationale des chemins 

de fer belges, il y a lieu de rechercher une solution s’inspirant des 

accords interprofessionnels en ques-tion et de la présente convention 

collective de travail. 

G. Epoque de remboursement 

Art. 33. Le remboursement par l’employeur est effectué après 

l’expiration de la durée de validité de l’abonnement et sur présentation 

d’un document justificatif et ce, au plus tard le jour du paiement du 

salaire de la période de compte dont l’ouverture suit la date de la 

remise du document justificatif par le travailleur. 

H. Modalités de remboursement 

Art. 34. L’intervention des employeurs dans les frais de transport 

par chemin de fer est payée contre la remise du certificat spécial délivré 

par la Société nationale des chemins de fer belges pour les abonnements 

sociaux, ou, le cas échéant, sur présentation du titre de transport délivré 

par la Société nationale des chemins de fer belges. 

L’intervention des employeurs dans les frais de transport par chemin 

de fer vicinaux est payée sur présentation du titre de transport délivré 

par la Société nationale des chemins de fer vicinaux. 

L’intervention des employeurs dans les frais de transport public en 

commun urbain et/ou suburbain est payée contre remise ou présentation 

du titre de transport délivré par les sociétés organisant le transport 

public en commun urbain et/ou suburbain. 

Pour les travailleurs qui n’utilisent pas de moyen de transport public 

en commun, l’intervention s’effectue seulement pour les jours de 

présence au travail sans autres modalités. 

CHAPITRE XI. Dispositions finales 

Art. 35. La présente convention collective de travail entre en vigueur 

le 1 er septembre 2007. Elle est conclue pour une durée indéterminée. 

La présente convention collective de travail remplace la convention 

collective de travail du 6 mars 2000, rendue obligatoire par arrêté royal 

du4février 2002, publiée auMoniteur belge du 30 avril 2002 ainsi que 

celles qui la modifient. 

Chacune des parties peut la dénoncer, moyennant préavis de 

trois mois à notifier par lettre recommandée à la poste adressée au 

président de la Commission paritaire des pompes funèbres. 

Vu pour être annexé àl’arrêté royal du 19 septembre 2008. 




E. Gebruik van verschillende vervoermiddelen 

Art. 30. Ingeval de werknemer meerdere vervoermiddelen gebruikt, 

waarvan de afstand afgelegd met een stedelijk en/of voorstedelijk 

gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel niet kan worden nagegaan, 

moet de tussenkomst voor de afgelegde afstand met dit stedelijk 

en/of voorstedelijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel forfaitair 

worden vastgelegd zoals bepaald in artikel 25, 2., b). 

Art. 31. Ingeval de werknemer meerdere vervoermiddelen gebruikt, 

waarvan de afgelegde afstand met deze verschillende vervoermiddelen 

kan worden nagegaan, is de bijdrage van de werkgevers gelijk aan 

50 pct. van de prijs van het sociaal abonnement van de Nationale 

Maatschappij der Belgische Spoorwegen 2e klas voor het aantal 

kilometers dat overeenstemt met het totaal aantal kilometers (en/of 

secties) vermeld op de verschillende afgeleverde transportmiddelen en, 

voor de afstand afgelegd met een individueel vervoermiddel, het aantal 

kilometers berekend volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 27. 

F. Door de ondernemingen met de financiële deelneming van de 

werknemers georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor 

een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd 

vervoer 

Art. 32. In de ondernemingen die reeds voorzien in bijdragen voor 

het vervoer van de werknemers, naast de door het koninklijk besluit 

vastgelegde bijdragen in de prijs van de sociale abonnementen van de 

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, dient een oplossing 

gezocht ingegeven door de desbetreffende bepalingen van de nationale 

interprofessionele akkoorden en door deze collectieve arbeidsovereenkomst. 

G. Terugbetalingstijdstip 

Art. 33. De terugbetaling door de werkgever gebeurt na het 

verstrijken van de geldigheidsduur van het abonnement en tegen 

afgifte van een attest en dat, ten laatste samen met het loon van de 

berekenperiode die begint na de datum waarop de werknemer het 

document heeft overhandigd. 

H. Modaliteiten van terugbetaling 

Art. 34. De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten per 

spoor wordt betaald tegen aflevering van het speciaal getuigschrift 

voor de sociale abonnementen uitgegeven door de Nationale Maatschappij 

der Belgische Spoorwegen of, in voorkomend geval, mits 

voorlegging van het transportbewijs afgeleverd door de Nationale 

Maatschappij der Belgische Spoorwegen. 

De bijdrage van de werkgevers in de transportkosten per buurtspoorweg 

wordt betaald op voorlegging van de transportbewijzen afgeleverd 

door de Nationale Maatschappij voor Buurtspoortwegen. 

De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het gemeenschappelijk 

openbaar stedelijk en/of voorstedelijk vervoer geschiedt mits 

indiening of voorlegging van het transportbewijs geleverd door de 

ondernemingen voor gemeenschappelijk openbaar stedelijk en/of 

voorstedelijk vervoer. 

Voor de werknemers die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel 

gebruiken, wordt de bijdrage enkel betaald voor de aanwezige 

werkdagen zonder andere modaliteiten. 

HOOFDSTUK XI. — Slotbepalingen 

Art. 35. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 

1 september 2007. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd. 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 6 maart 2000, algemeen verbindend verklaard bij 

koninklijk besluit van 4 februari 2002 bekendgemaakt in het Belgisch 

Staatsblad van 30 april 2002 alsook deze die ze wijzigen. 

Elk van de partijen kan ze opzeggen, met een opzegtermijn van drie 

maanden te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan 

de voor-zitter van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. 

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 

19 september 2008. 



Mevr. J. MILQUET


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION 

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN 

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP 

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE 

F. 2009 — 6 

[C − 2008/29647] 

6 NOVEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant approbation du règlement 

d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements secondaire ordinaire 

et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale officiels subventionnés 

Le Gouvernement de la Communauté française, 

Vu le décret du 12 mai 2004 relatif à la définition de la pénurie et à certaines Commissions dans l’enseignement 

organisé ou subventionné par la Communauté française modifié par les décrets du 12 mai 2004, du 4 mai 2005 et du 

2 juin 2006, notamment l’article 22; 

Après délibération, 

Arrête : 

Article 1 er . Le règlement d’ordre intérieur annexé au présent arrêté est approuvé. 

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 6 novembre 2008. 

Bruxelles, le 6 novembre 2008. 

Par le Gouvernement de la Communauté française : 

Le Ministre chargé du Budget, de la Fonction publique et des Sports, 

M. DAERDEN 

Le Ministre chargé de l’Enseignement obligatoire, 

Ch. DUPONT 

Annexe à l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 6 novembre 2008 portant approbation du 

règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale 

officiels subventionnés 

La commission centrale de gestion des emplois pour les enseignements secondaire ordinaire et spécialisé, 

secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale officiels subventionnés afixé comme suit, en 

collaboration avec leurs président(e)s, le règlement d’ordre intérieur commun des commissions zonales de gestion des 

emplois qui relèvent de sa compétence. 

I. DEFINITIONS 

Article 1 er . Pour l’application du présent règlement d’ordre intérieur, on entend par : 

« Le décret » :ledécret du 12 mai 2004 relatif à la définition de la pénurie et à certaines commissions dans 

l’enseignement organisé ou subventionné par la Communauté française, tel que modifié; 

« La commission » : une des commissions zonales de gestion des emplois instituées en exécution de l’article 8, 

alinéa 1 er du décret; 

« Le président » :leprésident de la commission tel que défini à l’article 13, § 2,1dudécret; 

« Les membres » : les personnes qui sont définies à l’article 13, § 2,2dudécret; 

« Les organisations constituantes » : les représentants des pouvoirs organisateurs et les organisations syndicales 

tenant compte pour ces dernières de leur représentativité; 

« Le secrétariat » : le secrétariat de la commission tel que défini à l’article 15, § 5, du décret. 

II. DE LA COMMISSION 

1. Siège 

Art. 2. Les commissions zonales de gestion des emplois se réunissent au siège administratif du président desdites 

commissions, à savoir : 

— Zone 1 : province du Brabant wallon et la Région de Bruxelles-Capitale : boulevard Léopold II 44, à 

1080 Bruxelles 

— Zone 2 : province du Hainaut : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 Mons 

— Zone 3 : province de Liège : rue d’Ougrée 65, à 4031 Angleur 

— Zone 4 : province de Namur et du Luxembourg : avenue Gouverneur Bovesse 41, à 5100 Jambes 

2. Composition 

Art. 3. La composition de la commission est déterminée aux articles 13, § 2et15,§ 2dudécret. 

Art. 4. En cas d’absence du président, le président suppléant remplit la fonction de président. En cas d’absence du 

président et du président suppléant, la réunion est reportée à une date fixée par le président ou son suppléant. 

Art. 5. En cas d’absence d’un membre effectif, ce dernier est tenu d’en avertir le président et d’inviter son suppléant 

à participer à la réunion. Le membre effectif empêché est chargé de communiquer à son remplaçant les documents qui, 

le cas échéant, lui auront été transmis par le secrétariat. 

139


3. Fonctionnement 

Convocations 

Art. 6. Les convocations sont adressées aux membres effectifs soit par courrier ordinaire, soit par fax, soit par 

courrier électronique avec accusé de réception. 

Réunions 

Art. 7. Le président ouvre et clôture les réunions. Il dirige les débats, veille au maintien de l’ordre et au respect des 

prescriptions du décret et du règlement d’ordre intérieur. 

Art. 8. A titre exceptionnel, le président peut proposer aux membres de tenir une réunion « virtuelle ». Les 

modalités d’application relatives à la tenue des réunions « virtuelles » sont les suivantes : 

— envoi d’une proposition par courrier électronique à tous les membres pour les inviter à faire connaître leurs 

remarques dans le délai déterminé dans ledit courrier. Ce délai ne peut pas être inférieur à 3 jours ouvrables. 

—àdéfaut de réaction dans ce délai, la proposition est considérée comme acceptée; 

— en cas d’approbation selon les modalités précitées, celle-ci est actée auprocès-verbal; 

— à défaut d’une telle approbation et à la demande d’une des organisations constituantes, une réunion 

« physique » doit être tenue. 

Processus de décision 

Art. 9. Les modalités relatives au processus de décision sont déterminées à l’article 18 du décret. 

Art. 10. Si des décisions doivent être soumises au vote, le vote se fait à main levée, par appel nominal ou au moyen 

de bulletins nominatifs. Il a lieu au scrutin secret si la majorité absolue des membres présents en formule la demande. 

4. Compétences 

Art. 11. Les compétences de la commission sont définies à l’article 8, alinéa 3dudécret. 

Art. 12. § 1 er . La commission donne délégation au président pour annuler, en son nom, toute désignation d’office 

effectuée sur base d’une information erronée ou imparfaite ou pour accepter toute demande d’annulation d’une 

désignation dans le cadre de l’article 15 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 28 août 1995. 

Le président en informe les membres immédiatement par courriel et leur remet copie de la (des) notification(s) au 

cours de la réunion suivante. 

§ 2. La délégation exclut toute nouvelle désignation, les désignations relevant de la compétence exclusive de la 

commission. 

III. DU SECRETARIAT 


Art. 13. En cas d’absence simultanée des deux secrétaires, le secrétariat est assuré par un agent des services du 

Gouvernement de niveau 2 au moins dont la désignation incombe au président. 


Art. 14. Le secrétariat est chargé de l’organisation pratique des réunions. Il veille à la mise à disposition dans le 

délai fixé àl’article 19 du décret des documents nécessaires aux travaux de la commission. il assure le suivi des 

décisions de la commission, rédige et diffuse le procès-verbal et conserve les archives sous la responsabilité du 

président. 

Art. 15. § 1 er . Le secrétariat tient à jour la liste des membres et transmet au secrétariat de la commission centrale 

de gestion des emplois dont relève la commission les modifications intervenues dans la composition de celle-ci. 

§ 2. Dans le respect de l’article 15 du décret, il appartient aux organisations constituantes de communiquer au 

secrétariat les modifications de leur délégation au sein de celle-ci. 

3. Du procès-verbal 

Art. 16. Un procès-verbal actant les présences et les décisions prises est rédigé àl’issue de chaque réunion. 

Art. 17. § 1 er .Leprocès-verbal est envoyé par le président pour approbation dans les dix jours à dater du lendemain 

de son envoi, sauf en cas de décision d’un autre délai au sein de la commission. 

§ 2. L’envoi peut se faire par courrier ordinaire, par courrier électronique ou par fax si toutes les parties marquent 

leur accord. 

§ 3. A défaut de réaction dans le délai visé au § 1 er ,leprocès-verbal est considéré comme approuvé. 

4. Entrée en vigueur 

Art. 18. Le présent règlement d’ordre intérieur entre en vigueur le 6 novembre 2008. 

Vu pour être annexé àl’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 6 novembre 2008 portant 

approbation du règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale officiels 

subventionnés. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT


VERTALING 

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP 

N. 2009 — 6 

[C − 2008/29647] 

6 NOVEMBER 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende goedkeuring van het 

huishoudelijk reglement van de zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen in het gewoon en 

gespecialiseerd officieel gesubsidieerd secundair onderwijs, officieel gesubsidieerd kunstsecundair onderwijs 

met volledig leerplan, officieel gesubsidieerd kunstonderwijs en officieel gesubsidieerd onderwijs voor sociale 

promotie 

De Regering van de Franse Gemeenschap, 

Gelet op het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het 

door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, gewijzigd bij de decreten van 12 mei 2004, 

4 mei 2005 en 2 juni 2006, inzonderheid op artikel 22; 

Na beraadslaging, 

Besluit : 

Artikel 1. Het bij dit decreet gevoegde huishoudelijk reglement wordt goedgekeurd. 

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 6 november 2008. 

Brussel, 6 november 2008. 

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : 

De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Sport, 

M. DAERDEN 

De Minister van Leerplichtonderwijs, 

Ch. DUPONT 

* 


F. 2009 — 7 

[C − 2008/29648] 


d’ordre interieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements secondaire ordinaire 

et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres subventionnés, de 

caractère confessionnel 






Arrête : 






M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 


règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale 

libres subventionnés, de caractère confessionnel 


secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres subventionnés afixé comme suit, en 

collaboration avec leurs président(e)s, le règlement d’ordre intérieur commun des commissions zonales de gestion des 

emplois de caractère confessionnel qui relèvent de sa compétence. 




l’enseignement organisé ou subventionné par la communauté française, tel que modifié; 

« La commission » : une des commissions zonales de gestion des emplois à caractère confessionnel instituées en 

exécution de l’article 12, alinéa 2dudécret; 





« Le secrétariat » : le secrétariat de la commission tel que défini à l’article 15, § 5dudécret. 

141



1. Siège 



— Zone 1 : Région de Bruxelles-Capitale : boulevard Léopold II 44, à 1080 Bruxelles 

— Zone 2 : province du Brabant wallon : boulevard Léopold II 44, à 1080 Bruxelles 

— Zone 4 : province de Liège : rue d’Ougrée 65, à 4031 Angleur 

— Zone 6 : province de Namur : avenue Gouverneur Bovesse 41, à 5100 Jambes 

— Zone 7 : province du Luxembourg : avenue Gouverneur Bovesse 41, à 5100 Jambes 

— Zone 8 : Tournai/Hainaut occidental : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 Mons 

— Zone 9 : Mons/Hainaut Centre : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 Mons 

— Zone 10 : Charleroi/Hainaut Sud : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 Mons 


Art. 3. La composition de la commission est déterminée aux articles 13, § 2et15,§ 2, § 3et§ 5dudécret. 





le cas échéant, lui auront été transmis par le Secrétariat. 


Convocations 



Réunions 


prescriptions du Décret et du règlement d’ordre intérieur. 




remarques dans le délai déterminé dans ledit courrier. Ce délai ne peut pas être inférieur à trois jours ouvrables. 






Art. 9. Les modalités relatives au processus de décision sont déterminées à l’article 18 du Décret. 











commission. 







délai fixé àl’article 19 du décret des documents nécessaires aux travaux de la commission. Outre le relevé àl’article 21 

b) du décret, il veille à ce que les procès-verbaux des organes de concertation établis au niveau des centres 

d’enseignement secondaire (ORCES) soient mis à la disposition des membres dans le même délai. Il assure le suivi des 


président. 



§ 2. Dans le respect de l’article 15, § 2 et § 3 du décret, il appartient aux organisations constituantes de 

communiquer au Secrétariat les modifications de leur délégation au sein de celle-ci. 






leur accord. 

§ 3. A défaut de réaction dans le délai visé au § 1 er ,leprocès-verbal est considéré comme approuvé.




approbation du règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres 

subventionnés, de caractère confessionnel. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

VERTALING 


N. 2009 — 7 

[C − 2008/29648] 



gespecialiseerd confessioneel vrij gesubsidieerd secundair onderwijs, confessioneel vrij gesubsidieerd 

kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, confessioneel vrij gesubsidieerd kunstonderwijs en vrij 

gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie 






Besluit : 






M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

F. 2009 — 8 

* 


[C − 2008/29649] 


d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire et primaire 

officiel subventionné, ordinaire et specialisé 






Arrête : 







M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

143



règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire 

et primaire officiel subventionné, ordinaire et specialisé 

La commission centrale de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire et primaire officiel subventionné, 

ordinaire et spécialisé a fixé comme suit, en collaboration avec leurs président(e)s, le règlement d’ordre intérieur 

commun des commissions zonales de gestion des emplois qui relèvent de sa compétence. 





« La commission » : une des commissions zonales de gestion des emplois instituées en exécution de l’article 6, 

alinéa 1dudécret; 







1. Siège 



— Zone 1 : Région de Bruxelles-Capitale : boulevard Léopold II 44, à 1080 BRUXELLES 

— Zone 2 : Province du Brabant wallon : boulevard Léopold II 44, à 1080 BRUXELLES 

— Zone 3 : Arrondissement administratif de Huy Waremme :rue d’Ougrée 65, à 4031 ANGLEUR 

— Zone 4 : Arrondissement administratif de Liège : rue d’Ougrée 65, à 4031 ANGLEUR 

— Zone 5 : Arrondissement administratif de Verviers : rue d’Ougrée 65, à 4031 ANGLEUR 

— Zone 6 : Province de Namur : avenue Gouverneur Bovesse 41, à 5100 JAMBES 

— Zone 7 : Province du Luxembourg : avenue Gouverneur Bovesse 41, à 5100 JAMBES 

— Zone 8 : Hainaut Occidental : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 MONS 

— Zone 9 : Mons Centre : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 MONS 

— Zone 10 : Charleroi Sud : rue du Chemin de Fer 433, à 7000 MONS 


Art. 3. La composition de la commission est déterminée aux articles 13, § 2et15,§ 1 er du décret. 







Convocations 



Réunions 






remarques dans le délai déterminé dans ledit courrier. Ce délai ne peut pas être inférieur à 3 jours ouvrables. 












effectuée sur base d’une information erronée ou imparfaite ou pour accepter ladite demande d’annulation d’une 





commission. 







délai fixé àl’article 19 du décret des documents nécessaires aux travaux de la commission, il assure le suivi des 


président.




§ 2. Dans le respect de l’article 15, § 2dudécret, il appartient aux organisations constituantes de communiquer au 

secrétariat les modifications de leur délégation au sein de celle-ci. 






leur accord. 





approbation du règlement d’ordre intérieur des commissions zonales de gestion des emplois pour l’enseignement 

préscolaire et primaire officiel subventionné, ordinaire et spécialisé. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

VERTALING 


N. 2009 — 8 

[C − 2008/29649] 



gespecialiseerd officieel gesubsidieerd voorschools en lager onderwijs 






Besluit : 




Vanweger de Regering van de Franse Gemeenschap : 


M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

* 


F. 2009 — 9 

[C − 2008/29650] 


d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire et primaire 

libre subventionné, ordinaire et spécialisé de caractère non confessionnel 






Arrête : 



Bruxelles, le 6 décembre 2008. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

145



règlement d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire 

et primaire libre subventionné, ordinaire et spécialisé de caractère non confessionnel 

La commission centrale de gestion des emplois pour l’enseignement préscolaire et primaire libre subventionné, 

ordinaire et spécialisé a fixé comme suit, en collaboration avec le(a) président(e), le règlement d’ordre intérieur de la 

commission zonale de gestion des emplois de caractère non confessionnel qui relèvent de sa compétence. 





« La commission » : la commission zonale de gestion des emplois à caractère non confessionnel instituée en 








1. Siège 

Art. 2. La commission zonale de gestion des emplois se réunit au siège administratif du Président de ladite 

commission, à savoir boulevard Léopold II 44, à 1080 BRUXELLES 


Art. 3. La composition de la commission est déterminée aux articles 13, § 2et15,§ 1 er , § 3et§ 5dudécret. 







Convocations 



Réunions 






remarques dans le délai déterminé dans ledit courrier. Ce délai ne peut pas être inférieur à trois jours; 



—àdéfaut d’une telle approbation et à la demande d’une des organisations constituantes de la commission, une 

réunion « physique » doit être tenue. 









désignation dans le cadre de l’article 16 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 28 août1995. 


cours de la prochaine séance. 


commission. 








b) du décret, il veille à ce que les procès-verbaux des organes de concertation d’entité soient mis à la disposition des 

membres dans le même délai. Il assure le suivi des décisions de la commission, rédige et diffuse le procès-verbal et 

conserve les archives sous la responsabilité du président. 




communiquer au secrétariat les modifications de leur délégation au sein de celle-ci.







leur accord. 





approbation du règlement d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour l’enseignement 

préscolaire et primaire libre subventionné, ordinaire et spécialisé de caractère non confessionnel. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

VERTALING 


N. 2009 — 9 

[C − 2008/29650] 


huishoudelijk reglement van de zonale commissie voor het beheer van de betrekkingen in het gewoon en 

gespecialiseerd niet confessioneel vrij gesubsidieerd voorschools en lager onderwijs 






Besluit : 






M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

* 


F. 2009 — 10 

[C − 2008/29651] 


d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour les enseignements secondaire ordinaire 

et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres subventionnés, de 

caractère non confessionnel 






Arrête : 






M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

147



règlement d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour les enseignements secondaire 

ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres 

subventionnés, de caractère non confessionnel 


secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres subventionnés afixé comme suit, en 

collaboration avec le(a) président(e), le règlement d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois de 

caractère non confessionnel qui relève de sa compétence. 





« La commission » : la commission zonale de gestion des emplois à caractère non confessionnel instituée en 








1. Siège 

Art. 2. La commission zonale de gestion des emplois se réunit au siège administratif du président de ladite 

Commission, à savoir : boulevard Léopold II 44, à 1080 Bruxelles. 


Art. 3. La composition de la commission est déterminée aux articles 13, § 2et15,§ 2, § 3et§ 5dudécret. 







Convocations 



Réunions 






remarques dans le délai déterminé dans ledit courrier. Ce délai ne peut pas être inférieur à trois jours ouvrables. 













désignation dans le cadre de l’article 40 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 28 août 1995 et 

de l’article 17 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 12 septembre 1995. 




commission.








b) du décret, il veille à ce que les procès-verbaux des organes de concertation établis au niveau des centres 

d’enseignement secondaire (ORCES) soient mis à la disposition des membres dans le même délai. Il assure le suivi des 


président. 




communiquer au secrétariat les modifications de leur délégation au sein de celle-ci. 






leur accord. 





approbation du règlement d’ordre intérieur de la commission zonale de gestion des emplois pour les enseignements 

secondaire ordinaire et spécialisé, secondaire artistique à horaire réduit, artistique et de promotion sociale libres 

subventionnés, de caractère non confessionnel. 



M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

N. 2009 — 10 

VERTALING 


[C − 2008/29651] 


huishoudelijk reglement van de zonale commissie voor het beheer van de betrekkingen in het gewoon en 

gespecialiseerd niet confessioneel vrij gesubsidieerd secundair onderwijs, niet confessioneel vrij gesubsidieerd 

kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, niet confessioneel vrij gesubsidieerd kunstonderwijs 

en niet confessioneel vrij gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie 






Besluit : 







M. DAERDEN 


Ch. DUPONT 

149


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN 

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 

[C − 2008/14357] 

Personnel. — Nomination 

Par arrêté royal du 28 novembre 2008, M. Stefan LAMBERT est 

nommé àtitre définitif dans la classe A1, avec le titre d’attaché, dans la 

filière de métiers « Mobilité et Transports » auprès du Service public 

fédéral Mobilité et Transports, dans le cadre linguistique néerlandais, 

avec prise de rang au 16 octobre 2007 et effet au 16 octobre 2008. 

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’ Etat, un 

recours peut être introduit endéans les soixante jours après cette 

publication. La requête doit être envoyée sous pli recommandé àla 

poste, au Conseil d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 

[C − 2008/14356] 

Personnel. — Nomination 

Par arrêté royal du 28 novembre 2008, M. Tom PAUWELS est nommé 

à titre définitif dans la classe A1, avec le titre d’attaché, dans la filière de 

métiers « Mobilité et Transports » auprès du Service public fédéral 

Mobilité et Transports, dans le cadre linguistique néerlandais, avec 

prise de rang au 16 octobre 2007 et effet au 16 octobre 2008. 

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours 

peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La 

requête doit être envoyée sous pli recommandé àla poste, au Conseil 

d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, 

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE 

ET ENVIRONNEMENT 

[C − 2008/24537] 


l’ASBL Alfa à l’appui d’un projet concernant « CAMELEON » 

édition d’un conte pour enfants de parents toxicomanes et formation 

des professionnels et famille à son utilisation 

La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, 

Vu l’article 116, § 2, de la loi-programme du 22 décembre 2003, 

remplacé par la loi-programme du 20 juillet 2006; 

Vu l’arrêté royal du 28 décembre 2006 fixant les modalités d’attribution 

du Fonds de lutte contre les assuétudes; 

Vu l’avis du Comité Assuétudes, donné le 15 septembre 2008; 

Considérant l’appel fait le 23 mai 2008 dans le cadre de cet arrêté par 

le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement; 

Considérant la proposition de projet intitulée ««CAMELEON » 


des professionnels et famille à son utilisation » déposée par 

M. J. Van Russelt au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne 

alimentaire et Environnement, 

Arrête : 

Article 1 er . § 1 er . Il est alloué un montant de 31.000 euros à 

l’ASBL Alfa, rue de la Madeleine 17, à 4000 Liège, dénommée ci-après 

le bénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du projet ««CAME- 

LEON »édition d’un conte pour enfants de parents toxicomanes et 

formation des professionnels et famille à son utilisation », tel que visé 

dans le § 2. Ce montant est imputé au compte de la trésorerie « Fonds 

de lutte contre les assuétudes » de la Direction générale Animaux, 

Plantes et Alimentation, SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne 

* 

* 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 

[C − 2008/14357] 

Personeel. — Benoeming 

Bij koninklijk besluit van 28 november 2008, wordt de heer Stefan 

LAMBERT vast benoemd in de klasse Al, met de titel van attaché, inde 

vakrichting ″Mobiliteit en Vervoer″ bij de Federale Overheidsdienst 

Mobiliteit en Vervoer, in het Nederlandse taalkader, met ranginneming 

op 16 oktober 2007 en uitwerking op 16 oktober 2008. 

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan 

beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. 

Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden 

toegezonden. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 

[C − 2008/14356] 

Pertsoneel. — Benoeming 

Bij koninklijk besluit van 28 november 2008, wordt de heer Tom 

PAUWELS vast benoemd in de klasse Al, met de titel van attaché, inde 

vakrichting ″Mobiliteit en Vervoer″ bij de Federale Overheidsdienst 

Mobiliteit en Vervoer, in het Nederlandse taalkader, met ranginneming 

op 16 oktober 2007 en uitwerking op 16 oktober 2008. 

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan 

beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. 

Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden 

toegezonden. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, 

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 

EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24537] 


subsidie aan de VZW Alfa inzake een project met betrekking tot 

« CAMELEON » : uitgave van een verhaal voor kinderen van 

verslaafde ouders en opleiding van de professionelen en familie 

met betrekking tot het gebruik ervan 

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, 

Gelet op artikel 116, § 2, van de programmawet van 22 december 

2003, gewijzigd door de programmawet van 20 juli 2006; 

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 2006 tot vaststelling 

van de nadere regels voor subsidiëring door het Fonds ter bestrijding 

van de verslavingen; 

Gelet op het advies van het Comité Verslavingen van 15 september 

2008; 

Overwegende de oproep die op 23 mei 2008 in het kader van dit 

besluit door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu, gedaan werd; 

Overwegende het projectvoorstel, getiteld ««CAMELEON » : uitgave 

van een verhaal voor kinderen van verslaafde ouders en opleiding 

van de professionelen en familie met betrekking tot het gebruik 

ervan. », ingediend door de heer J. Van Russelt bij de FOD Volksgezondheid, 

Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 

Besluit : 

Artikel 1. § 1. Er wordt een bedrag van 31.000 euro toegekend aan 

de VZW Alfa, rue de la Madeleine 17, te 4000 Luik, verder genoemd de 

begunstigde, als subsidie ter ondersteuning van het project ««CAME- 

LEON » : uitgave van een verhaal voor kinderen van verslaafde ouders 

en opleiding van de professionelen en familie met betrekking tot het 

gebruik ervan », als bedoeld in § 2. Dit bedrag wordt aangerekend op 

de orderekening van de thesaurie « Fonds tot bestrijding van de 

verslavingen » van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding,

alimentaire et Environnement. Ce montant porte sur la période du 

31 décembre 2008 jusqu’au 31 décembre 2009. 

§ 2. Les objectifs, l’échelonnement et le budget du projet concerné 

sont décrits dans la proposition de projet dénommé««CAMELEON » : 


des professionnels et famille à son utilisation » déposée par 

M. J. Van Russelt au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne 

alimentaire et Environnement. 

§ 3. Les demandes de changement dans les objectifs, l’échelonnement 

ou le budget doivent être envoyées par écrit à la Direction générale de 

l’Organisation des Etablissements des Soins, SPF Santé publique, 

Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, place Victor 

Horta 40, bte 10, 1060 Bruxelles. Cette Direction générale décidera 

quant à la demande et communiquera sa décision par écrit au 

bénéficiaire. 

Art. 2. § 1 er . Un comité d’accompagnement peut être créé par la 

Direction générale de l’Organisation des Etablissements de Soins, 

SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. 

§ 2. Le rôle du comité d’accompagnement consiste à : 

— transmettre au bénéficiaire les directives du Ministre, qui a la 

Santé publique dans ses attributions, de nature à influencer le projet ou 

ses objectifs; 

— surveiller l’état des travaux; 

— coordonner le projet entrepris avec tout autre projet reprenant un 

sujet similaire et/ou complémentaire, qu’il juge pertinent; 

— organiser des réunions avec le bénéficiaire. 

Art. 3. § 1 er . Le paiement s’effectuera en deux tranches : 

1) 70 % du montant visé àl’article 1 er . 

Pour ce paiement le bénéficiaire dépose une demande signéeetdatée 

à la Direction générale de l’Organisation des Etablissements de Soins, 

SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, 

et ceci dans les deux mois après la publication du présent arrêté; 

2) maximum 30 % du montant visé àl’article 1 er . 

Pour ce paiement, qui ne peut pas être effectué avant le 1 er février 2010, 

le bénéficiaire dépose à la Direction générale de l’Organisation des 

Etablissements de Soins, SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne 

alimentaire et Environnement : 

a. au plus tard le 1 er juin 2009 : un rapport d’activité intermédiaire et 

b. au plus tard le 31 décembre 2009 : un rapport définitif, tels que 

visés dans l’article 4; 

c. au plus tard le 1 er février 2010 : 

— une déclaration de créance signée etdatée; 

— la totalité des pièces pour la justification du montant déjà reçu, tel 

que visé au 1), et du montant demandé, tel que visé au 2). 

Le paiement de cette deuxième tranche ne s’effectuera que pour le 

montant approuvé par le titulaire compétent sur base des pièces 

déposées, et sur base du budget repris dans la proposition, telle que 

visée dans l’art. 1 er , § 2. Le titulaire compétent peut demander des 

pièces supplémentaires pour la justification des montants. 

§ 2. La restitution des montants reçus pour lesquels aucune pièce 

justificative n’a été déposée ou approuvée pourra être réclamée par le 


Art. 4. § 1 er . Les rapports intermédiaire et définitif devront contenir 

au minimum les éléments suivants : 

a. une description élaborée et une évaluation du processus des 

activités faites; 

b. des recommandations multidisciplinaires et politiques concernant 

le projet et sa thématique; 

c. un scénario pour l’implémentation de ce projet dans des structures 

similaires. 


151 

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. 

Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 31 december 2008 tot en 

met 31 december 2009. 

§ 2. De doelstellingen, de fasering en de budgettering van het 

betrokken project zijn beschreven in het projectvoorstel, getiteld 

««CAMELEON » : uitgave van een verhaal voor kinderen van verslaafde 

ouders en opleiding van de professionelen en familie met 

betrekking tot het gebruik ervan », ingediend door de heer J. Van 

Russelt bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu. 

§ 3. De aanvragen tot wijzigingen in de doelstellingen, fasering of het 

budget dienen schriftelijk ingediend te worden bij het Directoraatgeneraal 

Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen, FOD Volksgezondheid, 

Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Victor 

Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel. Dit Directoraat-generaal zal 

beslissen over de aanvraag en haar beslissing schriftelijk meedelen aan 

de begunstigde. 

Art. 2. § 1. Een begeleidingscomité kan worden opgericht door het 

Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen, 


§ 2. De taak van het begeleidingscomité bestaat erin om : 

— de richtlijnen van de Minister, die de Volksgezondheid onder zijn 

bevoegdheid heeft, en die een invloed kunnen hebben op het project of 

de doelstellingen ervan, door te geven aan de begunstigde; 

— over de stand van de werkzaamheden te waken; 

— het ondernomen project te coördineren met elk ander project 

betreffende een gelijkaardig en/of complementair onderwerp, dat het 

relevant acht; 

— het organiseren van bijeenkomsten met de begunstigde. 

Art. 3. § 1. De betaling van de subsidie zal gebeuren in twee 

schijven : 

1) 70 % van het in artikel 1 bedoelde bedrag. 

Voor deze betaling dient de begunstigde een gehandtekende en 

gedateerde aanvraag in bij het Directoraat-generaal Organisatie van de 

Gezondheidszorgvoorzieningen, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van 

de Voedselketen en Leefmilieu, en dit binnen de twee maanden na de 

publicatie van dit besluit; 

2) maximum 30 % van het bedrag, als bedoeld in artikel 1. 

Voor deze uitbetaling, die niet kan gebeuren vóór 1 februari 2010, 

dient de begunstigde in bij het Directoraat-generaal Organisatie van de 


de Voedselketen en Leefmilieu : 

a. ten laatste op 1 juni 2009 : een tussentijds activiteitenrapport en 

b. ten laatste op 31 december 2009 : een eindrapport, zoals bedoeld in 

artikel 4; 

c. ten laatste op 1 februari 2010 : 

— een gehandtekende en gedagtekende schuldvordering; 

— de totaliteit aan stukken voor de verantwoording van het reeds 

ontvangen bedrag, als bedoeld in 1), en het aangevraagde bedrag, als 

bedoeld in 2). 

De betaling van de tweede schijf gebeurt uitsluitend van het door de 

bevoegde titularis goedgekeurde bedrag op basis van de ingediende 

stukken, en op basis van de budgettering opgenomen in het voorstel als 

bedoeld in artikel 1, § 2. De bevoegde titularis kan bijkomende stukken 

opvragen voor de verantwoording van de bedragen. 

§ 2. De ontvangen bedragen waarvoor geen bewijsstukken ingediend 

of aanvaard worden, kunnen teruggevorderd worden door de 


Art. 4. § 1. Het tussentijdse en eindrapport dienen minstens volgende 

elementen te bevatten : 

a. een omstandige beschrijving en procesevaluatie van de gedane 

werkzaamheden; 

b. multidisciplinaire en beleidsaanbevelingen over het project en zijn 

thematiek; 

c. een draaiboek voor de implementatie van het project in andere 

gelijkaardige settings.


§ 2. La Direction générale de l’Organisation des Etablissements de 

Soins, SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement peut ajouter d’autres éléments nécessaires aux rapports 

intermédiaire et définitif. 

Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le 31 décembre 2008. 


Mme L. ONKELINX 




[C − 2008/24538] 


l’ASBL VAD à l’appui d’un projet concernant l’amélioration de la 

qualité de l’aide aux toxicomanes 


Vu l’article 116, § 2 de la loi-programme du 22 décembre 2003, 







Considérant la proposition de projet intitulée « L’amélioration de la 

qualité de l’aide aux toxicomanes » déposée par Mme Marijs Geirnaert 

au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, 

Arrête : 


l’ASBL VAD, rue Vanderlinden 15, 1030 Bruxelles, dénommée ci-après 

le bénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du projet « L’amélioration 

de la qualité de l’aide aux toxicomanes », tel que visé dans le § 2. 

Ce montant est imputé au compte de la trésorerie « Fonds de lutte 

contre les assuétudes » de la Direction générale Animaux, Plantes et 

Alimentation, SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement. Ce montant porte sur la période du 31 décembre 2008 

jusqu’au 31 décembre 2009. 


sont décrits dans la proposition de projet dénommé«L’amélioration de 

la qualité de l’aide aux toxicomanes » déposée par Mme Marijs 

Geirnaert au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement. 



















* 

§ 2. Het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen, 

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu kan andere noodzakelijke elementen toevoegen aan het 

tussentijdse en het eindrapport. 

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2008. 

Brussel, 19 december 2008. 

Mevr. L. ONKELINX 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24538] 


subsidie aan de VZW VAD inzake een project met betrekking tot 

de kwaliteitsbevordering in de verslavingszorg 


Gelet op artikel 116, § 2 van de programmawet van 22 december 2003, 

gewijzigd door de programmawet van 20 juli 2006; 





2008; 



en Leefmilieu gedaan werd; 

Overwegende het projectvoorstel, getiteld « Kwaliteitsbevordering 

in de verslavingszorg », ingediend door Mevr. Marijs Geirnaert bij 

de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 

Besluit : 


de VZW VAD, Vanderlindenstraat 15, te 1030 Brussel, verder genoemd 

de begunstigde, als subsidie ter ondersteuning van het project « Kwaliteitsbevordering 

in de verslavingszorg », als bedoeld in § 2. Dit bedrag 

wordt aangerekend op de orderekening van de thesaurie « Fonds tot 

bestrijding van de verslavingen » van het Directoraat-generaal Dier, 

Plant en Voeding, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu. Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 

31 december 2008 tot en met 31 december 2009. 



« Kwaliteitsbevordering in de verslavingszorg », ingediend door 

Mevr. Marijs Geirnaert bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de 

Voedselketen en Leefmilieu. 



















— het organiseren van bijeenkomsten met de begunstigde.






















visée dans l’article 1 er , § 2. Le titulaire compétent peut demander des 












similaires. 











[C − 2008/24539] 


l’ASBL Infor-Drogues à l’appui d’un projet concernant un outil de 


assuétudes 








* 


schijven : 














artikel 4; 



















thematiek; 


gelijkaardige settings. 










EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24539] 


subsidie aan de VZW Infor-Drogues inzake een project met 

betrekking tot een preventietool voor kinderen (10-12 jaar) over het 

thema verslavingen 


153 







2008;


Considérant la proposition de projet intitulée « Un outil de prévention 

pour les enfants (10-12 ans) consacré au thème des assuétudes » 

déposée par Philippe Bastin et Antoine Boucher au SPF Santé publique, 

Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, 

Arrête : 


l’ASBL Infor-Drogues, rue du Marteau 19, à 1000 Bruxelles, dénommée 

ci-après le bénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du projet 

« Un outil de prévention pour les enfants (10-12 ans) consacré au thème 

des assuétudes », tel que visé dans le § 2. Ce montant est imputé au 

compte de la trésorerie « Fonds de lutte contre les assuétudes » de la 

Direction générale Animaux, Plantes et Alimentation, SPF Santé 

publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. Ce montant 

porte sur la période du 31 décembre 2008 jusqu’au 31 décembre 

2009. 


sont décrits dans la proposition de projet dénommé « Un outil de 


assuétudes » déposée par Philippe Bastin en Antoine Boucher au 

























et ceci dans les deux mois après la publication du présent arrêté. 





















Overwegende het projectvoorstel, getiteld « Een preventietool voor 

kinderen (10-12 jaar) over het thema verslavingen », ingediend door 

Philippe Bastin en Antoine Boucher bij de FOD Volksgezondheid, 


Besluit : 


de VZW Infor-Drogues, Hamerstraat 19, te 1000 Brussel, verder 

genoemd de begunstigde, als subsidie ter ondersteuning van het project 

« Een preventietool voor kinderen (10-12 jaar) over het thema verslavingen 

», als bedoeld in § 2. Dit bedrag wordt aangerekend op de 

orderekening van de thesaurie « Fonds tot bestrijding van de verslavingen 

» van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, FOD Volksgezondheid, 

Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Dit bedrag 

heeft betrekking op de periode van 31 december 2008 tot en met 

31 december 2009. 



« Een preventietool voor kinderen (10-12 jaar) over het thema verslavingen 

», ingediend door Philippe Bastin en Antoine Boucher bij 

de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. 





















schijven : 






publicatie van dit besluit. 








artikel 4; 




ontvangen bedrag, als bedoeld in 1), en het aangevraagde bedrag, 

als bedoeld in 2). 








FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.








similaires. 











[C − 2008/24540] 


l’ASBL IDA à l’appui d’un projet concernant le développement de 



conception, la grossesse et l’allaitement 









Considérant la proposition de projet intitulée « Le développement de 



conception, la grossesse et l’allaitement » par M. F. Laudens au 


Arrête : 


l’ASBL IDA, rue Vanderlinden 15, à 1030 Bruxelles, dénommée ci-après 

le bénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du projet « Le développement 

de lignes directives pour la détection précoce et de petits 

conseils en relation avec les risques liés à la consommation d’alcool 

pendant la conception, la grossesse et l’allaitement », tel que visé dans 

le § 2. Ce montant est imputé au compte de la trésorerie « Fonds de lutte 

contre les assuétudes » de la Direction générale Animaux, Plantes et 

Alimentation, SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement. Ce montant porte sur la période du 31 décembre 2008 

jusqu’au 31 décembre 2009. 


sont décrits dans la proposition de projet dénommé «Le développement 

de lignes directives pour la détection précoce et de petits conseils 

en relation avec les risques liés à la consommation d’alcool pendant la 

conception, la grossesse et l’allaitement » par M. F. Laudens au 



* 






thematiek; 












EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24540] 


subsidie aan de VZW IDA inzake een project met betrekking tot de 

ontwikkeling van richtlijnen voor vroegdetectie en kort advies 

betreffende de risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap 

en borstvoeding 








2008; 




Overwegende het projectvoorstel, getiteld « Ontwikkeling van richtlijnen 

voor vroegdetectie en kort advies betreffende de risico’s van 

alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en borstvoeding », ingediend 

door de heer F. Laudens bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid 

van de Voedselketen en Leefmilieu, 

Besluit : 

155 


de VZW IDA, Vanderlindenstraat 15, te 1030 Brussel, verder genoemd 

de begunstigde, als subsidie ter ondersteuning van het project « Ontwikkeling 

van richtlijnen voor vroegdetectie en kort advies met 

betrekking tot de risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap 

en borstvoeding », als bedoeld in § 2. Dit bedrag wordt 

aangerekend op de orderekening van de thesaurie Fonds tot bestrijding 

van de verslavingen’ van het Directoraat-generaal Dier, Plant en 

Voeding, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en 

Leefmilieu. Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 31 december 

2008 tot en met 31 december 2009. 



« Ontwikkeling van richtlijnen voor vroegdetectie en kort advies 

betreffende de risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap 

en borstvoeding », ingediend door de heer F. Laudens bij de FOD Volksgezondheid, 

Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.





















































similaires. 




























schijven : 














artikel 4; 



















thematiek; 









Mevr. L. ONKELINX




[C − 2008/24541] 


l’ASBL « De Sleutel »àl’appui d’un projet concernant le renfort de 

la quantité et de la qualité dans la prévention, la détection précoce 

et la prise en charge 


Vu l’article 116, § 2 de la loi-programme du 22 décembre 2003, 







Considérant la proposition de projet intitulée « Le renfort de la 


prise en charge » déposée par M. Paul De Neve au SPF Santé publique, 

Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, 

Arrête : 


l’ASBL « De Sleutel », Guislainstraat 43a, à 9000 Gand, dénommée 

ci-après lebénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du projet « Le 

renfort de la quantité et de la qualité dans la prévention, la détection 

précoce et la prise en charge », tel que visé dans le § 2. Ce montant est 

imputé au compte de la trésorerie « Fonds de lutte contre les 

assuétudes » de la Direction générale Animaux, Plantes et Alimentation, 


Ce montant porte sur la période du 31 décembre 2008 jusqu’au 

31 décembre 2009. 


sont décrits dans la proposition de projet dénommé «Le renfort de la 


prise en charge » déposée par M. Paul De Neve au SPF Santé publique, 

Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. 






















EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24541] 


subsidie aan de VZW De Sleutel inzake een project met betrekking 

tot het versterken van kwantiteit en kwaliteit in de preventie, 

vroegdetectie en hulpverlening 


Gelet op artikel 116, § 2 van de programmawet van 22 december 2003, 

gewijzigd door de programmawet van 20 juli 2006; 





2008; 




Overwegende het projectvoorstel, getiteld « Versterken van kwantiteit 

en kwaliteit in de preventie, vroegdetectie en hulpverlening », 

ingediend door heer Paul De Neve bij de FOD Volksgezondheid, 


Besluit : 


de VZW De Sleutel, Guislainstraat 43a, te 9000 Gent, verder genoemd 

de begunstigde, als subsidie ter ondersteuning van het project « Versterken 

van kwantiteit en kwaliteit in de preventie, vroegdetectie en 

hulpverlening », als bedoeld in § 2. Dit bedrag wordt aangerekend op 

de orderekening van de thesaurie « Fonds tot bestrijding van de 

verslavingen » van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, 


Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 31 december 2008 tot en 

met 31 december 2009. 



« Versterken van kwantiteit en kwaliteit in de preventie, vroegdetectie 

en hulpverlening », ingediend door de heer Paul De Neve bij de 





















157









Pour ce paiement, qui ne peut pas être effectué avant le 1 er févier 2010, 


























similaires. 











[C − 2008/24545] 


l’ASBL Centre Autrement à l’appui d’un projet concernant familles 

et assuétude : prise en charge et sensibilisation 







* 


schijven : 














artikel 4; 



















thematiek; 












EN LEEFMILIEU 

[C − 2008/24545] 


subsidie aan de VZW « Centre Autrement » inzake een project met 

betrekking tot gezinnen en verslaving : behandeling en sensibilisatie 








2008;



Considérant la proposition de projet intitulée « Familles et assuétude 

: prise en charge et sensibilisation » déposée par M. Mario 

Berchicci au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement, 

Arrête : 


l’ASBL Centre Autrement, rue Neuve 27, à 6141 Forchies-la-Marche, 

dénommée ci-après lebénéficiaire, à titre de subvention à l’appui du 

projet « Familles et assuétude : prise en charge et sensibilisation », tel 

que visé dans le § 2. Ce montant est imputé au compte de la trésorerie 

« Fonds de lutte contre les assuétudes » de la Direction générale 

Animaux, Plantes et Alimentation, SPF Santé publique, Sécurité de la 

Chaîne alimentaire et Environnement. Ce montant porte sur la période 

du 31 décembre 2008 jusqu’au 31 décembre 2009. 


sont décrits dans la proposition de projet dénommé « Familles et 

assuétude : prise en charge et sensibilisation » déposée par M. Mario 

Berchicci au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement. 









































Overwegende het projectvoorstel, getiteld « Gezinnen en verslaving : 

behandeling en sensibilisatie », ingediend door heer Mario Berchicci bij 

de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 

Besluit : 


de VZW « Centre Autrement », rue Neuve 27, te 6141 Forchies-la- 

Marche, verder genoemd de begunstigde, als subsidie ter ondersteuning 

van het project « Gezinnen en verslaving : behandeling en 

sensibilisatie », als bedoeld in § 2. Dit bedrag wordt aangerekend op de 

orderekening van de thesaurie « Fonds tot bestrijding van de verslavingen 

» van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, FOD 

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Dit 

bedrag heeft betrekking op de periode van 31 december 2008 tot en met 




« Gezinnen en verslaving : behandeling en sensibilisatie », ingediend 

door de heer Mario Berchicci bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid 

van de Voedselketen en Leefmilieu. 





















schijven : 














artikel 4; 



159 



bedoeld in 2).

















similaires. 








SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2008/10054] 

Ordre judiciaire 

Par arrêté royal du 22 avril 2008, entrant en vigueur le 31 janvier 

2009, M. Mertens de Wilmars (écuyer) J., conseiller à la cour 

d’appel d’Anvers, est admis à la retraite. 

Il est admis à faire valoir ses droits à la pension et est autoriséàporter 

le titre honorifique de ses fonctions. 

Par arrêtés royaux du 21 août 2008, entrant en vigueur le 31 janvier 

2009 : 

— est acceptée ladémission de M. Bornet, J., de ses fonctions de juge 

suppléant au tribunal de commerce de Bruxelles. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions; 

— est acceptée ladémission de M. Denis, G., de ses fonctions de juge 

suppléant à la justice de paix du canton de Fléron. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. 

Par arrêté royal du 17 octobre 2008, entrant en vigueur le 31 janvier 

2009, est acceptée ladémission de M. Plessers, W., de ses fonctions 

de juge suppléant à la justice de paix du premier canton de Hasselt. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. 

Par arrêté royal du 28 octobre 2008, entrant en vigueur le 31 janvier 

2009, M. Pieper, H., est autorisé àporter le titre honorifique de ses 

fonctions de juge consulaire aux tribunaux de commerce de Verviers et 

d’Eupen. 

* 














thematiek; 










FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2008/10054] 

Rechterlijke Orde 

Bij koninklijk besluit van 22 april 2008, dat in werking treedt op 

31 januari 2009, is de heer Mertens de Wilmars (jonkheer) J., raadsheer 

in het hof van beroep te Antwerpen, in ruste gesteld. 

Hij kan zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem 

vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Bij koninklijke besluiten van 21 augustus 2008, die in werking treden 

op 31 januari 2009 : 

— is aan de heer Bornet, J., ontslag verleend uit zijn ambt van 

plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel te Brussel. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren; 

— is aan de heer Denis, G., ontslag verleend uit zijn ambt van 

plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Fléron. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Bij koninklijk besluit van 17 oktober 2008, dat in werking treedt op 

31 januari 2009, is aan de heer Plessers, W., ontslag verleend uit zijn 

ambt van plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het eerste 

kanton Hasselt. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Bij koninklijk besluit van 28 oktober 2008, dat in werking treedt op 

31 januari 2009, is het aan de heer Pieper, H., vergund te titel van zijn 

ambt van rechter in handelszaken in de rechtbanken van koophandel te 

Verviers en te Eupen, eershalve te voeren.

Par arrêté royal du 12 novembre 2008, entrant en vigueur le 

31 janvier 2009, M. Lauwers, R., est autoriséàporter le titre honorifique 

de ses fonctions de président consulaire du tribunal de commerce de 

Malines. 

Par arrêtés royaux du 12 novembre 2008, entrant en vigueur le 

1 er février 2009 : 

— M. Van Den Abbeele, M., avocat, est nommé juge suppléant au 

tribunal de commerce de Bruxelles; 

— Mme Franssens, P., avocat, est nommée juge suppléant à la justice 

de paix du premier canton de Hasselt. 

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut 

être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat 

endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être 

envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), 

sous pli recommandé àla poste. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2008/10055] 

Ordre judiciaire. — Ordres nationaux 

Par arrêtés royaux du 7 décembre 2008 : 

— M. Plessers, W., juge suppléant à la justice de paix du premier 

canton d’Hasselt, est nommé Chevalier de l’Ordre de Léopold. 

Il portera la décoration civile; 

— M. Lauwers, R., président consulaire du tribunal de commerce de 

Malines, est nommé Officier de l’Ordre de la Couronne. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 

[C − 2008/11555] 

9 DECEMBRE 2008. — Arrêté ministériel nommant 

un membre suppléant du Conseil d’Etablissement 

Le Ministre pour l’Entreprise et la Simplification, 

Vu la loi du 26 juin 2002 relative à l’instauration du Conseil 

d’Etablissement, article 3, § 1 er , modifiée par la loi du 11 mai 2003; 

Vu l’arrêté royal du 29 mars 2004 relatif au Conseil d’Etablissement, 

instauré par la loi du 26 juin 2002, 

Arrête : 

Article unique. Est nommée membre suppléant du Conseil d’Etablissement 

auprès de la Chambre qui connaît des affaires en langues 

française et allemande Mme F. Henrard, conseiller. Elle remplacera 

M. F. Laitem, décédé, dont elle achèvera le mandat. 


V. VAN QUICKENBORNE 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 

[2008/11533] 

Personnel et Organisation. — Mise à la retraite 

Par arrêté royal du 1 er 

juin 2008, démission honorable de ses 

fonctions avec faculté de faire valoir ses droits à une pension à charge 

du Trésor public est accordée, à la date du 1 er janvier 2009, à M. Marnix 

Lasure, attaché àla Direction générale du Contrôle et de la Médiation. 

M. Lasure est autorisé àporter le titre honorifique d’attaché. 


* 

* 

* 

161 

Bij koninklijk besluit van 12 november 2008, dat in werking treedt op 

31 januari 2009, is het aan de heer Lauwers, R., vergund de titel van zijn 

ambt van voorzitter in handelszaken van de rechtbank van koophandel 

te Mechelen, eershalve te voeren. 

Bij koninklijke besluiten van 12 november 2008, die in werking treden 

op 1 februari 2009 : 

— is de heer Van Den Abbeele, M., advocaat, benoemd tot 

plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel te Brussel; 

— is Mevr. Franssens, P., advocaat, benoemd tot plaatsvervangend 

rechter in het vredegerecht van het eerste kanton Hasselt. 

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met 

individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de 

Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze 

bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), 

te worden toegezonden. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2008/10055] 

Rechterlijke Orde. — Nationale Orden 

Bij koninklijke besluiten van 7 december 2008 : 

— is de heer Plessers, W., plaatsvervangend rechter in het vredegerecht 

van het eerste kanton Hasselt, benoemd tot Ridder in de 

Leopoldsorde. 

Hij zal het burgerlijk ereteken dragen; 

— is de heer Lauwers, R., voorzitter in handelszaken van de 

rechtbank van koophandel te Mechelen, benoemd tot Officier in de 

Kroonorde. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, 

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 

[C − 2008/11555] 

9 DECEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot benoeming 

van een plaatsvervangende lid van de Vestigingsraad 

De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, 

Gelet op de wet van 26 juni 2002 betreffende de oprichting van de 

Vestigingsraad, artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 11 mei 2003; 

Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2004 betreffende de 

Vestigingsraad, opgericht bij de wet van 26 juni 2002, 

Besluit : 

Enig artikel. Wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de 

Vestigingsraad bij de Kamer die kennis neemt van de Franstalige en 

Duitstalige zaken, Mevr. F. Henrard, adviseur. Ze zal de heer F. Laitem, 

overleden, vervangen wiens mandaat ze zal voleindigen. 


V. VAN QUICKENBORNE 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, 

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 

[2008/11533] 

Personeel en Organisatie. — Pensionering 

Bij koninklijk besluit van 1 juni 2008 wordt aan de heer Marnix 

Lasure, attaché bij de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, met 

ingang van 1 januari 2009, eervol ontslag uit zijn functies verleend en 

wordt hij gerechtigd aanspraak te maken op een rustpensioen ten laste 

van de Openbare Schatkist. 

De heer Lasure wordt ertoe gemachtigd de titel van attaché eershalve 

te voeren.





REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 

[2008/204682] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des 

déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « NV Renovius », en qualité de collecteur et de transporteur 

de déchets autres que dangereux 

Par ordre du Directeur général, 

Le Directeur, 

Vu le décret du Conseil régional wallon du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; 

Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et 

portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière 

de taxes régionales directes; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté 

du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt n o 94.211 du Conseil d’Etat du 

22 mars 2001; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et 

transporteurs de déchets autres que dangereux; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; 

Vu la demande introduite par la « NV Renovius », le 24 octobre 2008; 

Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du 

Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, 

Acte : 

Article 1 er . § 1 er .La« NV Renovius », sise Emiel Vlieberghlaan 4, à 3900 Overpelt, est enregistrée en qualité de 

collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. 

L’enregistrement est identifié par le numéro 2008-11-07-01. 

§ 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : 

-déchets industriels ou agricoles non dangereux. 

§ 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : 

-déchets inertes; 

-déchets ménagers et assimilés; 

-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; 

-déchets dangereux; 

- huiles usagées; 

- PCB/PCT; 

-déchets animaux; 

-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. 

Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1 er , § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire 

de la Région wallonne. 

Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. 

Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions 

requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. 

Art. 5. § 1 er .Leprésent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport 

de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. 

§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport 

des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : 

a) la description du déchet; 

b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; 

c) la date du transport; 

d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des 

déchets; 

e) la destination des déchets; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; 

g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. 

§ 3. La procédure visée au§ 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets 

visé àl’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. 

Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport.


Art. 7. § 1 er .L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : 

a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; 

b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis 

des déchets; 

c) la date et le lieu de la remise; 

d) la quantité de déchets remis; 

e) la nature et le code des déchets remis; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. 

§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de 

l’administration. 

Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou 

de transport de déchets. 

La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. 

La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. 

§ 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. 

Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office 

wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 

1 o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des 

tiers et affectés au transport des déchets; 

2 o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. 

Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés 

dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. 

Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les 

transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, 

aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses 

moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. 

En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer 

un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante 

n’ait été entendue. 

Art. 12. § 1 er .L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. 

§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois 

la limite de validité susvisée. 

Namur, le 7 novembre 2008. 

Ir A. HOUTAIN 

* 


[2008/204684] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA sg. Pallets », en qualité de collecteur et de 

transporteur de déchets autres que dangereux 


Le Directeur, 







22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la « BVBA sg. Pallets », le 24 octobre 2008; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er .La« BVBA sg. Pallets », sise Industrieweg 6, à 3700 Tongeren, est enregistrée en qualité de 











- PCB/PCT; 



163









§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des 

déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : 





déchets; 






Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. 



b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des 

déchets; 







Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de 

transport de déchets. 

La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année deréférence. La 

déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. 




















Ir A. HOUTAIN



[2008/204685] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « gcv tpt De Boeck », en qualité de collecteur et de 

transporteur de déchets autres que dangereux 


Le Directeur, 







22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la « gcv tpt De Boeck », le 25 octobre 2008; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er .La« gcv tpt De Boeck », sise Krogstraat 10/3, à 1860 Meise, est enregistrée en qualité de 





-déchets ménagers et assimilés. 



-déchets industriels ou agricoles non dangereux; 



- PCB/PCT; 
















déchets; 










des déchets; 







165


Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de 

transport de déchets. 













aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses 









Ir A. HOUTAIN 

* 


[2008/204686] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SARL Sattam vert, en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux 


Le Directeur, 







22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SARL Sattam vert, le 27 octobre 2008; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SARL Sattam vert, sise ZI n2Prouvy Houvignies CD 70 BT 900, à F-59309 Valenciennes, est 

enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. 


§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : 


§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : 



-déchets industriels ou agricoles non dangereux; 



- PCB/PCT; 


-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2.

Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1 er , § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région 

wallonne. 

Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre 

d’un collecteur enregistré de déchets. 












déchets; 









b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des 

déchets; 






§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er , est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de 


Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de 

déchets. 









Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent 

enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. 












Ir A. HOUTAIN 

167



[2008/204683] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SA « Safety Kleen Belgium », en qualité de transporteur 

de déchets autres que dangereux 


Le Directeur, 







22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SA « Safety Kleen Belgium », le 24 octobre 2008; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er .LaSA« Safety Kleen Belgium », sise boulevard Industriel 130, à 1070 Anderlecht, est enregistrée 

en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. 


§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : 


§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : 






- PCB/PCT; 



Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1 er , § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région 

wallonne. 

Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un 

collecteur enregistré de déchets. 












déchets; 





visé àl’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.






des déchets; 





§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er ; est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de 


Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport 

de déchets. 









Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent 

enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. 












Ir A. HOUTAIN 

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN 

COUR CONSTITUTIONNELLE 

Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 

[2008/204822] 

Par jugement du 18 novembre 2008 en cause de J.-J. P. contre G.P., dont l’expédition est parvenue au greffe de la 

Cour le 26 novembre 2008, le Juge de paix du canton de Namur 2aposé la question préjudicielle suivante : 

« L’interprétation du paragraphe 7 de l’article 301 nouveau du Code civil suivant laquelle cette disposition ne 

serait pas applicable aux personnes divorcées par consentement mutuel avant l’entrée en vigueur de l’article 301 

nouveau du Code civil viole-t-elle les dispositions des articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en relation avec 

les articles 6 et/ou 14 de la Convention européenne des Droits de l’Homme, ainsi qu’avec l’article 1 er du protocole, 

n o 1 à la Convention européenne des Droits de l’Homme et avec l’article 6.1 et l’article 6.2 du Traité sur l’Union 

européenne ? ». 

Cette affaire est inscrite sous le numéro 4562 du rôle de la Cour. 

Le greffier, 

P.-Y. Dutilleux. 

169


GRONDWETTELIJK HOF 

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 

[2008/204822] 

Bij vonnis van 18 november 2008 in zake J.-J. P. tegen G.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is 

ingekomen op 26 november 2008, heeft de Vrederechter van het kanton Namen 2 de volgende prejudiciële vraag 

gesteld : 

« Schendt de interpretatie van paragraaf 7 van het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek volgens welke 

die bepaling niet van toepassing zou zijn op de personen die door onderlinge toestemming uit de echt zijn gescheiden 

vóór de inwerkingtreding van het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek, de bepalingen van de artikelen 10 

en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en/of 14 van het Europees Verdrag voor 

de rechten van de mens, alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de 

rechten van de mens en met de artikelen 6.1 en 6.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie ? ». 

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4562 van de rol van het Hof. 

De griffier, 


VERFASSUNGSGERICHTSHOF 

[2008/204822] 

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 

In seinem Urteil vom 18. November 2008 in Sachen J.-J. P. gegen G.P., dessen Ausfertigung am 26. November 2008 

in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter des Kantons Namur 2 folgende präjudizielle Frage 

gestellt: 

«Verstößt die Auslegung von Paragraph 7 des neuen Artikels 301 des Zivilgesetzbuches, der zufolge diese 

Bestimmung nicht auf Personen anwendbar sei, die vor dem Inkrafttreten des neuen Artikels 301 des Zivilgesetzbuches 

im gegenseitigen Einverständnis geschiedenen sind, gegen die Bestimmungen der Artikel 10 und 11 der Verfassung, 

an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 6 und/oder 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit 

Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention und mit Artikel 6 Absätze 1 und 2 des Vertrags über die 

Europäische Union?». 

Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 4562 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. 

Der Kanzler, 


POUVOIR JUDICIAIRE 

[C − 2008/10053] 

Tribunal de commerce de Bruxelles 

Par ordonnance du 23 juin 2008, M. Bornet, J., a été désigné par le 

président du tribunal de commerce de Bruxelles pour exercer, à partir 

du 1 er février 2009, les fonctions de juge suppléant à ce tribunal jusqu’à 

ce qu’il ait atteint l’âge de septante ans. 

POUVOIR JUDICIAIRE 

[C − 2008/10052] 

Tribunal de commerce de Malines 

Par ordonnance du 2 décembre 2008, M. Lauwers, R., a été désigné 

par le président du tribunal de commerce de Malines pour exercer, à 

partir du 1 er février 2009, les fonctions de juge consulaire suppléant à ce 

tribunal jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de septante ans. 

* 

* 

RECHTERLIJKE MACHT 

[C − 2008/10053] 

Rechtbank van koophandel te Brussel 

Bij beschikking van 23 juni 2008 werd de heer Bornet, J., door de 

voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel aangewezen, 

vanaf 1 februari 2009, om het ambt van plaatsvervangend rechter in 

deze rechtbank uit te oefenen tot hij de leeftijd van zeventig jaar heeft 

bereikt. 

RECHTERLIJKE MACHT 

[C − 2008/10052] 

Rechtbank van koophandel te Mechelen 

Bij beschikking van 2 december 2008 werd de heer Lauwers, R., door 

de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Mechelen aangewezen, 

vanaf 1 februari 2009, om het ambt van plaatsvervangend rechter 

in handelszaken in deze rechtbank uit te oefenen tot hij de leeftijd van 

zeventig jaar heeft bereikt.




BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[C − 2008/31624] 

De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (parlementaire vergadering van de Brusselse Vlamingen) 

organiseert een vergelijkend wervingsexamen voor indiensttreding op korte termijn en met het oog op de 

samenstelling van een tweejarige wervingsreserve voor volgende functie : 1 keuken- en zaalmedewerker (m/v) 

(in de graad van aangestelde — niveau C) 

De keuken- en zaalmedewerker (M/V) zorgt mee voor de logistieke ondersteuning van de Raad van de Vlaamse 

Gemeenschapscommissie. 

Hij/zij zorgt voor het klaarzetten, dekken en afruimen van tafels in vergaderzalen en ontvangstruimten, voor de 

bediening van dranken en maaltijden tijdens vergaderingen en recepties, het wassen van het vaatwerk, occasioneel ook 

voor het bereiden van lichte maaltijden of hapjes en voor het permanent onderhoud en de schoonmaak van de 

vergaderzalen en de ontvangstruimten. 

De keuken- en zaalmedewerker (M/V) staat in tweede orde mee in voor de nodige ondersteuning bij evenementen 

die door de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie georganiseerd worden. 

Avond- en weekeindwerk mogelijk. 

In kalmere keuken- en zaalperiodes kan de keuken- en zaalmedewerker (M/V) ook in de onderhouds- en 

schoonmaakploeg van het huis van de Raad worden ingeschakeld. 

Deelnemeningsvoorwaarden 

De kandidaten dienen op de uiterste inschrijvingsdatum het bewijs te kunnen leveren, door middel van een 

afschrift, van een diploma of een getuigschrift van de studierichting « hotel », « keuken en zaal » of « hotel- en 

cateringmanagement » (of van een gelijkaardige studierichting) van het technisch secundair onderwijs (TSO) of 

beroepssecundair onderwijs (BSO). 

Ook een gelijkaardig diploma of getuigschrift van het volwassenenonderwijs (CVO) komt in aanmerking. 

Kandidaten die over een ASO-diploma beschikken, worden alleen toegelaten indien ze kunnen aantonen dat ze ten 

minste vier jaar beroepservaring hebben in een vergelijkbare functie. 

Te hoog gekwalificeerde kandidaten worden niet tot de selectieproef toegelaten. Dat wil zeggen dat kandidaten 

met een door een hogeschool of universiteit uitgereikt getuigschrift of diploma niet in aanmerking komen. 

Aanbod 

— een statutaire benoeming (na een stage van 12 maanden) en een vlakke loopbaanplanning; 

— een wervingsreserve voor de duur van twee jaar; 

— een salaris volgens het niveau van de functie en een goede vakantieregeling; 

— een compensatieregeling voor avond- en weekeindwerk. 

Interesse ? 


Indien u geïnteresseerd bent voor deze functie, dan kan u uw sollicitatiebrief met vermelding van de functietitel, 

C.V., afschrift van het diploma en getuigschrift van goed zedelijk gedrag sturen naar de heer Daniël Buyle, Griffier van 

de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Lombardstraat 61-67, 1000 Brussel. 

We verwachten uw kandidatuur uiterlijk op vrijdag 23 januari 2009. 

171


PUBLICATIONS LEGALES 

ET AVIS DIVERS 

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN 

EN VERSCHILLENDE BERICHTEN 

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL 

Vacatures academisch personeel 

Vacaturenummer : GF/2009/004. 

Faculteit : geneeskunde en farmacie. 

Betrekking : zelfstandig academisch personeel. 

Intern of extern : extern. 

Mandaat : voltijds. 

Ingangsdatum : 1 oktober 2009. 

Duur : drie jaar. 

Vakgebied en vakgroep : FABI. 

Omschrijving : onderwijs : 1. GF-FABI-8436a : analytische technieken, 

deel I; 40 u. HOC in 2e Bach. Farmaceutische wetenschappen; 2. GF- 

FABI-8783 : analytische technieken, deel I, practicum; 80 u. WPO met 

60 u. practicum en 20 u. oefeningen, in 2e Bach. Farmaceutische 

wetenschappen; 3. GF-FABI-5842 : analytische technieken, deel II, practicum; 

120 u. WPO, in 3e Bach. Farmaceutische wetenschappen; 4. GF- 

FABI-8445 : voedingsleer en nutraceuticals, 40 u. HOC + 20 u. WPO, in 

1e Ma Farmaceutische zorg; 5. begeleiden van lijnprojecten in 1e en 

2e Bach; 6. optreden als promotor van Bachelor- en Masterthesissen. 

Onderzoek : 1. leiding geven aan het onderzoek omtrent de secties 

« Miniaturisatie » en « Chirale scheidingen » in de vakgroep FABI; 

2. Superviseren van het doctoraatsonderzoek en de doctoraatsthesissen 

in betreffende secties. 

Vereisten : diploma : doctoraat op proefschrift in het domein van de 

farmaceutische wetenschappen, biomedische wetenschappen of wetenschappen 

(of gelijkgesteld). Pedagogiscdhe ervaring is een pluspunt. 

De kandidaten worden verzocht hun visie op het onderwijs uiteen te 

zetten en dit in overeenstemming met doelstellingen en eindtermen 

geformuleerd door de respectievelijke onderwijscommissies. De kandidaat 

moet een erkende onderzoeksactiviteit hebben in het vakgebied. 

Hij/zij begeleidt studenten op verschillende niveaus. Elke eerste 

aanstelling is mede afhankelijk van het met gunstig gevolg doceren van 

een proefles. 

contactpersoon : prof. B. Rombaut. 

Contacttelefoon : +32 2 4774497. 

Contact e-mail : brombaut@vub.ac.be. 

Naam decaam : prof. dr. A. Dupont. 

Inwachtingstermijn : uiterlijk één maand na publicatie in het Belgisch 

Staatsblad. 

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe 

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier, dat kan 

gedomwnload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/ 

DP/AP.html of bekomen worden op de Dienst Personeel (tel. 02- 

629 20 02) van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel. 

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan 

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. 

(80882) 





Mandaat : voltijds (20 %). 



Vakgebied en vakgroep : FAFI. 

Omschrijving : onderwijs : « Plantkunde en farmacognosie » (25 uur 

HOC en 15 uur WPO - 1e bachelor Farmaceutische wetenschappen), 

« Farmacognosie en fytochemie - theorie en practicum » (45 uur HOC - 

3e bachelor Farmaceutische wetenschappen) en « (Bio)-Farmaceutische 

analyse, geïntegreerd practicum » (30 uur WPO - onder het 

coördinatorschap van collega Y. Vander Heyden - 3e bachelor Farmaceutische 

wetenschappen). Onderzoek : in het betrokken vakgebied. 

Vereisten : diploma : doctoraat op proefschrift in het domein van de 

farmaceutische wetenschappen, biomedische wetenschappen of wetenschappen 

(of gelijkgesteld). Pedagogiscdhe ervaring is een pluspunt. 

De kandidaten worden verzocht hun visie op het onderwijs uiteen te 

zetten en dit in overeenstemming met doelstellingen en eindtermen 

geformuleerd door de respectievelijke onderwijscommissies. De kandidaat 

moet een erkende onderzoeksactiviteit hebben in het vakgebied. 

Hij/zij begeleidt studenten op verschillende niveaus. Elke eerste 

aanstelling is mede afhankelijk van het met gunstig gevolg doceren van 

een proefles. 

contactpersoon : prof. B. Rombaut. 


Contact e-mail : brombaut@vub.ac.be. 






gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/ 

AP.html of bekomen worden op de Dienst Personeel (tel. 02-629 20 02) 

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel. 



(80883) 





Mandaat : deeltijds (10 %). 

Ingangsdatum : ASAP. 


Vakgebied en vakgroep : menselijke ecologie (MEKO). 

Omschrijving : onderwijs : 1. « Introduction to International Environmental 

Policy and Law. (Master in Human Ecology - 30 u. HOC); 

2. « International Environmental Policy and Law (Master of Advanced 

Studies in Human Ecology - 22,5 u. HOC - 10 u. WPO). Onderzoek : in 

het betrokken vakgebied.

Vereisten : houder zijn van een doctoraat (PhD) in de rechten. 

Ervaring met internationaal milieubeleid strekt tot aanbeveling. Ervaring 

met universitair onderwijs in het domein strekt eveneens tot 

aanbeveling. 

contactpersoon : prof. dr. L. Hens. 


Contact e-mail : Luc.Hens@vub.ac.be. 











(80884) 

Vacaturenummer : PE/2008/017. 

Faculteit : psychologie en educatiewetenschappen. 



Mandaat : deeltijds ZAP - 50 %). 

Ingangsdatum : ten vroegste 1 april 2009. 

Duur : drie jaar (verlengbaar). 

Vakgebied en vakgroep : psychologie (EXTO). 

Omschrijving : onderwijs : in het domein van de Arbeids- en Personeelspychologie 

Wetenschappelijk onderzoek : uitbouw van het onderzoek 

op het vlak van arbeids- en personeelspsychologie. 

Vereisten : doctor in de psychologische wetenschappen of een ander 

diploma van doctor, door de commissie als gelijkwaardig erkend. 

Onderwijservaring is zeker een pluspunt, evenals mogelijke praktische 

expertise. Een internationaal onderzoekscurriculum op het vlak van 

arbeids- en personeelspsychologie is vereist. Elke eerste aanstelling is 

mede afhankelijk van het met gunstig gevolg doceren van een proefles. 

Contactpersoon : prof. dr. R. Pepermans. 

Contacttelefoon : 02-629 25 19. 

Contact e-mail : Roland.Pepermans@vub.ac.be. 

Naam decaam : Roland Pepermans. 










(80885) 

Vacaturenummer : WE/2009/001. 

Faculteit : wetenschappen. 





Duur : drie jaar met uitzicht op vaste benoeming. 

Vakgebied en vakgroep : biologie. 


Omschrijving : onderzoek : er wordt een kandidaat in de Mariene 

Biologie verwacht, we verwelkomen hiervoor een brede waaier aan 

domeinen en technieken om die finaliteit in te vullen. Onderzoek dat 

complementair is met de in Europa aanwezige expertise en dat een 

integratieve aanpak behelst (d.i. onderzoek over de biologsche 

organisatieniveau’s heen) strekken echter sterk tot aanbeveling. De 

kandidaat kan autonoom integratief onderzoek verrichten of heeft eenn 

specialisatie die in samenwerking met andere onderzoekers binnen 

en/of buiten de Vrije Universiteit Brussel tot domein-overschrijdende 

publicaties kan leiden. Het nieuwe ZAP-lid zal gestimileerd worden 

om zijn/haar originaliteit in een eigen onderzoeksgroep uit te bouwen 

binnen de vakgroep Biologie. Hij/zij beschikt over een uitstekend 

wetenschappelijk dossier en publiceert op geregelde basis in voor het 

domein wetenschappelijke top journals met peer review. Onderwijs : de 

kandidaat wordt directeur van de Masteropleiding Ecological Marine 

Management (http://www.ecomama.be) en wordt geacht om i.s.m. 

andere vakgroepleden een nieuwe impuls te geven aan de uitbouw en 

organisatie van dit succesvol insternationaal en interuniversitair 

programma. Ho/zij zal instaan voor een aantal gespecialiseerde 

opleidingsonderdelen in de Masterjaren, die hij/zij mag invullen 

binnen het kader van eigen onderzoeksspecialisatie en expertise. De 

kandidaat zal mede verantwoordelijk zijn voor de invulling van 

algemene opleidingsonderdelen in de dierkundige biologie binnen de 

Bachelorjaren. 

Vereisten : diploma van doctor met proefschrift, bij voorkeur dokter 

in de wetenschappen (biologie) of vergelijkbaar. De kandidaat is in 

staat uitmuntend onderwijs te geven dat een aantrekkingskracht voor 

de opleiding betekent. Hij/zij weet impulsen te geven aan de uitbouw 

en organisatie van het onderwijs. Bijkomende profielvereisten : uitstekende 

kennis van het Engels en Nederlands (of bereidheid om Nederlands 

te leren); sterk in leggen van internationale contacten, zowel met 

collega’s als met studenten; motivatie voor teamwerk binnen de 

vakgroepen en interdepartementeel. Elke eerste aanstelling is mede 

afhankelijk van het met gunstig gevolg doceren van een proefles. 

Contactpersoon : prof. N. Koedam; prof. L. Triest. 

Contacttelefoon : 02-629 34 13 - 02-629 34 21. 

Contact e-mail : nikoedam@vub.ac.be - Itriest@vub.ac.be. 

Naam decaam : prof. dr. P. De Baetselier. 

Inwachtingstermijn : uiterlijk 28 februari 2009. 








(80886) 

Vacaturenummer : IR/2009/001. 

Faculteit : ingenieurswetenschappen. 






173 

Vakgebied en vakgroep : toegepaste natuurkunde & fotonica, 

vakgroep TONA. 

Omschrijving : onderwijs : de kandida(a)t(e) zal een belangrijke rol 

spelen in de bacheloropleiding ingenieurswetenschappen en master 

fotonica. In het bijzonder kan zij/hij belast worden met labo’s 

ingenieursvaardigheden in de bachelor opleiding, en gevorderd onderwijs 

in de master fotonica zoals bv. geïntegreerde labo’s fotonica, 

industriële stagebegeleiding fotonica, en refractieve optische systemen.


Onderzoek : de kandida(a)t(e) zal onderzoek verrichten dat kadert in 

de onderzoeksactiviteiten van de vakgroep toegepaste natuurkunde en 

fotonica. We verwachten van de kandida(a)t(e) dat zij/hij onderzoek in 

fotonica verricht met internationale uitstraling, meer bepaald : 

— onderzoek van uitmuntende kwaliteit aangetoond door publicaties 

in internationale tijdschriften (met peer review) in fotonica en 

toegepaste natuurkunde; 

— aantoonbare ervaring met projectwerving op verschillende 

niveau’s (nationaal en internationaal); 

— aantoonbare ervaring met het begeleiden van doctoraten. 

Daarenboven verwachten we van de kandida(a)t(e) dat zij/hij bereid 

is tot het opnemen van taken in facultaire organen (en eventueel 

universitaire) en zal bijdragen tot de uitstraling van de universiteit. 

Vereisten : burgerlijk elektrotechnisch ingenieur en doctor in de 

toegepaste wetenschappen of licentiaat in de wetenschappen en doctor 

in de wetenschappen. Elke eerste aanstelling is mede afhankelijk van 

het met gunstig gevolg doceren van een proefles. 

contactpersoon : prof. H. Thienpont. 


Contact e-mail : hthienpo@vub.ac.be. 

Naam decaam : prof. J. De Ruyck. 

Inwachtingstermijn : één maand na publicatie in het Belgisch Staatsblad. 








(80887) 








Vakgebied en vakgroep : werktuigkunde, mechanica, toegepaste 

mechanica (MECH). 

Omschrijving : onderwijs : de kandida(a)t(e) wordt geacht 

onderwijstaken uit te voeren in de context van de opleiding 

werktuigkunde-elektrotechniek, meer bepaald in verband met de 

opleidingsonderdelen robotica, mechatronica, controle, pneumatica,... 

Onderzoek : het onderzoeksprofiel van de kandidaat dient nauw 

aan te sluiten bij de onderzoekstopics van de onderzoeksgroep 

robotica & multibody mechanica (http://mech.vub.ac.be/multibody/research_topics.htm), 

met oog voor samenwerking met de 

andere onderzoeksgroepen van de vakgroep MECH. Meer bepaald 

wordt de kandidaat geacht onderzoek te doen in de brede context van 

physical and cognitive human robot interaction, actuatoren met regelbare 

stijfheid, stappende robots en revalidatierobotica. 

Vereisten : diploma burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur 

en doctoraat in de ingenieurswetenschappen (toegepaste wetenschappen). 

Elke eerste aanstelling is mede afhankelijk van het met 

gunstig gevolg doceren van een proefles. 

contactpersoon : prof. Ch. Lacor. 


Contact e-mail : chris.lacor@vub.ac.be. 

Naam decaam : prof. Dr. J. De Ruyck. 









(80888) 





Mandaat : deeltijds - 10 %. 


Duur : één jaar. 

Vakgebied en vakgroep : elektronica en informatica, vakgroep ETRO. 

Omschrijving : onderwijs : inleidende cursus bestemd voor toekomstige 

ingenieurs in de bouwkunde, scheikunde en materiaalkunde die 

als doel heeft de algemene principes gebruikt in de elektronica aan de 

hand van schakelingen met geringe complexiteit en in de context van 

« meten en regelen » te illustreren; inzicht te verschaffen in de algemene 

structuur van analoge e digitale regelen meetketens; basisregels voor 

het ontwerp en de samenstelling van meet- en regelsystemen en hun 

modules te belichten; aan te tonen dat met een combinatie van 

beschikbare standaardmodules en eenvoudige schakelingen heel wat 

elektronische functies gerealiseerd kunnen worden; en de drempelvrees 

van de studenten bij het ontwerp en bouwen van elektronische 

systemen te overwinnen. Ervaring met dergelijke systemen in industriële 

toepassingen is uiteraard een pluspunt voor het doceren van deze 

cursus. Onderzoek : de weerhouden kandidaat wordt verondersteld toe 

te treden tot de onderzoeksgroep die zich binnen de vakgroep ETRO 

toespitst op « embedded systems » en zich daar, meer specifiek, toe te 

spitsen op reconfigureerbare architecturen voor digitale meet- en regelsystemen. 

Vereisten : diploma burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur 

en doctoraat in de ingenieurswetenschappen (toegepaste wetenschappen). 



contactpersoon : prof. R. Vounckx. 


Contact e-mail : rvounckx@vub.ac.be. 










(80889)





Mandaat : deeltijds - 10 %. 



Vakgebied en vakgroep : elektriciteit, vakgroep ELEC. 

Omschrijving : onderwijs op het gebied van hoogfrequente meet- en 

moduleertechnieken. Onderzoek : het leiden en uitvoeren van onderzoek 

in het gebied van meten en modelleren van hoogfrequente nietlineaire 

systemen (100MHz-50GHz). 

Vereisten : de kandidaat heeft een ruime ervaring in : 

— het modelleren en meten van nietlineaire dynamische hoogfrequente 

systemen in het frequentiegebied 100MHz tot 50GHz; 

— het ontwikkelen en onderhouden van een computerinterface voor 

computergestuurde meetinstrumenten, met inbegrip van de ontwikkeling 

van de nodige drivers; 

— het ontwikkelen en gebruiken van systeemidentificatie-technieken 

voor het extraheren van wiskundige modellen + onzekerheidsgrenzen 

uit experimentele gegevens; 

— het onderhouden en uitbouwen van een hoogfrequent meetlaboratorium, 

met inbegrip van het uitvoeren van calibraties. De 

kandidaat moet een onderzoeksvisie voorleggen die past binnen de 

lange termijn onderzoeksstrategie van de vakgroep ELEC, zoals 

beschreven op http://wwwtw.vub.ac.be/elec/. Diploma van burgerlijk 

elektrotechnisch ingenieur en doctoraat in de ingenieurswetenschappen. 



contactpersoon : prof. J. Schoukens. 


Contact e-mail : Johan.schoukens@vub.ac.be. 










(80890) 





Mandaat : deeltijds (10 %). 

Ingangsdatum : asap. 


Vakgebied en vakgroep : MEBO. 

Omschrijving : onderwijs : « pathologische fysiologie en biochemie 

» : 20 uur HOC, en 20 uur WPO, 1e Master geneeskunde. 

Onderzoek : in het betrokken vakgebied. 


Vereisten : doctoraat of proefschrift. Pedagogische ervaring is een 

pluspunt. De kandidaten worden verzocht hun visie op het onderwijs 

uiteen te zetten en dit in overeenstemming met doelstellingen en 

eindtermen geformuleerd door de respectievelijke onderwijscommissies. 

De kandidaat moet een erkende onderzoeksactiviteit hebben in het 

vakgebied. Hij/zij begeleidt studenten op verschillende niveaus. Elke 

eerste aanstelling is mede afhankelijk van het met gunstig gevolg 

doceren van een proefles. 

contactpersoon : prof. Dr. D. Pipeleers. 


Contact e-mail : Daniel.Pipeleers@vub.ac.be. 

Naam decaam : prof. Dr. A. Dupont. 










(80891) 

Decreet van 18 mei 1999 

houdende organisatie van de ruimtelijke ordening 

Gemeente Linkebeek 

Aankondiging openbaar onderzoek over het ontwerp 

van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Linkebeek 

In uitvoering van artikel 33, § 3, van het decreet van 18 mei 1999, 

houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de wijzigingen 

tot en met heden, kondigt het college van burgemeester en schepenen 

van de gemeente Linkebeek het openbaar onderzoek aan van het 

ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Linkebeek dat 

voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad. 

Het openbaar onderzoek start op 5 januari 2009 en eindigt op 

4 april 2009. 

Het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Linkebeek 

ligt gedurende deze periode ook ter inzage tijdens de normale 

openingsuren op volgende locaties : 

het gemeentehuis, dienst grondgebiedzaken, Gemeenteplein 2, te 

1630 Linkebeek. 

De bezwaren en opmerkingen moeten uiterlijk op 4 april 2009 

verzonden zijn bij aangetekende zending, gericht aan de Gemeentelijke 

Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO), p/a gemeentehuis 

Linkebeek, Gemeenteplein 2, te 1630 Linkebeek of op hetzelfde adres 

tijdens de normale openingsuren worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. 

De opmerkingen en bezwaren moeten schriftelijk worden ingediend 

en volgende informatie bevatten : 

naam en adres van de persoon die het bezwaar indient; 

175 

indien het bezwaar uitgaat van meerdere personen of een organisatie, 

de naam en het adres van de persoon die fungeert als aanspreekpersoon; 

het boekdeel en paginanummer van het ontwerp, de tekst waarop de 

commentaar van toepassing is en de opmerking. 

Voor meer informatie kan u telefonisch terecht bij het diensthoofd 

grondgebiedzaken, tel. 02-383 09 41 of per mail bij info@linkebeek.be, 

ter attentie van de heer Ghequiere, belast met dit dossier. 

(443)


Commune de Linkebeek 

Avis d’enquête publique sur le projet du plan de structure communal 

En exécution de l’article 33, § 3dudécret du 18 mai 1999, concernant 

l’aménagement du territoire et les modification jusqu’à présent, le 

collège des bourgmestre et échevin de la commune Linkebeek, vous fait 

par d’une enquête publique sur le projet du plan de structure provisoire 

de Linkebeek approuvé par le conseil communal. 

L’enquête publique aura lieu du 5 janvier 2009 au 4 avril 2009. 

Le projet du plan de structure communal pourra être consulté àla 

maison communale, place Communale 2, à 1630 Linkebeek, pendant 

les heures d’ouverture (les jours ouvrables de 9 à 12 heures et le lundi 

de 16 à 19h30m). 

Les objections et remarques devront être envoyées par lettre recommandée 

avant le 4 avril 2009, à l’attention du GECORO (Commission 

communale de l’Aménagement du Territoire), maison communale, 

place Communale 2, à 1630 Linkebeek ou remises à cette même adresse 

pendant les heures d’ouverture avec accusé de réception. 

Les remarques et objections introduites par écrit comporteront les 

informations suivantes : 

nom et adresse de la personne qui introduit par plusieurs personnes 

ou par une organisation, nom et adresse de la personne responsable; 

le chapitre et le numéro de page du projet, le texte auquel s’applique 

les commentaires et les remarques. 

Pour plus informations, il vous est loisible dès à présent de 

vous adresser par téléphone au service technique de la commune, 

tel. 02-383 09 31 ou via e-mail à l’adresse info@linkebeek.be, à l’attention 

de Yves Ghequiere, en charge de ce dossier. 

(443) 

Administrations publiques 

et Enseignement technique 

Openbare Besturen en Technisch Onderwijs 

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN 

Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Kontich 

Het O.C.M.W. van Kontich organiseert een aanwervingsexamen voor 

de functie van deeltijdse (60 %) contractuele verantwoordelijke dienst 

onthaalouders. Er wordt een wervingsreserve aangelegd met een 

geldigheidsduur van twee jaren. 

Diplomavereiste : een bachelordiploma in de richting sociaal 

agogisch werk, gezondheidszorg of onderwijs (of hiermee gelijkgesteld). 

Inschrijven : 

Een informatiepakket met de funtiebeschrijving, het organigram, de 

diploma- en toelatingsvoorwaarden, het examenprogramma en het 

verplichte inschrijvingsformulier kan u bekomen op de dienst personeelszaken 

van het O.C.M.W.. 

De uiterste inschrijvingsdatum voor het examen is 23 januari 2009. 

Info : Luc Meulendijks, diensthoofd personeelszaken, Antwerpsesteenweg 

62, 2550 Kontich, tel. 03-451 14 27, e-mail : luc.meulendijks@ocmwkontich.be. 

(330) 

Actes judiciaires 

et extraits de jugements 

Gerechtelijke akten 

en uittreksels uit vonnissen 

Publication faite en exécution de l’article 490 

du Code pénal 

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490 

van het Strafwetboek 

Infractions liées à l’état de faillite 

Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement 

Casier judiciaire : 2577556. 

Cour d’appel de Mons 

Numéro du condamné : 1715/08. 

Numéro d’arrêt : 523/8. 

Numéro du parquet : 70H07. 

Nom et prénoms : François, Marc Gaston Marie Ghislain, né àIxelles 

le 6 mars 1949, fils de François, Laurina, divorcé de Baligant, Marie- 

Thérèse Yvette Michelle Léopoldine, domicilié à1082 Berchem-Sainte- 

Agathe, avenue Note-Dame de Fatima 5, négociant, Belge. 

Nombre d’enfants légitimes ou légitimés:néant. 

Instruction : sachant lire et écrire. 

Privation droits électoraux : oui incapacité suspendue par l’effet du 

sursis. 

Condamné le 19 novembre 2008 sur appel d’un jugement rendu par 

le tribunal correctionnel de Mons, le 26 janvier 2007; 

arrêt contradictoire; 

à : du chef de l’ensemble des préventions C et D une peine d’emprisonnement 

de huit mois + une amende de 500 euros portée à 

2.478,94 euros ou 50 jours; 

avec sursis simple de deux ans à l’exécution de la peine d’emprisonnement 

principal et des 4/5 èmes de la peine d’amende et de l’emprisonnement 

subsidiaire; 

une fois une somme de 25 EUR, portée à 137,50 EUR et 29,30 EUR; 

publication; 

du chef de : 

à Enghien et ailleurs dans l’arrondissement judiciaire de Mons et de 

connexité ailleurs sur le territoire du Royaume; 

C. le 28 janvier 2000, avoir organisé frauduleusement son insolvabilité 

et avoir omis d’exécuter les obligations dont il était tenu, pour avoir, 

notamment, diverti ou dissimulé l’actif de la société; 

D. le 14 février 2000, étant commerçant en état de faillite et étant 

dirigeant de droit ou de fait de la SA MF 69, dont le siège social est à 

7850 Petit-Enghien, rue Noir Mouchon, R.C. Mons 99546, déclarée 

faillie par jugement du tribunal de commerce de Mons, en date du 

14 février 2000, avec une intention frauduleuse ou à dessein de nuire, 

avoir dissimulé àla date de faillite une partie de l’actif; 

par application des articles 65, 489, 489ter, 490, 490bis Code pénal. 

Frais : première instance : 110,85 euros. 

Appel : 91,47 euros + 26,88 euros.

Cet arrêt est coulé en force de chose jugée depuis le 6 décembre 2008. 

Transmis à M. le procureur général - commune. 

Transmis à M. le receveur des amendes. 

Transmis au casier judiciaire central. 

Mons, le 11 décembre 2008. 

Le greffier (signature illisible). 

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1 er 

du Code civil 

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 

van het Burgerlijk Wetboek 

Désignation d’administrateur provisoire 

Aanstelling voorlopig bewindvoerder 

Justice de paix du canton d’Arlon-Messancy, siège d’Arlon 

(331) 

Suite à la décision rendue par le juge de paix du canton d’Arlon- 

Messancy, siège d’Arlon, le 23 décembre 2008, sur requête déposée le 

11 décembre 2008, Mme Lulling, Simone, née à Attert le 3 février 1920, 

domiciliée avenue de Longwy 231, à 6700 Arlon, actuellement hospitalisée 

à la « Clinique Saint-Joseph », rue des Déportés 231, à 

6700 Arlon, a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Me Michel, Laurent, avocat, dont le cabinet est sis rue du 

Moulin 36, à 6740 Etalle. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Cop, N. 

(60057) 

Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines 

Suite à la requête déposée le 24 novembre 2008, par ordonnance du 

juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines, rendue le 

16 décembre 2008, M. Michel Schneider, né àIxelles le 19 mars 1944, 

domicilié à Lessines, rue des Quatre Fils Aymon 17, a été déclaré 

incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de Me Aurore Verpoort, avocat, dont les 

bureaux sont sis à Lessines, rue des Fossés 69AO. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Derobertmasure, 

Jean-Marie. 

(60058) 

Justice de paix du canton de Binche 

Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date 

du 17 décembre 2008, Martin, André, fonctionnaire, domicilié à 

7100 Haine-Saint-Paul, rue Saint-Hubert 21, a été désigné en qualité 

d’administrateur provisoire de Grégoire, Marie-Louise Claire Désirée, 

née à Maurage le 5 juillet 1929, résidant à 7140 Morlanwelz, « Résidence 

l’Harmonie », rue des Ateliers 47, cette personne étant incapable de 

gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marie-Claire 

Pierronne. 

(60059) 


Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date 

du 17 décembre 2008, Staffe, Isabelle, assistante sociale, domiciliée à 

6560 Solre-sur-Sambre, rue de Bersillies 10, a été désignée en qualité 

d’administrateur provisoire de Van Lierde, Nelly Victorine, née à 

Hantes-Wihéries le 15 mai 1929, résidant à 7120 Rouveroy, « Home Le 

Rouveroy », rue Roi Albert 40, cette personne étant incapable de gérer 

ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marie-Claire 

Pierronne. 

(60060) 

Justice de paix du canton de Boussu 

Suite à la requête déposée le12décembre 2008, par ordonnance du 

juge de paix du canton de Boussu, rendue le 18 décembre 2008, 

Mme Michel, Mariette, née à Wasmes le 8 octobre 1921, domiciliée à 

7301 Hornu, rue Clarisse 35, a été déclarée incapable de gérer ses biens 

et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Me Lydia Costanzo, avocat, dont le cabinet est sis à 7000 Mons, rue des 

Archers 2, bte 14. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Delalieux, Eric. 

(60061) 

Justice de paix du troisième canton de Bruxelles 

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Bruxelles, du 

21 novembre 2008, Mme Remery, Laure, née à Bruxelles le 

20 février 1921, domiciliée à 1090 Jette, avenue Charles Woeste 168, 

bte 1, résidant à l’établissement « Institut Pachéco », rue du Grand 

Hospice 7, à 1000 Bruxelles, a été déclarée incapable de gérer ses biens 

et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Mme Belva, Geneviève, avocat à 1000 Bruxelles, avenue A. Marshal 

Coningham 1/17. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Sébastien Gueret. 

(60062) 

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Bruxelles, du 

21 novembre 2008, M. Vantilborgh, Charles, né à Bruxelles le 

23 février 1944, domicilié à1060 Saint-Gilles, rue F. Bernier 40 (adresse 

de référence du Centre public d’Action sociale de Saint-Gilles), résidant 

à l’établissement « Institut Pachéco », rue du Grand Hospice 7, à 

1000 Bruxelles, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Belva, Geneviève, 

avocat à 1000 Bruxelles, avenue A. Marshal Coningham 1/17. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Sébastien Gueret. 

(60063) 

Justice de paix du troisième canton de Charleroi 

177 


juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 

11 décembre 2008, Chambre, Alexandre Jules Ghislain, né àTournai le 

23 mars 1924, domicilié à6040 Charleroi (Jumet), rue Puissant 380/0, 

résidant « Résidence Louis Theys », faubourg de Charleroi 11, à 

6041 Gosselies, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire en la personne de Me Depasse, Didier, 

avocat, domicilié à6041 Gosselies, chaussée de Fleurus 66. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Desart, Valérie. 

(60064)


Justice de paix du canton d’Enghien-Lens, 

siège d’Enghien 


juge de paix du canton d’Enghien-Lens, siège d’Enghien, rendue le 

18 décembre 2008, M. Alain Demeuldre, né àNaast le 5 juillet 1953, 

domicilié chaussée d’Enghien 467, à 7060 Horrues, résidant aux Jardins 

de la Sille, rue Wastinelle 19, à 7830 Silly, a été déclaré incapable de 

gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la 

personne de Me Françoise Moyen, avocat, ayant son cabinet rue de 

Bruxelles 5, à 7850 Enghien. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Godfrint, Brigitte. 

(60065) 

Justice de paix du canton de Fléron 


juge de paix du canton de Fléron, rendue le 18 décembre 2008, 

Mme Wanten, Lucienne, veuve de M. Ansen, François, née à Liège le 

28 décembre 1924, sans profession, domiciliée clos Hennekine 134, 

4051 Vaux-sous-Chèvremont, résidant à la maison de repos « La 

Sapinière », rue Fonds des Maçons 30, 4051 Vaux-sous-Chèvremont, a 

été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de Me Jacquemotte, Marc, 

avocat, dont le cabinet est établi avenue des Martyrs 302/2, 4620 Fléron. 

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Myriam 

Trillet. 

(60066) 

Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne, 

rendue le 16 décembre 2008, M. Szwak, Kazimierz, de nationalité belge, 

né le 24 août 1924, à Rosochowice (Pologne), veuf, domicilié Sous le 

Château 12, à 4460 Grâce-Hollogne, a été déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Mme Szwak, Wanda, de nationalité belge, née le 29 août 1960, à 

Hermalle-sous-Argenteau, domiciliée Sous le Château 10, à 4460 Grâce- 

Hollogne. 

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Dosseray, 

Simon. 

(60067) 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne, 

rendue le 16 décembre 2008, Mlle Szwak, Marie-Thérèse, de nationalité 

belge, née le 9 mai 1964, à Hermalle-sous-Argenteau, célibataire, 

domiciliée Sous le Château 12, à 4460 Grâce-Hollogne, a été déclarée 

incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire en la personne de Mme Szwak, Wanda, de nationalité belge, 

née à Hermalle-sous-Argenteau, domiciliée Sous le Château 10, à 

4460 Grâce-Hollogne. 

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Dosseray, 

Simon. 

(60068) 

Justice de paix du canton d’Hamoir 


juge de paix du canton d’Hamoir, rendue le 19 décembre 2008, 

M. Docquier, Jean-Pierre, né le8août 1933, retraité, domicilié rue des 

Trihettes 10, à 4550 Yernée-Fraineux, a été déclaré incapable de gérer 

ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne 

de Me Donne, Marielle, avocat, dont le cabinet est établi place Puissant 

13, à 4171 Poulseur. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Paquay, Véronique. 

(60069) 


juge de paix du canton d’Hamoir-sur-Ourthe, rendue le 

16 décembre 2008, Mme Grignet, Fernande, née à Liège le 22 mars 1922, 

domicilié rue de Namur 17, à 4000 Liège, résidant « Seniorie de Tinlot », 

rue du Centre 16, à 4557 Tinlot, a été déclarée incapable de gérer ses 

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne 

de Me Drion, Xavier, avocat, dont les bureaux sont sis rue Hullos 103- 

105, à 4000 Liège. 


(60070) 


juge de paix du canton d’Hamoir, rendue le 19 décembre 2008, 

Mme Bortolotto, Ida, née à Salgareda le 25 août 1922, pensionnée, 

domiciliée rue du 1 er Mai 4/51, à 4102 Ougrée, résidant à la résidence 

« Jour de Mai », rue aux Chênes 42, à 4550 Saint-Séverin, a été déclarée 


provisoire en la personne de Me Drion, Xavier, avocat, dont les bureaux 

sont sis rue Hullos 103-105, à 4000 Liège. 


(60071) 

Justice de paix du canton de Liège IV 

Suite à la requête déposée le 19 novembre 2008, par décision du juge 

de paix du canton de Liège IV, rendue le 28 novembre 2008, 

Mme Deneyer, Thérèse Marie, célibataire, née à Ougrée le 11 mai 1923, 

domiciliée à la résidence « Notre-Dame de Lourdes », quai Mativa 43, à 

4020 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue 

d’un administrateur provisoire en la personne de Me Drion, Xavier, 

avocat, dont les bureaux sont sis rue Hullos 103-105, à 4000 Liège. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Frankinet, Régine. 

(60072) 

Justice de paix du premier canton de Namur 

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, 

prononcée en date du 24 décembre 2008 (RG. N° 08A2752), 

Mme Narcisia, née à Azzano-Decimo (Italie) le 10 avril 1924, résidant à 

5020 Temploux, chaussée de Nivelles 354 « Home Saint-Joseph », aété 

déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire, à savoir : Mme Sonia Calderan, domiciliée à 

5150 Floreffe, chemin du Pont-Coliame 1. 

Namur, le 26 décembre 2008. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Michel Hernalsteen. 

(60073) 


prononcée en date du 23 décembre 2008 (RG. N° 08A2968), M. Châtelain, 

Marcel, né le 3 septembre 1924, domicilié rue des Faucons 42, à 

5004 Bouge, et résidant au « Centre d’Accueil », rue Saint-Luc 10, à 

5004 Bouge, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Baudhuin Rase, avocat, 

dont le cabinet est établi à 5100 Jambes, boulevard de la Meuse 25. 



(60074)



Mme Crevin, Laetitia, née le 29 septembre 1978 à Namur, résidant à 

5002 Saint-Servais, rue de Bricgniot 205, a été déclarée hors d’état de 

gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à 

savoir : Me Eloin, Anne-Cécile, avocat, dont le cabinet est établi à 

5336 Courrière, rue du Fays 43. 



(60075) 



Mme De Greef, Hélène, née à Namur le 26 novembre 1926, domiciliée 

place Joséphine Charlotte C36/0021, et résidant à 5002 Saint-Servais, 

rue de Bricgniot 205, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a 

été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Mme Sophie 

Muller, dont le bureau est établi à 5000 Namur, avenue du Val-Saint- 

Georges 95. 



(60076) 


prononcée en date du 23 décembre 2008 (RG. N° 08A2978), Mme Ransquin, 

Simone, née à le 15 septembre 1925, domiciliée rue des 

Faucons 42, à 5004 Bouge, et résidant au « Centre d’Accueil », rue 

Saint-Luc 10, à 5004 Bouge, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens 

et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Baudhuin, 

Rase, avocat, dont le cabinet est établi à 5100 Jambes, boulevard 

de la Meuse 25. 



(60077) 

Justice de paix du canton de Péruwelz - Leuze-en-Hainaut, 

siège de Leuze-en-Hainaut 

Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Péruwelz - Leuzeen-Hainaut, 

siège de Leuze-en-Hainaut, rendue le 16 décembre 2008, 

Mme Yolande Delrivière, née à Blicquy le 28 mai 1951, domiciliée 

chemin du Lapin 23, à 7900 Leuze-en-Hainaut, a été déclarée incapable 

de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Me Martine Vloebergs, avocate, dont le cabinet est sis à 

7500 Tournai, rue de la Justice 5. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Delbecq, 

Jean-Claude. 

(60078) 

Justice de paix du canton de Péruwelz - Leuze-en-Hainaut, 

siège de Péruwelz 


juge de paix du canton de Péruwelz - Leuze-en-Hainaut, rendue le 

22 décembre 2008, Mme Marin, Gilberte, née le8août 1923 à Blaton, 

domiciliée rue Grande 284, à 7320 Bernissart, a été déclarée incapable 

de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Me Dominique Lamarque, avocat à 7530 Gaurain- 

Ramecroix, rue Pagnot 36. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Wallez, Pascale. 

(60079) 


Justice de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, 

en date du 5 décembre 2008, la nommée Mommens, Justine, née à Berg 

(Brab.) le 13 juin 1921, domiciliée à 1140 Evere, « Clos de la Quiétude », 

avenue de la Quiétude 15, a été déclarée incapable de gérer ses biens et 

a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Van Dessel, Nicole, domiciliée à 8300 Knokke-Heist, Hortensialaan 24. 

Le greffier délégué, (signé) Valérie Decraux. 

(60080) 

Justice de paix du canton de Saint-Nicolas 

Suite à la requête déposée le9décembre 2008, par décision du juge 

de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 17 décembre 2008, 

Marie-Jeanne Benziger, née le4août 1962, domiciliée rue Président 

Kennedy 23, à 4420 Saint-Nicolas, résidant au « C.H.C. Psychiatrie », 

rueF.Lefèbvre 207, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses 

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne 

de Me Sophie Thiry, avocat, dont le bureau est établi à 4000 Liège, rue 

Paul Devaux 2. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Renard Carole. 

(60081) 

Suite à la requête déposée le10décembre 2008, par décision du juge 

de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 17 décembre 2008, 

Mlle Virginie Herrero, née le 4 janvier 1986 à Chênée, domiciliée rue de 

Bolsée 160, à 4432 Alleur, a été déclarée incapable de gérer ses biens et 

a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Me Sophie Thiry, avocat, dont l’étude est établie rue Paul Devaux 2, à 

4000 Liège. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Renard Carole. 

(60082) 

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek 

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek, 

en date du 17 décembre 2008, le nommé Dagdelen, Mesut, né à 

Saint-Josse-ten-Noode le 31 octobre 1978, domicilié à1030 Bruxelles, 

rue Dupont 62, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire, étant : Dupuis, Damien, avocat, dont le 

cabinet est établi à 1000 Bruxelles, rue de Wynants 23. 

Pour copie conforme : le greffier délégué, (signé) Michaël Schippefilt. 

(60083) 


en date du 18 décembre 2008, le nommé Van Ussel, Frank, né àMalines 

le 12 janvier 1949, domicilié à1981 Hofstade, Vijverlaan 38, résidant à 

1030 Schaerbeek, rue de la Luzerne 11, au « Centre hospitalier 

J. Titeca », aété déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire, étant : Derveaux, Dominique, avocat, 

dont le cabinet est établi à 1050 Bruxelles, avenue Louise 50. 


(60084) 

Justice de paix du canton de Seraing 

179 

Par une ordonnance du juge de paix du canton de Seraing, prononcée 

le 18 décembre 2008, constatons que Peeters, Jeanne Julie Marie Ghislaine, 

née le3août 1935 à Horion-Hozémont, de nationalité belge, 

pensionnée, veuve, domiciliée « Résidence Lambert Wathieu », rue 

Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, n’est pas apte à assurer la 

gestion de ses biens, désignons Me Yves Bisinella, avocat, dont les 

bureaux sont établis à 4102 Seraing (Ougrée), rue Matteoti 36, en qualité


d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 

488bis, c, du Code civil, l’administrateur exercera la gestion des 

comptes bancaires, dossiers titres et coffres-forts ouverts au nom de la 

personne protégée dans les conditions et limites prévues aux dispositions 

particulièresdelaprésente décision, ordonnons la publication du 

dispositif qui précède au Moniteur belge. 

Le greffier, (signé) Francine Beaudinet. 

(60085) 


le 18 décembre 2008, constatons que Sommerain, Ghislaine Joséphine 

Germaine, née le 17 septembre 1929 à Seraing, de nationalité belge, 

pensionnée, divorcée, domiciliée « Résidence Lambert Wathieu », rue 


gestion de ses biens, désignons Me Tanguy Kelecom, avocat, dont les 

bureaux sont établis à 4100 Seraing, rue Colard Trouillet 45/47, en 

qualité d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à 

l’article 488bis, c, du Code civil, l’administrateur exercera la gestion des 






(60086) 


le 18 décembre 2008, constatons que Dardenne, Jeanne, née le 

8 juillet 1927 à Mons-lez-Liège, pensionnée, célibataire, domiciliée rue 


gestion de ses biens, désignons Me Yves Bisinella, avocat, dont les 

bureaux sont établis à 4102 Seraing (Ougrée), rue Matteoti 36, en qualité 

d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 

488bis, c, du Code civil, l’administrateur exercera la gestion des 






(60087) 


le 18 décembre 2008, constatons que Dumoulin, Oswald, né le 

10 août 1913 à Stavelot, de nationalité belge, pensionné, veuf, domicilié 

« Résidence Lambert Wathieu », rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur- 

Meuse, n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens, désignons 

Me Tanguy Kelecom, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4100 Seraing, rue Colard Trouillet 45/47, en qualité d’administrateur 

provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, 

l’administrateur exercera la gestion des comptes bancaires, dossiers 

titres et coffres-forts ouverts au nom de la personne protégée dans les 

conditions et limites prévues aux dispositions particulières de la 

présente décision, ordonnons la publication du dispositif qui précède 

au Moniteur belge. 


(60088) 


le 18 décembre 2008, constatons que Berger, Louisa Théodorine, née le 

13 août 1925 à Liège, de nationalité belge, pensionnée, veuve, domiciliée 

« Résidence Lambert Wathieu », rue Sualem 19, à 4101 Jemeppesur-Meuse, 

n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens, désignons 

Me Tanguy Kelecom, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4100 Seraing, rue Colard Trouillet 45/47, en qualité d’administrateur 

provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, 

l’administrateur exercera la gestion des comptes bancaires, dossiers 



présente décision, ordonnons la publication du dispositif qui précède 

au Moniteur belge. 


(60089) 

Par une ordonnance du juge de paix du canton de Seraing prononcée 

le 18 décembre 2008, 

Constatons que Deboulle, Eleonore, née le 8 avril 1925 à Athus, de 

nationalité belge, retraitée, domiciliée résidence Lambert Wathieu, rue 


gestion de ses biens. 

Désignons Me Tanguy Kelecom, avocat, dont les bureaux sont établis 

à 4100 Seraing, rue Colard Trouillet 45-47, en qualité d’administrateur 

provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil. 

L’administrateur exercera la gestion des comptes bancaires, dossiers 



présente décision. 

Ordonnons la publication du dispositif qui précède au Moniteur belge. 

Le greffier : (signé) Francine Beaudinet. 

(60090) 



Constatons que Dembly, Lucienne Annie Louise, née le 

20 novembre 1917 à Bierset, de nationalité belge, pensionnée, veuve, 

domiciliée résidence Lambert Wathieu, rue Sualem 19, à 4101 Jemeppesur-Meuse, 

n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens. 










(60091) 



Constatons que Presseria, Madelaine Lambertine Joséphine, née le 

4 mars 1920 à Jemeppe, de nationalité belge, pensionnée, célibataire, 












(60092) 



Constatons que Urban, Helena, née le 20 août 1927 à Baranow 

(Pologne), pensionnée, veuve, domiciliée résidence Lambert Wathieu, 

rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, n’est pas apte à assurer la 











(60093)



Constatons que Massage, Alberte Antoinette Catherine, née le 

21 janvier 1925 à Liège, 1920 de nationalité belge, pensionnée, veuve, 



Désignons Me yves Bisinlla, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4102 Seraing (Ougrée), rue Matteotti 36, en qualité d’administrateur 








(60094) 



Constatons que Piette, Clémence, née le1 er mai 1930 à Lautremange, 

de nationalité belge, pensionnée, divorcée, domiciliée résidence 

Lambert Wathieu, rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, n’est pas 

apte à assurer la gestion de ses biens. 

Désignons Me Yves Bisinella, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4102 Ougrée, rue Matteotti 36, en qualité d’administrateur provisoire, 

avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil. L’administrateur 

exercera la gestion des comptes bancaires, dossiers titres et 

coffres-forts ouverts au nom de la personne protégée dans les conditions 

et limites prévues aux dispositions particulièresdelaprésente 

décision. 



(60095) 



Constatons que Lepage, Lucienne, née le 19 janvier 1938 à ..., 

pensionnée, divorcée, domiciliée résidence Lambert Wathieu, rue 









décision. 



(60096) 



Constatons que Lambert, René Moise, né le 19 avril 1933 à Liège, de 

nationalité belge, pensionné, domicilié résidence Lambert Wathieu, rue 



Désignons Me Georges Secretin, avocat, dont les bureaux sont établis 

à 4000 Liège, rue des Augustins 32, en qualité d’administrateur 








(60097) 




Constatons que Van Loon, Henri, né le8décembre 1929 à Liège, 

pensionné, célibataire, domicilié rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur- 

Meuse, n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens. 







décision. 



(60098) 


juge de paix du canton de Seraing, rendue le 18 décembre 2008, 

Mme Briquet, Eva, née le 24 octobre 1921 à Seraing, pensionnée, 

célibataire, domiciliée rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, a été 

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire en la personne de Me Tanguy Kelecom, avocat, rue 

Colard Trouillet 45-47, 4100 Seraing. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Francine Beaudinet. 

(60099) 


juge de paix du canton de Seraing, rendue le 18 décembre 2008, 

M. Maquet, Maximilien, né le 25 février 1933 à Liège, pensionné, 

divorcé, domicilié rue Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, a été 

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de Me Yves Bisinella, avocat, rue 

Mateotti 36, 4102 Ougrée. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Francine Beaudinet. 

(60100) 

Justice de paix du canton de Sprimont 

181 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 

17 décembre 2008, Lousberg, Georgette Jeanne Alexandrine, veuve de 

Bertrand, Jean, née à Bressoux le 9 octobre 1930, domiciliée « La Vierge 

des Pauvres », rue des Fawes 58, à 4141 Sprimont (Louveigné), a été 

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire, à savoir : Delaive, Jean-Claude, employé, domicilié 

rue Grihanster 6, à 4870 Trooz. 

Sprimont, le 26 décembre 2008. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Etienne 

Brassine. 

(60101) 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 

17 décembre 2008, Bodson, Robert Arthur Simon Louis, veuf de Defays, 

Lucienne, née à Angleur le 22 novembre 1921, domicilié rue du Fond 

de Kin 3, à 4920 Aywaille, « Domaine du Berny », résidant chaussée de 

Marche 139, à 4121 Neupré (Neuville-en-Condroz), a été déclaré 


provisoire, à savoir : Bechet, Jeanine, pensionnée, domiciliée avenue 

des Mélèzes 16, à 4121 Neupré (Neuville-en-Condroz). 

Sprimont, le 24 décembre 2008. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Etienne 

Brassine. 

(60102)


Justice de paix du premier canton de Tournai 


juge de paix du premier canton de Tournai, rendue le 22 décembre 2008, 

M. Mayaux, Daniel, né le 12 décembre 1955 à Uccle, domicilié ruedela 

Pêcherie 13/3, à 7640 Antoing, a été déclaré incapable de gérer ses biens 

et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Me Vivier, Anne-Sophie, avocat, domicilié Grand’Rue 15, à 

7640 Antoing. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Dehaen, Christophe. 

(60103) 



M. Dellis, Michel, né le 25 février 1946 à Tournai, domicilié rue de 

Crèvecoeur 69, à 7640 Antoing, a été déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Me Vivier, Anne-Sophie, avocat, domicilié Grand’Rue 15, à 

7640 Antoing. 


(60104) 



Mme Duckaert, Carine, née le 31 octobre 1961 à Tournai, domiciliée 

Grand-Place 44/1, à 7600 Péruwelz, a été déclarée incapable de gérer 

ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Me Vanneste, Damien, avocat, dont le cabinet est sis 

boulevard Léopold III 88, à 7600 Péruwelz. 


(60105) 

Justice de paix du second canton de Tournai 

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue 

le 15 décembre 2008, Mme Bataille, Yvonne, née le29février 1920 à 

Hérinnes, domiciliée à 7548 Tournai (Warchin), Vieux Chemin d’Ath 26, 

résidant « A.I.T. », site « Hôpital », HS5, chambre 558, boulevard 

Lalaing 39, à 7500 Tournai, a été déclarée incapable de gérer ses biens 

et a été pourvue d’une administratrice provisoire en la personne de 

Me Poncin, Corinne, avocate, dont le cabinet est établi rue Barre Saint- 

Brice 21, à 7500 Tournai. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Dominique 

Hanselin. 

(60106) 


le 19 décembre 2008, M. Bouvry, Claude, né le 4 novembre 1949 à 

Blandain, domicilié à7522 Tournai (Blandain), chemin des Boutons 

d’Or 27, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un 

administrateur provisoire en la personne de Me Pochart, Jean-Philippe, 

avocat, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Childéric 47. 


Hanselin. 

(60107) 

Justice de paix du canton d’Uccle 

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 

16 décembre 2008, en suite de la requête déposée le5décembre 2008, 

Mme Rolin, Claude Gabrielle Sylvie Pauline Lucie, née à Ixelles le 

28 mai 1926, domiciliée à 1180 Uccle, avenue Molière 274/13, résidant 

au « Sagittaire », rue Joseph Cuylits 1, à 1180 Uccle, a été déclarée 


provisoire, étant : Me Dupuis, Damien, avocat, ayant son cabinet à 

1000 Bruxelles-Ville, rue de Wynants 23. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal. 

(60108) 

Justice de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne, 

Houffalize, siège de Houffalize 


juge de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne, Houffalize, 

siège de Houffalize, rendue le 17 décembre 2008, Mme Lemoine, 

Monique, née le31août 1940 à Liège, domiciliée etrésidant place du 

Roi Albert 8, bte 3, à 6660 Houffalize, a été déclarée incapable de gérer 


personne de Me Noirhomme, Anne-Catherine, avocate, dont les 

bureaux sont établis Cowan 3, à 6662 Houffalize (Tavigny). 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lepinois, Françoise. 

(60109) 

Justice de paix du canton de Waremme 


juge de paix suppléant du canton de Waremme, rendue le 

19 décembre 2008, Mme Philippaerts, Louise, née le 13 janvier 1921 à 

Saint-Georges-sur-Meuse, domiciliée rue Edmond Leburton 7, à 

4300 Waremme, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Catherine 

Lambert, avocat, dont le cabinet est établi à 4300 Waremme, rue du 

Fond d’Or 2/A02. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne Léonard. 

(60110) 


juge de paix suppléant du canton de Waremme, rendue le 

19 décembre 2008, Mme Boldu Sans, Maria Carmen, née à Arbeca 

(Espagne) le 21 avril 1928, domiciliée à 4000 Liège, rue Jean Bury 11, 

mais en résidence à 4350 Pousset, rue Modeste Rigo 10, à la maison de 

repos « Alice au Pays des Merveilles »,aété déclarée incapable de gérer 


personne de son fils, M. Diaz Boldu, Javier, domicilié à4350 Remicourt, 

rueduChâteau d’Eau 23. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne Léonard. 

(60111) 

Justice de paix du premier canton de Wavre 


juge de paix du premier canton de Wavre, rendue le 17 décembre 2008, 

M. Claessens, Jean-Paul, né le4février 1943, domicilié à3090 Overijse, 

Witherendreef 66, et résidant à la « Clinique du Dr Derscheid », 

chaussée de Tervueren, à 1410 Waterloo, a été déclaré incapable de 

gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la 

personne de M. Rey, Quentin, avocat à 1050 Bruxelles, avenue 

Louise 490/23. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Leclef, Stéphane. 

(60112)



Mme Lully, Maria Josée, née à Ath le 1 er avril 1924, domiciliée à 

1970 Wezembeek-Oppem, rue Gergel 14, et résidant à l’établissement 

« Clinique du Dr Derscheid », chaussée de Tervueren, à 1410 Waterloo, 

a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de M. Rey, Quentin, avocat à 

1050 Bruxelles, avenue Louise 490/23. 


(60113) 



M. Van Malder, Frédéric, né à Braine-l’Alleud le 23 octobre 1978, 

domicilié à 1310 La Hulpe, avenue du Bois Jacob 4, a été déclaré 


provisoire en la personne de Roos, Virginie, avocat, domiciliée à 

1332 Genval, avenue des Combattants 227. 


(60114) 

Avis rectificatif 

Justice de paix du cinquième canton de Charleroi 

Au Moniteur belge du 18 décembre 2008, page 67115, acte n° 74129, 

concernant Mme Descartes, Maryvonne, prière de lire : « ... Descartes, 

Maryvonne Jeanne Josette Ghislaine, ... », au lieu de : « ... Maryvonne, 

Jeanne Josette Ghislaine, ... ». 

(60115) 

Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen 

Bij vonnis van de vrederechter van het derde kanton Antwerpen, 

verleend op 11 december 2008, werd Wendrickx, Joanna, geboren te 

Rijkevorsel op 27 augustus 1923, wonende te 2100 Deurne 

(Antwerpen), Sperwerlaan 16, verblijvende te ZNA « Hoge Beuken », 

Neuro 2, Commandant Weynsstraat 165, te 2660 Hoboken (Antwerpen), 

niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd 

als voorlopig bewindvoerder : Van Alphen, Robert, geboren te Berchem 

op 24 mei 1956, wonende te 2235 Hulshout, Hoekstraat 16. 

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 

26 november 2008. 

Antwerpen, 23 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Godelieve Vanhoutte. 

(60116) 

Vredegerecht van het vijfde kanton Antwerpen 

Bij beschikking van de vrederechter van het vijfde kanton 

Antwerpen, verleend op 16 december 2008, werd Vanden Bosch, Albert, 

weduwnaar van Mevr. Maria Josephina Christiaens, geboren te 

Moerbeke-Waas op 28 mei 1916, wettelijk gedomicilieerd in het 

VZW Woon- en Zorgcentrum O.L.V. van Antwerpen, te 

2000 Antwerpen, Pieter Van Hobokenstraat 3, niet in staat verklaard 

zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder 

: Van Praet, Koen, advocaat, kantoorhoudende te 

2000 Antwerpen, Verviersstraat 2A. 




Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Inez Christiaensen. 

(60117) 



Antwerpen, verleend op 17 december 2008, werd Verhelst, Cyriel, 

weduwnaar, geboren te Zwijndrecht op 18 januari 1922, wettelijk 

gedomicilieerd en verblijvende in het R.V.T. « Hof Ter Schelde », te 

2050 Antwerpen, August Vermeylenlaan 6, niet in staat verklaard zijn 

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder 

: Heysse, Barbara, advocaat, kantoorhoudende te 2940 Stabroek, 

Kerkstraat 39. 





(60118) 


Antwerpen, verleend op 16 december 2008, werd Coene, Pieter, 

echtgenoot van Mevr. Cop, Emilienne, geboren te Gentbrugge op 

7 juni 1920, wonende in het R.V.T. « De Eeckhof », te 2000 Antwerpen, 

Oever 14, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : De Munck, Carl, advocaat, 

kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Britselei 39. 





(60119) 

Vredegerecht van het zevende kanton Antwerpen 

Bij vonnis van de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen, 

uitgesproken op 12 december 2008, werd Moors, Margaretha Charlotta 

Maria, geboren te Mortsel op 27 augustus 1920, wonende te 2610 Wilrijk 

(Antwerpen), in het dienstencentrum « Oversnes », Krijgslaan 110/31, 


als voorlopig bewindvoerder : Leenaards, Wim, advocaat, met kantoor 

te 2610 Wilrijk (Antwerpen), te Ridderveld 19. 



De griffier, (get.) Verbessem, Nicole. 

(60120) 

Vredegerecht van het vierde kanton Brugge 

Bij beschikking, d.d. 17 december 2008, gewezen op verzoekschrift 

van 12 november 2008, heeft de vrederechter over het vierde kanton 

Brugge voor recht verklaard dat Deweerdt, Lucienne, geboren te Ieper 

op 3 juni 1933, wonende te 8000 Brugge, Mezenstraat 19, verblijvende 

in Huyze Ter Potterie, Peterseliestraat 21, te 8000 Brugge, niet in staat is 

zelf haar goederen te beheren en heeft aangewezen als voorlopige 

bewindvoerder : Ballegeer, Huguette, wonende te 8200 Brugge, Grote 

Moerstraat 109. 

Brugge, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Van Welden, Stefaan. 

(60121) 

Vredegerecht van het kanton Eeklo 

183 

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Eeklo, verleend 

op 23 december 2008, werd Mevr. Simona De Busschere, geboren te 

Eeklo op 9 februari 1926, wonende en opgenomen in WZC « Avondzegen 

», te 9900 Eeklo, Moeie 37, niet in staat verklaard haar goederen 

te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : 

Mevr. Beatrice Allaert, geboren te Lomela op 13 juni 1953, jobcoach, 

wonende te 9090 Melle, Brugstraat 5.




Eeklo, 23 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Kosolosky, Belinda. 

(60122) 

Vredegerecht van het eerste kanton Gent 

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, 

verleend op 23 december 2008, werd Dullaert, Guido, geboren te Sint- 

Niklaas op 13 oktober 1949, wonende te 9170 Sint-Gillis-Waas, 

Vlasrootstraat 104, verblijvende te 9000 Gent, UZ Gent, De Pintelaan 

185, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Dullaert, Sam, advocaat te 

9100 Sint-Niklaas, Prins Albertstraat 22. 

Gent, 24 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, 

Nadine. 

(60123) 

Vredegerecht van het vierde kanton Gent 

Bij vonnis van de vrederechter van het vierde kanton Gent, van 

23 december 2008, werd Uytterhaegen, Kim, geboren te Gent op 

19 januari 1989, wonend en verblijvend te 9041 Gent (Oostakker), 

Oudebareelstraat 33, niet in staat verklaard haar goederen te beheren 

en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, haar moeder : Mevr. 

Meerschaege, Ingrid, wonend te 9041 Gent (Oostakker), Oudebaareelstraat 

33. 

Het verzoekschrift werd ter griffie neergelegd op 27 november 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Isabelle Provost. 

(60124) 

Vredegerecht van het kanton Ieper-I 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ieper-I, verleend op 

18 december 2008 (08A777), werd Mevr. Demyttenaere, Katelijne, 

geboren te Zillebeke op 24 december 1962, wonende en verblijvende te 

8900 Ieper, Oude Veurnestraat 65, bus 10, niet in staat verklaard haar 

goederen te beheren en zij kreeg toegewezen als voorlopige bewindvoerder 

: Mr. Martine Smout, advocaat te 8900 Ieper, Nijverheidsstraat 

2A. 

Ieper, 18 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Wilfried Van Engelandt. 

(60125) 

Vredegerecht van het kanton Ieper-II-Poperinge, 

zetel Ieper 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ieper-II-Poperinge, 

zetel Ieper, verleend op 12 december 2008, werd Depuydt, Lucien, 

geboren te Elverdinge op 4 mei 1938, wonende te 8640 Vleteren 

(Woesten), Tempelstraat 2, doch verblijvende te 8906 Elverdinge, 

home « Vrijzicht », Veurnseweg 538, niet in staat verklaard zijn 

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder 

: Gruwez, Sophie, advocaat, wonende te 8906 Elverdinge, Steentjemolenstraat 

45. 

Ieper, 24 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Alexander, Yves. 

(60126) 

Vredegerecht van het kanton Lennik 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Lennik, verleend op 

15 december 2008, werd Hespel, Yvonne Céline Charlotte, geboren te 

Elsene op 14 oktober 1931, gedomicilieerd en verblijvende te 1701 Itterbeek, 

Plankenstraat 103, niet in staat verklaard haar goederen te 

beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder over haar 

goederen : Van Eeckhoudt, Marc, advocaat, met kantoor te 1082 Brussel, 

Dr. A. Schweitzerplein 18. 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Gieter, Elke. 

(60127) 


28 november 2008, werd Verspurten, Michaël, geboren te Gent op 

2 mei 1990, gedomicilieerd te 9220 Hamme (Oost-Vlaanderen), Broekstraat 

79, doch verblijvende in het MPC Sint-Franciscus, Lostraat 175, 

te 1760 Roosdaal, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder over zijn goederen : 

Schoukens, Linsay, advocaat, met kantoor te 1700 Dilbeek, Kerkstraat 9, 

bus 1. 



(60128) 


2 december 2008, werd Van Der Straeten, Rita, geboren te Anderlecht 

op 30 mei 1954, gedomicilieerd en verblijvende te 1761 Borchtlombeek, 

Stampmolenstraat 19/3, niet in staat verklaard haar goederen te 

beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder over haar 

goederen : Schoukens, Linsay, advocaat, met kantoor te 1700 Dilbeek, 

Kerkstraat 9, bus 1. 



(60129) 

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven 

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Leuven, 

uitgesproken op 16 december 2008, werd Piron, Sofie, geboren te 

Leuven op 9 november 1990, zonder beroep, ongehuwd, gedomicilieerd 

te 3210 Lubbeek (Linden), Langebeekstraat 11, opgenomen in de 

instelling M.P.I. Ave Regina, Klein Park 1, te 3360 Bierbeek (Lovenjoel), 


als voorlopig bewindvoerder : De Schryver, Andreas, advocaat, 

kantoorhoudend 3000 Leuven, Vital Decosterstraat 46/6. 



Leuven, 22 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Veronique Verbist. 

(60130) 


uitgesproken op 16 december 2008, werd Berges, Robert, geboren te 

Heverlee op 7 december 1916, gepensioneerde, ongehuwd, gedomicilieerd 

te 3001 Leuven (Heverlee), Geldenaaksebaan 186, niet in staat 

verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig 

bewindvoerder : Demin, Geert, advocaat, kantoorhoudend 

3000 Leuven, J.P. Minckelersstraat 90. 





(60131)


uitgesproken op 16 december 2008, werd Van Espen, Geert, geboren te 

Aarschot op 30 april 1969, zonder beroep, echtgescheiden, gedomicilieerd 

te 3000 Leuven, Brouwersstraat 48/B, opgenomen in de instelling 

U.P.C. Sint-Kamillus, Krijkelberg 1, te 3360 Bierbeek, niet in staat 

verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig 

bewindvoerder : Van Espen, Diederik, geboren te Aarschot op 

24 maart 1965, gedomicilieerd te 3010 Leuven (Kessel-Lo), Tiensesteenweg 

289/102. 





(60132) 


uitgesproken op 16 december 2008, werd Speetjens, Willem, geboren te 

Leuven op 14 november 1987, zonder beroep, ongehuwd, gedomicilieerd 

te 3130 Begijnendijk (Betekom), Pastorijstraat 12, opgenomen in 

de instelling U.P.C. Sint-Kamillus, Krijkelberg 1, te 3360 Bierbeek, niet 

in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als 

voorlopig bewindvoerder : Speetjens, Wilhelmus, geboren te Kaulille 

op 27 mei 1944, licentiaat, weduwnaar, gedomicilieerd te 3130 Begijnendijk 

(Betekom), Pastorijstraat 12. 





(60133) 

Vredegerecht van het kanton Neerpelt-Lommel, 

zetel Neerpelt 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Neerpelt-Lommel, met 

zetel te Neerpelt, verleend op 16 december 2008, werd Verstappen, 

Augustinus, geboren te Ramsel op 25 september 1920, verblijvende en 

gedomicilieerd Woon- en Zorgcentrum « Sint-Antonius », Rode Kruisstraat 

25, 3990 Peer, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Houben, Maria, 

verzorgende, wonende Bocholterweg 82, 3990 Peer. 

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) Christel 

Vanheel. 

(60134) 

Vredegerecht van het tweede kanton Oostende 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton 

Oostende, verleend op 18 december 2008, werd Cernega, Maria, 

geboren op 3 november 1934, wonende te 8400 Oostende, Vlaanderenstraat 

37/17, verblijvende te Woon- en Zorgcentrum « Avondster », 

Middenlaan 43, te 8400 Oostende, niet in staat verklaard haar goederen 

te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Slabbinck, 

Rika, geboren te Brugge op 28 december 1952, advocaat, 

wonende te 8400 Oostende, Koningstraat 104. 

Oostende, 23 december 2008. 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Conny Denolf. 

(60135) 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Oostende, 

verleend op 18 december 2008, werd Neckebroeck, Marie, 

geboren te Nimy op 9 december 1927, wonende te 8430 Middelkerke, 

Oostendelaan 10, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Lammens, Jean, advocaat, 

wonende te 8400 Oostende, Kemmelbergstraat 11. 

Oostende, 23 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Conny Denolf. 

(60136) 

Vredegerecht van het tweede kanton Sint-Niklaas 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Sint- 

Niklaas, verleend op 24 december 2008, werd beslist dat Verbruggen, 

Donny, geboren te Willebroek op 9 juli 1978, wonende te 9111 Sint- 

Niklaas (Belsele), Valk 39B, niet in staat is zijn goederen te beheren. 

De vrederechter benoemt als voorlopige bewindvoerder voor deze te 

beschermen persoon : Creve, Ben, advocaat, kantoorhoudende te 

9250 Waasmunster, Eikenlaan 21. 

De vrederechter stelt voor, voornoemde Verbruggen, Donny, als 

vertrouwenspersoon aan : Walravens, Rose-Marie, wonende te 

2830 Willebroek, Spaarzaamheidsstraat 1. 

Sint-Niklaas, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Michiels, Gert. 

(60137) 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Sint- 

Niklaas, verleend op 24 december 2008, werd beslist dat Van Oppens, 

Marie Louise, geboren te Schaarbeek op 9 april 1927, wonende te 

9250 Waasmunster, Grote Baan 73, doch thans verblijvende in de 

residentie « Prekerijhof », te 9190 Stekene, Sperrestraat 30, niet in staat 

is haar goederen te beheren. 

De vrederechter benoemt als voorlopige bewindvoerder voor deze te 

beschermen persoon : Harvent, Francisca, wonende te 9250 Waasmunster, 

Grote Baan 69. 

Sint-Niklaas, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Michiels, Gert. 

Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden 

(60138) 

Het vonnis van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, 

verleend op 18 december 2008, verklaart Schraepen, Gabrielle Antoinette 

José, geboren te Hasselt op 20 januari 1933, wonende te 

3600 Genk, Halveweg 9, verblijvende Sancta Maria, Melveren- 

Centrum 111, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat zelf haar goederen te 

beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Boesmans, Jozef, 

werkzoekende, wonende te 3600 Genk, Berenbroekstraat 111. 

Sint-Truiden, 18 december 2008. 

185 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael. 

(60139)


Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, 

zetel Nieuwpoort 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort, 

met zetel te Nieuwpoort, verleend op 9 december 2008, werd Pijpen, 

Valentina, geboren te Bierbeek op 6 april 1915, wonende te 8620 Nieuwpoort, 

Louisweg 12, verblijvende Ten Anker, Albert I-laan 71, te 

8620 Nieuwpoort, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren 

en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Versteele, Karel, advocaat, 

met kantoor te 8630 Veurne, Noordstraat 28. 

Nieuwpoort, 23 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) 

Corneillie, Olivia. 

(60140) 

Mainlevée d’administration provisoire 

Opheffing voorlopig bewind 

Justice de paix du second canton d’Anderlecht 

Par ordonnance du juge de paix du second canton d’Anderlecht, en 

date du 22 décembre 2008 (2007/A/1949), il a été constaté la fin de 

mission de Me Geert, Coene, avocat, dont les bureaux sont établis à 

Etterbeek, avenue de la Chasse 132, agissant en sa qualité d’administrateur 

des biens de Mme Marie Verrecken, veuve Pierre Charlier, né le 

24 août 1917 à Molenbeek-Saint-Jean, domiciliée à 1070 Bruxelles, rue 

du Sillon 121, la Résidence « du Golf », cette dernière étant décédée le 

16 décembre 2008 à Anderlecht. 

Pour extrait conforme : la greffière en chef, (signé) Jeanny Bellemans. 

(60141) 

Justice de paix du canton de Dour-Colfontaine, siège de Dour 

Suite à l’ordonnance du juge de paix du canton de Dour-Colfontaine, 

siège de Dour, rendue le 11 décembre 2008, Me Bruno De Felicis, avocat, 

dont le cabinet est situé à7370 Dour, rue d’Elouges 23, a été déchargé 

de son mandat judiciaire d’administrateur provisoire des biens de 

Mme Schioppa, Argentina, née à Cermigano (Italie) le 14 mai 1929, 

domiciliée à 7370 Dour, rue des Andrieux 180, au Home « Bon 

Accueil », etdécédée le8décembre 2008. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Conet, Annie. 

Justice de paix du premier canton de Namur 

(60142) 


prononcée en date du 23 décembre 2008 (Rep. N° 6426/08), il a été 

constaté que la mission de l’administrateur provisoire, Me Oudewater, 

Marie-Noële, avocat, dont le cabinet est établi rue Pépin 44, à 

5000 Namur, a cessé de plein droit lors du décès survenu le 

4décembre 2008, de la personne protégée, M. Schoonbrood, Serge, né à 

Liège le 18 janvier 1953, domicilié en son vivant cité Germinal 9, 

« Résidence Camélia », à 5002 Saint-Servais. 



(60143) 



24 décembre 2008, il a été constaté que par le décès survenu le 

12 décembre 2008, de M. Nihoul, Pierre Lucien, né àLambermont le 

3 mars 1913, de son vivant domicilié à1180 Uccle, avenue de l’Observatoire 

11/E, ilaété mis fin au mandat d’administrateur provisoire de 

Mme Deleu, Claudine Coralie Francine, née à Anderlecht le 

8 octobre 1948, domiciliée à 1410 Waterloo, clos des Campanules 13. 


(60144) 

Justice de paix du premier canton de Wavre 

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre, rendue 

le 23 décembre 2008, il a été constaté que la mesure d’administration 

provisoire ordonnée par décision du 13 janvier 2008, a pris fin, à la suite 

du décès survenu le 5 novembre 2008, de M. Stéphane Pauwels, né à 

Etterbeek le 7 mai 1953, en son vivant domicilié à1170 Watermael- 

Boitsfort, rue de la Herse 14, ayant résidé àla « Clinique du Dr Derscheid 

», à 1410 Waterloo, chaussée de Tervueren, par conséquent, il a 

été mis fin à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : 

Me Jean Genicot, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Bruxelles 11. 


(60145) 

Suite à l’ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre, 

rendue le 23 décembre 2008, il a été mis fin à la mission de M. Alain 

Plumat, domicilié rue de la Gobie 78, à 1360 Orbais, en sa qualité 

d’administrateur provisoire de M. Plumat, Alphonse, né àQuaregnon 

le 27 février 1936, domicilié à1370 Jodoigne, rue Soldat Larivière 61, et 

résidant à la « Clinique du Champ Sainte-Anne », avenue Henri 

Lepage 5, à 1300 Wavre, en raison de son décès le 17 novembre 2008. 


(60146) 

Vredegerecht van het eerste kanton Aalst 

Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton 

Aalst, d.d. 23 december 2008, verklaart Verleysen, Maria, wonende te 

9200 Dendermonde, De Dammenlaan 162, bus 6, aangewezen tot 

voorlopig bewindvoerder over Verleysen, Constantinus, geboren te 

Aalst op 13 augustus 1921, verblijvende in het rustoord « Sint-Job », te 

9300 Aalst, Marktweg 20, met ingang van 9 december 2008, ontslagen 

van de opdracht. 

Aalst, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Luc Renneboog. 

(60147) 

Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton 

Aalst, d.d. 23 december 2008, verklaart De Jonge, Caroline, advocaat, te 

9667 Hoebeke, Korsele 59, aangewezen tot voorlopig bewindvoerder 

over De Smet, Godelieve, geboren te Aalst op 9 mei 1931, verblijvende 

in het rustoord « Sint-Job », te 9300 Aalst, Marktweg 20, met ingang van 

14 november 2008 ontslagen van de opdracht. 

Aalst, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Luc Renneboog. 

(60148)

Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen 

Bij beschikking van de vrederechter van het tiende kanton 

Antwerpen, verleend op 22 december 2008, werd vastgesteld dat : 

Verrycken, Julia, geboren te Merksem op 25 september 1923, wonende 

RVT « Melgeshof », 2170 Merksem (Antwerpen), De Lunden 2, over wie 

als bewindvoerder werd aangesteld, bij beschikking verleend door de 

vrederechter van het kanton Merksem op 19 juni 2001 

(rolnummer 01B38 - Rep.R. 1562/2001), (gepubliceerd in het Belgisch 

Staatsblad van 7 juli 2001, blz. 23704 en onder nr. 64806), Verrycken, 

Antonia, zonder beroep, wonende te 2180 Ekeren (Antwerpen), 

Gerardus Stijnenlaan 8, overleden is te Merksem op 13 december 2008 

aan de opdracht van de voorlopige bewindvoerder een einde is 

gekomen op datum van het overlijden. 

Merksem (Antwerpen), 22 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Vermaelen, Rudy. 

(60149) 

Vredegerecht van het kanton Haacht 

Beschikking van de vrederechter van het kanton Haacht, verleend op 

24 december 2008 : 

verklaart Segers, Nicole, geboren te Haacht op 14 september 1951, 

haarkapster, wonende te 2580 Putte, Mechelbaan 693, aangewezen bij 

beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Haacht op 

19 juni 2008 (rolnummer 08A247 - Rep.R. 1059/2008) tot voorlopig 

bewindvoerder over Segers, Lodewijk Jan Frans, geboren te Haacht op 

23 augustus 1926, gepensioneerde, wonende te 3150 Haacht, Zoellaan 

21, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 juni 2008), met 

ingang van heden ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde 

persoon overleden is te Haacht op 24 november 2008. 

Haacht, 24 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.) 

Annika Peeters. 

(60150) 

Vredegerecht van het kanton Lokeren 

Beschikking d.d. 23 december 2008. 

Verklaren Van Acker, Pascal Appie, geboren te Gent op 

20 januari 1970, wonende te 9160 Lokeren, Kazernestraat 66 en Pierssens, 

Christina Zulma Jacques, geboren te Sint-Gillis-Waas op 

16 februari 1968, wonende te 9160 Lokeren, Kazernestraat 66, opnieuw 

in staat zelf hun goederen te beheren, zodat de beschikking verleend 

door de vrederechter, kanton Lokeren, op 13 maart 2003 (gepubliceerd 

in het Belgisch Staatsblad van 21 maart 2003, blz. 13897) ophoudt 

uitwerking te hebben en er een einde komt aan de opdracht als 

voorlopig bewindvoerder van Albrecht, Hendrik, wonende te 

9160 Lokeren, Hillarestraat 188. 

Lokeren, 24 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Rasschaert, Christine. 

(60151) 

Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem, 

zetel Oudenaarde 

Vonnis d.d. 23 december 2008. 

Verklaart Ann Eeckhout, wo nende te 9630 Zwalm, Zwalmlaan 8, 

bus 1, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het 

kanton Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde, op 

9 februari 2006 (rolnummer 06A33 - Rep.R. 201/2006) tot voorlopig 

bewindvoerder over Leopold Ermens, geboren te Herent op 


27 april 1927, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

17 februari 2006, blz. 8680 en onder nr. 61686), met ingang van 

6 december 2008 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde 

persoon overleden is te Oudenaarde op 6 december 2008. 

Oudenaarde, 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Baguet, Filip. 

Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem, 

zetel Kruishoutem 

Beschikking d.d. 22 december 2008. 

(60152) 

Verklaart, Marijke Vanhoecke, wonende te 9890 Gavere, aan de Bernstraat 

39, aangewezen bij beschikking, verleend door de vrederechter 

van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Kruishoutem, op 

12 oktober 2006 (rolnummer 06A97 - Rep.R. 435/2006) tot voorlopig 

bewindvoerder over Omer Vanhoecke, geboren te Ouwegem op 

18 april 1931, en wonende te 9750 Zingem, aan de Kolmstraat 10, 

(gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2006, blz. 56256 

en onder nr. 70387), ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde 

persoon overleden is te Deinze op 17 december 2008. 

Kruishoutem, 22 december 2008. 

De griffier, (get.) De Buysscher, Yves. 

Vredegerecht van het kanton Ronse 

(60153) 

De vrederechter van het kanton Ronse, verleent op 22 december 2008, 

volgende beschikking : 

verklaart Mr. Piessevaux, Baudouin, advocaat, kantoorhoudende te 

9600 Ronse, Fostierlaan 50, aangewezen bij beschikking van de plaatsvervangend 

vrederechter van het kanton Ronse, d.d. 14 augustus 2008, 

tot voorlopige bewindvoerder over Villyn, Conny, geboren te Ronse op 

30 november 1966, gedomicilieerd te 9600 Ronse, Ninovestraat 235B, 

ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden 

is te Ronse op 29 november 2008. 

Ronse, 22 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) A. Coppens. 

(60154) 

Vredegerecht van het kanton Turnhout 

Het vonnis (08B557 - Rep.R. 4498/2008) van de vrederechter van het 

kanton Turnhout, uitgesproken op 22 december 2008 : 

verklaart Mevr. van der Maat, Ann, advocate, met kantoor te 

2300 Turnhout, Schorvoortstraat 100, aangewezen bij vonnis uitgesproken 

door de plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het 

kanton Turnhout, op 28 juli 2005 (rolnummer 05A704 - Rep.R. 3202/ 

2005) tot voorlopige bewindvoerder over Mevr. Proost, Berthe Hélène 

Marie Ghislaine, Belg, geboren te Mortain (Frankrijk) op 14 juli 1918, 

gepensioneerde, weduwe, wonende te 2300 Turnhout, Gemeentestraat 

1, bus 6, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

8 augustus 2005, blz. 34501 en onder nr. 67374), met ingang van 

21 november 2008, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde 

persoon overleden is. 

Turnhout, 26 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Verheyen, Lucas. 

187 

(60155)


Remplacement d’administrateur provisoire 

Vervanging voorlopig bewindvoerder 

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek 


en date du 22 décembre 2008, il a été mis fin au mandat de Putteman, 

Lieselot, avocat, dont le cabinet est étali à 1170 Bruxelles, chaussée de 

la Hulpe 187, en sa qualité d’administrateur provisoire de Bourgeois, 

Léone, née à Mont-sur-Marchienne le 26 novembre 1927, domiciliée à 

1030 Schaerbeek, rue Thomas Vinçotte 36, en la maison de repos 

« Albert de Latour », un nouvel administrateur provisoire a été désigné 

à cette personne protégée, à savoir : Dupuis, Damien, avocat, dont le 

cabinet est établi à 1000 Bruxelles, rue de Wynants 23. 


(60156) 

Justice de paix du second canton de Tournai 


le 19 décembre 2008, M. Faniel, Mathieu, né le 8 avril 1986 à Liège, 

domicilié à7904 Leuze-en-Hainaut (Pipaix), rue du Haut Donjon 16, 

résidant aux Habitations protégées du Hainaut « Le Relais », rue Albert 

Asou 9, à 7500 Tournai, a été pourvu d’un nouvel administrateur 

provisoire en la personne de Me Vloebergs, Martine, avocate, dont le 

cabinet est établi à 7500 Tournai, rue de la Justice 5, en remplacement 

de Me Delecluse, Nicolas, rue de l’Athénée 12, à 7500 Tournai. 


Hanselin. 

(60157) 



16 décembre 2008, il a été mis fin au mandat de Mme Goossens, 

Christine Irène Marie Josèphe, née à Ixelles le 19 mars 1957, domiciliée 

à 1050 Bruxelles, rue Jean Paquot 46; Mme Goossens, Chantal Marie 

Thérèse Jeanne, née à Ixelles le 5 mars 1961, domiciliée à 1653 Dworp, 

Dikkemeerweg 93, en leur qualité d’administrateurs provisoires des 

biens de Mme Hoornaert, Marie Ghislaine Germaine Josèphe, née à 

Schaerbeek le 22 août 1929, domiciliée à 1640 Rhode-Saint-Genèse, rue 

des Tulipes 2, résidant à la « M.R.S. L’Olivier », avenue des Statutaires 

46, à 1180 Uccle, un nouvel administrateur provisoire a été 

désigné àcette personne protégée, à savoir : Me Antoine, Jean, avocat, 

ayant son cabinet à 1050 Bruxelles, avenue Louise 479/45. 


(60158) 

Justice de paix du second canton de Verviers 


juge de paix du second canton de Verviers, rendue le 18 décembre 2008, 

Mme Skoba, Laurence, née le5février 1971 à Liège, domiciliée rue des 

Carmes 12, à 4800 Verviers, a été pourvue d’un nouvel administrateur 

provisoire en la personne de Me Herbiet, Benoit, avocat, ayant son 

cabinet avenue Blonden 33, à 4000 Liège, en remplacement de 

Me Hermiet, Jacques, avocat, ayant son cabinet avenue Blonden 33, à 

4000 Liège. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hendrick, Christine. 

(60159) 

Vredegerecht van het kanton Aarschot 

Beschikking van 16 december 2008 : 

stelt een einde aan de opdracht van Geens, Diane Leontine, geboren 

te Leuven op 13 mei 1957, wonende te 3130 Begijnendijk, Liersesteenweg 

314, als voorlopig bewindvoerder over Hendrickx, Amanda, 

geboren te Herselt op 14 mei 1922, zonder beroep, wonende te 

3200 Aarschot, Albertlaan 2; 

voegt als nieuwe voorlopig bewindvoerder toe Van Tongelen, Bart, 

advocaat, met kantoor te 3200 Aarschot, Amerstraat 147, bus 5. 

Aarschot, 23 december 2008. 

De hoofdgriffier, (get.) Anckaert, Luc. 

Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen 

(60160) 

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, 

verleend op 23 december 2008, werd De Wolf, Maria, geboren te 

Mortsel op 28 januari 1950, wonende te 2140 Borgerhout (Antwerpen), 

aan de Hogeweg 62, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter 

van het achtste kanton Antwerpen, op 19 november 2008 

(rolnummer 08A814 - Rep.R. 3303/2008) tot voorlopig bewindvoerder 

over haar dochter, Gaddum, Pascale, geboren te Schoten op 

6 oktober 1968, ongehuwd, wonende te 2600 Berchem (Antwerpen), aan 

de Potvlietlaan 1, doch verblijvende in het Psychiatrisch Centrum 

« Sint-Amedeus », te 2640 Mortsel, aan de Deurnestraat 252, met ingang 

van 23 december 2008 ontslagen van haar opdracht. 

Werd toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de 

voornoemde beschermde persoon : Mr. Wim Leenaards, advocaat te 

2610 Wilrijk (Antwerpen), er kantoorhoudende aan het Ridderveld 19. 

Berchem (Antwerpen), 23 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. 

(60161) 

Vredegerecht van het kanton Diest 

Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, 

d.d. 18 december 2008 : 

stelt een einde aan de opdracht van de heer Isenborghs, Guido Albert 

Roberta, geboren te Kaggevinne op 23 juni 1947, wonende te 3293 Diest 

(Kaggevinne), Dongelstraat 151, aangewezen bij beschikking verleend 

door de vrederechter van het kanton Diest, op 29 juni 1998 (R.V. 

nr. 98B55 - Rep.R. nr. 1644/1998), als voorlopig bewindvoerder over zijn 

neef, de heer Isenborgs, Julien Josephine, geboren te Diest op 

5 augustus 1956, gedomicilieerd en verblijvende te 3270 Scherpenheuvel-Zichem 

(Kaggevinne), Groenstraat 107 (gepubliceerd in het 

Belgisch Staatsblad van 11 juli 1998, blz. 22756 en onder nr. 61796); 

benoemt ambtshalve, vanal 1 januari 2009, als nieuwe voorlopige 

bewindvoerder over de beschermde persoon, de heer Isenborgs, Julien 

Josephine, voormeld : Mr. Koen Van Attenhoven, advocaat, kantoorhoudende 

te 3270 Scherpenheuvel-Zichem (Scherpenheuvel), Kloosterstraat 

26. 

Diest (Kaggevinne), 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Blockx, Nik. 

(60162)

Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, 

d.d. 18 december 2008 : 

stelt een einde aan de opdracht van Mevr. Vrancken, Helena Catharina, 

geboren te Bocholt op 26 januari 1930, gepensioneerde, wonende 

te 3582 Koersel (Beringen), Laakstraat 111, aangewezen bij beschikking 

verleend door de vrederechter van het kanton Diest, op 31 januari 2005 

(A.R. nr. 04A1308 - Rep.R. nr. 189/2005), als voorlopig bewindvoerder 

over haar dochter, Mevr. Bosmans, Kristien Simone Louisa, geboren te 

Koersel op 11 maart 1971, gedomicilieerd en verblijvende te 3290 Diest, 

Heilige Geeststraat 26 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

14 februari 2005, blz. 5048 en onder nr. 61295); 

benoemt ambtshalve, vanaf 1 januari 2009, als nieuwe voorlopige 

bewindvoerder over de beschermde persoon, Mevr. Bosmans, Kristien 

Simone Louisa, vermeld : Mr. Annita Reynders, advocaat, kantoorhoudende 

te 3290 Diest, Statiestraat 11-13. 

Diest (Kaggevinne), 24 december 2008. 

De griffier, (get.) Blockx, Nik. 

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent 

(60163) 

Bij vonnis van de vrederechter van het vijfde kanton Gent, verleend 

op 23 december 2008, werd beslist dat : 

verklaart Balcaen, Laurent, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, 

Gebroeders Vandeveldestraat 99, toegevoegd als voorlopige bewindvoerder 

aan Van De Casteele, Jeffrey, geboren op 29 januari 1982 te 

Eeklo, wonende te 9000 Gent, aan de Frans Spaestraat 46, met ingang 

van heden, ontheven van zijn opdracht; 

voegt aan de voornoemde beschermde persoon Jeffrey Van De 

Casteele, toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder Van Vlaenderen, 

Frank, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, aan de Krijgslaan 47. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Bearelle, Marleen. 

(60164) 

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Leuven, 

verleend op 15 december 2008, werd : Huisman, David, geboren te 

Mortsel op 20 juli 1977, zonder beroep, ongehuwd, gedomicilieerd te 

3360 Bierbeek, Krijkelberg 1, opgenomen in de instelling « U.P.C. Sint- 

Kamillus », Krijkelberg 1, te 3360 Bierbeek, verblijvend in rechte 

krachtens (artikel 48bis, k) B.W. bij zijn voorlopige bewindvoerder; 

nog steeds niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als nieuwe voorlopig bewindvoerder : Demin, Geert, advocaat, 

kantoorhoudend 3000 Leuven, J.P. Minckelersstraat 90. 

Hierdoor komt een einde aan het mandaat van Reynders, Annita, 

advocaat, kantoorhoudend Statiestraat 11-13, 3290 Diest. 




(60165) 

Publication prescrite par l’article 793 

du Code civil 

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 

van het Burgerlijk Wetboek 

Acceptation sous bénéfice d’inventaire 

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving 

Tribunal de première instance de Bruxelles 

Suivant acte (n° 08-2516), passé au greffe du tribunal de première 

instance de Bruxelles le 26 décembre 2008 : 

Par : M. Gerard, Alexandre, demeurant à 1040 Etterbeek, place Saint- 

Antoine 49. 

En qualité de : en son nom personnel. 

Adéclaré acceptation sous bénéfice d’inventaire. 

A la succession de M. Gerard, Jacques André Marie G., né àUccle le 

24 août 1947, de son vivant domicilié àIxelles, avenue Brugmann 196/ 

004e et décédé le 18 décembre 2008 à Ixelles. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la 

présente insertion à Me Roggeman, Katrin, notaire à 1000 Bruxelles, rue 

de l’Association 30. 


Le greffier, (signé) Ph. Mignon. 

(332) 

Tribunal de première instance de Charleroi 

189 

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 


Aujourd’hui le 22 décembre 2008, comparaît au greffe civil du 

tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et 

par-devant nous, Myriam Vandercappelle, greffier. 

Me Martin, Florence, avocat à 5000 Namur, rue Pépin 44, agissant en 

qualité de mandataire spéciale de Me Rasquin, Dominique, avocat à 

5000 Namur, rue Pépin 44. 

A ce dûment autorisée par mandat délivré à 5000 Namur, le 


Me Rasquin, Dominique, agissant en qualité d’administrateur provisoire 

de Mme Menjot, Claudine, née le 9 novembre 1954 à Moignelée, 

domiciliée etrésidant à 5020 Malonne, Home Frère Mutien, rue du 

Grand Babin 104, désignée en ladite qualité par ordonnance du juge de 

paix du premier canton de Namur, 11 septembre 2006, 

laquelle administratrice provisoire autorisée par ordonnance du juge 

de paix du deuxième canton de Namur, le 7 novembre 2008, 

ladite comparante, à ce dûment autorisée et agissant comme dit 

ci-dessus déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice 

d’inventaire seulement la succession de Menjot, Louis, né le 

15 juillet 1959 à Aiseau, de son vivant domicilié àAnderlues, rue du 

Château 197 et décédé le 19 octobre 2008 à Anderlues. 

Dont acte dressé àla demande formelle, de la comparante qu’après 

lecture faite nous avons signé avec elle. 

Cet avis doit être adressé àMe Louis Jadoul, notaire de résidence à 

5000 Namur, chaussée de Louvain 383. 

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs 

droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la 

date de la présente insertion. 

Charleroi, le 22 décembre 2008. 

Le greffier, (signé) Vandercappelle, Myriam. 

(333)







M. Delporte, Francis Lucien Léon, né àCharleroi le 3 août 1967, 

domicilié à6150 Anderlues, rue du Coq 30A, agissant en sa qualité 

d’administrateur provisoire de : 

Meysman, Germaine Julia, née à Houdeng-Aimeries le 5 juillet 1940, 

domiciliée etrésidant à 6150 Anderlues, rue du Château 81, Résidence 

le Douaire, 

désigné àcette fonction par ordonnance du juge de paix du canton 

de Fontaine-l’Evêque en date du 29 octobre 2008, 

Acedûment autorisé par ordonnance du juge de paix du canton de 

Fontaine-l’Evêque, en date du 15 décembre 2008. 

lequel comparant, agissant comme dit ci-dessus déclare, en langue 

française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession 

de Delporte, Lucien François, né àAnderlues le 2 décembre 1935, 

de son vivant domicilié àAnderlues, chaussée de Charleroi 138, et 

décédé le 28 août 2008 à Montigny-le-Tilleul. 

Dont acte dressé à la demande formelle du comparant qu’après 

lecture faite nous avons signé avec lui. 

Cet avis doit être adressé àMe Jean Hayot, notaire à 6150 Anderlues, 

chaussée de Mons 2. 






(334) 






M. Dupuis, Sébastien, domicilié à1160 Auderghem, boulevard des 

Invalides 109/b9, agissant en qualité de mandataire spécial de : 

Mme Leemans, Christelle, domiciliée rue Jean-Baptiste Periquet 22, à 

5670 Oignies, agissant en qualité de mère de sa fille mineure : 

Goret, Fauve, née le 7 mai 1991 à Tournai, domiciliée rue du Bilemont 

200, à 7700 Mouscron. 

Acedûment autorisée en vertu d’une ordonnance du juge de paix 

du canton de Mouscron-Comines-Warneton du 1 er octobre 2008. 

M. Dupuis, dûment autorisé en vertu d’une procuration donnée le 

12 décembre 2008, par-devant le notaire Brahy, Pierre, notaire de 

résidence à La Louvière, 

lequel comparant déclare, en langue française, accepter mais sous 

bénéfice d’inventaire seulement la succession de Goret, Philippe, né le 

19 janvier 1949, de son vivant domicilié àManage, rue des Ecoles 8, et 

décédé le9février 2008 à La Louvière. 

Dont acte dressé à la demande formelle du comparant qu’après 

lecture faite nous avons signé avec lui. 

Cet avis doit être adressé àMe Brahy, Pierre, notaire de résidence à 

7100 La Louvière, rue du Parc 28. 






(335) 

Suivant acte dressé au greffe civil du tribunal de première instance 

de Charleroi, en date du 24 décembre 2008. 



par-devant nous, Martine Devigne, greffier-chef de service : 

Yilmaz, Hatice, née à Ayancik (Turquie) en 1931, domiciliée rue des 

Bluets 18, à 7130 Binche (Péronnes), agissant en qualité de mère, 

titulaire de l’autorité parentale à l’égard de ses enfants mineurs d’âge, 

à savoir : 

Kavak, Sévim, née à Ayancik (Turquie) le 1 er janvier 1952; 

Kavak, Fatma, née à Ayancik (Turquie) le 16 février 1966, 

placée sous le statut de minorité prolongée aux termes de deux 

décisions du tribunal de première instance de Mons du 14 octobre 1992; 

laquelle comparante, 

dûment autorisée en vertu de l’ordonnance du juge de paix du 

canton de Binche du 17 décembre 2008; 

déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire 

seulement la succession de Kavak, Mustafa, né àAyancik (Turquie) le 

15 juillet 1932, de son vivant domicilié àBinche, rue des Bluets 18 et 

décédé le 14 août 2008, à Anderlecht, route de Lennik 808. 

Dont acte dressé àla demande formelle de la comparante qu’après 

lecture faite nous avons signé avec elle. 




Cet avis doit être adressé àMe Pierre Brahy, notaire, en son étude, 

rue du Parc 28, à 7100 La Louvière. 

Fait à Charleroi, au greffe civil, le 24 décembre 2008. 

Le greffier-chef de service : (signé) Martine Devigne. 

(336) 

Tribunal de première instance de Dinant 

Suivant ate n° 08/3329 dressé au greffe du tribunal de première 

instance de Dinant, le 22 décembre 2008, Larondelle, Myriam, domiciliée 

à 5580 Rochefort, rue Jacquet 22, agissant avec l’autorisation de M. 

le juge de paix du canton de Rochefort, en date du 17 décembre 2008, 

dont copie conforme resera annexée auprésent acte, pour et au nom de 

son enfant mineure, Albert, Charlotte, née le 25 septembre 1991, à 

Namur, domiciliée avec elle, a déclaré, pour et au nom de son enfant 

mineure, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession qui lui est 

dévolue par le décès de son père Albert, Michel, né àWavreille le 

17 décembre 1959, en son vivant domicilié àRochefort, rue Jacquet 22, 

et décédé àSaint-Hubert en date du 18 septembre 2008. 


droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de 

la présente à Me de Wasseige, Philippe, notaire de résidence à 

5580 Rochefort, rue Devant Sauvenière 12. 

Pour extrait conforme délivréàMme Larondelle, Myriam : le greffier, 

(signé) J. Colin. 

(337) 

Tribunal de première instance de Nivelles 

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de première instance de 

Nivelles, en date du 26 décembre 2008 : 

Mme Van Eyck, Brigitte, de nationalité belge, née à Uccle le 

14 décembre 1968, domiciliée à 1300 Wavre, chaussée de Namur 62/ 

0006; 

Mme Van Eyck, Laurence Chantal Ghislaine, de nationalité belge, née 

à Uccle le 28 mars 1976, domiciliée à 5380 Fernelmont, rue Saint- 

Martin 14. 

Lesquelles comparantes, s’exprimant en français, ont déclaré accepter 

sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Van Eyck, Justin, né à 

Rosières le 30 juin 1943, de son vivant domicilié à1331 Rosières, rue 

Bois du Bosquet 1 et décédé le 11 décembre 2008, à Rosières.

Ls créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits 

par avis recommandé dans les trois mois à compter de la date de la 

présente insertion à Mes Dandoy, Pierre et Kathleen, notaires de 

résidence à 1360 Perwez, avenue Jacobs 18. 

Nivelles, le 26 décembre 2008. 

Pour extrait conforme : le greffier-chef de service, (signé) 

B. Rychlik. 

(338) 

Rechtbank van eerste aanleg te Gent 

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te 

Gent, op 24 december 2008, heeft Coune, Peter Marcel, geboren te Gent 

op 20 januari 1970, en wonende te 9080 Lochristi, Bosakkers 57, 

handelend in eigen naam, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving 

de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Coune, Romain, 

geboren te Namen op 24 december 1937, in leven laatst wonende te 

9000 Gent, Denderlaan 56, en overleden te Gent op 25 september 2008. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de 

drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch 

Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter 

studie van Mr. Verstraeten, Jan, notaris, met kantoor te 9960 Assenede, 

Leegstraat 25. 

Gent, 24 december 2008. 

De afgevaardigd griffier, (get.) Nadia De Mil. 

Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen 

(339) 


Mechelen, op 26 december 2008, heeft Van Keer, Ilse Louisa M., geboren 

te Duffel op 1 mei 1964, wonende te 2860 Sint-Katelijne-Waver, 

Duffelsesteenweg 119, handelend in eigen naam, handelend in hoedanigheid 

van drager van het ouderlijk gezag over haar minderjarig 

kind : De Backer, Jens, geboren te Duffel op 30 november 1999, 

wonende te 2860 Sint-Katelijne-Waver, Duffelsesteenweg 119, ingevolge 

beschikking van de vrederechter van het kanton Mechelen, 

d.d. 22 december 2008, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving 

de nalatenschap te aanvaarden van wijlen De Backer, Filip Marcel 

Maria, geboren te Duffel op 18 februari 1962, in leven laatst wonende te 

2860 Sint-Katelijne-Waver, Duffelsesteenweg 119, en overleden te Duffel 

op 17 november 2008. 



Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het 

kantoor van notaris Vlaeymans & Verdonck, te 2860 Sint-Katelijne- 

Waver, Duffelsesteenweg 20. 

Mechelen, 26 december 2008. 

De afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) L. De Belser. 

Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout 

(340) 


Turnhout, op 29 december 2008, heeft Van de Ven, Michelle, geboren te 

Herentals op 18 maart 1989, wonende te 2200 Herentals, Rankenstraat 

18, handelend in eigen naam, verklaard onder voorrecht van 

boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Van De 

Ven, Eddy Gerard Roger, geboren te Geel op 29 oktober 1960, in leven 

laatst wonende te 2200 Herentals, Rankenstraat 18, en overleden te 

Dortmund (Duitsland) op 29 november 2008. 




Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het 

kantoor van notaris An Verwerft, kantoorhoudende te 2280 Grobbendonk, 

Wijngaardstraat 40. 

Turnhout, 29 december 2008. 

De afgevaardigd griffier, (get.) S. Nietvelt. 

(341) 

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 584 

van het Gerechtelijk Wetboek 

Publication prescrite par l’article 584 

du Code judiciaire 

Aanstelling voorlopig bewindvoerder 

Désignation d’un administrateur provisoire 

Hof van beroep te Gent 

191 

Nr. 2008/AR/2452, 

in de zaak van : 

Dina Van Gucht, zelfstandige, wonende te 9900 Eeklo, Markt 6, 

appellante, hebbende als raadsman Mr. Frank Vande Rosteyne, advocaat 

met kantoor te 9950 Waarschoot, Molenstraat 38, appellante van 

een vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, 

d.d. 22 januari 2008; 

tegen : 

1. Patrick De Smeth, bestuurder van vennootschappen, wonende te 

9255 Buggenhout, Hoge Jan 30, geïntimeerde, hebbende als raadsman 

Mr. Jan Van Camp, advocaat, met kantoor te 1081 Brussel, Jules 

Besmestraat 124; 

2. BVBA Abru-Assur, met maatschappelijke zetel te 1780 Wemmel, 

steenweg op Bussel 253, en met ondernemingsnummer 0456.999.860; 

3. NV Holding Abru-Finance, met maatschappelijke zetel te 

9255 Buggenhout, Hoge Jan 30, en met ondernemingsnummer 

0452.461.250; 

4. NV Abrimmo, met maatschappelijke zetel te 1780 Wemmel, 

steenweg op Brussel 253, en met ondernemingsnummer 0452.510.839, 

geïntimeerden, hebbende als raadsman Mr. Jan Trap, advocaat, met 

kantoor te 1700 Dilbeek, Baron R. de Vironlaan 60, bus 7, 

werd een arrest geveld, waarvan het dispositief luidt als volgt : 

op deze gronden, 

het hof, 

rechtdoende op tegenspraak; 

bevestigt dat toepassing is gemaakt van artikel 24 van de Wet van 

15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken; 

vooraleer recht te doen, louter uitspraak doende op het verzoek 

vanwege Mevr. Dina Van Gucht, tot verlenging van het mandaat van 

Mr. Lieven D’Hooghe, als voorlopig bewindvoerder zoals bevolen door 

de rechtbank van koophandel te Dendermonde, derde kamer, bij vonnis 

van 22 januari 2008; 

verklaart het verzoek ontvankelijk en gegrond in de zin die volgt : 

zegt voor recht dat Mr. Lieven D’Hooghe, in het mandaat van de 

voorlopig bewindvoerder zoals omschreven in het bestreden vonnis 

van de derde kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, 

d.d. 22 januari 2008 (A.R. 2008/06), over de vennootschappen 

BVBA Abru-Assur, NV Holding Abru-Finance en NV Abrimmo, 

verlengd wordt tot 31 mei 2010; 

beveelt de bekendmaking van deze beslissing tot verlenging van het 

voormelde mandaat over de drie vennootschappen zoals bepaald in 

artikel 74, W. Venn.;


zegt voor recht dat de kosten en erelonen van de voorlopig bewindvoerder 

ten laste vallen van de BVBA Abru-Assur, de NV Abrimmo en 

de NV Holding Abru Finance; 

Stelt vast dat de zaak voor behandeling ten gronde staat op de 

terechtzitting van 15 februari 2010, om 10 uur (pleitduur : 40 minuten); 

houdt de beslissing omtrent de gerechtskosten aan. 

Aldus gewezen door de zevende kamer van het hof van beroep te 

Gent, zetelde in burgerlijke zaken, samengesteld uit : Pieter Vanherpe, 

raadsheer, waarnemend voorzitter; Geneviève Vanderstichele, raadsheer; 

Geert De la Ruelle, raadsheer;bijgestaan door Achiel Ferdinande, 

griffier en uitgesproken door de waarnemend voorzitter in openbare 

terechtzitting op 22 december 2008. 

(Get.) A. Ferdinande; G. De la Ruelle; G. Vanderstichele; P. Vanherpe. 

Voor eensluidend uittreksel afgeleverd aan het Belgisch Staatsblad en 

dit in uitvoering van het arrest. 

Voor de hoofdgriffier : de griffier-hoofd van dienst, (get.) Benny 

Caignau. 

(342) 

Concordat judiciaire − Gerechtelijk akkoord 

Tribunal de commerce de Bruxelles 

Par jugement du 24 décembre 2008, le tribunal de commerce de 

Bruxelles a prolongé le sursis provisoire à la SA Ace Digital House, 

ayant son siège social à 1140 Evere, avenue de Schiphol 2, jusqu’au 

23 mars 2009. 

B.C.E. 0438.909.855. 

Le tribunal a désigné M. Carlo van der Herten, à 1853 Strombeek- 

Bever, J. Van Elewijck 103/6, en qualité de commissaire au sursis. 

Il sera statué le mardi 17 mars 2009, à 11 heures, à l’audience 

publique, salle A, du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la 

Régence 4, sur l’octroi du sursis définitif. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.-M. Eylenbosch. 

(343) 


Bij vonnis d.d. 24 december 2008 werd van de rechtbank van 

koophandel te Brussel werd de verlenging voorlopige opschorting van 

betaling toegekend aan de NV Ace Digital House, met maatschappelijke 

zetel te 1140 Evere, Schiphollaan 2, in het kader van haar 

verzoek tot het bekomen van een Gerechtelijk Akkoord. 

KBO 0438.909.855. 

Als commissaris inzake voorlopige opschorting werd aangesteld, de 

heer Carlo van der Herten, J. Van Elewijckstraat 103, bus 6. 

De duur van de observatieperiode wordt verlengt tot 23 maart 2009 

en bepaalt de rechtsdag voor de debatten en de stemming over het neer 

te leggen herstel- en afbetalingsplan op dinsdag 17 maart 2009, om 

11 uur, in de zaal A van de rechtbank van koophandel te Brussel, 

Regentschapsstraat 4. 

De hoofdgriffier, (get.) J.-M. Eylenbosch. 

(343) 

Rechtbank van koophandel te Dendermonde 

Bij vonnis d.d. 29 december 2008 der rechtbank van koophandel te 

Dendermonde, werd een voorlopige opschorting van betaling toegekend 

voor een periode eindigend op 29 juni 2009 aan De Groene 

Wabdeling BVBA, met maatschappelijke zetel te 9140 Temse, Hollebeek 

156. 

Ondernemingsnummer : 0456.458.260. 

Commissaris inzake opschorting : Mr. M. Peeters, advocaat te 

9200 Dendermonde, Kerkstraat 52. 

Het vonnis zegt dat de schuldenaar voormeld, geen daden van 

bestuur of beschikking mag stellen zonder machtiging van de heer 

Commissaris inzake opschorting. 

De schuldeisers worden opgeroepen aangifte van hun schuldvordering 

te doen ter griffie der rechtbank van koophandel te Dendermonde, 

Noordlaan 31, uiterlijk op 6 februari 2009. 

Uitspraak over een eventuele definitieve opschorting : maandag 

15 juni 2009, te 9 u. 30 m, ter zitting der 6e kamer van de rechtbank van 

koophandel te Dendermonde, Noordlaan 31. 

Dendermonde, 29 december 2008. 

De griffier, (get.) K. Waterschoot. 

Faillite − Faillissement 

Tribunal de commerce de Charleroi 

(344) 

Par jugement du 22 décembre 2008, la première chambre du tribunal 

de commerce de Charleroi, a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de la 

SA S.I.A., Société d’Investissements et d’Automobiles, dont le siège 

social est sis, à 6031 Monceau-Sur-Sambre, rue de Mons 9, inscrite à la 

Banque Carrefour des Entreprises sous le numéro 0446.304.423 (activité 

commerciale : concessionnaire automobile — dénominiation commerciale 

: néant). 

Curateur : Me Francis Bringard, avocat, à 6061 Montignies-sur- 

Sambre, rue ’t Serclaes de Tilly 49. 

Juge-commissaire : Jean-Claude Duchateaux. 

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 


Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du 

tribunal de commerce avant le 20 janvier 2009. 

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus 

tardle18février 2009, le premier procès-verbal de vérification des 

créances. 

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle 

du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à 

l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. 

Le pro deo a été ordonné. 

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. 

(345)

Tribunal de commerce de Liège 

Par décision du tribunal de commerce de Liège, du 17 décembre 2008, 

il a été procédé àla clôture de la faillite de la SPRL Mazout Collard, 

B.C.E. 0440.573.802. 

Le tribunal a déclaré la société dissoute et procédé à la clôture 

immédiate de sa liquidation. 

Il a désigné comme liquidateur, M. André Collard, domicilié 

chaussée de Mons 478, à 1600 Sint-Pieters-Leeuw. 

Curateur, (signé) P. Cavenaile. 

(346) 

Rechtbank van koophandel te Antwerpen 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 

26 december 2008, is Cezanne BVBA, Van Aerdtstraat 12, 

2060 Antwerpen-6, adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering en 

beheer, ondernemingsnummer 0469.970.641, bij dagvaarding failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. Hendrickx, Christiaan, Quinten Matsijslei 34, 

2018 Antwerpen-1. 

Datum der staking van betaling : 26 december 2008. 

Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor 23 januari 2009. 

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende 

schuldvorderingen : 20 februari 2009, ter griffie van de rechtbank 

van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. 

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde 

(onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter 

griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). 

De griffier-hoofd van dienst, (get.) M. Caers. 

(Pro deo) (347) 


26 december 2008, is M.S.K. NV, Van Kerckhovenstraat 9, 

2060 Antwerpen-6, groothandel in textiel, ondernemingsnummer 

0885.524.480, bij dagvaarding failliet verklaard. 

Curator : Mr. Hendrickx, Jean, Lange Lozanastraat 24, 











(Pro deo) (348) 


26 december 2008, is Quiros NV, De Keyserlei 58-60, 2018 Antwerpen-1, 

portefeuillemaatschappijen, ondernemingsnummer 0474.043.057, bij 

dagvaarding failliet verklaard. 

Curator : Mr. Kips, Marc, Lange Gasthuisstraat 27, 








193 





(Pro deo) (349) 


26 december 2008, is Sambet Electronic BVBA, Schijfstraat 82, 

2020 Antwerpen-2, detailhandel in elektrische huishoudapparaten en 

in audio- en videoapparatuur, ondernemingsnummer 0885.904.661, bij 


Curator : Mr. Henquin, Michel, Kerkstraat 39B, 2940 Stabroek. 










(Pro deo) (350) 


26 december 2008, is Tivoli BVBA, Bredabaan 301-303, 2170 Merksem 

(Antwerpen), cafés, ondernemingsnummer 0861.749.978, bij dagvaarding 

failliet verklaard. 

Curator : Mr. Hermans, Tom, Amerikalei 122, 2000 Antwerpen-1. 










(Pro deo) (351) 


26 december 2008, is D.S. Garagebedrijf CVBA, Lakborslei 121, 

2100 Deurne (Antwerpen), onderhoud en reparatie van auto’s, 

ondernemingsnummer 0436.416.955, bij dagvaarding failliet verklaard. 

Curator : Mr. Heysse, Barbara, Esmoreitlaan 5, 2050 Antwerpen-5. 










(Pro deo) (352) 


26 december 2008, is Verdovan NV, Minderbroedersrui 41, 

2000 Antwerpen-61 groothandel in meubels, niet-elektrische huishoudapparaten 

en vloerbedekking inclusief tapijten, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Lagrou, Sylvia, Amerikalei 31, 2000 Antwerpen-1. 


Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor 23 januari 2009.









(Pro deo) (353) 


26 december 2008, is Amaris BVBA, Offerandestraat 98, 

2060 Antwerpen-6, detailhandel in bovenkleding voor heren, dames en 

kinderen, ondernemingsnummer 0479.760.515, bij dagvaarding failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. Lange, Gerda, Camille Huysmanslaan 67, 











(Pro deo) (354) 


26 december 2008, is Budget Enterprises BVBA, Sint-Jansvliet 12, 

2000 Antwerpen-1, hotels en motels, zonder restaurant, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Lannoy, Catherine, Jupiterstraat 71, 2600 Berchem 

(Antwerpen). 










(Pro deo) (355) 


26 december 2008, is Body Events BVBA, Brechtsebaan 275, 

2900 Schoten, huwelijksbureaus, contactbemiddelingsbureaus, escortservices 

en dergelijke sociale activiteiten, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Laugs, Guy, Mechelsesteenweg 12, bus 8, 











(Pro deo) (356) 


26 december 2008, is Bulldog I BVBA, Leopoldplaats 10, bus 5, 

2000 Antwerpen-1, aannemer van metsel- en betonwerken, 


Curator : Mr. Leenders, Sven, Grote Steenweg 154, 2600 Berchem 

(Antwerpen). 










(Pro deo) (357) 


26 december 2008, is AS - Mann 3 BVBA, Zandvlietstraat 62, bus 1, 

2020 Antwerpen-2, fastfoodzaken, snackbars, frituren en dergelijke, 


Curator : Mr. Meerts, Jan, Mechelsesteenweg 12, 2000 Antwerpen-1. 










(Pro deo) (358) 


26 december 2008, is Dogs Unlimited CVOA, Droogdokkenweg 6, 

2030 Antwerpen-3, handelsbemiddeling, gespecialiseerd in overige 

goederen, ondernemingsnummer 0883.907.847, bij dagvaarding failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. Van Braekel, Luc, Prins Boudewijnlaan 177-181, 

2610 Wilrijk (Antwerpen). 










(Pro deo) (359) 


26 december 2008, is Evolution Cost Control BVBA, Huffelplein 2, 

2990 Wuustwezel, adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer en 

bedrijfsvoering, ondernemingsnummer 0883.649.808, bij dagvaarding 


Curator : Mr. Van Der Hofstadt, Serge, Jan Van Rijswijcklaan 1-3, 






van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.





(Pro deo) (360) 


26 december 2008, is Boers & Delieb BVBA, Lange Noordstraat 9, 

2000 Antwerpen-1, schilderen, ondernemingsnummer 0474.695.828, bij 


Curator : Mr. Meylemans, Jef, Kroonstraat 44, 2140 Borgerhout 

(Antwerpen). 










(Pro deo) (361) 


26 december 2008, is Cotracom NV, Tweegezusterslaan 91, 2100 Deurne 

(Antwerpen), groothandel in vlees van wild en van gevogelte, 


Curator : Mr. Mattheesens, Pieter, Lange Lozanastraat 24, 











(Pro deo) (362) 


26 december 2008, is Abis Renovation GCV, Balansstraat 87, 

2018 Antwerpen-1, werkzaamheden in verband met de afwerking van 

gebouwen, ondernemingsnummer 0856.542.485, bij dagvaarding failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. Michel, Martin, Franklin Rooseveltplaats 18, 











(Pro deo) (363) 


195 


26 december 2008, is Andover BVBA, Venneborglaan 202, 2100 Deurne 

(Antwerpen), computeradviesbureaus, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Moestermans, Borg, Generaal Van Merlenstraat 3, 

2600 Berchem (Antwerpen). 










(Pro deo) (364) 


26 december 2008, is Oposite BVBA, Mechelsesteenweg 169, 

2018 Antwerpen-1, restaurants van het traditionele type, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Patroons, Kristiaan, Mechelsesteenweg 12, bus 8, 











(Pro deo) (365) 


26 december 2008, is Marketing Partners CV, Nieuwdreef 110, 

2170 Merksem (Antwerpen), zakelijke dienstverlening, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Vandendriessche, Geert, Karel Oomsstraat 22, 











(Pro deo) (366) 


26 december 2008, is International Music Productions BVBA, Quinten 

Matsijslei 11, 8c, 2018 Antwerpen-1, uitgeverijen, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Quanjard, Benjamin, Admiraal De Boisotstraat 20, 






van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.






(Pro deo) (367) 


26 december 2008, is K.P. Holding BVBA, Hoogboomsteenweg 94, 

bus 1, 2950 Kapellen (Antwerpen), adviesbureaus op het gebied van 

bedrijfsvoering en beheer, ondernemingsnummer 0476.336.415, bij 


Curator : Mr. Rauter, Philip, Mechelsesteenweg 166, 











(Pro deo) (368) 


26 december 2008, is Gripp Belgique BVBA, Antwerpsesteenweg 124, 

2630 Aartselaar, handelsbemiddeling gespecialiseerd in overige 

goederen, ondernemingsnummer 0471.378.428, bij dagvaarding failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. Van Caeneghem, Wim, Quinten Matsijslei 34, 











(Pro deo) (369) 


26 december 2008, is Achpan BVBA, Koning Albertlei 79, 2950 Kapellen 

(Antwerpen), tussenpersoon in de handel, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Schoenaerts, Bruno, Amerikalei 31, 2000 Antwerpen-1. 










(Pro deo) (370) 


26 december 2008, is Sundecor BVBA, Ertbrandstraat 237, 

2950 Kapellen (Antwerpen), werkzaamheden in verband met de afwerking 

van gebouwen, ondernemingsnummer 0867.107.051, bij dagvaarding 


Curator : Mr. Swartele, Kjell, Anselmostraat 2, 2018 Antwerpen-1. 










(Pro deo) (371) 


26 december 2008, is Orthotech Belgium BVBA, Lepelstraat 91, 

2940 Stabroek, detailhandel in medische en orthopedische artikelen, 


Curator : Mr. Teughels, Yves, Coremansstraat 14a, 2600 Berchem 

(Antwerpen). 










(Pro deo) (372) 


26 december 2008, is JML Limited Vennootschap naar vreemd recht, 

Markt 27, 2940 Stabroek, reclamebureaus, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. Van Denabeele, Guy, Jan Van Rijswijcklaan 255, 











(Pro deo) (373) 

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge 

Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van 

koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 29 december 2008, werd, 

op bekentenis, het faillissement uitgesproken van de heer Vincent 

Devries, geboren op 10 maart 1974, gedomicilieerd te 8301 Knokke- 

Heist, Duinbergenlaan 49/1, doch met aanvraag adreswijziging naar 

9250 Waasmunster, Ommegangsdreef 66, met als ondernemingsnummer 

0861.529.056, en met als handelsactiviteit bloemen en decoratie 

met uitbating te 8300 Knokke, Lippenslaan 27. 

Datum van staking van betalingen : 29 december 2008. 

Curator : Mr. Sabrina Claessens, advocaat te 8370 Blankenberge, 

Tulpenstraat 9. 

De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter 

griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, 

vóór 30 januari 2008.



griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W. 

Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zal 

dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank, uiterlijk 

op 11 februari 2009. 

Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) 

F. Hulpia. 

(Pro deo) (374) 


koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 29 december 2008, werd, 

op bekentenis, het faillissement uitgesproken van MT Everest GCV, met 

maatschappelijke zetel gevestigd te 8370 Blankenberge, De Smet de 

Naeyerlaan 31, met ondernemingsnummer 0889.126.546, en met als 

handelsactiviteit uitbaten nachtwinkel. 


Curator : Mr. Ignace Claessens, advocaat te 8370 Blankenberge, 

Elisabethstraat 8/1. 


griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, 

vóór 30 januari 2008. 







Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) 

F. Hulpia. 

(Pro deo) (375) 

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende 


koophandel te Brugge, afdeling Oostende, d.d. 29 december 2008, werd, 

op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Ureel Sarah, geboren 

te Oostende op 28 december 1982, wonende en met handelsuitbating te 

8400 Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 285, met als handelsactiviteiten 

cafés en bars, gekend onder het ondernemingsnummer 0883.493.618, 

met als handelsbenaming : « Olympia ». 


Curator : Mr. Ann Decruyenaere, advocaat te 8400 Oostende, Rogierlaan 

31. 


griffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canadeplein, 

vóór 30 januari 2009. 







Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier-hoofd van dienst, 

(get.) N. Pettens. 

(Pro deo) (376) 


Rechtbank van koophandel te Dendermonde 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 

29 december 2008, werd Jalili, BVBA, slagerij, Antwerpse steenweg 69, 

9100 Sint-Niklaas, in staat van faillissement verklaard. 

Ondernemingsnummer : 0887.796.656. 

Rechter-commissaris : Evelyne Martens. 

Curator : Mr. Herman Willems, 9100 Sint-Niklaas, Tereken 91. 

Datum staking van betaling : 20 december 2008, onder voorbehoud 

van artikel 12, lid 2 F.W. 

Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op 

de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen 

de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. 

Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen 

zal neergelegd worden op vrijdag 6 februari 2009, ter griffie 

van de rechtbank. 

Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling 

vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen 

zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring 

(artikel 63 F.W.). 

Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke 

personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de 

gefailleerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring 

neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding 

met hun inkomsten en hun patrimonium is (artikel 72bis F.W. en 

artikel 10 wet 20 juli 2005). 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) K. Waterschoot. 

(377) 

Rechtbank van koophandel te Kortrijk 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, 

d.d. 24 december 2008, werd het faillissement van Debrabant, Johnny, 

voorheen wonende te 8930 Menen, Vagevuurstraat 138, thans wonende 

te 8930 Menen (Rekkem), Vaandelstraat 38, geboren op 18 januari 1980, 

ondernemingsnummer : 0860.375.845, door vereffening beëindigd. 

De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. 

De hoofdgriffier, (get.) K. Engels. 

(378) 

Rechtbank van koophandel te Tongeren 

197 

De rechtbank van koophandel te Tongeren, heeft bij vonnis van 

24 december 2008, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van 

Superclean BVBA, te 3665 As, Bevrijdingslaan 100. 

Ondernemingsnummer 0895.115.505. 

Handelswerkzaamheid : onderhoudsfirma, algemene reiniging van 

gebouwen. 

Als curator werd aangesteld : Mr. Gerkens, André, Demerlaan 21, 

bus 1, te 3740 Bilzen. 

Het tijdstip van staking van betaling werd vastgesteld op 


De schuldvorderingen dienen uiterlijk op 28 januari 2009 neergelegd 

ter griffie van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 

22, bus 4. 

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht der schuldvorderingen 

heeft plaats op 12 februari2009, te 11 uur, in de raadkamer van de 

rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4, gelijkvloers, 

zaal C.




griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig art. 72ter Fail. W. 

Ref. rechtbank : PD 5282. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) W. Bours. 

(379) 


29 december 2008, op dagvaarding, het faillissement uitgesproken van 

Colson, Jan, te 3650 Dilsen-Stokkem, Reselt 7. 


Handelswerkzaamheid : uitbater van een markt en straathandel. 




2 juli 2008. 



22, bus 4. 


heeft plaats op 12 februari 2009, te 11 uur, in de raadkamer van de 


zaal C. 






(380) 



Jackers, Eric, te 3740 Bilzen, Asbornestraat 7b. 


Handelswerkzaamheid : huisschilder. 




2 juli 2008. 



22, bus 4. 




zaal C. 






(381) 



Ragab El Sayed Moustafa, te NL-2153 Nieuw-Vennep, Venneperweg 

344. 




2 juli 2008. 



22, bus 4. 


heeft plaats op 12 februari2009, te 11 uur, in de raadkamer van de 


zaal C. 






(382) 



Mamma Mia Steakhouse Pizzeria VOF, te 3660 Opglabbeek, Weg naar 

Opoeteren 96, bus 1. 


Handelswerkzaamheid : uitbating van een eetgelegenheid. 




2 juli 2008. 



22, bus 4. 




zaal C. 






(383) 


29 december 2008, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van 

De Heerenkamer BVBA, te 3620 Lanaken, Reistraat 4. 


Handelswerkzaamheid : uitbating van een detailhandel in kleding. 

Als curators werden aangesteld : Mrs. Vanbergen, Elisabeth, Klokkestraat 

12, bus 1, te 3740 Bilzen; Jackers, Elke, Klokkestraat 12, bus 1, te 

3740 Bilzen. 





22, bus 4. 




zaal C. 






(384)

Rechtbank van koophandel te Turnhout 

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel 

te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Verto NV, 

Zandstraat 77e, 2200 Herentals, kleinhandel vrijetijdskleding, met 

ondernemingsnummer 0442.053.942, failliet verklaard - op dagvaarding. 

Rechter-commissaris : de heer H. Van Brecht. 

Curator : advocaat S. Heylen, Langstraat 128b, 2270 Herenthout. 

Tijdstip van ophouding van betaling : 23 december 2008. 

Indiening van schuldvorderingen vóór 20 januari 2009. 

Neerlegging eerste P.V. nazicht schuldvorderingen op 3 februari 2009. 


(zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), 

kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en 

art. 72ter Fail. W.). 

De griffier, (get.) L. Verstraelen. 

(385) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Rilogic BVBA, 

Amsterdamstraat 5, E19, 2321 Meer, div. ondersteunende activiteiten 

voorzieningen, met ondernemingsnummer 0477.329.080, failliet 

verklaard - op dagvaarding. 

Rechter-commissaris : de heer H. Van Brecht. 

Curator : advocaat W. Roefs, Bisschopslaan 31, 2340 Beerse. 









(386) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Gala Services 

BVBA, Vlimmersebaan 64, 2310 Rijkevorsel, café, met ondernemingsnummer 

0475.599.215, failliet verklaard - op dagvaarding. 

Rechter-commissaris : de heer M. Nuyens. 

Curator : advocaat K. Somers, Bisschopslaan 24, 2340 Beerse. 









(387) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Dithro VOF, 

Zuiderdijk 10, bus 1, 2310 Rijkevorsel, vervaardiging metalen 

constructiewerken, met ondernemingsnummer 0880.420.005, failliet 

verklaard - op dagvaarding. 

Rechter-commissaris : de heer R. Sleebus. 

Curator : advocaat R. Piedfort, Denefstraat 102, 2275 Gierle. 




199 







(388) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde De Hertog NV, 

Wouwerstraat 68, 2480 Dessel, restaurant, met ondernemingsnummer 

0445.156.061, failliet verklaard - op bekentenis. 

Rechter-commissaris : de heer R. Sleebus. 

Curator : advocaat G. Verreyt, Vaartstraat 72, 2440 Geel. 









(389) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde OK Montage 

BVBA, Varendonksesteenweg 7, 2230 Herselt, plaatsen van poorten, 

met ondernemingsnummer 0466.988.583, failliet verklaard - op bekentenis. 

Rechter-commissaris : de heer G. Gilis. 

Curator : advocaat J. Arnauts-Smeets, Aarschotsesteenweg 7, 

2230 Herselt. 









(390) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde TD Construct 

BVBA, Bergstraat 1, 2300 Turnhout, bouwonderneming, met 

ondernemingsnummer 0887.164.572, failliet verklaard - op bekentenis. 

Rechter-commissaris : de heer K. Bomhals. 

Curator : advocaat W. Roefs, Bisschopslaan 31, 2340 Beerse. 









(391)



te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Arista Productions 

BVBA, Postelweg 1, 2490 Balen, groothandel computers en 

randapparatuur, met ondernemingsnummer 0475.143.018, failliet 

verklaard - op bekentenis. 

Rechter-commissaris : de heer K. Bomhals. 

Curator : advocaat A. Van Overstraeten, Jacob Smitslaan 52, 

2400 Mol. 









(392) 


te Turnhout, van 23 december 2008, werd de genaamde Introz BVBA, 

Nieuwe Kaai 23, 2300 Turnhout, schrijnwerk-verkoop parket, met 

ondernemingsnummer 0881.198.874, failliet verklaard - op bekentenis. 

Rechter-commissaris : de heer G. Gilis. 

Curator : advocaat H. Celen, Colburnlei 22, 2400 Mol. 









(393) 

Faillite rapportée − Intrekking faillissement 

Par un jugement de la quatrième chambre, salle A, du tribunal de 

commerce de Bruxelles, du 22 décembre 2008, a été rapportée la faillite 

de la SPRL Sofarc, rue Valduc 170-172, à 1160 Auderghem, 

B.C.E. 0436.732.996, déclarée ouverte le 13 octobre 2008. 

Bruxelles, ce 29 décembre 2008. 

(Signé) Charlotte Piers, Albert-Louis Clerens, avocat. 

(394) 

Opheffing van het faillissement van NV World Wide Business 

Communications, uitgesproken bij vonnis, gewezen door de rechtbank 

van koophandel te Tongeren op 22 december 2008. 

Het faillissement dateert van 15 september 2008, eveneens uitgesproken 

door de rechtbank van koophandel te Tongeren. 

(Get.) M. Pieters, advocaat. 

(395) 


Bij vonnis van 24 december 2008, werd ingetrokken het faillissement 

van de heer Dirk Sleuwaegen, KBO 0747.049.062, wonende te 

1600 Sint-Pieters-Leeuw, Frans Weyenbergstraat 37, uitgesproken bij 

verstek op 16 december 2008. 

Voor eensluidend uittreksel, (get.) O. Ronse, advocaat. 

(396) 

Dissolution judiciaire — Gerechtelijke ontbinding 

Tribunal de première instance de Mons 

Par jugement du 29 octobre 2008, le tribunal de première instance de 

Mons, a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but 

lucratif « Cut-Up », ayant son siège social à 7000 Mons, rue de la 

Fonderie 19/1, B.C.E. n° 0446.981.245, et a prononcé la clôture immédiate 

de la liquidation. 

Pour extrait conforme : le greffier-chef de service, (signé) M-J. Saucez. 

(397) 

Par jugement du 29 octobre 2008, le tribunal de première instance de 

Mons, a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but 

lucratif « Horizon Terre », ayant son siège social à 7330 Saint-Ghislain, 

rue de la Rivierette 53 (aéredrome bât 3), B.C.E. n° 0455.213.179, et a 

prononcé la clôture immédiate de la liquidation. 

Pour extrait conforme : le greffier-chef de service, (signé) M-J. Saucez. 

(398) 

Par jugement du 12 novembre 2008, le tribunal de première instance 

de Mons, a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but 

lucratif « Le Gîte », ayant son siège social à 7333 Saint-Ghislain (Tertre), 

rue Louis Glineur 18, B.C.E. n° 0449.926.679, et a prononcé la clôture 

immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(399) 



lucratif « Iron Horses », ayant son siège social à 7333 Saint-Ghislain 

(Tertre), rue des Herbières 80, B.C.E. n° 0447.909.376, et a prononcé la 

clôture immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(400) 



lucratif « Amicale des Anciens élèves de l’Ecole moyenne de l’Etat », 

ayant son siège social à 7330 Saint-Ghislain, sans adresse connue, et a 



M.J. Sauchez. 

(401) 



lucratif « Grupo Folkloriko Y Cultural (Los Andaluces) », ayant son 

siège social à 7333 Saint-Ghislain (Tertre), rue du Peuple 53, et a 



M.J. Sauchez. 

(402) 



lucratif « Little Job », ayant son siège social à 7333 Saint-Ghislain 

(Tertre), rue des Cerisiers 13, B.C.E. n° 0464.019.591, et a prononcé la 

clôture immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(403)



lucratif « Club Budo Enghien », ayant son siège social à 7850 Enghien, 

chaussée d’Asse 3B, B.C.E. n° 0456.795.665, et a prononcé la clôture 



M.J. Sauchez. 

(404) 



lucratif « Sante du Futur », ayant son siège social à 7090 Braine-le- 

Comte, avenue des Châtaigniers 15, B.C.E. n° 0433.748.168, et a 



M.J. Sauchez. 

(405) 



lucratif « Jazz-Club de Belgique », section de Braine-le-Comte, ayant 

son siège social à 7090 Braine-le-Comte, rue Rey Aimé 49, B.C.E. 

n° 0408.524.507, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(406) 



lucratif « Le Droit de Lire », ayant son siège social à 7000 Mons, rue du 

Trieu 53, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(407) 



lucratif « Supporter Club Femina Silbrau », ayant son siège social à 

7090 Braine-le-Comte, Grande Place 35, B.C.E. n° 0442.999.295, et a 



M.J. Sauchez. 

(408) 



lucratif « Mouvement d’Education par l’Audio Visuel et/ou Meav », 

ayant son siège social à 7190 Ecaussinnes, avenue de la Déportation 30, 

B.C.E. n° 0420.409.480, et a prononcé la clôture immédiate de la 

liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(409) 



lucratif « Incisions », ayant son siège social à 7190 Ecaussinnes 

d’Enghien, rue des Fontenelles 9, B.C.E. n° 0422.211.603, et a prononcé 

la clôture immédiate de la liquidation. 


M.J. Sauchez. 

(410) 




lucratif « Et Alors ! », ayant son siège social à 7390 Quaregnon, rue de 

la Mariette 134, B.C.E. n° 0865.086.283, et a prononcé la clôture 


Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) 

M.J. Sauchez. 

(411) 

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel 

201 

D’un acte pris devant nous, Jean-Louis Snyers, notaire de résidence à 

Hannut, en date du 12 décembre 2008, enregistré le 15 décembre, 

suivant deux rôle sans renvoi, à Hannut, volume 503, folio 18, case 19, 

reçu vingt-cinq euros, il est extrait qu’il est modifié conventionnellement 

le régime matrimonial de M. Scalais, Jean Gishlain Armand, 

pensionné, néàVillers-le-Peuplier le 13 juillet 1922, et son épouse, 

Mme Wiliquet, Nelly Ernestine Ghislaine, sans profession, née à 

Thisnes le 8 octobre 1923, domiciliés à 4280 Hannut (Villers-le-Peulier), 

rue de Blehen 18, mariés devant l’officier de l’Etat civil de la commune 

de Thisnes le 21 avril 1945, sous le régime légal à défaut de contrat de 

mariage et déclaration de maintien de l’ancienne communauté des 

biens ayant existé entre eux, non modifié à ce jour. 

Cette modification de régime matrimonial maintien leur régime légal 

existant, mais contient apport d’un immeuble par monsieur à la 

communauté. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Jean-Louis Snyers, notaire. 

(412) 

Suivant jugement prononcé le 14 novembre 2008 par la septième 

chambre, affaires civiles, du tribunal de première instance de Nivelles, 

le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre 

M. Leherte, Michel Hubert Floris, né àHal le 11 mai 1956, registre 

national 560511-20101, et son épouse, Mme Devreux, Christine Marie 

Marcel, née à Braine-le-Château le 17 février 1956, registre national 

560217-23062, domiciliés à Braine-le-Château, rue Auguste Latour 126, 

dressé par acte du notaire Guy Nasseaux de Waterloo, le 20 juin 2008, 

a été homologué. 

Les époux Devreux-Leherte ont modifié leur régime de communauté 

légale en faisant un apport d’immeuble à la dite communauté. 

(Signé) G. Nasseaux, notaire associé. 

(413) 

Aux termes d’un acte reçu par Me Pierre Van Den Eynde, notaire à 

Saint-Josse-ten-Noode, le 5 décembre 2008, M. Delens, Francis Ghislain 

Marie, né à Uccle le 1 er mars 1967, domicilié à Rixensart, rue de 

l’Augett 95, et son épouse, Mme Dierckx, Valérie Gisèle Emmanuel 

Claude Marie Ghislaine, née à Ixelles le 22 novembre 1968, domiciliée 

à Rixensart, rue de l’Augette 95. 

Ont déclaré supprimer l’article 11 de leur contrat de mariage et 

remplacer cet article 11 de leur contrat de mariage notamment par la 

constitution d’une société d’acquêt limitée à l’apport du bien immeuble 

sis à Rixensart, rue de l’Augette 95. 

Pour extrait conforme : (signé) Pierre Van Den Eynde, notaire. 

(414) 

Aux termes d’un acte reçu par le notaire Emmanuel Lambin, à 

Fontaine-l’Evêque, le 25 novembre 2008, M. Meulemans, Jacques, né à 

Forchies-la-Marche le 2 juin 1937, et son épouse, Mme Paerewyck, 

Louise, ne à Forchies-la-Marche le 19 juin 1945, domiciliés à Forchiesla-Marche, 

rue du Stocquy 52, ont modifié leur régime matrimonial, 

d’une part, par apport à la communauté par Mme Louise Paerewyck 

d’un immeuble sis à Forchies-la-Marche, rue du Stoquy 50 et d’autre 

part, en ce qui concerne l’attribution du patrimoine commun en cas de 

dissolution du mariage par le décès del’un des époux. 

(Signé) E. Lambin, notaire. 

(415)


Avis rectificatif 

Au Moniteur belge du 18 décembre 2008, page 67144, avis n° 45640, 

2 e ligne, il y a lieu de lire : « M. Huyberechts, Xavier Hélène Georges 

Ghislain, ... » au lieu de : « M. Huybrechts, Xavier Hélène Georges 

Ghislain, ... ». 

(416) 

Bij akte verleden voor notaris Marc De Graeve, geassocieerde notaris, 

vennoot van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een 

besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Deckers, De 

Graeve, Sledsens & Van den Bergh », geassocieerde notarissen, met 

zetel te Antwerpen, Broederminstraat 9, op 27 november 2008, hebben 

de heer Olivier Pierre Philippe Van Cauwenberghe, geboren te 

Antwerpen (district Ekeren) op 1 december 1955, met rijksregisternummer 

55.12.01 081-61, en zijn echtgenote, Mevr. Ghislaine Marie 

Josèphe Quentin Holvoet, geboren te Leopoldstad (Belgisch Kongo) op 

29 augustus 1959, met rijksregisternummer 59.08.29 006-31, aan hun 

bestaand stelsel van scheiding van goederen een intern gemeenschappelijk 

vermogen met keuzebedingen toegevoegd waarin zij, bij zelfde 

akte, hun respectievelijke onverdeelde aandelen in het onroerend goed, 

gelegen te Tervuren, Elisabethlaan 24, hebben ingebracht. Voor het 

overige bleef hun bestaand huwelijksstelsel ongewijzigd. 

Voor analytisch uittreksel : (get.) Marc De Graeve, geassocieerd 

notaris, te Antwerpen. 

(417) 

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van eerste aanleg 

te Leuven, van 24 november 2008, werd de akte gehomologeerd, die 

verleden werd voor Jan Van Gorp, geassocieerd notaris, te Diest, op 

26 juni 2008, inhoudende wijziging van de huwelijksovereenkomsten 

tussen de heer Scholliers, Wim, arbeider, geboren te Diest op 

24 december 1975, nationaalnummer 75.12.24 123-40, en zijn echtgenote, 

Mevr. Henot, Sylvie, werkzoekende, geboren te Tienen op 

9 maart 1981, samenwonende te 3350 Linter (Orsmaal), Oude Dorpsstraat 

5, bus 2. 

Voor de partijen : (get.) Jan Van Gorp, notaris. 

(418) 

Bij akte verleden voor notaris Luc Bogaerts, te Diest, op 

3 december 2008, werd het huwelijksvermogensstelsel tussen de 

heer Bilsen, Frans Paul Hadelin, gepensioneerde, geboren te Loksbergen 

op 3 februari 1933, en zijn echtgenote, Mevr. Borgers, Angèle 

Julia Antoinette, fruitteelster, geboren te Geetbets op 10 september 1932, 

samenwonende te 3545 Halen, Hagelandstraat 42, gewijzigd. 

De wijziging houdt in : inbreng van onroerende goederen in het 

gemeenschappelijk vermogen. 

Diest, 23 december 2008. 

Voor de echtgenoten Bilsen-Borgers : (get.) L. Bogaerts, notaris, te 

Diest. 

(419) 

Bij vonnis van 4 november 2008, heeft de zevende kamer van de 

rechtbank van eerste aanleg te Brugge, de wijziging inzake huwelijksvermogensstelsel 

gehomologeerd tussen de echtgenoten : 

1. De heer De Kempe, Alfons François Cyriel, geboren te Brugge op 

14 november 1933, 

en zijn echtgenote; 

2. Mevr. Verdickt, Jeannine Madeleine Jean, geboren te Blankenberge 

op 29 november 1935, samenwonende te 8300 Knokke-Heist, Sportlaan 

11. 

De echtgenoten zijn gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van 

aanwinsten zoals blijkt uit hun huwelijkscontract, bij akte verleden 

voor notaris Frederic Aeby, destijds te Knokke, op 11 januari 1957. 

De akte wijziging van huwelijksvermogensstelsel verleden voor 

Mr. Michel Van Damme, geassocieerd notaris, met standplaats te 

Brugge (Sint-Andries), lid van de maatschap « notaris Michel Van 

Damme - notaris Christian Van Damme », geassocieerde notarissen, 

met zetel te Brugge (Sint-Andries), van 1 juli 2008. 

Voor de echtgenoten : (get.) Michel Van Damme, geassocieerd 

notaris, te Brugge (Sint-Andries). 

(420) 

Bij vonnis van 10 november 2008, van de kamer der rechtbank van 

eerste aanleg te Leuven, werd gehomologeerd de akte verleden voor 

notaris Kurt Geysels, met standplaats te Aarschot, op 4 december 2007, 

inhoudende uitbreiding van het gemeenschappelijk huwelijksvermogen, 

door inbreng door de echtgenote van een onroerend goed in 

het gemeenschappelijk huwelijksvermogen Bauwens-De Rijck, met 

wijziging van de toebedeling van de gemeenschap - keuzebeding. 

Voor de echtgenoten de heer Bauwens, Willem Alfred, 

NN 45.02.16 099-89, geboren te Stokkem op 16 februari 1945, en zijn 

echtgenote, Mevr. De Rijck, Christine Charlotte Pierre, NN 66.02.10- 

290.34, geboren te Leuven op 10 februari 1966, samenwonend te 

3200 Aarschot, Gijmelsesteenweg 141. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) K. Geysels, notaris. 

(421) 

Bij vonnis gewezen door de tweede kamer van de rechtbank van 

eerste aanleg te Leuven, op 17 november 2008, werd de akte verleden 

voor notaris Stefan Smets, te Glabbeek op 5 juni 2008, houdende 

wijziging van het huwelijksvermogensstelsel van de heer Van Welde, 

Ferdinand Eduard, geboren te Kortenaken op 14 juni 1950, en zijn 

echtgenote, Mevr. Peetermans, Nelly Maria Mathilde, geboren te 

Kersbeek-Miskom op 26 juli 1953, wonende te 3472 Kortenaken 

(Kersbeek-Miskom), Heerbaan 54, gehomologeerd.(Get.) Stefan Smets, 

notaris. 

(422) 

Bij akte verleden voor notaris Jozef Van Elslande, te Alsemberg op 

9 december 2008, hebben de heer Delaruelle, Michaël Roger Roméo, 

geboren te Charleroi, op 20 september 1977, en zijn echtgenote, 

Mevr. Mosselmans Sandrine, geboren te Elsene op 6 juli 1972, samenwonende 

te 1500 Halle, Auguste Demaeghtlaan 67, bus 41, hun 

wettelijk huwelijksstelsel gewijzigd door een inbreng van het handelsfonds 

in de gemeenschap. 

(Get.) J. Van Elslande, notaris. 

(423) 

Volgens vonnis uitgesproken op 3 november 2008, door de rechtbank 

van eerste aanleg te Brussel, werd de akte houdende wijziging van het 

huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Smulders, Eddy Marie 

Martin, geboren te Ukkel op 25 oktober 1964, en zijn echtgenote, 

Mevr. Coppens, Ingrid Cornelia Leonce, geboren te Ukkel op 

30 september 1964, samenwonende te 1653 Beersel, Alsembergsesteenweg 

502, verleden voor notaris Jozef Van Elslande, te Alsemberg, 

op 12 maart 2008, gehomologeerd. In voormelde akte wordt het 

wettelijk stelsel der gemeenschap behouden, doch uitgebreid met de 

inbreng van een persoonlijk onroerend goed in de gemeenschap. 

(Get.) J. Van Elslande, notaris. 

(424) 

Bij vonnis uitgesproken op 17 oktober 2008, door de rechtbank van 

eerste aanleg te Ieper, derde burgerlijke kamer, werd de akte gehomologeerd 

houdende wijziging van huwelijksvoorwaarden, verleden voor 

notaris Stephan Mourisse, met standplaats Roesbrugge-Haringe 

(Poperinge), op 25 april 2008, tussen de heer Joël Cyrille Cornelis 

Lobelle, en zijn echtgenote, Mevr. Thérèse Marie Emerence Cornélie 

Coutigny, samenwonende te 8972 Poperinge (Proven), Blekerijweg 20, 

inhoudende inbreng door Mevr. Thérèse Coutigny, van een onroerend 

goed in het gemeenschappelijk vermogen. 

Namens de verzoekers : (get.) Stephan Mourisse, notaris. 

(425)

De echtgenoten Holger Jürgen René Drozyn-De Bosscher, Myriam 

Madeleine Juliette, beiden samenwonende te 3583 Beringen (Paal), 

Trommelaar 5, hebben bij akte verleden voor ondergetekende notaris 

Fabienne Hendrickx, te Beringen, op 23 december 2008, hun huwelijksvermogensstelsel 

gewijzigd, inhoudende overgang van het stelsel van 

zuivere scheiding van goederen naar het stelsel van algehele gemeenschap 

met toevoeging van een keuzebeding in verband met verdeling 

gemeenschappelijk vermogen en een gift tussen echtgenoten, laten 

opmaken. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Fabienne Hendrickx, notaris. 

(426) 

Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Michel Olemans, te Brakel, 

op 27 november 2008, dat de heer Verloo, Leon Gustaaf, gepensioneerd, 

geboren te Opbrakel op 15 mei 1927, en zijn echtgenote, Mevr. De Bock, 

Cécile Alma Agnès, gepensioneerde, geboren te Nederbrakel op 

17 december 1929, wonend te 9660 Brakel, Herenhof 3, op minnelijke 

wijze hun huwelijksvermogensstelsel hebben aangevuld met behoud 

van het geldende stelsel in toepassing van artikel 1394, 4e lid, van het 

Burgerlijk Wetboek. 

Deze wijziging omhelst de inbreng van onroerend goed door de 

echtgenoot en modaliteiten van verdeling van het gemeenschappelijk 

vermogen in geval van ontbinding door overlijden. 

Voor de verzoekers : (get.) Michel Olemans. 

(427) 

Er blijkt uit een akte verleden door mij, Hilde Hellemans, notaris te 

Hemiksem, op 18 december 2008, dat de heer Vereycken, Jan Emmanuel 

Jozef Maria, geboren te Reet op 16 maart 1963, en zijn echtgenote, 

Mevr. Lowagie, Kristin Maria, geboren te Mortsel op 11 maart 1965, 

samenwonende te 2627 Schelle, Tolhuisstraat 81, gehuwd voor de 

ambtenaar van de burgerlijke stand te Schelle op 5 januari 1996, onder 

het wettelijk stelsel, zonder huwelijkscontract, een middelgrote wijziging 

hebben gebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel door een 

inbreng in de gemeenschap van een woonhuis te Schelle, Tolhuisstraat 

81, door de heer Vereycken, Jan, voornoemd. 

Voor ontledend uittreksel opgemaakt door ondergetekende notaris 

Hilde Hellemans, te Hemiksem, op 23 december 2008. 

(Get.) H. Hellemans, notaris. 

(428) 


op 8 december 2008, dat de heer Vander Linden, Frans Maurice, 

gepensioneerde, geboren te Nederbrakel op 4 maart 1940, en zijn 

echtgenote, Mevr. Herregodts, Lisette Alice, gepensioneerde, geboren 

te Nederbrakel op 31 oktober 1940, samenwonend te 9572 Lierde (Sint- 

Martens-Lierde), Lierenhoek 34, op minnelijke wijze hun huwelijksvermogensstelsel 

hebben aangevuld met behoud van het geldende 

stelsel, in toepassing van artikel 1394, 4e lid, van het Burgerlijk 

Wetboek. 

Deze wijziging omhelst een inbreng van eigen onroerende goederen 

door de echtgenoten. 

Voor de verzoekers : (get.) Michel Olemans, notaris. 

(429) 


op 1 december 2008, dat de heer Poupaert, Philippe Théophile Godelieve, 

geboren te Ronse op 27 december 1960, en zijn echtgenote, 

Mevr. Vanparys, Marie Christine Florentine René, geboren te Leuven 

op 8 december 1961, wonend te 9600 Ronse, Ninoofsesteenweg 274, op 

minnelijke wijze hun huwelijksvermogensstelsel hebben aangevuld 

met behoud van het geldende stelsel, in toepassing van artikel 1394, 

4e lid, van het Burgerlijk Wetboek. 

Deze wijziging omhelst de toevoeging aan het stelsel der scheiding 

van goederen van een gemeenschap beperkt tot één goed. 

Voor de verzoekers : (get.) Michel Olemans, notaris. 

(430) 


Er blijkt uit een akte verleden voor Jan Van Ermengem, geassocieerd 

notaris te Meerhout, op 15 december 2008, dat de heer Dox, Gunther, 

geboren te Geel op 15 juli 1971, en zijn echtgenote, Mevr. Dams, Inge 

Elisabeth Remi, geboren te Geel op 23 maart 1970, samenwonende te 

2450 Meerhout, Molenveld 13, bij toepassing van artikel 1394, 

vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek een middelgrote wijziging aan 

het tussen hen bestaande huwelijksvermogenstelsel zijn overeengekomen, 

omvattende de overdracht van een gemeenschappelijk goed 

naar het eigen vermogen van de heer Gunther Dox. 

Namens de verzoekers : (get.) Jan Van Ermengem, geassocieerd 

notaris te Meerhout. 

(431) 

Uit een akte verleden voor notaris Jacques Van Roosbroeck, te 

Merksem op 23 december 2008, blijkt dat de heer Bertels, René Hendrik, 

boekhouder, geboren te Ekeren op 5 april 1952, en zijn echtgenote, 

Mevr. De Cock, Christiane Marie Gustaaf, bediende, geboren te 

Lokeren op 27 april 1946, samenwonende te 2170 Antwerpen (Mersksem), 

Nieuwdreef 125/1, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke 

stand van Borgerhout, op 6 juli 1978, onder het beheer van het 

wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris 

Jacques De Ridder, te Borgerhout, op 13 juni 1978, hun huwelijksstelsel, 

overeenkomst artikel 1394, en volgende van het Burgerlijk Wetboek, 

hebben gewijzigd in een stelsel van zuivere scheiding van goederen. 

Merksem, 29 december 2008. 

203 

(432) 

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren op 

19 november 2008, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris 

Frank Wilsens, ter standplaats te Wellen, op datum van 17 april 2008, 

tussen : de heer Bellis, Johan François José, arbeider, geboren te Sint- 

Truiden op 5 maart 1972, nationaal nummer 72.03.05-147.72, en zijn 

echtgenote, Mevr. Grosemans, Nancy Denise Josée, bediende, geboren 

te Tongeren op 11 juni 1975, nationaal nummer 75.06.11-240.77, samenwonende 

te 3830 Wellen, Kortessemstraat 25. 

Houdende wijzigiging van hun huwelijksstelsel als volgt : de echtgenoten 

Bellis-Grosemans, die gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel 

bij gebrek aan een huwelijkscontract, hebben het volgende stelsel 

aangenomen : inbreng van onroerend goed in de gemeenschap. 

Wellen, 24 december 2008. 

Namens de echtgenoten Bellis-Grosemans, (get.) Frank Wilsens, 

notaris. 

(433) 

Bij akte verleden voor notaris Geert Vanwijnsberghe, met standplaats 

Roeselare (Beveren), op 23 december 2008, hebben de echtgenoten, de 

heer Baert, Gentil Marcel, geboren te Roeselare op 13 december 1940, 

en Mevr. Vermander, Maria Rosa, geboren te Roeselare (Beveren) op 

6 mei 1947, samenwonende te 8800 Roeselare, Heirweg 16, een wijziging 

aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht. 

Deze wijziging voorziet de inbreng door beide echtgenoten van 

toekomstige goederen in het gemeenschappelijk vermogen en de 

toevoeging van een keuzebeding. 

Voor de echtgenoten : (get.) G. Vanwijnsberghe, notaris. 

(434) 

Krachtens vonnis uitgesproken door de zevende kamer, van de 

rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, op 23 december 2008, werd 

de akte gehomologeerd, inhoudende wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel 

tussen de heer Werner Cecile Maurice Van de Voorde, 

en zijn echtgenote, Mevr. Gratienne De Vos, samenwonende te 

9500 Geraardsbergen (Zarlardinge), Watermolenstraat 8, welke akte


verleden werd voor het ambt van notaris Luc Van Vaerenbergh, te Sint- 

Maria-Lierde (thans Lierde), op 31 januari 2008, houdende inbreng door 

de heer Werner Cecile Maurice Van de Voorde, voornoemd, van een 

onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. 

Voor gelijkluidend uittreksel : voor de echtgenoten : (get.) Luc Van 

Vaerenbergh, notaris. 

(435) 

Uit een akte verleden voor notaris Cor Stoel, te Merksplas, op 

17 december 2008, blijkt dat de heer Horrevorst, Willy Jozef Joanna, 

geboren te Loenhout op 29 maart 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Smits, 

Margareta Angela Joanna, geboren te Beerse op 2 november 1959, 

wonende te 2330 Merksplas, Goordijkstraat 19, overeenkomstig 

artikel 1394, van het Burgerlijk Wetboek, hun huwelijksvermogensstelsel 

hebben gewijzigd, welke akte onder meer voorziet in : 

de inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk 

vermogen door de heer Horrevorst; 

de inbeng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk 

vermogen door Mevr. Smits; 

de inlassing van een regeling in verband met de vergoeding en/of 

terugname met betrekking tot de ingebrachte goederen. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Cor Stoel, notaris. 

(436) 

Uit een akte verleden voor notaris Hervé De Graef, te Mol, op 

16 december 2008, geregistreerd te Mol, op 23 december 2008, 

twee bladen, geen verzending, register 5, deel 218, blad 80, vak 10. 

Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De E.a. Inspecteur, (get.) V. De 

Wit, blijkt dat : de heer Dillen, Carlo Ludovica, geboren te Dessel op 

18 oktober 1959, en zijn echtgenote, Mevr. Daems, Nancy Maria Alois, 

geboren te Turnhout op 8 juni 1967, samenwonende te 2400 Mol, 

Glaswolstraat 2, gehuwd te Dessel op 14 april 2006, onder het stelsel 

der scheiding van goederen blijkens huwelijkscontract opgemaakt door 

notaris Hervé De Graef, te Mol, op 7 april 2006, een wijziging aan hun 

huwelijksstelsel hebben gebracht, inhoudende het toevoegen van een 

beperkte gemeenschap, zijnde de inbreng van een onroerend goed in 

deze beperkte gemeenschap, zonder een ander stelsel aan te nemen. 

Voor de echtgenoten Dillen-Daems, (get.) Hervé De Graef, notaris. 

(437) 

Die Eheleute, Herr Kaut, Mathias Peter, geboren in Alster am 

23.06.1954, und Frau Rauw, Monique Maria Anna, geboren in Weismes 

am 27.05.1960, zusammen wohnhaft in Burg-Reuland, Alster 1, verheiratet 

unter dem gesetzlichen Güterrecht aufgrund Ehevertrag vor 

Notar Doutrelepont vom 24.04.1980, in St. Vith, haben vor dem Notar 

Huppertz, Edgar in St. Vith am 23.12.2008 eine Güterstandsäbanderung 

unterzeichnet mit Beibehaltung des gesetzlichen Güterrechtes un 

Einbringhung von Grundbezitz in der Gemeinde Burg-Reuland, 

Gemarkung 1, durch Herrn Kaut Mathias. 

St. Vith, den 29. Dezember 2008. 

(Gez.) E. Huppertz, Notar. 

(438) 

Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap 

Me Ignace Brouckaert, avocat à 7500 Tournai, rue de la Citadelle 57, 

a été désigné (par ordonnance du 3 décembre 2008, rendue le M. le 

président du tribunal de première instance de Tournai), en qualité de 

curateur à succession vacante de M. Valère Raymond Jules Marc Ghislain 

Lefèbvre, né à Thimougies le 29 juillet 1952, décédé le 

19 décembre 2003, domicilié en son vivant à 7500 Tournai, boulevard 

Eisenhower 105. 

Les éventuels créanciers ou héritiers sont priés de prendre contact 

avec Me Ignace Brouckaert dans les meilleurs délais et en toutes 

hypothèses dans le mois à dater de la présente parution. 

(Signé) I. Brouckaert, avocat. 

(439) 

Tribunal de première instance de Bruxelles 

La douzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles, 

a désigné le 13 octobre 2008, Me Philippe Forton, avocat, juge 

suppléant, chaussée de Charleroi 138/5, à 1060 Bruxelles, en qualité de 

curateur à la succession de Perez-Martinez, Georgy Gabriel Guy, né à 

Watermael-Boitsfort le 24 novembre 1958, domicilié de son vivant à 

1070 Anderlecht, parc du Peterbos 5/0038, décédé à Anderlecht le 

19 août 2005. 


Le greffier délégué, (signé) Ch. Sauvage. 

(440) 

La douzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles, 

a désigné le 16 septembre 2008, Me Philippe Forton, avocat, juge 

suppléant, chaussée de Charleroi 138/5, à 1060 Bruxelles, en qualité de 

curateur à la succession de Vander Haeghen, Fernand, né àSaint-Josseten-Noode 

le 1 er mai 1908, domicilié de son vivant à 1200 Bruxelles, rue 

de la Charrette 27, décédé à Woluwe-Saint-Lambert le 



Le greffier délégué, (signé) Ch. Sauvage. 

(441) 

Rechtbank van eerste aanleg te Veurne 

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne, zevende 

kamer, uitgesproken op 24 december 2008, werd Mr. Kristl Vanhollebeke, 

advocaat te 8600 Diksmuide, Woumenweg 109, aangesteld als 

curator over de onbeheerde nalatenschap van Van Durme, Gilberte 

Maria, geboren te Serskamps op 14 november 1924, laatst wonende te 

8650 Houthulst, 7de Geniestraat, overleden te Roeselare op 16 juni 2005, 

met last deze nalatenschap te beheren en te vereffenen. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht zich kenbaar te 

maken bij aangetekend schrijven, aan het adres van hogervermelde 

curator. 

De griffier, (get.) C. Coolsaet. 

(442) 

Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. 

Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

Staatsblad Moniteur - FaillissementsDossier.nl

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?